EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31979R1269

Verordening (EEG) nr. 1269/79 van de Raad van 25 juni 1979 inzake de afzet tegen verlaagde prijs van boter bestemd voor rechtstreekse consumptie

PB L 161 van 29.6.1979, p. 8–9 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/1985

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1979/1269/oj

31979R1269

Verordening (EEG) nr. 1269/79 van de Raad van 25 juni 1979 inzake de afzet tegen verlaagde prijs van boter bestemd voor rechtstreekse consumptie

Publicatieblad Nr. L 161 van 29/06/1979 blz. 0008 - 0009


++++

VERORDENING ( EEG ) Nr . 1269/79 VAN DE RAAD

van 25 juni 1979

inzake de afzet tegen verlaagde prijs van boter bestemd voor rechtstreekse consumptie

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 43 ,

Gelet op Verordening ( EEG ) nr . 804/68 van de Raad van 27 juni 1968 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelprodukten ( 1 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1761/78 ( 2 ) , inzonderheid op artikel 12 , lid 2 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 3 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 4 ) ,

Overwegende dat op de botermarkt aanzienlijke hoeveelheden beschikbaar zijn en dat het boterverbruik bijgevolg met alle passende middelen moet worden gestimuleerd ;

Overwegende dat de verlaging van de prijzen voor de eindverbruiker een passend middel is om dit doel te bereiken ; dat Verordening ( EEG ) nr . 880/77 ( 5 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1040/78 ( 6 ) , daartoe de Lid-Staten machtigt om steun toe te kennen ten einde de boterprijs voor de particuliere eindverbruiker te verlagen , welke steun , in afwijking van de regeling als bedoeld in artikel 3 van Verordening ( EEG ) nr . 729/70 van de Raad van 21 april 1970 betreffende de financiering van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ( 7 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2788/72 ( 8 ) , in beginsel slechts gedeeltelijk wordt gefinancierd door de Gemeenschap ; dat voorts , krachtens artikel 7 bis van Verordening ( EEG ) nr . 985/68 van de Raad van 15 juli 1968 houdende vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de interventiemaatregelen op de markt voor boter en room ( 9 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 2714/72 ( 10 ) , de Commissie herhaaldelijk ad hocmaatregelen heeft vastgesteld betreffende de afzet tegen verlaagde prijs van bepaalde hoeveelheden boter uit openbare opslag of uit particuliere opslag onder contract ; dat voor de toepassing van deze ad hoc-maatregelen bepaalde Lid-Staten gebruik hebben moeten maken van boter die op de markt aanwezig was , gezien de specifieke situaties van hun markten ;

Overwegende dat het in het belang van een grotere doeltreffendheid en doorzichtigheid van deze maatregelen nodig is de wijze van communautaire financiering ervan te herzien en hen in één enkele tekst vast te stellen ; dat het , gezien de uiteenlopende consumptiegewoonten in de verschillende regio's van de Gemeenschap en wegens de verschillende mogelijkheden van de onderscheiden Lid-Staten ten aanzien van de nationale bijdrage tot de financiering van de steun , passend blijkt aan de Lid-Staten de keuze te laten voor toepassing van hetzij een algemene steunregeling zoals tot dusser voorzien in Verordening ( EEG ) nr . 880/77 , met een gedeeltelijke financiering door de Lid-Staat , met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk dat , gezien de bijzondere situatie van zijn markt , in aanmerking moet komen voor een regeling met een steunbedrag dat voor 100 % door de Gemeenschap wordt gefinancierd , hetzij een regeling waarbij tegen sterk verlaagde prijs beperkte hoeveelheden boter uitsluitend gedurende een bepaalde periode van het jaar kunnen worden afgezet ;

Overwegende dat de details van deze verschillende formules dusdanig moeten worden vastgesteld dat de verbruikers in de gehele Gemeenschap voor een vergelijkbare verlaging van de boterprijs in aanmerking komen , ongeacht de door de betrokken Lid-Staat gekozen regeling ; dat iedere Lid-Staat zich bij zijn keuze moet laten leiden door het streven de rechtstreekse consumptie van boter zoveel mogelijk te doen toenemen ;

Overwegende dat het wegens de diversiteit van de regelingen die kunnen worden aangenomen en ten einde verstoringen van de verschillende markten te voorkomen , noodzakelijk is zeker te stellen dat de in een Lid-Staat gesubsidieerde boter in diezelfde Lid-Staat wordt verbruikt ,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

