Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31975L0431

    Richtlijn 75/431/EEG van de Raad van 10 juli 1975 houdende wijziging van de Richtlijn nr. 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelverkeer in vers vlees van pluimvee

    PB L 192 van 24.7.1975, p. 6–26 (DA, DE, EN, FR, IT, NL)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/12/2005; stilzwijgende opheffing door 32004L0041

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1975/431/oj

    31975L0431

    Richtlijn 75/431/EEG van de Raad van 10 juli 1975 houdende wijziging van de Richtlijn nr. 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelverkeer in vers vlees van pluimvee

    Publicatieblad Nr. L 192 van 24/07/1975 blz. 0006 - 0026
    Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0094
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 13 blz. 0036
    Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 6 blz. 0094
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 8 blz. 0177
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 8 blz. 0177


    ++++

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 10 juli 1975

    houdende wijziging van de Richtlijn nr . 71/118/EEG inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee

    ( 75/431/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

    Overwegende dat de tenuitvoerlegging van de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector vlees van pluimvee niet de verwachte uitwerking zal hebben , zolang het handelsverkeer wordt belemmerd door de in de Lid-Staten bestaande ongelijkheid op het gebied van de gezondheidsvoorschriften in deze sector ; dat deze ongelijkheid niet volledig wordt weggenomen door de Richtlijn nr . 71/118/EEG van de Raad van 15 februari 1971 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee ( 3 ) , laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn nr . 74/387/EEG ( 4 ) , waarin geen bepalingen zijn opgenomen betreffende uitsnijderijen ; dat het noodzakelijk is de normen inzake hygiëne en controle welke in deze uitsnijderijen moeten gelden te uniformeren ;

    Overwegende dat het , zoals voor slachthuizen reeds is geschied , wenselijk is het aan de Lid-Staten over te laten de uitsnijderijen te erkennen en toe te zien op de naleving van de voor die erkenning gestelde voorwaarden ;

    Overwegende dat het , gezien de huidige situatie op het gebied van de produktiemodaliteiten voor bepaalde soorten vlees van pluimvee en om sommige bestaande inrichtingen de gelegenheid te geven zich aan te passen aan de voorschriften van deze richtlijn , noodzakelijk is de Lid-Staten te machtigen aanvullende termijnen toe te kennen gedurende welke deze modaliteiten , inzonderheid die betreffende het verwijderen van de ingewanden , kunnen worden gehandhaafd , en deze aanpassingen kunnen worden verwezenlijkt ; dat het voorts , daar de toepassing van sommige bepalingen aanzienlijke structurele of administratieve aanpassingen met zich brengt , wenselijk is de Lid-Staten de mogelijkheid van afwijkingen toe te kennen ;

    Overwegende dat door de tenuitvoerlegging van de voorschriften die voortvloeien uit de Richtlijn nr . 71/118/EEG nodig is gebleken sommige bepalingen van deze richtlijn op grond van de opgedane ervaring te wijzigen ;

    Overwegende dat het ter verwezenlijking van aanvullende studies betreffende de koelprocédés voor vlees van pluimvee noodzakelijk is de datum uit te stellen met ingang waarvan het gebruik van het " Spinchiller " koelprocédé wordt verboden ;

    Overwegende dat het nuttig is dat gebruik kan worden gemaakt van een snelle en doelmatige procedure ten einde in sommige bepalingen technische wijzigingen aan te brengen of uitvoeringsnormen op te stellen ;

    Overwegende dat het gewenst is een communautaire controle in te stellen om na te gaan of de voorgeschreven normen in alle Lid-Staten uniform worden toegepast ; dat het wenselijk is te bepalen dat de modaliteiten voor deze controles volgens een communautaire procedure in het Permanent Veterinair Comité worden aangegeven ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    De Richtlijn nr . 71/118/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de volgende artikelen :

    Artikel 2

    Artikel 2 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 2

    In deze richtlijn wordt verstaan onder :

    a ) geslacht dier : het gehele lichaam van een slachtdier na uitbloeden , plukken , ontdarmen en verwijderen van de ingewanden ; het wegnemen van de nieren en het afsnijden van de poten ter hoogte van het tarsaalgewicht en van de kop zijn evenwel facultatief ;

    b ) delen van een geslacht dier : de delen van een geslacht dier als omschreven onder a ) ;

    c ) slachtafvallen : vers vlees dat niet behoort tot het geslachte dier als omschreven onder a ) , ook indien het op natuurlijke wijze aan het geslachte dier is bevestigd , alsmede de kop en de poten , wanneer deze los worden aangeboden ;

    d ) ingewanden : de slachtafvallen die zich in de borst - , buik - of bekkenholte bevinden , met inbegrip van de luchtpijp , de slokdarm en eventueel de krop ;

    e ) keuring voor het slachten : keuring van het levende pluimvee overeenkomstig hoofdstuk IV van bijlage I ;

    f ) keuring na het slachten : keuring van het geslachte pluimvee in het slachthuis onmiddellijk na het slachten , overeenkomstig hoofdstuk VI van bijlage I ;

    g ) officiële dierenarts : de door de bevoegde centrale autoriteit van de Lid-Staat aangewezen dierenarts ;

    h ) assistent : vakman die door de bevoegde centrale autoriteit van de Lid-Staat officieel is aangewezen om de officiële dierenarts bij te staan ;

    i ) land van verzending : de Lid-Staat waaruit vers vlees van pluimvee naar een andere Lid-Staat wordt verzonden ;

    j ) land van bestemming : de Lid-Staat waarheen vers vlees van pluimvee uit een andere Lid-Staat wordt verzonden ;

    k ) partij : hoeveelheid vlees waarvoor een zelfde certificaat geldt ;

    l ) inrichting : overeenkomstig artikel 5 erkend slachthuis of erkende uitsnijderij . "

    Artikel 3

    Artikel 3 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 3

    1 . Iedere Lid-Staat draagt er zorg voor dat tot het handelsverkeer slechts vers vlees van pluimvee wordt toegelaten dat , onverminderd het bepaalde in de artikelen 11 , 15 , 15 bis en 16 , voldoet aan de volgende voorwaarden :

    A . Indien het geslachte dieren of slachtafvallen betreft , moeten deze :

    a ) afkomstig zijn van dieren die in een overeenkomstig artikel 5 , lid 1 , erkend en onder toezicht staand slachthuis zijn geslacht ;

    b ) afkomstig zijn van dieren die voor het slachten door een officiële dierenarts of door assistenten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zijn goedgekeurd en op grond van deze keuring geschikt zijn bevonden om te worden geslacht voor het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee ;

    c ) overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk V van bijlage I op voldoende hygiënische wijze zijn behandeld ;

    d ) na het slachten door een officiële dierenarts of door assistenten overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zijn gekeurd en daarbij , overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk VII van bijlage I , geschikt zijn bevonden voor menselijke consumptie ;

    e ) overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk X van bijlage I als geschikt voor het gebruik zijn gemerkt ; zo nodig kan besloten worden de bepalingen van dit hoofdstuk te wijzigen of aan te vullen overeenkomstig de procedure van artikel 12 bis , met name ten einde rekening te houden met de verschillende wijzen waarop het artikel in de handel wordt aangeboden , op voorwaarde dat deze in overeenstemming zijn met de voorschriften op het gebied van de hygiëne ; in het bijzonder worden , in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk X , volgens deze procedure - en voor de eerste maal voor 1 juli 1976 - de voorwaarden vastgesteld waaronder het in de handel brengen in grote verpakkingen van geslachte dieren , delen van geslachte dieren of slachtafvallen die niet overeenkomstig punt 44.3 . a ) van hoofdstuk X zijn gemerkt , kan worden toegestaan ;

    f ) overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XII van bijlage I na de keuring na het slachten op voldoende hygiënische wijze zijn opgeslagen in koel - en vrieshuizen of koel - en vriesentrepots als bedoeld in artikel 5 ter ;

    g ) overeenkomstig hoofdstuk XIII van bijlage I behoorlijk worden verpakt ; wanneer een beschermend omhulsel wordt gebruikt , moet dit in overeenstemming zijn met de voorschriften van dat hoofdstuk .

    Zo nodig kan besloten worden de bepalingen van dit hoofdstuk te wijzigen of aan te vullen overeenkomstig de procedure van artikel 12 bis , met name ten einde rekening te houden met de verschillende wijzen waarop het artikel in de handel wordt aangeboden , op voorwaarde dat deze in overeenstemming zijn met de voorschriften op het gebied van de hygiëne ; de bepalingen inzake de mate van doorzichtigheid en kleuring van de beschermende omhulsels welke in het kader van deze procedure zijn vastgesteld , mogen evenwel niet tot gevolg hebben dat merken of schriftelijke inlichtingen welke door de communautaire voorschriften zijn vereist of toegestaan niet meer op deze omhulsels kunnen voorkomen ;

    h ) overeenkomstig hoofdstuk XIV van bijlage I worden vervoerd .

