Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31984R1755

    Verordening (EEG) nr. 1755/84 van de Raad van 19 juni 1984 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter vervanging van voedselhulpleveranties op voedingsgebied

    PB L 165 van 23.6.1984, p. 7–8 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 07/07/1996; opgeheven door 31996R1292

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1984/1755/oj

    31984R1755

    Verordening (EEG) nr. 1755/84 van de Raad van 19 juni 1984 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter vervanging van voedselhulpleveranties op voedingsgebied

    Publicatieblad Nr. L 165 van 23/06/1984 blz. 0007 - 0008
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 11 Deel 11 blz. 0133
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 11 Deel 11 blz. 0133


    *****

    VERORDENING (EEG) Nr. 1755/84 VAN DE RAAD

    van 19 juni 1984

    betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter vervanging van voedselhulpleveranties op voedingsgebied

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

    Gezien het voorstel van de Commissie,

    Gezien het advies van het Europese Parlement (1),

    Overwegende dat de Gemeenschap, naast andere inspanningen tot veiligstelling van de voedselvoorziening, moet trachten de ontwikkelingslanden ertoe aan te sporen hun zelfvoorziening op voedselgebied, bijvoorbeeld via voedselstrategieën, te versterken;

    Overwegende dat zij door middel van aanzienlijke steunmaatregelen tot die inspanningen zou moeten bijdragen;

    Overwegende dat het door een grotere flexibiliteit van de voedselhulp mogelijk is deze steun op te voeren, waardoor het, wanneer de omstandigheden zich daartoe lenen, met name mogelijk wordt financiële hulp voor ontwikkelingsmaatregelen op het gebied van landbouw en voedselproduktie in de plaats te stellen van voedselhulpmaatregelen;

    Overwegende dat de voor de tenuitvoerlegging van deze vervangende acties te treffen maatregelen moeten worden vastgesteld;

    Overwegende dat in een procedure voor het beheer van deze vervangingsmaatregelen dient te worden voorzien en dat artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 3331/82 (2) een procedure behelst die daarvoor kan worden gebruikt;

    Overwegende dat het Verdrag niet in de daartoe vereiste specifieke handelingsbevoegdheden voorziet,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING

    VASTGESTELD:

    Artikel 1

    De Gemeenschap kan, indien de omstandigheden dat rechtvaardigen, ten behoeve van ontwikkelingslanden maatregelen ter vervanging van de voedselhulp ten uitvoer leggen.

    Met deze maatregelen wordt beoorgd om met de beschikbare middelen een voedselstrategie of andere maatregelen tot veiligstelling van de voedselvoorziening van deze landen uit te werken en ten uitvoer te leggen en deze landen ertoe aan te sporen hun zelfvoorziening op voedselgebied te versterken. Zij dienen, voor zover mogelijk, bij te dragen tot een verbetering van de levensstandaard van de armste bevolkingsgroepen in die landen.

    Deze vervangingsmaatregelen worden in de vorm van financiële en technische bijstand ten uitvoer gelegd volgens de in deze verordening vastgestelde criteria en procedures.

    Artikel 2

    De vervangingsmaatregelen kunnen ten uitvoer worden gelegd ten gunste en op verzoek van de uit hoofde van Verordening (EEG) nr. 3331/82 voor voedselhulpacties van de Gemeenschap in aanmerking komende ontwikkelingslanden ten belope van een gedeelte of het geheel van de hoeveelheden voedselhulp die aan de landen zijn toegekend of zouden kunnen worden toegekend binnen de hoeveelheden die worden vastgesteld in de jaarlijkse toepassingsverordeningen van Verordening (EEG) nr. 3331/82, waarbij in het bijzonder rekening wordt gehouden met de ontwikkeling van de produktie, van het verbruik en van het peil van de voorraden in het betrokken land, met de voedingssituatie van de bevolking alsmede met de voedselhulp die door andere donors wordt toegekend.

