EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31982L0625

Richtlijn 82/625/EEG van de Commissie van 1 juli 1982 houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 77/313/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water

PB L 252 van 27.8.1982, p. 10–29 (DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/10/2006

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1982/625/oj

31982L0625

Richtlijn 82/625/EEG van de Commissie van 1 juli 1982 houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 77/313/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water

Publicatieblad Nr. L 252 van 27/08/1982 blz. 0010 - 0029
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 13 Deel 12 blz. 0112
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 13 Deel 12 blz. 0258
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 13 Deel 12 blz. 0112
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 13 Deel 12 blz. 0258


++++

RICHTLIJN VAN DE COMMISSIE

van 1 juli 1982

houdende aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 77/313/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten inzake meetinstallaties voor andere vloeistoffen dan water

( 82/625/EEG )

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap ,

Gelet op Richtlijn 71/316/EEG van de Raad van 26 juli 1971 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lid-Staten betreffende voor meetmiddelen en metrologische controlemethoden geldende algemene bepalingen ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij de Akte van Toetreding van Griekenland , inzonderheid op artikel 17 ,

Overwegende dat Richtlijn 77/313/EEG ( 2 ) , gezien de technische ontwikkeling ter zake , dient te worden gewijzigd ;

Overwegende dat de in deze richtlijn vervatte maatregelen in overeenstemming zijn met het advies van het Comité voor de aanpassing aan de vooruitgang der techniek van de richtlijnen tot opheffing van technische handelsbelemmeringen in de sector der meetmiddelen ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De bijlage van Richtlijn 77/313/EEG wordt als volgt gewijzigd :

1 . Punt 2.2.6.2.3 wordt als volgt gelezen :

" 2.2.6.2.3 . De compartimenten van de tank moeten van een wervelingsbreker zijn voorzien , behalve indien de meetinstallatie een luchtafscheider bevat die voldoet aan de bepalingen van punt 1.6.2.1.4 . " .

2 . Het volgende punt wordt toegevoegd na punt 3.1.2.4.2 :

" 3.1.3 . Voor meetinstallaties als bedoeld in de punten 2.2 en 2.4 mag de EEG-modelgoedkeuring worden verleend aan de hand van tekeningen en schema's , op voorwaarde dat wordt voldaan aan de voorschriften van punt 4 . " .

3 . Een punt 4 , dat in de bijlage bij deze richtlijn is opgenomen , wordt toegevoegd .

Artikel 2

De Lid-Staten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om op 1 mei 1983 aan deze richtlijn te voldoen .

Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 3

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 1 juli 1982 .

Voor de Commissie

Karl-Heinz NARJES

Lid van de Commissie

( 1 ) PB nr . L 202 van 6 . 9 . 1971 , blz . 1 .

( 2 ) PB nr . L 105 van 28 . 4 . 1977 , blz . 18 .

BIJLAGE

4 . SCHEMA'S VAN MEETINSTALLATIES OP TANKWAGENS

4.1 . Algemene bepalingen

Voor de in de punten 2.2 en 2.4 bedoelde meetinstallaties die op tankwagens zijn gemonteerd , kan een EEG-modelgoedkeuring worden verleend die uitsluitend is gebaseerd op de overgelegde documenten , indien zij in overeenstemming zijn met een van de schema's van punt 4.2 en indien zij aan onderstaande voorschriften voldoen :

4.1.1 . De opschriften bedoeld in punt 1.16 moeten worden aangevuld met de aanduiding van het toegepaste schema .

4.1.2 . Voor de samenstellende delen van de meetinstallatie moet een EEG-modelgoedkeuring zijn verleend indien deze modelgoedkeuring is voorzien in Richtlijn 71/319/EEG van 26 juli 1971 inzake vloeistofmeters , watermeters uitgezonderd , of in Richtlijn 71/348/EEG van 12 oktober 1971 inzake hulpinrichtingen voor vloeistofmeters , watermeters uitgezonderd , of in de onderhavige richtlijn .

4.1.3 . Indien de tank uit meer compartimenten bestaat mogen de afvoerleidingen van de compartimenten hetzij afzonderlijk met een meetinstallatie zijn verbonden , hetzij door middel van een verzamelleiding , tenzij in het desbetreffende schema anders is bepaald . In alle gevallen blijven de bepalingen van punt 2.2.1 , tweede alinea , van toepassing . Indien een meetinstallatie door middel van een verzamelleiding met meer compartimenten is verbonden , moet er een voorziening aanwezig zijn die de gelijktijdige verbinding van verschillende compartimenten met de meetinstallatie verhindert . Dit voorschrift is echter niet van toepassing indien de meetinstallatie een luchtafscheider bevat die voldoet aan de bepalingen van punt 1.6.2.1.4 .

4.1.4 . Indien een tankwagen van twee meetinstallaties is voorzien en indien deze naar keuze kunnen worden verbonden met een of meer compartimenten , moeten de leidingen en afsluiters zodanig zijn aangebracht dat het onmogelijk is de twee meetinstallaties gelijktijdig met een zelfde compartiment te verbinden . Voorts moeten de verbindingsleidingen tussen de compartimenten en meetinstallaties duidelijk zijn gekenmerkt , zodat wordt voorkomen dat abusievelijk een compartiment wordt verbonden met een meetinstallatie die niet voor meting van het in dat compartiment aanwezige produkt is bestemd .

4.1.5 . Indien een wervelingsbreker is voorgeschreven mag deze worden gecombineerd met de bodemklep van het compartiment .

4.1.6 . De leidingen , afsluiters en kranen die zich tussen de compartimenten en meetinstallaties bevinden , moeten zodanig zijn aangebracht dat het onmogelijk is een meetinstallatie te verbinden met een niet tot de tankwagen behorend reservoir .

4.1.7 . De filter die gewoonlijk onmiddellijk voor de meter of voor de ontluchtingsinrichting is geplaatst , mag met deze inrichting worden gecombineerd .

4.1.8 . Indien er voorzieningen aanwezig zijn voor aflevering buiten de meter om , moeten deze kunnen worden verzegeld met het oog op een eventuele toepassing van nationale voorschriften .

4.1.9 . Bij meetinstallaties met tweewegkranen moeten deze kranen zodanig zijn geconstrueerd dat een gelijktijdige doorstroming door de drie openingen onmogelijk is .

4.2 . Schema's

Schema S 1 : zie P.b .

Schema S 2 : zie P.b .

Schema S 3 : zie P.b .

Schema S 4 : zie P.b .

Schema S 5 : zie P.b .

Schema S 6 : zie P.b .

Schema S 7 : zie P.b .

Schema S 8 : zie P.b .

Schema S 9 : zie P.b .

Top