    B . Indien het delen van een geslacht dier of uitgebeend vlees betreft , moeten deze :

    a ) zijn uitgesneden in een overeenkomstig artikel 5 , lid 1 , erkende en onder toezicht staande uitsnijderij ;

    b ) zijn uitgesneden en behandeld onder naleving van de voorschriften van hoofdstuk VIII van bijlage I , en afkomstig zijn van :

    - hetzij vers vlees van in de Lid-Staten geslachte dieren , dat voldoet aan de voorschriften van deze richtlijn ,

    - hetzij vers vlees dat is aangevoerd uit een andere Lid-Staat en dat voldoet aan de voorschriften van deze richtlijn ,

    - hetzij vers vlees dat uit derde landen is ingevoerd overeenkomstig de communautaire bepalingen betreffende de invoer van vers vlees van pluimvee uit derde landen ;

    c ) zijn opgeslagen overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk XII van bijlage I ;

    d ) overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk IX van bijlage I door een officiële dierenarts zijn gecontroleerd ;

    e ) voldoen aan de eisen , vermeld in punt A , sub c ) , e ) , g ) en h ) .

    2 . Indien de uitsnijderijen ander vers vlees gebruiken dan vlees van pluimvee moet dit voldoen aan de communautaire normen ter zake .

    3 . Tot het handelsverkeer mag niet worden toegelaten :

    a ) vers vlees van pluimwee dat is behandeld met zuurstofwater of met andere stoffen met ontkleurende werking , dan wel met natuurlijke of kunstmatige kleurstoffen ;

    b ) vers vlees van pluimvee dat is behandeld met antibiotica , conserveermiddelen of tenderizers .

    4 . Indien de Lid-Staat van bestemming zulks toestaat , gelden de in lid 1 , punten A en B , bedoelde voorwaarden evenwel niet voor vlees dat niet bestemd is voor menselijke consumptie ; in dat geval neemt de Lid-Staat van bestemming alle dienstige maatregelen om te voorkomen dat het vlees kan worden gebruikt voor andere doeleinden dan waarvoor het bestemd is .

    5 . Het bepaalde in lid 1 , punt A , is niet van toepassing op vers vlees van pluimvee dat in afzonderlijke gevallen door de producent rechtstreeks en niet via venthandel , door verzending of verkoop op markten , aan de uiteindelijke verbruiker wordt geleverd voor diens eigen gebruik .

    De Lid-Staten kunnen evenwel in afwijking van de voorgaande alinea tot 15 augustus 1981 landbouwers die kleine pluimveeproducenten zijn , machtigen vers vlees van pluimvee in kleine hoeveelheden :

    - of wel rechtstreeks aan de uiteindelijke verbruikers te leveren op de het dichtst bij hun bedrijf gelegen weekmarkten

    - of wel aan een kleinhandelaar te leveren voor rechtstreekse verkoop aan de uiteindelijke verbruiker , op voorwaarde dat deze kleinhandelaar zijn werkzaamheden in dezelfde plaats uitoefent als de producent of in een aangrenzende plaats .

    Venthandel , verkoop door middel van verzending en , wat de kleinhandelaar betreft , verkoop op markten zijn van die afwijking uitgesloten . De Lid-Staten nemen de nodige maatregelen om voor de controle op de hygiëne van deze verrichtingen te zorgen .

    6 . De in lid 1 , punt A , sub f ) , en punt B , sub c ) , vermelde opslagvoorwaarden zijn niet van toepassing op opslagverrichtingen die plaatsvinden in de ruimten waarin de geslachte dieren en het uitgesneden of uitgebeende vlees van pluimvee rechtstreeks ter beschikking van de uiteindelijke verbruiker worden gesteld , of in de bijruimten daarvan .

    De in lid 1 , punt A , sub g ) , vermelde verpakkingsvoorwaarden zijn niet van toepassing op niet afzonderlijk verpakte geslachte dieren die worden binnengebracht in de vorenbedoelde ruimten of bijruimten daarvan , indien de verpakking er plaatsvindt met het oog op de rechtstreekse terbeschikkingstelling aan de uiteindelijke verbruiker .

    7 . De in lid 1 , punt B , vastgestelde voorwaarden zijn niet van toepassing op al dan niet verpakt vers vlees van pluimvee , wanneer het uitsnijden of uitbenen plaatsvindt in de verkoop - of verbruikersruimten , of in een aangrenzende ruimte , met het oog op de rechtstreekse terbeschikkingstelling aan de uiteindelijke verbruiker , anders dan door venthandel , verkoop door middel van verzending of op markten . "

    Artikel 4

    Artikel 4 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 4

    1 . Bij de keuring voor en na het slachten , bij de in hoofdstuk IX van bijlage I vastgestelde controle van uitgesneden vlees en bij de controle van de hygiënische voorwaarden waaraan de inrichtingen overeenkomstig het bepaalde in de hoofdstukken III en V van bijlage I moeten voldoen , kan de officiële dierenarts worden bijgestaan door assistenten die onder zijn toezicht en verantwoordelijkheid werken .

    2 . Als assistenten komen alleen in aanmerking personen die aan de in bijlage II gestelde eisen voldoen . Op voorstel van de Commissie stelt de Raad nader omschreven normen vast voor het opleidingsniveau van de assistenten , dat in bijlage II , nr . 1 b ) , d ) en nr . 4 , is omschreven .

    3 . De assistenten staan de officiële dierenarts slechts voor de volgende taken bij :

    - de controle op de toepassing van de in de hoofdstukken III en V van bijlage I opgenomen bepalingen van hygiënische aard ;

    - de vaststelling bij de keuring voor het slachten , dat de in bijlage I , hoofdstuk IV , nr . 16 , vermelde verschijnselen zich niet voordoen ;

    - de vaststelling bij de keuring na het slachten , dat de dieren niet in een van de in bijlage I , hoofdstuk VII , nr . 32 , vermelde gevallen verkeren ;

    - de in hoofdstuk IX van bijlage I vastgestelde controle van het uitgesneden vlees ;

    - de in hoofdstuk XIV , nr . 53 , vastgestelde controle van de voertuigen of vervoermiddelen alsmede van de omstandigheden waarin de verlading plaatsvindt . "

    Artikel 5

    Artikel 5 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 5

    1 . Alle erkende slachthuizen en uitsnijderijen worden vermeld op afzonderlijke lijsten , waarbij aan elk slachthuis en elke uitsnijderij een toelatingsnummer wordt toegekend . Iedere Lid-Staat doet de andere Lid-Staten en de Commissie de lijsten toekomen van de door hem erkende inrichtingen .

    De Commissie zorgt voor de bekendmaking van deze lijsten in het Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen .

    Een inrichting wordt door een Lid-Staat eerst erkend wanneer in elk afzonderlijk geval voor de naleving van deze richtlijn wordt ingestaan , met name voor wat betreft :

    a ) de slachthuizen : hoofdstuk I en hoofdstuk III van bijlage I ;

    b ) de uitsnijderijen : hoofdstuk II en hoofdstuk III van bijlage I .

    De Lid-Staat trekt de erkenning in indien niet meer wordt voldaan aan de eisen , bedoeld in de derde alinea . Indien een controle is verricht overeenkomstig artikel 5 bis , houdt de betrokken Lid-Staat rekening met de uitslag hiervan . De andere Lid-Staten alsmede de Commissie worden van de intrekking van de erkenning op de hoogte gesteld .

    2 . Het toezicht op de inrichtingen vindt plaats onder de verantwoordelijkheid van een officiële dierenarts . Deze kan zich bij de uitvoering van de zuiver technische taken doen bijstaan door speciaal hiertoe opgeleide assistenten .

    De voorwaarden betreffende deze bijstand worden vastgesteld volgens de procedure van artikel 12 bis .

    3 . Indien een Lid-Staat van mening is dat de voorwaarden inzake erkenning in een inrichting van een andere Lid-Staat niet of niet meer worden nageleefd , stelt hij de Commissie , alsmede de bevoegde centrale autoriteit van genoemde Lid-Staat daarvan in kennis .

    4 . De Commissie leidt onverwijld de procedure van artikel 5 bis in . Indien de conclusies van het onderzoek door deskundigen zulks rechtvaardigen , kunnen de Lid-Staten overeenkomstig de procedure van artikel 12 worden gemachtigd om de toelating op hun grondgebied van produkten die uit die inrichting afkomstig zijn , te verbieden .

    Krachtens de procedure van artikel 12 kan deze machtiging worden ingetrokken indien de conclusies van een nieuw onderzoek door deskundigen , verricht overeenkomstig artikel 5 bis , zulks rechtvaardigen . "

    Artikel 6

    De volgende artikelen worden ingevoegd :

    " Artikel 5 bis

    Veterinaire deskundigen van de Lid-Staten en van de Commissie voeren regelmatig ter plaatse controles uit om na te gaan of de erkende inrichtingen deze richtlijn en met name de hoofdstukken I , II en III van bijlage I , metterdaad naleven . Zij zenden de Commissie een verslag over de uitslag van de verrichte controles .

    De Lid-Staat op het grondgebied waarvan een controle wordt verricht geeft de deskundigen alle nodige steun voor de uitvoering van hun taak .