    Deze maatregelen zijn bestemd om de eigen inspanningen van de hulpontvangende landen te ondersteunen of te stimuleren.

    Artikel 3

    De vervangingsmaatregelen zijn bestemd voor financiële en technische hulpacties die, overeenkomstig de doelstellingen van artikel 1, een verbetering van de zelfvoorziening op voedselgebied nastreven door de ontwikkeling van de landbouw en de voedselproduktie in het betrokken land alsmede de veiligstelling van de voedselvoorziening, waarbij bijvoorbeeld financieringsbijdragen worden geleverd voor:

    - verstrekking van de daarvoor onmisbare voedselproduktiemiddelen;

    - landbouwkredietverrichtingen;

    - opslagmaatregelen door de boeren zelf of op dorps-, plaatselijke, nationale of regionale schaal;

    - maatregelen inzake afzet, vervoer, distributie of verwerking van landbouw- en voedselprodukten;

    - activiteiten op het gebied van toegepast onderzoek en praktijkopleiding;

    - projecten tot stimulering van de voedselproduktie.

    Artikel 4

    De hulp wordt door de Gemeenschap hetzij op autonome wijze, hetzij in medefinanciering met Lid-Staten of met andere donors verleend.

    Artikel 5

    De hulp van de Gemeenschap wordt verleend in de vorm van giften.

    Artikel 6

    1. De hulp kan dienen tot dekking van externe uitgaven, alsook van plaatselijke uitgaven welke voor de uitvoering van de maatregelen nodig zijn, met inbegrip van de onderhouds- en werkingsuitgaven.

    Belastingen, rechten en heffingen zijn van communautaire financiering uitgesloten.

    2. Eventuele tegenwaardegelden worden overeenkomstig de in deze verordening vastgestelde doeleinden en met instemming van de Gemeenschap aangewend.

    Artikel 7

    De deelneming aan aanbestedingen, opdrachten en overeenkomsten staat voor alle natuurlijke en rechtspersonen uit de Lid-Staten en de hulp ontvangende Staat onder gelijke voorwaarden open. Deze deelneming kan worden uitgebreid tot andere ontwikkelingslanden die hulp van de Gemeenschap ontvangen, met name in het geval van medefinanciering of om te vermijden dat de kosten van de maatregelen als gevolg van de afstanden, transportmoeilijkheden of leveringstermijnen al te zeer oplopen.

    De deelneming van andere ontwikkelingslanden draagt een uitzonderingskarakter en wordt geval per geval volgens de in artikel 8 bedoelde procedure toegestaan.

    Artikel 8

    De besluiten tot annulering van voedselhulp en tot toekenning van vervangingshulp alsmede vaststelling van de voorwaarden waaronder deze werd verstrekt, worden door de Commissie genomen na raadpleging van het in artikel 7 van Verordening (EEG) nr. 3331/82 genoemde Comité en volgens de in artikel 8 van die verordening vastgestelde procedure.

    Dit Comité kan elk ander vraagstuk met betrekking tot de uitvoering van de vervangingsmaatregelen onderzoeken, dat door zijn Voorzitter, hetzij op diens initiatief, hetzij op verzoek van een vertegenwoordiger van een Lid-Staat, aan de orde wordt gesteld.

    Artikel 9

    De Commissie brengt jaarlijks bij het Europese Parlement en de Raad verslag uit over de toepassing van deze verordening.

    Artikel 10

    1. De Commissie treft alle maatregelen die voor een goede uitvoering van de maatregelen ter vervanging van voedselhulpleveranties nodig zijn.

    2. Voor de toepassing van lid 1 verlenen de Lid-Staten de Commissie bijstand en verstrekken haar met name alle benodigde inlichtingen.

    Artikel 11

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat.

    Gedaan te Luxemburg, 19 juni 1984.

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    C. CHEYSSON

    (1) PB nr. C 127 van 14. 5. 1984, blz. 249.

    (2) PB nr. L 352 van 14. 12. 1982, blz. 1.

    Top