Artikel 1

In de zin van deze verordening wordt verstaan onder :

a ) boter voor rechtstreekse consumptie :

de door particuliere eindverbruikers in de detailhandel voor particulier verbruik gekochte boter , inclusief boter die in de detailhandel wordt gekocht door hotels , restaurants , ziekenhuizen , tehuizen , internaten , gevangenissen en soortgelijke instellingen ten behoeve van personen die in die instellingen worden gevoed , en met uitsluiting van boter gekocht voor verkoop aan het publiek in de vorm van andere produkten door banketbakkers , restaturants , enz . ;

b ) boter uit openbare opslag :

de boter die krachtens artikel 6 , lid 1 , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 door het interventiebureau is gekocht ;

c ) boter uit particuliere opslag :

boter waarvoor een particulier opslagcontract is gesloten krachtens artikel 6 , lid 2 , van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 en die nog niet is uitgeslagen ;

d ) marktboter :

andere boter dan die welke is genoemd sub b ) en c ) .

Artikel 2

1 . De Lid-Staten nemen naar keuze één van de volgende maatregelen ter verlaging van de prijs van boter voor rechtstreekse consumptie :

FORMULE A

Zij kennen voor marktboter een algemene steun toe waarvan de communautaire financiering beperkt blijft tot 75 % van de daadwerkelijk toegekende steun en niet hoger mag zijn dan 50 Ecu/100 kg boter .

FORMULE B

Voor nader te bepalen hoeveelheden en periodes van het jaar en met een communautaire financiering van 100 % :

- verkopen zij boter uit openbare opslag tegen een prijs gelijk aan de interventieprijs verminderd met 90 Ecu per 100 kg

en/of

- kennen zij steun toe van 90 Ecu per 100 kg voor boter uit particuliere opslag of marktboter .

2 . Het Verenigd Koninkrijk kent evenwel voor marktboter een algemene steun toe die niet meer bedraagt dan 45,94 Ecu/100 kg en die voor 100 % door de Gemeenschap wordt gefinancierd .

Artikel 3

1 . Iedere Lid-Staat maakt de in artikel 2 , lid 1 , bedoelde keuze ten einde de rechtstreekse consumptie van boter op zijn grondgebied zoveel mogelijk te doen toenemen , zulks in het licht van de resultaten die in het verleden zijn verkregen bij de toepassing van soortgelijke maatregelen en met inachtneming van zijn mogelijkheden inzake de nationale bijdrage tot de steun volgens formule A .

2 . De Lid-Staten nemen alle dienstige maatregelen om ervoor te zorgen dat

a ) de betrokken boter slechts voor rechtstreekse consumptie wordt gekocht en in de eindverkoopprijs ervan de krachtens deze verordening toegekende steun of prijsverlaging tot uiting komt ,

b ) de boter verbruikt wordt in de Lid-Staat waar de steun of de verlaging wordt toegekend .

3 . De communautaire financiering van de steun als bedoeld in deze verordening wordt beperkt tot boter van communautaire oorsprong .

Artikel 4

De uitvoeringsbepalingen van deze verordening worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 30 van Verordening ( EEG ) nr . 804/68 .

Zij omvatten met name de voorwaarden bedoeld in artikel 2 , lid 1 , met betrekking tot formule B .

Artikel 5

Verordening ( EEG ) nr . 880/77 wordt ingetrokken .

Artikel 6

Deze verordening treedt in werking op 2 juli 1979 .

Zij is van toepassing tot aan het einde van het melkprijsjaar 1979/1980 .

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

Gedaan te Luxemburg , 25 juni 1979 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . LE THEULE

( 1 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 13 .

( 2 ) PB nr . L 204 van 28 . 7 . 1978 , blz . 6 .

( 3 ) PB nr . C 93 van 9 . 4 . 1979 , blz . 49 .

( 4 ) Advies uitgebracht op 4 en 5 april 1979 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .

( 5 ) PB nr . L 106 van 29 . 4 . 1977 , blz . 31 .

( 6 ) PB nr . L 134 van 22 . 5 . 1978 , blz . 7 .

( 7 ) PB nr . L 94 van 28 . 4 . 1970 , blz . 13 .

( 8 ) PB nr . L 295 van 30 . 12 . 1972 , blz . 1 .

( 9 ) PB nr . L 169 van 18 . 7 . 1968 , blz . 1 .

( 10 ) PB nr . L 291 van 28 . 12 . 1972 , blz . 15 .

Top