    De met deze controles belaste deskundigen van de Lid-Staten worden aangewezen door de Commissie , op voorstel van deze Lid-Staten ; zij moeten de nationaliteit bezitten van een andere Lid-Staat dan die waarin de controle wordt verricht en in het geval , bedoeld in de leden 3 en 4 van artikel 5 , van een andere dan die van de Lid-Staten die bij het geschil zijn betrokken .

    De controles worden verricht namens de Gemeenschap , die de hieraan verbonden kosten draagt .

    De algemene toepassingsbepalingen van dit artikel , met name inzake de frequentie en de wijze van uitvoering van de in de eerste alinea bedoelde controles , de toepassingsbepalingen ten aanzien van de aanwijzing van de veterinaire deskundigen , alsmede de procedure die deze in acht moeten nemen voor het opstellen van hun verslag , worden vastgesteld overeenkomstig de procedure van artikel 12 bis .

    Artikel 5 ter

    De koel - en vrieshuizen die buiten een slachthuis of uitsnijderij gelegen zijn , staan voor wat de opslag van vers vlees van pluimvee betreft onder de controle van een officiële dierenarts .

    De bevoegde centrale autoriteit van de Lid-Staat op het grondgebied waarvan het koel - of vrieshuis zich bevindt , is verantwoordelijk voor de erkenning van dit koel - of vrieshuis om vers vlees van pluimvee op te slaan alsmede voor de intrekking van deze erkenning . "

    Artikel 7

    Artikel 6 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 6

    Onverminderd het bepaalde in artikel 3 , lid 3 , en tot de inwerkingtreding van eventuele communautaire voorschriften , laat deze richtlijn onverlet de bepalingen van de Lid-Staten die :

    a ) betrekking hebben op de voorwaarden voor de erkenning van de in artikel 5 ter bedoelde koel - en vrieshuizen en de eventuele intrekking van deze erkenning ;

    b ) betrekking hebben op de behandeling van pluimvee met stoffen die de consumptie van vers vlees van pluimvee eventueel gevaarlijk of schadelijk voor de gezondheid van de mens kunnen maken , alsmede op de gevallen dat pluimvee stoffen binnenkrijgt zoals antibiotica , oestrogene en thyreostatische stoffen , malsmakers ( " tenderizers " ) , onkruid - en andere bestrijdingsmiddelen of arseen - of antimoonhoudende stoffen ;

    c ) betrekking hebben op de toevoeging van vreemde stoffen aan vers vlees van pluimvee en op de behandeling daarvan met ioniserende of ultraviolette stralen . "

    Artikel 8

    In artikel 8 worden de woorden " hoofdstuk VIII " vervangen door " hoofdstuk XI " .

    Artikel 9

    In artikel 9 worden de woorden " artikel 5 , lid 3 , tweede alinea " vervangen door " artikel 5 , lid 4 " .

    Artikel 10

    Het volgende artikel wordt ingevoegd :

    " Artikel 12 bis

    1 . In de gevallen waarin wordt verwezen naar de in dit artikel omschreven procedure , leidt de voorzitter van het bij besluit van de Raad van 15 oktober 1968 ingestelde Permanent Veterinair Comite , hierna het " Comite " genoemd , deze procedure , hetzij op eigen initiatief , hetzij op verzoek van een Lid-Staat , onverwijld in bij het Comité .

    2 . In het Comité worden de stemmen van de Lid-Staten gewogen overeenkomstig het bepaalde in artikel 148 , lid 2 , van het Verdrag . De voorzitter neemt geen deel aan de stemming .

    3 . De vertegenwoordiger van de Commissie dient een ontwerp in van de te nemen maatregelen . Het Comité brengt over deze maatregelen advies uit binnen een termijn die de voorzitter op basis van de urgentie van de ter behandeling voorgelegde vraagstukken kan vaststellen . Het Comité spreekt zich uit met een meerderheid van eenenveertig stemmen .

    4 . De Commissie stelt de maatregelen vast en legt deze onmiddellijk ten uitvoer , wanneer zij in overeenstemming zijn met het advies van het Comité . Wanneer zij hiermee niet in overeenstemming zijn of wanneer het Comité geen advies heeft uitgebracht , legt de Commissie onverwijld een voorstel voor aan de Raad betreffende de te nemen maatregelen . De Raad stelt de maatregelen vast met gekwalificeerde meerderheid van stemmen .

    Indien de Raad binnen drie maanden na indiening van het voorstel geen maatregelen heeft vastgesteld , stelt de Commissie de voorgestelde maatregelen vast en legt zij deze onmiddellijk ten uitvoer , behalve wanneer de Raad zich met eenvoudige meerderheid van stemmen heeft uitgesproken tegen genoemde maatregelen . "

    Artikel 11

    Artikel 14 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 14

    1 . De Lid-Staten verbieden het gebruik van het momenteel toegepaste " Spinchiller " -koelprocédé voor pluimvee . Dit verbod is eerst bindend 18 maanden na de indiening van het in lid 2 bedoelde verslag en uiterlijk met ingang van 1 januari 1978 .

    2 . Na raadpleging van de Lid-Staten in het Permanent Veterinair Comité , legt de Commissie voor 1 juli 1976 aan de Raad een verslag voor betreffende de koelprocédés die niet onder het verbod van lid 1 vallen . "

    Artikel 12

    Artikel 15 wordt als volgt gelezen :

    " Artikel 15

    Tot op het tijdstip van de tenuitvoerlegging van de Communautaire bepalingen voor de invoer van vers vlees van pluimvee uit derde landen passen de Lid-Staten op deze invoer bepalingen toe welke ten minste gelijkwaardig zijn aan die welke uit deze richtlijn voortvloeien .

    Ingevoerd vers vlees van pluimvee kan worden verhandeld binnen de invoerende Lid-Staat . Het kan in geen geval voorzien worden van het keurmerk , bedoeld in hoofdstuk X van bijlage I , en , indien het wordt uitgesneden of uitgebeend , moet het worden behandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 , lid 1 , sub B ) .

    De nationale bepalingen van elke Lid-Staat betreffende het intracommunautaire handelsverkeer blijven erop van toepassing . "

    Artikel 13

    De volgende artikelen worden ingevoegd :

    " Artikel 15 bis

    Op voorstel van de Commissie stelt de Raad voor 31 december 1976 met eenparigheid van stemmen de bepalingen vast voor gehakt , vermalen of op soortgelijke wijze fijngemaakt vers vlees ; de Commissie legt hem te dien einde voor 31 juli 1976 een voorstel voor . Tot de inwerkingtreding van de aldus door de Raad vastgestelde bepalingen blijft het in dit artikel bedoelde vlees onderworpen aan de nationale wetgevingen .

    Artikel 15 ter

    Op voorstel van de Commissie stelt de Raad voor 1 januari 1978 met eenparigheid van stemmen de temperaturen vast die in acht moeten worden genomen tijdens het uitsnijden , het uitbenen en het verpakken zoals voorgeschreven in nummers 47 en 48 van hoofdstuk XIII van bijlage I , onverminderd het bepaalde in nummer 37 , tweede en derde alinea , van hoofdstuk VIII van bijlage I . "

    Artikel 14

    Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd :

    a ) de woorden " en in artikel 16 bis " worden ingevoegd na de woorden " Onverminderd het bepaalde in artikel 14 ; "

    b ) sub b ) worden de woorden " binnen een termijn van maximaal 5 jaar , te rekenen vanaf de kennisgeving van de richtlijn " vervangen door de woorden " op 1 januari 1977 " .

    Artikel 15

    Het volgende artikel wordt ingevoegd :

    " Artikel 16 bis

    Ten aanzien van vers vlees van pluimvee dat op hun grondgebied geproduceerd en in de handel wordt gebracht en in afwijking van artikel 16 , sub b ) ,

    a ) kunnen de Lid-Staten voor het verstrijken van de in artikel 16 , sub b ) , bedoelde termijn aan de op hun grondgebied gelegen slachthuizen of uitsnijderijen die deze werkzaamheid uitoefenen en die hiertoe uitdrukkelijk een verzoek indienen voor 15 februari 1975 ,

    - een aanvullende termijn verlenen tot en met uiterlijk 15 augustus 1977 om zich te voegen naar het bepaalde in bijlage I , hoofdstuk I en II ,

    - een aanvullende termijn verlenen tot en met uiterlijk 15 augustus 1979 om zich te voegen naar de bepalingen betreffende de controle van de inrichtingen alsmede naar de in deze richtlijn voorgeschreven keuringen voor en na het slachten ,

    - een aanvullende termijn verlenen tot en met uiterlijk 15 augustus 1981 om zich te voegen naar de bepalingen inzake het slachten en verwijderen van de ingewanden , die zijn vastgesteld in bijlage I , hoofdstuk V .

