Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31975D0441

    75/441/EEG: Beschikking van de Raad van 24 juni 1975 tot instelling van een gemeenschappelijke procedure voor de uitwisseling van inlichtingen tussen de netten voor toezicht en controle met betrekking tot gegevens inzake de luchtverontreiniging door bepaalde zwavelverbindingen en zwevende deeltjes

    PB L 194 van 25.7.1975, p. 40–46 (DA, DE, IT, NL)
    PB L 194 van 25.7.1975, p. 32–38 (EN, FR)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (EL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/09/1982; opgeheven door 31982D0459

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1975/441/oj

    31975D0441

    75/441/EEG: Beschikking van de Raad van 24 juni 1975 tot instelling van een gemeenschappelijke procedure voor de uitwisseling van inlichtingen tussen de netten voor toezicht en controle met betrekking tot gegevens inzake de luchtverontreiniging door bepaalde zwavelverbindingen en zwevende deeltjes

    Publicatieblad Nr. L 194 van 25/07/1975 blz. 0032 - 0038
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 05 Deel 2 blz. 0053


    ++++

    BESCHIKKING VAN DE RAAD

    van 24 juni 1975

    tot instelling van een gemeenschappelijke procedure voor de uitwisseling van inlichtingen tussen de netten voor toezicht en controle met betrekking tot gegevens inzake de luchtverontreiniging door bepaalde zwavelverbindingen en zwevende deeltjes

    ( 75/441/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 235 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

    Overwegende dat het Actieprogramma van de Europese Gemeenschappen inzake het milieu ( 2 ) voorziet in de instelling van een procedure voor de uitwisseling van inlichtingen tussen de netten voor toezicht en controle op de verontreiniging ;

    Overwegende dat een dergelijke procedure noodzakelijk is met het oog op de bestrijding van verontreinigingen en hinder , welke bestrijding deel uitmaakt van de doelstellingen van de Gemeenschap met betrekking tot de verbetering van de levensomstandigheden en een harmonische ontwikkeling van de economische activiteit in de gehele Gemeenschap ; dat door het Verdrag niet in de hiervoor vereiste bevoegdheden is voorzien ;

    Overwegende dat de uitwisseling van de meetresultaten betreffende de niveaus van verontreiniging één van de mogelijkheden is waardoor kan worden nagegaan wat de tendensen op lange termijn zijn en welke verbeteringen de nationale of eventuele communautaire voorschriften teweeg hebben gebracht ;

    Overwegende dat de verspreiding van verontreinigende stoffen over grote afstanden toezicht op regionaal , nationaal , communautair en wereldniveau noodzakelijk maakt ;

    Overwegende dat deze meetresultaten onmisbare informatie opleveren voor de uitvoering van epidemiologisch onderzoek ten behoeve van een betere kennis van de schadelijke gevolgen van de verontreinigende stoffen voor de gezondheid ;

    Overwegende dat alleen voor bepaalde zwavelverbindingen en zwevende deeltjes in de Lid-Staten een systematisch en intensief toezicht bestaat ;

    Overwegende dat via de te verrichten metingen de waarden moeten kunnen worden bepaald van de gemiddelde , dagelijkse concentraties van de in aanmerking genomen verontreinigende stoffen ; dit interval is gekozen als de grootste gemene deler voor het merendeel van de momenteel in de Gemeenschap bestaande stations ;

    Overwegende dat de Commissie , aan de hand van de studies die momenteel worden gemaakt over de vergelijkbaarheid der meetmethodes , zo spoedig mogelijk voorstellen moet indienen met betrekking tot de harmonisatie van deze methodes , opdat de gegevens afkomstig van de verschillende stations waarop deze beschikking betrekking heeft , rechtstreeks onderling vergeleken kunnen worden ;

