Wybierz funkcje eksperymentalne, które chcesz wypróbować

Ten dokument pochodzi ze strony internetowej EUR-Lex

Dokument 31976R1508

    Verordening (EEG) nr. 1508/76 van de Raad van 24 juni 1976 betreffende de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

    PB L 169 van 28.6.1976, str. 9—10 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV)

    Status prawny dokumentu Już nie obowiązuje, Data zakończenia ważności: 30/06/1997; opgeheven door 31997R2004

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1976/1508/oj

    31976R1508

    Verordening (EEG) nr. 1508/76 van de Raad van 24 juni 1976 betreffende de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

    Publicatieblad Nr. L 169 van 28/06/1976 blz. 0009 - 0010
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0146
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 15 blz. 0175
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 7 blz. 0146
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0156
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 10 blz. 0156


    ++++

    VERORDENING ( EEG ) Nr . 1508/76 VAN DE RAAD

    van 24 juni 1976

    betreffende de invoer van olijfolie van oorsprong uit Tunesië

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 113 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Overwegende dat de Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië , alsmede de Interimovereenkomst ( 2 ) die ten doel heeft sommige bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst betreffende het goederenverkeer vervroegd in werking te stellen , op 25 april 1976 zijn ondertekend ;

    Overwegende dat in de artikelen 16 en 17 , alsmede in bijlage B bij de Samenwerkingsovereenkomst , en in de artikelen 9 en 10 , alsmede in bijlage B bij de Interimovereenkomst een bijzondere regeling is ingesteld voor de invoer van geheel en al in Tunesië verkregen en rechtstreeks van dat land naar de Gemeenschap vervoerde olijfolie van onderverdeling 15.07 A van het gemeenschappelijk douanetarief ; dat voor de tenuitvoerlegging van deze regeling uitvoeringsvoorschriften moeten worden vastgesteld , met name voor olie van onderverdeling 15.07 A II ;

    Overwegende dat voor olie van onderverdeling 15.07 A II bij deze bijzondere regeling is bepaald dat , mits Tunesië een bijzondere uitvoerheffing toepast , de heffing die van toepassing is op deze olie wordt verminderd met een forfaitair bedrag van 0,50 rekeneenheid per 100 kilogram en met een bedrag gelijk aan de bijzondere uitvoerheffing , met een maximum van :

    - 10 rekeneenheden per 100 kilogram uit hoofde van de vermindering bedoeld in artikel 16 , lid 1 , sub b ) , van de Samenwerkingsovereenkomst of in artikel 9 , lid 1 , sub b ) , van de Interimovereenkomst ;

    - 10 rekeneenheden per 100 kilogram uit hoofde van het aanvullende bedrag bedoeld in bijlage B bij de Samenwerkingsovereenkomst of bij de Interimovereenkomst ;

    Overwegende dat overeenkomstig de bepalingen van de Samenwerkingsovereenkomst en van de Interimovereenkomst moet worden voorgeschreven dat de bijzondere uitvoerheffing bij invoer van de olijfolie in de Gemeenschap wordt doorberekend in de invoerprijs ; dat om de juiste toepassing van deze regeling te waarborgen de nodige maatregelen moeten worden getroffen opdat de bijzondere uitvoerheffing uiterlijk bij de invoer van de olie wordt voldaan ,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Indien Tunesië de bijzondere uitvoerheffing toepast op olijfolie , andere dan die welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest , van onderverdeling 15.07 A II van het gemeenschappelijk douanetarief , geheel en al in Tunesië verkregen en rechtstreeks van dat land naar de Gemeenschap vervoerd , is de heffing die van toepassing is bij invoer in de Gemeenschap van deze olie gelijk aan de heffing berekend overeenkomstig artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG van de Raad van 22 september 1966 houdende de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector oliën en vetten ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Verordening ( EEG ) nr . 1707/73 ( 4 ) , verminderd met :

    a ) 0,50 rekeneenheid per 100 kilogram ,

    b ) een bedrag gelijk aan de door Tunesië op deze olie toegepaste bijzondere uitvoerheffing , met een maximum van 10 rekeneenheden per 100 kilogram , welk bedrag tot en met 31 oktober 1977 wordt verhoogd met 10 rekeneenheden per 100 kilogram .

    Artikel 2

    De in artikel 1 bedoelde regeling geldt voor alle invoer waarvoor de importeur bij invoer van de olijfolie het bewijs levert dat de in dat artikel bedoelde bijzondere uitvoerheffing is doorberekend in de invoerprijs .

    Artikel 3

    Indien Tunesië de bijzondere uitvoerheffing niet toepast , is de heffing die wordt toegepast bij invoer in de Gemeenschap van de in artikel 1 bedoelde olijfolie gelijk aan de heffing berekend overeenkomstig artikel 13 van Verordening nr . 136/66/EEG , verminderd met 0,50 rekeneenheid per 100 kilogram .

    Artikel 4

    Onverminderd de toepassing van het variabele element van de overeenkomstig artikel 14 van Verordening nr . 136/66/EEG vastgestelde heffing , wordt bij invoer in de Gemeenschap van olijfolie welke aan een raffinageproces onderworpen is geweest , van onderverdeling 15.07 A I van het gemeenschappelijk douanetarief , geheel en al verkregen in Tunesië en rechtstreeks uit dat land naar de Gemeenschap vervoerd , het vaste element van voornoemde heffing niet geïnd .

    Artikel 5

    De in artikel 4 bedoelde heffing wordt door de Commissie vastgesteld .

    Artikel 6

    De uitvoeringsbepalingen betreffende deze verordening , met name betreffende artikel 2 , worden vastgesteld volgens de procedures van artikel 38 van Verordening nr . 136/66/EEG .

    Artikel 7

    Verordening ( EEG ) nr . 1912/74 van de Raad van 22 juli 1974 betreffende de invoer van olijfolie uit Tunesië ( 5 ) wordt ingetrokken .

    Artikel 8

    De bij deze verordening bepaalde regeling is van toepassing vanaf de inwerkingtreding van de Interimovereenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Republiek Tunesië .

    Artikel 9

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke Lid-Staat .

    Gedaan te Brussel , 24 juni 1976 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G . THORN

    ( 1 ) Advies uitgebracht op 18 juni 1976 ( nog niet verschenen in het Publikatieblad ) .

    ( 2 ) PB nr . 141 van 28 . 5 . 1976 , blz . 195 .

    ( 3 ) PB nr . 172 van 30 . 9 . 1966 , blz . 3025/66 .

    ( 4 ) PB nr . L 175 van 29 . 6 . 1973 , blz . 5 .

    ( 5 ) PB nr . L 202 van 24 . 7 . 1974 , blz . 6 .

    Góra