    De Lid-Staten stellen de Commissie onmiddellijk in kennis van de lijst van de slachthuizen en uitsnijderijen waaraan een afwijking is toegekend , alsmede van iedere wijziging van de status van deze slachthuizen of uitsnijderijen ;

    b ) - is het in bijlage I , hoofdstuk nr . 12 , voorgeschreven jaarlijkse medische onderzoek pas verplicht met ingang van een , op voorstel van de Commissie , voor 15 februari 1980 door de Raad met eenparigheid van stemmen te bepalen datum ;

    - is het optreden van de officiële dierenarts , zoals in deze richtlijn bedoeld , voor wat de controle van de uitsnijderijen en de opslagplaatsen betreft , pas verplicht met ingang van een , op voorstel van de Commissie , door de Raad met eenparigheid van stemmen te bepalen datum .

    Wanneer van één van de in dit lid vastgestelde afwijkingen gebruik wordt gemaakt , is het in bijlage I , hoofdstuk X , vastgestelde aanbrengen van het keurmerk verboden . "

    Artikel 16

    Bijlage I wordt als volgt gelezen :

    " BIJLAGE I

    HOOFDSTUK I

    BEPALINGEN VAN HYGIENISCHE AARD BETREFFENDE SLACHTHUIZEN

    1 . Slachthuizen moeten ten minste zijn voorzien van :

    a ) een ruimte of overdekte plaats voor de keuring voor het slachten van het * chtdier , die voldoende groot en gemakkelijk schoon te maken en te ontsmetten is ;

    b ) een speciaal gemakkelijk schoon te maken en te ontsmetten lokaal of ov * e ruimte voor zieke of van ziekte verdachte slachtdieren ;

    c ) een slachtruimte van zodanige afmetingen dat het verdoven en uitbloeden enerzijds en het plukken en eventueel broeien anderzijds elk op een afzonderlijke plaats kunnen gebeuren . Iedere verbinding tussen de slachtruimte en de sub a ) genoemde ruimte of plaats , behalve een kleine opening die uitsluitend is bestemd voor het doorlaten van de te slachten dieren , moet zijn voorzien van een automatisch sluitende deur ;

    d ) een ruimte voor het verwijderen van de ingewanden en het conditioneren van zodanige afmetingen dat het verwijderen van de ingewanden kan gebeuren op een plaats die voldoende van de andere werkplaatsen is verwijderd of door een schot daarvan afgescheiden is , zodat verontreiniging daarvan wordt vermeden . Elke verbinding tussen de voor het verwijderen van de ingewanden en het conditioneren bestemde ruimte en de slachtruimte , behoudens de kleine opening die uitsluitend is bestemd voor het doorlaten van de geslachte dieren , moet zijn voorzien van een automatische sluitende deur ;

    e ) indien nodig een verzendruimte ;

    f ) één of meer koelruimten die voldoende groot zijn ;

    g ) een ruimte of een inrichting voor het verzamelen van de veren , tenzij deze als afval worden behandeld ;

    h ) speciale , afsluitbare ruimten , respectievelijk bestemd voor het opslaan van enerzijds het ter voortgezette keuring aangehouden vlees en anderzijds , vlees dat schadelijk is voor de gezondheid en ongeschikt voor menselijke consumptie , alsmede de afvallen , voor zover dit vlees en deze afvallen niet dagelijks van het slachthuis worden afgevoerd ;

    i ) een speciale ruimte voor de technische behandeling of vernietiging van vlees dat volgens nr . 32 ongeschikt is verklaard voor menselijke consumptie of dat volgens nr . 33 van menselijke consumptie is uitgesloten , alsmede van afvallen en bijprodukten van de slacht die voor industriële doeleinden worden gebruikt , indien deze technische behandeling of vernietiging in de inrichting plaatsheeft ;

    j ) kleedlokalen , was - en douchegelegenheden en toiletten met waterspoeling , welke laatste geen rechtstreekse toegang tot de werkruimten mogen geven ; de wasgelegenheid moet zijn voorzien van koud en warm stromend water , was - en ontsmettingsmiddelen voor de handen , alsmede van handdoeken die slechts eenmaal mogen worden gebruikt . In de nabijheid van de toiletten moeten wasgelegenheden zijn geplaatst . Vanaf 15 februari 1980 moeten deze voorzien zijn van kranen die niet mer de hand kunnen worden bediend ;

    k ) een ruimte die speciaal is ingericht voor de opslag van mest voor zover deze niet op een hygiënische wijze onmiddellijk wordt afgevoerd ;

    l ) gelegenheid en voldoende voorzieningen voor het reinigen en ontsmetten van kratten of manden en voertuigen ;

    m ) een voldoende ingerichte en afsluitbare ruimte , die uitsluitend ter beschikking van de veterinaire dienst staat ;

    n ) in de werkruimten voldoende voorzieningen voor het reinigen en ontsmetten van de handen en van het gereedschap en de werktuigen ; deze voorzieningen dienen zich zo dicht mogelijk te bevinden bij de plaatsen waar de arbeid wordt verricht ; de kranen mogen niet met de hand kunnen worden bediend ; deze installaties moeten zijn voorzien van koud en warm stromend water , was - en ontsmettingsmiddelen , alsmede handdoeken die slechts eenmaal mogen worden gebruikt ; het water voor de reiniging van het gereedschap dient een temperatuur van ten minste + 82 * C te hebben ;

    o ) voorzieningen die het mogelijk maken de in deze richtlijn voorgeschreven keuringen te allen tijde op doelmatige wijze uit te voeren ;

    p ) een voldoende omheining van het slachthuis ;

    q ) onverminderd de bepalingen sub a ) , b ) , c ) en d ) , een voldoende scheiding tussen het reine en het onreine gedeelte ;

    r ) in de onder a ) tot en met j ) vermelde ruimten :

    - enigszins aflopende vloeren uit waterdicht , gemakkelijk schoon te houden en te ontsmetten materiaal , dat zo moet zijn gevormd dat water gemakkelijk kan afvloeien ,

    - gladde wanden die tot een hoogte van ten minste twee meter van een lichte , afwasbare bekleding zijn voorzien of met lichte , afwasbare verf zijn bestreken en waarvan de overgang van vloer naar wanden en de overgang van de wanden onderling rond moeten zijn afgewerkt ;

    s ) voldoende luchtverversing en indien nodig goede afvoer van dampen ;

    t ) voldoende verlichting door daglicht of door kunstlicht waardoor de kleuren niet worden veranderd , in de ruimte die zijn voorbehouden voor levend of geslacht pluimvee ;

    u ) een installatie die uitsluitend onder druk voldoende hoeveelheden drinkwater levert ; bij wijze van uitzondering kan evenwel worden toegestaan dat , voor het opwekken van stoom , voor de bestrijding van brand , voor het koelen van koelmachines , alsmede voor de hydraulische afvoer van veren , op voorwaarde dat er passende maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van iedere besmetting , een installatie aanwezig is die niet-drinkbaar water levert , mits de daartoe aangebrachte leidingen het onmogelijk maken dit water voor andere doeleinden te gebruiken .

    De leidingen voor niet-drinkbaar water moeten zich onderscheiden van die voor het drinkwater en mogen niet door werkruimten en opslagplaatsen voor vlees lopen .

    Tot 15 februari 1980 kan evenwel , bij wijze van uitzondering , worden toegestaan dat in de slachthuizen die hun werkzaamheden reeds voor 15 februari 1975 uitoefenden leidingen voor niet-drinkbaar water door de werkruimten lopen waar het vlees zich bevindt , mits deze leidingen op het gedeelte dat door genoemde ruimten loopt , niet voorzien zijn van kranen of aftappunten ;

    v ) een installatie die in voldoende hoeveelheden warm drinkwater onder druk levert ;

    w ) een voorziening voor de afvoer van afvalwater , die voldoet aan hygiënische eisen ;

    x ) geschikte voorzieningen ter bescherming tegen ongewenste dieren , zoals insekten , knaagdieren , enzovoorts ;

    y ) werktuigen en gereedschap , alsmede gereedschap dat tijdens het opslaan met het pluimvee in aanraking komt , van corrosiebestendig materiaal , dat gemakkelijk is te reinigen en te ontsmetten ; het gebruik van hout is verboden ;

    z ) speciale waterdichte , corrosiebestendige recipiënten voor het verzamelen van in de zin van nr . 32 , voor menselijke consumptie ongeschikt verklaard vlees , die zodanig zijn ingericht dat ze niet door onbevoegden kunnen worden geopend .