    Overwegende dat de in deze beschikking bedoelde uitwisseling van inlichtingen , beperkt tot drie jaar en twee luchtverontreinigende stoffen , enerzijds als proefstudie moet dienen voor de totstandbrenging van een volledig systeem van uitwisseling van gegevens dat beantwoordt aan de specifieke behoeften van de Europese Gemeenschappen op het gebied van de milieubescherming , en anderzijds een onderdeel moet vormen van het wereldomvattend systeem voor milieubewaking dat deel uitmaakt van het Programma van de Verenigde Naties inzake het Milieu ,

    HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD :

    Artikel 1

    Er wordt een gemeenschappelijke procedure ingesteld voor de uitwisseling van inlichtingen tussen de netten voor toezicht en controle , met betrekking tot gegevens inzake de luchtverontreiniging . Deze als voorlopig beschouwde procedure is van toepassing op de resultaten van de metingen , betreffende bepaalde zwavelverbindingen en zwevende deeltjes , die in de lucht worden verricht door continu metende of monsters nemende vaste stations .

    Artikel 2

    In de zin van deze beschikking wordt verstaan onder :

    a ) meetresultaten betreffende sommige zwavelverbindingen :

    - hetzij de meetresultaten betreffende zwaveldioxyde ,

    - hetzij de meetresultaten met betrekking tot de zuurgraad van de lucht , uitgedrukt in zwaveldioxyde ;

    b ) meetresultaten betreffende zwevende deeltjes :

    - hetzij de meetresultaten van gravimetrische analyses ,

    - hetzij de meetresultaten betreffende zwarte rook .

    Iedere Lid-Staat stelt de Commissie middels het in bijlage II weergegeven formulier op de hoogte van de fysisch-chemische aard van de gemeten gegevens .

    Artikel 3

    Binnen zes maanden na aanneming van de beschikking kiest iedere Lid-Staat , na overleg met de Commissie , met behulp van de in bijlage I omschreven parameters uit de reeds bestaande of geplande bemonsterings - of meetstations die stations uit , waarvan de gegevens zullen worden uitgewisseld . Hij deelt deze keuze aan de hand van het in bijlage II opgenomen referentieformulier aan de Commissie mede .

    Artikel 4

    1 . Iedere Lid-Staat wijst de persoon/personen of het orgaan/de organen aan die de in lid 2 bedoelde gegevens verzamelen en aan de Commissie doen toekomen , en stelt haar hiervan binnen zes maanden na aanneming van de beschikking in kennis .

    2 . Maandelijks worden de dagelijkse , gemiddelde waarden van de concentraties van de onderhavige verontreinigende stoffen voor elk gekozen meetstation door de in lid 1 bedoelde personen of organen aan de Commissie toegezonden , en wel binnen zes maanden na de metingen . Deze waarden worden uitgedrukt in microgram per m3 lucht bij normale temperatuur en druk .

    3 . De eerste gegevens die worden uitgewisseld zijn die welke verkregen worden in de zevende maand na de aanneming van deze beschikking .

    4 . De Commissie stelt ieder kwartaal volledige tabellen van de toegezonden gegevens op , die voor controle worden toegezonden aan de betrokken Lid-Staten .

    5 . Op basis van de in de onderhavige beschikking bedoelde gegevens en aan de hand van aanvullende inlichtingen die door de Lid-Staten geschikt worden geacht en ter beschikking van de Commissie worden gesteld , wordt door de Commissie in overleg met de nationale deskundigen een jaarlijks samenvattend verslag opgesteld , waarin de gegevens op verschillende manieren worden geëvalueerd . Dit verslag wordt aan de Lid-Staten toegezonden .

    Artikel 5

    Op grond van de zo spoedig mogelijk door de Commissie in te dienen voorstellen inzake de harmonisatie van de meetmethodes en in het licht van de ervaring die zal zijn opgedaan met de in deze beschikking bedoelde uitwisseling van informatie , zal de Commissie binnen drie jaar na ontvangst van de eerste gegevens aan de Raad passende voorstellen voorleggen met het oog op de invoering van een nieuwe procedure inzake uitwisseling van informatie .

    Artikel 6

    Deze beschikking is gericht tot alle Lid-Staten .

