EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31983D0418

83/418/EEG: Beschikking van de Raad van 25 juli 1983 inzake de commerciële autonomie van de spoorwegen bij het beheer van hun internationale reizigers- en bagagevervoer

PB L 237 van 26.8.1983, p. 32–33 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 14/03/2001; opgeheven door 32001L0014

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1983/418/oj

31983D0418

83/418/EEG: Beschikking van de Raad van 25 juli 1983 inzake de commerciële autonomie van de spoorwegen bij het beheer van hun internationale reizigers- en bagagevervoer

Publicatieblad Nr. L 237 van 26/08/1983 blz. 0032 - 0033
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 7 Deel 3 blz. 0097
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0172
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 7 Deel 3 blz. 0097
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 07 Deel 3 blz. 0172


++++

BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 25 juli 1983

inzake de commerciële autonomie van de spoorwegen bij het beheer van hun internationale reizigers - en bagagevervoer

( 83/418/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 75 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 2 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 3 ) ,

Overwegende dat de Raad , in zijn resolutie van 15 december 1981 , de hoofdlijnen van het spoorwegbeleid in het kader van het gemeenschappelijk vervoerbeleid heeft aangegeven en met name zijn belangstelling voor een betere samenwerking tussen de spoorwegondernemingen bij het internationale vervoer te kennen heeft gegeven ;

Overwegende dat op communautair niveau maatregelen moeten worden genomen om de spoorwegen in staat te stellen een grotere rol te spelen bij het internationale reizigersvervoer ;

Overwegende dat het voor het bereiken van dit doel nodig is dat de Lid-Staten zich beijveren alle belemmeringen voor een toereikende beheersautonomie van de spoorwegondernemingen op te heffen , ten einde hen in staat te stellen hun gemeenschappelijke inspanningen te concentreren op de verbetering van het dienstverleningsaanbod bij het internationale reizigersvervoer met als doel de financiele resultaten te optimaliseren ;

Overwegende dat een dergelijke samenwerking bij het commerciele beheer van deze tak van vervoer , rekening houdend met de gemeenschappelijke belangen , met name inhoudt dat er een flexibel , dynamisch en aantrekkelijk prijsbeleid wordt gevoerd , dat een weerspiegeling vormt van de bijzondere structuur van de betrokken internationale markten .

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

Artikel 1

1 . De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat deze beschikking wordt toegepast op de volgende spoorwegondernemingen :

- Nationale maatschappij der Belgische Spoorwegen ( NMBS )/Société nationale des chemins de fer belges ( SNCB ) ,

- Danske Statsbaner ( DSB ) ,

- Deutsche Bundesbahn ( DB ) ,

!***

- Société nationale des chemins de fer français ( SNCF ) ,

- Coras lompair Eireann ( CIE ) ,

- Azienda autonoma delle ferrovie dello Stato ( FS ) ,

- Société nationale des chemins de fer luxembourgeois ( CFL ) ,

- Naamloze Vennootschap Nederlandse Spoorwegen ( NS ) ,

- British Railways Board ( BRB ) ,

- Northern Ireland Railways Company Ltd ( NIR ) .

2 . Wat de Société nationale des chemins de fer luxembourgeois ( CFL ) betreft , gaan Belgié en Frankrijk met Luxemburg over tot de nodige wijzigingen in de organieke teksten om de toepassing van deze beschikking mogelijk te maken .

Artikel 2

Overeenkomstig deze beschikking genieten de spoorwegondernemingen bij het beheer van het internationale reizigers - en bagagevervoer commerciele autonomie .

Deze autonomie dient met name voor een nauwere samenwerking met het oog op het verwezenlijken van gemeenschappelijke doelstellingen en laat de openbare dienstverplichtingen onverlet .

Artikel 3

De spoorwegondernemingen beschikken over de vrijheid om :

- tarieven vast te stellen met gemeenschappelijke prijstabellen die van het begin - tot het eindpunt berekende prijze behelzen , waarbij de in deze tarieven vervatte prijzen onafhankelijk mogen zijn van de prijzen die worden verkregen door optelling van de prijzen van de nationale tarieven ;

- elk voor zich of in samenwerking met andere vervoersondernemingen of ondernemingen van de toeristenindustrie dienstenpaketten aan te bieden tegen allesomvattende , forfaitaire prijzen ;

- opbrengsten in het kader van belangengemeenschappen te poolen ;

- onderling hun bevoegdheden te delegeren met het oog op gemeenschappelijke aanbiedingen aan de cliëntèle .

Artikel 4

1 . In het kader van de geldende communautaire bepalingen en met name artikel 9 , lid 1 , van Beschikking 75/327/EEG ( 4 ) stellen de spoorwegondernemingen overeenkomstig hun commerciële belangen de prijzen en voorwaarden voor het internationale reizigers - en bagagevervoer tussen de Lid-Staten vast , daarbij rekening houdend met de kostprijs en de marktsituatie .

2 . Ten einde bij te dragen tot het bereiken van de bij Beschikking 75/327/EEG beoogde doeleinden , passen de spoorwegondernemingen in het internationale reizigers - en bagageverkeer tussen de Lid-Staten prijzen toe die ten minste ten doel hebben :

- de lasten te dekken die rechtstreeks kunnen worden toegerekend aan het onder de onderhavige beschikking vallende vervoer , en

- bij te dragen tot het dekken van de gemeenschappelijke lasten .

3 . De in het kader van deze beschikking genomen maatregelen moeten ten doel hebben optimale ontvangsten te verwezenlijken en de financiële situatie van de spoorwegen te verbeteren .

Artikel 5

De spoorwegondernemingen leggen de Commissie en de Raad uiterlijk op 31 december 1984 een gezamenlijk verslag voor inzake de wenselijkheid om voor het internationale reizigersvervoer een gemeenschappelijke organisatie op te richten , om commerciële acties te kunnen uitvoeren .

Artikel 6

1 . De Lid-Staten stellen voor 1 juli 1984 , na raadpleging van de Commissie , de nodige bepalingen vast om deze beschikking uit te voeren .

2 . De Commissie pleegt , op verzoek van een Lid-Staat of als zij het zelf wenselijk acht , overleg met de betrokken Lid-Staten over de ontwerpen van de in lid 1 bedoelde bepalingen .

Artikel 7

Na verloop van een periode van vijf jaar , te rekenen vanaf de inwerkingtreding van deze beschikking , brengt de Commissie aan de Raad verslag uit over de toepassing daarvan .

In het licht van dit verslag beziet de Raad de situatie opnieuw en neemt hij , met gekwalificeerde meerderheid van stemmen en op voorstel van de Commissie , een passend besluit .

Artikel 8

Deze beschikking is gericht tot de Lid-Staten en tot de in artikel 1 genoemde spoorwegondernemingen .

Gedaan te Brussel , 25 juli 1983 .

Voor de Raad

De Voorzitter

C . SIMITIS

( 1 ) PB nr . C 23 van 28 . 1 . 1983 , blz . 12 .

( 2 ) PB nr . C 161 van 20 . 6 . 1983 , blz . 172 .

( 3 ) PB nr . C 211 van 8 . 8 . 1983 , blz . 7 .

( 4 ) PB nr . L 152 van 12 . 6 . 1975 , blz . 3 .

Top