    HOOFDSTUK II

    BEPALINGEN VAN HYGIENISCHE AARD BETREFFENDE UITSNIJDERIJEN

    2 . Uitsnijderijen moeten ten minste voorzien zijn van :

    a ) een koelruimte van voldoende afmetingen voor de bewaring van het vlees ;

    b ) een ruimte voor het uitsnijden en uitbenen , alsmede voor het in nr . 48 omschreven verpakken ;

    c ) een ruimte voor het verpakken , als omschreven in nr . 47 , en voor de verzending van het vlees ;

    d ) een voldoende ingerichte en afsluitbare ruimte die uitsluitend ter beschikking van de veterinaire dienst staat ;

    e ) kleedlokalen , was - en douchegelegenheden en toiletten met waterspoeling , welke laatste geen rechtstreekse toegang tot de werkruimten mogen geven ; de wasgelegenheid moet voorzien zijn van koud en warm stromend water , was - en ontsmettingsmiddelen voor de handen , alsmede van handdoeken die slechts eenmaal mogen worden gebruikt . In de nabijheid van de toiletten moeten wasgelegenheden zijn geplaatst . Vanaf 15 februari 1980 moeten deze voorzien zijn van kranen die niet met de hand kunnen worden bediend ;

    f ) speciale , waterdichte bakken van onaantastbaar materiaal , met een deksel en een sluiting om te verhinderen dat onbevoegden er iets uit kunnen nemen , voor uitgesneden vlees of vleesafvallen die niet bestemd zijn voor menselijke consumptie , of een afsluitbare ruimte voor dit vlees of deze afvallen , indien daarvan zulke grote hoeveelheden bestaan dat een dergelijke ruimte noodzakelijk is of indien zij niet aan het einde van iedere werkdag worden opgehaald of vernietigd ;

    g ) in de onder a ) bedoelde ruimten :

    - vloeren uit waterdicht , gemakkelijk schoon te houden en te ontsmetten materiaal , dat niet vatbaar is voor rotting , die zo moeten zijn aangelegd dat het water gemakkelijk kan afvloeien ,

    - gladde wanden die tot een hoogte van ten minste twee meter van een lichte , afwasbare bekleding zijn voorzien of met lichte , afwasbare verf zijn bestreken en waarvan de overgang van vloer naar wanden en de overgang van de wanden onderling rond moeten zijn afgewerkt ;

    h ) in de onder b ) bedoelde ruimten :

    - vloeren uit waterdicht , gemakkelijk schoon te houden en te ontsmetten materiaal , dat niet vatbaar is voor rotting , die zo moeten zijn aangelegd dat het water gemakkelijk kan afvloeien ; net afvoersysteem van dit water naar de zinkputten die voorzien zijn van een sifon en een rooster moet van de open lucht afgesloten zijn ,

    - gladde wanden die tot opslaghoogte en ten minste tot een hoogte van twee meter van een lichte , afwasbare bekleding zijn voorzien of met lichte , afwasbare verf zijn bestreken en waarvan de overgang van vloer naar wanden en de overgang van de wanden onderling rond moeten zijn afgewerkt ;

    i ) een koelinstallatie die het in de onder a ) bedoelde ruimte mogelijk maakt het vlees constant op een inwendige temperatuur van niet hoger dan + 4 * C te houden ;

    j ) een zelfregistrerende thermometer of telethermometer in de uitsnijruimte ;

    k ) voorzieningen die het mogelijk maken de in deze richtlijn voorgeschreven keuring en controle te allen tijde op doelmatige wijze uit te voeren ;

    l ) voorzieningen die zorgen voor voldoende luchtverversing in de ruimten waar het vlees wordt bewerkt ;

    m ) verlichting door daglicht of door kunstlicht waardoor de kleuren niet worden veranderd , in de ruimten waar het vlees wordt bewerkt ;

    n ) een installatie die uitsluitend onder druk voldoende hoeveelheden drinkwater levertbij wijze van uitzondering kan evenwel worden toegestaan dat , voor het opwekken van stroom en voor de bestrijding van brand , alsmede voor het koelen van de koelmachines , een installatie aanwezig is die niet-drinkbaar water levert , mits de daartoe aangebrachte leidingen het onmogelijk maken dit water voor andere doeleinden te gebruiken .

    De leidingen voor niet-drinkbaar water moeten zich duidelijk onderscheiden van die voor drinkwater en mogen niet door werkruimten en opslagplaatsen voor vlees lopen .

    Tot 15 februari 1980 kan evenwel bij wijze van uitzondering worden toegestaan dat in de uitsnijderijen die hun werkzaamheden reeds voor 15 februari 1975 uitoefenden leidingen voor niet-drinkbaar water door de werkruimten lopen waar het vlees zich bevindt , mits deze leidingen op het gedeelte dat door genoemde ruimten loopt niet voorzien zijn van kranen of aftappunten ;

    o ) een installatie die in voldoende hoeveelheden warm drinkwater levert ;

    p ) een voorziening voor de afvoer van afvalwater , die aan de eisen van de hygiene voldoet ;

    q ) in de ruimten waar het vlees wordt bewerkt , voldoende voorzieningen voor het reinigen en ontsmetten van de handen , het gereedschap en de werktuigen , die zich zo dicht mogelijk dienen te bevinden bij de plaatsen waar de arbeid wordt verricht . De kranen mogen niet met de hand kunnen worden bediend . Deze installaties moeten zijn voorzien van koud en warm stromend water , was - en ontsmettingsmiddelen , alsmede van handdoeken die slechts eenmaal mogen worden gebruikt . Het water voor de reiniging van het gereedschap dient een temperatuur van ten minste 82 * C te hebben ;

    r ) voorzieningen die aan de eisen van hygiene voldoen , bestemd voor het interne vervoer van het vlees en het neerzetten van de bakken die voor het vlees worden gebruikt , zodat noch het vlees , noch de bakken rechtstreeks met de vloer in aanraking komen ;

    g ) geschikte voorzieningen ter bescherming tegen ongewenste dieren , zoals insecten , knaagdieren , enzovoorts ;

    t ) werktuigen en gereedschap , zoals bijvoorbeeld tafels voor het uitsnijden , verstelbare uitsnijbladen , bakken , transportbanden en zagen van corrosiebestendig materiaal , die het vlees niet kunnen aantasten en gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten zijn ; het gebruik van hout is verboden .

    HOOFDSTUK III

    HYGIENE VAN HET PERSONEEL , DE RUIMTEN EN HET GEREEDSCHAP IN DE INRICHTINGEN

    3 . Een zo volmaakt mogelijke zindelijke toestand wordt verplicht gesteld voor personeel , ruimten , gereedschap en werktuigen :

    a ) het personeel dient in het bijzonder schone werkkleding en een schoon hoofddeksel , van lichte kleur en gemakkelijk wasbaar , te dragen . Het bij het slachten der dieren en bij het bewerken of de verdere behandeling van het vlees betrokken personeel moet tijdens de werkdag verscheidene malen , en telkens voor de hervatting der werkzaamheden , zijn handen wassen en ontsmetten . Personen die met zieke dieren of met besmer vlees in aanraking zijn gekomen , dienen onverwijld handen en armen grondig met warm water te wassen en te ontsmetten . In de werk - en opslagruimten mag niet worden gerookt ;

    b ) er mag zich geen enkel dier in de inrichtingen bevinden . Ten aanzien van lachthuizen is dit verbod niet van toepassing op trekdieren , op voor slachting bestemd pluimvee , op konijnen , noch op andere dan in artikel 1 , lid 1 , genoemde voor onmiddellijke slachting bestemde vogels , voor zover die niet terzelfder tijd en in dezelfde plaatsen als het pluimvee worden ondergebracht , geslacht , bereid of opgeslagen .

    In de Lid-Staten echter waar is voorgeschreven dat het slachten van gevogelte moet geschieden overeenkomstig het bepaalde in deze richtlijn , mag vers vlees van gevogelte in dezelfde ruimte worden opgeslagen als vers vlees van huisdieren die behoren tot de soorten die zijn genoemd in artikel 1 , lid 1 .

    Er dient te worden gezorgd voor een stelselmatige verdelging van knaagdieren , insecten en ander ongedierte ;

    c ) de in nr . 1 , sub a ) , b ) , c ) en d ) , en nr . 2 , sub b ) en c ) , genoemde ruimten moeten , indien nodig en in elk geval bij het einde van de dagelijkse werkzaamheden , worden gereinigd en ontsmet ;

    d ) de kratten en manden voor het aanvoeren van de slachtdieren moeten bestaan uit corrosiebestendig materiaal dat gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten is . Telkens wanneer de kratten en manden zijn leeggemaakt , moeten zij worden gereinigd en ontsmet ;

    e ) gereedschappen en werktuigen die bij het slachten , de vleesbewerking en bij de opslag worden gebruikt , dienen in een goede staat van onderhoud en rein te worden gehouden . Zij moeten verscheidene malen per werkdag , bij het einde van de dagelijkse werkzaamheden , en alvorens opnieuw te worden gebruikt wanneer zij , met name door ziekteverwekkers , zijn verontreinigd , zorgvuldig worden gereinigd en ontsmet ;

    f ) de recipiënten voor ondeugdelijk en voor menselijke consumptie ongeschikt vlees van pluimvee en voor afval moeten na gebruik worden leeggemaakt en telkens daarna worden gereinigd en ontsmet .

    4 . Ruimten , werktuigen , gereedschap en voorwerpen van de inrichting , die worden gebruikt bij de slachting , de bewerking en bij de opslag van vlees van pluimvee , mogen alleen voor deze doeleinden worden gebruikt .

    5 . Het vlees van pluimvee en de desbetreffende recipiënten mogen niet rechtstreeks met de vloer in aanraking komen .