    Gedaan te Luxemburg , 24 juni 1975 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G . GITZGERALD

    ( 1 ) PB nr . C 76 van 7 . 4 . 1975 , blz . 40 .

    ( 2 ) PB nr . C 112 van 20 . 12 . 1973 , blz . 3 .

    BIJLAGE I

    DE KEUZE VAN DE BEMONSTERINGS - OF MEETSTATIONS

    1 . De keuze van de bemonsterings - of meetstations geschiedt voornamelijk aan de hand van geografische en demografische parameters ( agglomeraties en plattelandsgebieden , grootte van de steden , woongebieden of overwegend industriële gebieden ) alsmede van de niveaus van verontreiniging ( maximum , gemiddeld en minimum ) .

    2 . Demografische parameters

    De volgende vijf categorieën worden in aanmerking genomen :

    - steden of agglomeraties met meer dan 2 miljoen inwoners ,

    - steden of agglomeraties met 1 tot 2 miljoen inwoners ,

    - steden of agglomeraties met een half tot 1 miljoen inwoners ,

    - steden of agglomeraties met 100 000 tot een half miljoen inwoners ,

    - steden of agglomeraties met minder dan 100 000 inwoners .

    Elke Lid-Staat wijst voor elk van deze categorieën ten hoogste vijf steden of agglomeraties aan die representatief zijn voor de verschillende urbanisatietypes en de uiteenlopende topografische en klimatologische omstandigheden .

    In elk van de eerste vier categorieën komen twee gebiedstypes in aanmerking :

    - woongebieden , met inbegrip van winkel - en kantoorwijken waar huisbrand de voornaamste stationaire bron van verontreiniging is ,

    - overwegend industriële gebieden .

    Bij het maken van een onderscheid tussen woongebieden en overwegend industriële gebieden dient te worden uitgegaan van de topografie en de soorten van bedrijvigheid en niet van de oorsprong van de bestaande of gemeten verontreinigingen .

    Voor de vijfde categorie worden uitsluitend de woomwijken in aanmerking genomen .

    3 . Parameters van de verontreinigingsgraad

    In elke stad of agglomeratie van de eerste vier categorieën met een toereikend aantal representatieve punten worden op basis van de door de bestaande netten gemeten verontreinigingsniveaus ( maximum , gemiddeld en minimum ) voor elk van beide zones drie bemonsterings - of meetstations aangewezen . Voor de vijfde categorie worden uitsluitend de plaatsen met maximale en gemiddelde verontreiniging in aanmerking genomen .

    De aldus aangewezen stations dienen representatief te zijn voor de omstandigheden in de omgeving van het meetpunt en mogen niet onder de directe invloed van een of andere verontreinigingsbron staan .

    4 . Geografische parameters

    Iedere Lid-Staat wijst , naar gelang van zijn oppervlakte , bemonsteringsstations aan buiten de agglomeraties en zo evenwichtig mogelijk over het grondgebied verdeeld .

    Lid-Staten met een oppervlakte van minder dan 100 000 km2 wijzen ten hoogste 5 stations aan , terwijl grotere Lid-Staten tot 15 stations aangeven .

    BIJLAGE II

    REFERENTIEFORMULIER

    ( Dat voor elk bemonsterings - of meetstation moet worden opgesteld )

    1 . Naam van de Lid-Staat : ...

    2 . Naam van de stad of het plattelandsgebied : ...

    3 . Naam van de agglomeratie ( eventueel ) : ...

    4 . Naam van het station ( en eventueel de code ) : ...

    5 . Instelling belast met de metingen , met vermelding van adres , telefoonnummer en naam van de leider van de instelling : ...

    6 . Geografische parameters :

    Station gelegen

    ... in een stad of agglomeratie

    ... buiten de stad

    Aankruisen wat van toepassing is .