    6 . De veren moeten bij het plukken onmiddellijk worden afgevoerd .

    7 . Het gebruik van reinigingsmiddelen , ontsmettingsmiddelen en middelen tot bestrijding van ongediette mag generlei invloed hebben op de geschiktheid van het vlees voor menselijke consumptie .

    8 . Er mag geen ander water dan drinkwater worden gebruikt .

    Het gebruik van niet-drinkbaar water is evenwel toegestaan voor het opwekken van stoom , voor de bestrijding van brand , voor het koelen van de koelmachines , alsmede voor de afvoer van veren , mits is voldaan aan de voorwaarden genoemd in nr . 1 , sub u ) , en nr . 2 , sub n ) .

    9 . Het is verboden zaagsel of enig ander soortgelijk middel te strooien over de vloer van de werkruimten en opslagruimten voor vlees .

    10 . Het uitsnijden moet zo geschieden dat iedere verontreiniging van het vlees wordt voorkomen . Beensplinters en bloedklonters worden verwijderd . Uitgesneden vlees dat niet bestemd is voor menselijke consumptie moet onmiddellijk worden verzameld in de in nr . 2 , sub f ) , bedoelde bakken .

    11 . Personen die het vlees kunnen besmetten , mogen niet bij het slachten en de verdere behandeling van het vlees betrokken zijn . Dit verbod geldt in het bijzonder voor personen die :

    a ) lijden aan typhus adbominalis , parathyphus A en B , ent * tus infectiosa ( salmonellosis ) , dysenterie , hepatitis infectiosa of roodvonk , of er van verdacht worden aan een van deze ziekten te lijden , dan wel dragers van verwekkers van deze ziekten zijn ;

    b ) lijde * n besmettelijke tuberculose of er van verdacht worden aan deze ziekte te lijden ;

    c ) lijden aan een besmettelijke huidziekte of er van verdacht worden aan een dergelijke ziekte te lijden ;

    d ) tegelijkertijd een bezigheid uitoefenen waardoor ziekteverwekkers op het vlees kunnen worden overgebracht ;

    e ) een verband aan de hand dragen , met uitzondering van een waterdicht verband ter bescherming van een niet-zwerende wond .

    12 . Voor alle personen die bij de bewerking van vlees van pluimvee zijn betrokken , dient door middel van een geneeskundige verklaring te worden aangetoond dat er geen bezwaar bestaat tegen hun tewerkstelling . Deze verklaring dient ieder jaar , alsmede telkens wanneer de officiële dierenarts zulks verlangt , te worden vernieuwd , en moet beschikking van laatstgenoemde worden gehouden .

    HOOFDSTUK IV

    KEURING VOOR HET SLACHTEN

    13 . De slachtdieren dienen binnen 24 uur na aankomst in het slachthuis aan de keuring voor het slachten te worden onderworpen . Deze keuring dient onmiddellijk voor het slachten nogmaals plaats te vinden indien na de keuring voor het slachten meer dan 24 uur zijn verlopen .

    14 . Bij de keuring voor het slachten kan worden volstaan met het opzoeken van door het vervoer veroorzaakte letsels , voor zover deze slachtdieren in de loop van de laatste 24 uur op het bedrijf van oorsprong werden onderzocht en gezond werden bevonden . De identiteit van deze dieren moet worden aangetoond bij hun aankomst in het slachthuis .

    Voor zover de keuring voor het slachten op het bedrijf van oorsprong en die in het slachthuis niet worden uitgevoerd door dezelfde officiële dierenarts , moeten de dieren vergezeld zijn van een gezondheidscertificaat , waarin de in bijlage III vermelde gegevens voorkomen .

    15 . De keuring voor het slachten moet worden verricht bij behoorlijke verlichting .

    16 . De keuring moet het mogelijk maken vast te stellen :

    a ) of het pluimvee lijdt aan een ziekte die besmettelijk is voor mens of dier dan wel of de aanwezige verschijnselen of de algemene gezondheidstoestand van het dier het uitbreken van een dergelijke ziekte doen vrezen ;

    b ) of de dieren een storing van de algemene gezondheidstoestand of verschijnselen van een ziekte vertonen , waardoor het vlees ongeschikt kan worden voor menselijke consumptie .

    17 . Vlees van pluimvee dat lijdt aan gewone vogelpest , pseudovogelpest , hondsdolheid , salmonellose , cholera of ornithose wordt ongeschikt verklaard voor menselijke consumptie .

    18 . Om als vers vlees voor menselijke consumptie te dienen , mogen niet worden geslacht de dieren waarvan :

    - door aanwezigheid van ziek pluimvee in het slachthuis ,

    - aan de hand van sanitaire gegevens betreffende hun herkomst ,

    is vastgesteld , dat zij op zodanige wijze dat de ziekte zou kunnen worden overgedragen , in aantaking zijn gekomen met vogels die lijden aan gewone vogelpest , pseudo-vogelpest , hondsdolheid , salmonellose , cholera of ornithose .

    19 . De slachtdieren , bedoeld onder nrs . 16 , 17 en 18 , moeten afzonderlijk en het laatst worden geslacht .

    HOOFDSTUK V

    HYGIENE BIJ HET SLACHTEN

    20 . Slachtdieren die in de slachtruimten worden binnengeleid , moeten onmiddellijk worden geslacht na vooraf te zijn verdoofd .

    Verdoving behoeft echter niet te worden toegepast wanneer een godsdienstige ritus dit verbiedt .

    21 . De dieren moeten goed uitbloeden en wel zodanig dat het bloed niet een oorzaak van verontreiniging kan zijn buiten het slachtlokaal .

    22 . Het plukken moet onmiddellijk en volledig gebeuren .

    23 . Het verwijderen van de ingewanden moet onverwijld geschieden . Het geslachte dier moet zo worden geopend dat de holten en alle ingewanden kunnen worden gekeurd . Daartoe moeten de lever , de milt en het spijsverteringskanaal op zodanige wijze uit het dier worden gehaald da * geen verontreiniging plaatsvindt en dat de natuurlijke verbindingen van die ingewanden tot op het ogenblik van de keuring in stand worden gehouden .

    24 . Na de keuring moeten de uitgehaalde ingewanden onmiddellijk van het geslachte dier worden gescheiden en de delen die niet voor menselijke consumptie geschikt zijn , onverwijld worden weggenomen .

    De ingewanden of delen van ingewanden die nog in het geslachte dier zijn gebleven , met uitzondering van de nieren , moeten onmiddellijk , zo mogelijk in hun geheel , op voldoende hygiënische wijze worden verwijderd .

    25 . Het reinigen van de slachtdieren met behulp van doeken en het opblazen zijn verboden , alsmede het opvullen van de geslachte dieren , behalve door middel van een hoeveelheid eetbare slachtafvallen die afkomstig zijn van één der in de inrichting geslachte dieren .

    26 . Het is verboden om voor het einde van de keuring slachtdieren in stukken te verdelen , weg te nemen of te behandelen . De officiële dierenarts kan elke andere voor de keuring vereiste bewerking verlangen .

    27 . Het voor nadere keuring aangehouden vlees en het vlees dat ongeschikt is verklaard voor menselijke consumptie volgens het bepaalde onder nr . 32 , dan wel is uitgesloten van menselijke consumptie volgens het bepaalde onder nr . 33 , alsmede de veren en de afvallen moeten zo spoedig mogelijk worden overgebracht naar de in nr . 1 , sub g ) , h ) en i ) , genoemde ruimten , inrichtingen of recipiënten ; zij moeten zo worden behandeld dat besmetting zoveel mogelijk wordt beperkt .

    28 . Na het beëindigen van de keuring en na het wegnemen van de ingewanden moet het verse vlees van pluimvee onverwijld worden schoongemaakt en gekoeld volgens de hygiënische voorschriften .

    HOOFDSTUK VI

    KEURING NA HET SLACHTEN

    29 . Alle delen van het dier moeten onmiddellijk na het slachten worden gekeurd .

    30 . De keuring na het slachten moet worden verricht bij behoorlijke verlichting .

    31 . De keuring na het slachten omvat :

    a ) het bezichtigen op het oog van het geslachte dier ,

    b ) voor zover nodig , het betasten en het insnijden van het geslachte dier ,

    c ) een onderzoek naar afwijkingen in de consistentie , de kleur , de geur en eventueel de smaak ,

    d ) indien nodig , een laboratoriumonderzoek .

    HOOFDSTUK VII

    BESLISSING VAN DE OFFICIELE DIERENARTS BIJ DE KEURING NA HET SLACHTEN

    32 . 1 . Voor menselijke consumptie worden in hun geheel ongeschikt verklaard de dieren waarvan bij de keuring na het slachten blijkt dat zij in één van de volgende gevallen verkeren :

    - dood door een andere oorzaak dan slachten ,

    - algehele verontreiniging ,

    - omvangrijke letsels en omvangrijke doordrenking van bloed ,

    - abnormale reuk , kleur of smaak ,

    - ontbindingsverschijnselen ,

    - afwijkingen in de consistentie ,

    - cachexie ,

    - hydrop van de weefsels ,

    - hydrop ascites ,

    - geelzucht ,

    - infectieziekten ,

    - aspergillose ,

    - toxoplasmose ,

    - uitgebreid onderhuids of musculair parasitisme ,

    - kwaadaardige of veelvuldige gezwellen ,

    - leucosis ,

    - vergiftiging .