    7 . Demografische parameters :

    als het station in een stad of agglomeratie is gelegen , aangeven in welke van de volgende 5 categorieën het valt :

    ... steden of agglomeraties met meer dan 2 miljoen inwoners ;

    ... steden of agglomeraties met één tot 2 miljoen inwoners ;

    ... steden of agglomeraties met een half tot een miljoen inwoners ;

    ... steden of agglomeraties met 100 000 tot een half miljoen inwoners ;

    ... steden of agglomeraties met minder dan 100 000 inwoners .

    Slechts één hokje aankruisen .

    8 . Ligging van het station ( b.v . adres ) : ...

    Voor de stations in agglomeraties :

    ... overwegend industrieel gebied

    ... overwegend winkel - , kantoor - of woonwijk

    Het desbetreffende hokje aankruisen .

    9 . Toelichting op de ligging en de kenmerken van het station ( vermelden of het station deel uitmaakt van een meetnet , de meethoogte boven de grond , de afstand tot een verkeersweg , de afstand tot de voornaamste bronnen van verontreiniging , enz . ) : ...

    10 . Schatting van de oppervlakte van het gebied , waarvan de verontreinigingsgraad representatief is voor het station ( indien mogelijk ) : ...

    11 . Op het station genomen monsters van of gemeten luchtverontreinigende substanties :

    ... zwaveldioxyde

    ... hoge zuurgraad

    ... zwevende deeltjes

    ... zwarte rook

    ... andere ( nader te omschrijven ) : ...

    De desbetreffende hokjes aankruisen .

    12 . Andere parameters ( meteorologische , enz . ) die op hetzelfde station zijn gemeten : ...

    Verontreiniger : zwaveldioxyde

    13.1 . Bemonsteringstechnieken : ...

    14.1 . Analysetechnieken : ...

    15.1 . Duur en frequentie van de monsterneming : ...

    Normale tijdstip van het begin van de monsterneming : ...

    Normale tijdstip van beëindiging van de monsterneming : ...

    Duur van elke monsterneming ( 1 ) : ...

    16.1 . IJkmethode en -frequentie : ...

    17.1 . Datum waarop het station voor deze verontreiniger in bedrijf is gekomen : ...

    Verontreiniger : hoge zuurgraad

    13.2 . Bemonsteringstechnieken : ...

    14.2 . Analysetechnieken : ...

    15.2 . Duur en frequentie van de monsterneming : ...

    Normale tijdstip van het begin van de monsterneming : ...

    Normale tijdstip van beëindiging van de monsterneming : ...

    Duur van elke monsterneming ( 2 ) : ...

    16.2 . IJkmethode en -frequentie : ...

    17.2 . Datum waarop het station voor deze verontreiniger in bedrijf is gekomen : ...

    Verontreiniger : zwevende deeltjes

    13.3 . Bemonsteringstechnieken : ...

    14.3 . Analysetechnieken : ...

    15.3 . Duur en frequentie van de monsterneming : ...

    Normale tijdstip van het begin van de monsterneming : ...

    Normale tijdstip van beëindiging van de monsterneming : ...

    Duur van elke monsterneming ( 2 ) : ...

    16.3 . IJkmethode en -frequentie : ...

    17.3 . Datum waarop het station voor deze verontreiniger in bedrijf is gekomen : ...

    Verontreiniger : zwarte rook

    13.4 . Bemonsteringstechnieken : ...

    14.4 . Analysetechnieken : ...

    15.4 . Duur en frequentie van de monsterneming : ...

    Normale tijdstip van het begin van de monsterneming : ...

    Normale tijdstip van beëindiging van de monsterneming : ...

    Duur van elke monsterneming ( 3 ) : ...

    16.4 . IJkmethode en -frequentie : ...

    17.4 . Datum waarop het station voor deze verontreiniger in bedrijf is gekomen : ...

    ( 1 ) Ingeval van niet-integrerende continu-analyses een C invullen .

    ( 2 ) Ingeval van niet-integrerende continu-analyses een C invullen .

    ( 3 ) Ingeval van niet-integrerende continu-analyses een C invullen .

    Top