    2 . Voor menselijke consumptie worden ongeschikt verklaard de delen van het geslachte dier die gelokaliseerde letsels of infecties vertonen die de gezondheid van de rest van het vlees niet aantasten .

    33 . De volgende ingewanden , alsmede de van het geslachte dier gescheiden kop , met uitzondering van de tong , komen niet in aanmerking voor menselijke consumptie : luchtpijp , de overeenkomstig de bepalingen van nr . 24 van het geslachte dier gescheiden longen , slokdarm , krop , darm en galblaas .

    HOOFDSTUK VIII

    VOORSCHRIFTEN BETREFFENDE HET VOOR UITSNIJDEN BESTEMDE VLEES

    34 . Het uitsnijden van het geslachte dier in delen of het uitbenen geschiedt slechts in uitsnijderijen .

    35 . De exploitant van de inrichting of zijn vertegenwoordiger is verplicht de werkzaamheden in verband met de controle op de onderneming te vergemakkelijken , met name alle nuttig geachte handelingen te verrichten en de nodige voorzieningen ter beschikking van de controledienst te stellen ; hij moet in het bijzonder telkens wanneer dit gevraagd wordt de met de controle belaste officiële dierenarts gegevens kunnen verstrekken over de herkomst van het in zijn inrichting binnengekomen vlees .

    36 . Vlees dat niet aan de eisen van artikel 3 , lid 1 , B , sub b ) , voldoet mag zich alleen dan in erkende uitsnijderijen bevinden , wanneer het in speciale ruimten is opgeslagen ; het moet op andere plaatsen of op andere tijdstippen worden uitgesneden dan vlees dat wel aan bovengenoemde voorwaarden voldoet . De officiële dierenarts moet te allen tijde vrije toegang hebben tot de koelruimten en tot alle werkruimten , ten einde te waarborgen dat bovengenoemde bepalingen stipt worden nageleefd .

    37 . Voor uitsnijden bestemd vers vlees moet onmiddellijk nadat het in de uitsnijderij is binnengebracht en tot het ogenblik waarop het wordt bewerkt , worden opgeslagen in de in nr . 2 , sub a ) , bedoelde ruimte ; de temperatuur aldaar moet steeds zodanig zijn dat de inwendige temperatuur van het vlees niet hoger dan + 4 * C kan worden .

    In afwijking van nr . 28 mag het vlees echter rechtstreeks worden vervoerd van de slachtruimte naar de uitsnijruimte .

    In dit geval moeten de slachtruimte en de uitsnijruimte in hetzelfde gebouwencomplex gelegen zijn en voldoende dicht bij elkaar liggen , zodat het uit te snijden vlees zonder overlading van de ene ruimte naar de andere kan worden gebracht via de verlenging van het mechanische spoor van de slachtruimte ; het uitsnijden moet onmiddellijk geschieden . Zodra het uitsnijden en de voorgeschreven verpakking hebben plaatsgehad , moet het vlees worden vervoerd naar de in nr . 2 , sub a ) , bedoelde koelruimte .

    38 . Het vlees moet in de in nr . 2 , sub b ) , bedoelde ruimten naar gelang van de behoeften worden binnengebracht . Zodra het uitsnijden en de verpakking hebben plaatsgevonden , moet het worden overgebracht naar de in nr . 2 , sub a ) , bedoelde koelruimten .

    39 . Behalve wanneer het vlees warm wordt uitgesneden , mag het uitsnijden slechts plaatsvinden indien het vlees een temperatuur heeft bereikt van niet meer dan + 4 * C .

    40 . Reinigen van vers vlees met behulp van doeken is verboden .

    HOOFDSTUK IX

    CONTROLE VAN UITGESNEDEN VLEES

    41 . De uitsnijderijen zijn onderworpen aan een controle door een officiële dierenarts .

    42 . De controle van de officiële dierenarts omvat de volgende taken :

    a ) controle van het register van het binnengekomen verse vlees en het uitgegane uitgesneden vlees ;

    b ) controle van het in de uitsnijderij aanwezige verse vlees ;

    c ) controle van de reinheid van de ruimten , installaties en werktuigen , alsmede van de hygiëne van het personeel ;

    d ) het nemen van de nodige monsters voor laboratoriumonderzoek , ten einde bijvoorbeeld schadelijke additieven of andere ongeoorloofde chemische stoffen op te sporen . De resultaten van dit onderzoek worden in een register opgenomen ;

    e ) elke andere controle die hij nuttig acht voor de naleving van de richtlijn .

    HOOFDSTUK X

    HET AANBRENGEN VAN HET KEURMERK

    43 . Het keurmerk moet worden aangebracht onder verantwoordelijkheid van de officiële dierenarts . Hiervoor heeft en bewaart hij :

    a ) de voor het merken van vlees bestemde instrumenten , die hij uitsluitend op het tijdstip van het merken en voor de hiertoe benodigde tijd aan het hulppersoneel ter hand mag stellen ;

    b ) de etiketten en omhulsels , voor zover daarop reeds één van de in nr . 44 bedoelde merken is aangebracht , alsmede de in nr . 44 vermelde merkplaatjes . Deze etiketten , omhulsels en merkplaatjes worden op het ogenblik waarop zij moeten worden gebruikt in het benodigde aantal aan het hulppersoneel ter hand gesteld .

    44 . 1 . Het keurmerk bevat :

    a ) - in het bovenste gedeelte , in Romeinse letters de eerste twee letters ( in hoofdletters ) van de naam van het land van verzending ,

    - in het midden , het toelatingsnummer van het slachthuis of , in voorkomend geval , van de uitsnijderij ,

    - in het onderste gedeelte , een van de afkortingen CEE , EEG , EWG , EOEF of EEC .

    Zowel de letters als de cijfers moeten 0,2 cm hoog zijn ;

    b ) een ovaal van 6,5 cm bij 4,5 cm waarin de sub a ) genoemde aanduidingen voorkomen , met dien verstande dat de letters 0,8 cm en de cijfers 1,1 cm hoog moeten zijn .

    2 . Het merkgereedschap moet vervaardigd zijn uit een materiaal dat voldoet aan alle eisen van de hygiëne en waarop de in punt 1 bedoelde aanduidingen duidelijk leesbaar voorkomen .

    3 . a ) Het in punt 1 , sub a ) , bedoelde keurmerk moet worden aangebracht

    - leesbaar op of onder de omhulsels of andere verpakkingen van de afzonderlijk verpakte geslachte dieren ,

    - op de niet afzonderlijk verpakte geslachte dieren door het aanbrengen van een merkplaatje of ieder ander merk dat volgens de procedure van artikel 12 bis is goedgekeurd ,

    - leesbaar op of onder de omhulsels of andere verpakkingen van delen van geslachte dieren of slachtafvallen die in kleine hoeveelheden zijn verpakt .

    b ) Het in punt 1 , sub b ) , bedoelde keurmerk moet worden aangebracht op grote verpakkingen van geslachte dieren , delen van geslachte dieren of slachtafvallen die overeenkomstig alinea a ) zijn gemerkt .

    4 . Wanneer het keurmerk overeenkomstig punt 3 op een omhulsel of een verpakking wordt aangebracht ,

    - moet dit zodanig worden aangebracht dat het bij het openen van het omhulsel of de verpakking wordt vernietigd ,

    of

    - moet het omhulsel of de verpakking zodanig verzegeld zijn dat zij na opening niet meer opnieuw gebruikt kunnen worden .

    HOOFDSTUK XI

    GEZONDHEIDSCERTIFICAAT

    45 . Het originele exemplaar van het gezondheidscertificaat dat het verse vlees van puimvee moet begeleiden gedurende het vervoer naar het land van bestemming wordt op het tijdstip van de verzending door een officiële dierenarts afgegeven . Vorm en inhoud van het gezondheidscertificaat dienen overeen te komen met het als bijlage IV bijgevoegde model . Het dient ten minste te zijn gesteld in de taal van het land van bestemming en moet de gegevens bevatten die zijn vermeld in het als bijlage IV bijgevoegde model .

    HOOFDSTUK XII

    OPSLAG

    46 . Vers vlees van pluimvee moet na de in nr . 28 bedoelde koeling voortdurend op een temperatuur van niet meer dan + 4 * C worden gehouden .

    HOOFDSTUK XIII

    VERPAKKING

    47 . a ) De verpakking ( bij voorbeeld kisten , kartonnen dozen ) moet aan alle hygiënische voorschriften voldoen , met name :

    - geen verandering kunnen brengen in de organoleptische kenmerken van het vlees ,

    - geen voor de menselijke gezondheid schadelijke stoffen op het vlees kunnen overbrengen ,

    - voeldoende stevig zijn om het vlees tijdens vervoer en hantering een doeltreffende bescherming te bieden .

    b ) De verpakking mag niet opnieuw voor het verpakken van vlees worden gebruikt , behalve wanneer zij bestaat uit corrosiebestendig materieel , gemakkelijk te reinigen is en vooraf gereinigd en ontsmet is .

    48 . Wanneer het verse vlees van pluimvee rechtstreeks in een omhulsel ( bijvoorbeeld in plastic folie ) wordt verpakt , moet dit volgens de hygiënische voorschriften geschieden .

    Deze omhulsels moeten doorzichtig en kleurloos zijn en voorts voldoen aan de in nr . 47 , sub a ) , gestelde eisen ; zij mogen geen tweede maal voor het verpakken van vlees worden gebruikt .

    De stukken vlees of de van het geslachte dier gescheiden slachtafvallen moeten steeds worden verpakt in een afgesloten beschermend omhulsel dat aan deze criteria voldoet .

    HOOFDSTUK XIV

    VERVOER

    49 . Vers vlees van pluimvee moet worden vervoerd met voertuigen of andere vervoermiddelen die zodanig zijn gebouwd en ingericht dat de in hoofdstuk XII bedoelde temperatuur gedurende het gehele transport verzekerd blijft .

    50 . De vervoermiddelen voor transport van vers vlees van pluimvee mogen niet worden gebruikt voor het vervoer van levende dieren of van andere produkten die het vlees zouden kunnen aantasten of besmetten , tenzij zij na aflading van bovengenoemde produkten , worden onderworpen aan een doeltreffende reiniging , ontsmetting en eventueel een deodorisering .

    51 . Vers vlees van pluimvee mag slechts te zamen met stoffen die het gedurende het vervoer kunnen verontreinigen of er enige geur aan kunnen mededelen , worden vervoerd , indien voorzorgsmaatregelen worden getroffen om zulks te voorkomen .

    52 . Vers vlees mag slechts in gereinigde en ontsmette voertuigen of vervoermiddelen worden vervoerd .

    53 . Voor de verzending moet de officiële dierenarts zich ervan vergewissen dat de voertuigen of vervoermiddelen , alsmede de omstandigheden waarin de verlading plaatsvindt , voldoen aan de bij dit hoofdstuk vermelde eisen ten aanzien van de hygiëne . "

    Artikel 17

    Bijlage II wordt als volgt gelezen :

    " BIJLAGE II

    AAN DE ASSISTENTEN GESTELDE EISEN

    1 . Als assistent komen slechts personen in aanmerking :

    a ) die een door een bevoegde autoriteit afgegeven bewijs van goed zedelijk gedrag kunnen overleggen .

    Wanneer een dergelijk document in een bepaalde Lid-Staat niet wordt afgegeven , kan dit worden vervangen door een verklaring onder ede of een plechtige verklaring welke door de betrokkene wordt afgelegd ten overstaan van een gerechtelijke of overheidsinstantie , een notaris of een bevoegde beroeps - of bedrijfsorganisatie van die Lid-Staat ;

    b ) die een toereikende basisopleiding hebben genoten ;

    c ) die in fysiek opzicht geschikt zijn voor de uitoefening van deze functie ;

    d ) van wie na een proeve van bekwaamheid blijkt dat zij voldoende technische kennis bezitten .

    2 . Onverminderd het bepaalde in bijlage I , hoofdstuk III , nr . 11 en 12 , kunnen niet als assistent worden tewerkgesteld personen die tegelijkertijd :

    a ) een werkzaamheid uitoefenen , die besmettingsgevaar voor vers vlees van pluimvee zou kunnen opleveren ;

    b ) het beroep van slager uitoefenen , een pluimveeabattoir exploiteren of er in welke hoedanigheid ook werken , handel drijven in pluimvee of in pluimveevoeder , advies geven inzake pluimveevoeding , de pluimveehouderij als beroep uitoefenen of in een landbouwbedrijf zijn tewerkgesteld en bij dit bedrijf door familiebanden nauw zijn verbonden of bij dit bedrijf belangen hebben waardoor de onpartijdigheid van hun oordeel zou kunnen worden beïnvloed .

    3 . De in nr . 1 , sub d ) , vermelde proeve van bekwaamheid wordt door de bevoegde centrale autoriteit van de Lid-Staat of door de door haar aangewezen instantie georganiseerd . Tot deze proef worden slechts kandidaten toegelaten die bewijzen dat zij onder leiding van een officiële dierenarts een voorbereidende stage van drie maanden hebben vervuld .

    4 . Het in nr . 3 bedoelde examen bestaat uit een theoretisch gedeelte en een praktisch gedeelte en heeft betrekking op de volgende leerstof :

    a ) theoretisch gedeelte :

    - grondbegrippen van de anatomie en fysiologie van pluimvee ,

    - grondbegrippen van pluimveeziekten ,

    - grondbegrippen van de pathologische anatomie van pluimvee ,

    - grondbegrippen van de hygiëne , met name de bedrijfshygiëne ,

    - werkwijzen en procédés voor het slachten , het bereiden , het verpakken en het vervoeren van pluimvee ,

    - kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die voor de uitoefening van hun functie van belang zijn ;

    b ) praktisch gedeelte :

    - onderzoek en beoordeling van voor de slacht bestemd pluimvee ,

    - onderzoek en beoordeling van geslacht pluimvee ,

    - bepaling van de diersoort na onderzoek van de kenmerkende delen van een dier ,

    - bepaling van verschillende delen van geslachte dieren die veranderingen vertonen , en commentaar ,

    - gewone techniek van de keuring aan de lopende band na het slachten . "

    Artikel 18

    Bijlage IV wordt als volgt gelezen :

    " BIJLAGE IV

    MODEL

    GEZONDHEIDSCERTIFICAAT

    betreffende vers vlees van pluimvee ( 5 ) dat bestemd is voor een Lid-Staat van de E.E.G .

    Land van verzending : ... nr . ( 6 )

    Ministerie : ...

    Bevoegde dienst : ...

    Referte ( 6 ) : ...

    I . Identificatie van het vlees

    Vlees van : ... ( diersoort )

    Aard van het verzondene : ...

    Aard van de verpakking : ...

    Aantal verpakkingseenheden : ...

    Nettogewicht : ...

    II . Herkomst van het vlees

    Adres en toelatingsnummer van het ( de ) erkende slachthuis ( slachthuizen ) ( 8 ) : ...

    Adres en toelatingsnummer van de erkende uitsnijderij(en ) ( 8 ) : ...

    III . Bestemming van het vlees

    Het vlees wordt verzonden

    uit : ... ( plaats van verzending )

    naar : ... ( plaats en land van bestemming )

    per vervoermiddel ( 7 ) : ...

    Naam en adres van de afzender : ...

    Naam en adres van de geadresseerde : ...

    IV . Gezondheidsverklaring

    Ondergetekende , officieel dierenarts , verklaart :

    a ) - dat het hierboven omschreven vlees ( 8 ) ,

    - dat de verpakkingen van het hierboven omschreven vlees ( 8 ) ,

    zijn voorzien van een merkteken waaruit blijkt

    - dat het vlees afkomstig is van in erkende slachthuizen geslachte dieren ( 8 ) ,

    - dat het vlees is uitgesneden in een erkende uitsnijderij ( 8 ) ;

    b ) dat dit vlees ingevolge een keuring , verricht overeenkomstig de richtlijn van de Raad van 15 februari 1971 , inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het handelsverkeer in vers vlees van pluimvee , geschikt is bevonden voor menselijke consumptie ;

    c ) dat de voertuigen of vervoermiddelen , alsmede de omstandigheden waarin dit vlees werd geladen , voldoen aan de in bedoelde richtlijn vastgestelde hygiënische voorschriften .

    Gedaan te ... , ...

    ( ... ( Handtekening van de officiële dierenarts ) )

    Artikel 19

    De Lid-Staten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking om op 1 januari 1977 aan deze richtlijn te voldoen .

    Artikel 20

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel , 10 juli 1975 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    F . COLOMBO

    ( 1 ) PB nr . C 127 van 18 . 10 . 1974 , blz . 29 .

    ( 2 ) PB nr . C 116 van 30 . 10 . 1974 , blz . 31 .

    ( 3 ) PB nr . L 55 van 8 . 3 . 1971 , blz . 23 .

    ( 4 ) PB nr . L 202 van 24 . 7 . 1974 , blz . 1 .

    ( 5 ) Vers vlees van pluimvee is vers vlees van de volgende diersoorten : kippen , kalkoenen , parelhoenders , eenden en ganzen , dat geen enkele conserveringsbehandeling heeft ondergaan ; vlees dat een koelbehandeling heeft ondergaan moet evenwel als vers worden beschouwd .

    ( 6 ) Facultatief .

    ( 7 ) Bij verzending per spoorwegwagen of vrachtwagen dient het kenteken of nummer te worden vermeld ; bij verzending per vliegtuig dient het nummer van de vlucht te worden aangegeven , bij verzending per schip , de naam .

    ( 8 ) Doorhalen wat niet van toepassing is . "

    Top