Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31969L0074

    Richtlijn 69/74/EEG van de Raad van 4 maart 1969 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot het stelsel van douane- entrepots

    PB L 58 van 8.3.1969, p. 7–10 (DE, FR, IT, NL)
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1969(I) blz. 82 - 85

    Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 01/01/1992; opgeheven door 31988R2503

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1969/74/oj

    31969L0074

    Richtlijn 69/74/EEG van de Raad van 4 maart 1969 inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot het stelsel van douane- entrepots

    Publicatieblad Nr. L 058 van 08/03/1969 blz. 0007 - 0010
    Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1969(I) blz. 0075
    Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1969(I) blz. 0082
    Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0041
    Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0026
    Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 02 Deel 1 blz. 0026


    ++++

    ( 1 ) PB nr . C 55 van 5 . 6 . 1968 , blz . 34 .

    ( 2 ) PB nr . C 58 van 13 . 6 . 1968 , blz . 17 .

    ( 3 ) PB nr . L 148 van 28 . 6 . 1968 , blz . 6 .

    RICHTLIJN VAN DE RAAD

    van 4 maart 1969

    inzake de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot het stelsel van douane-entrepots

    ( 69/74/EEG )

    DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op artikel 100 ,

    Gezien het voorstel van de Commissie ,

    Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

    Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

    Overwegende dat de Gemeenschap is gegrondvest op een douane-unie ;

    Overwegende dat de invoering van de douane-unie hoofdzakelijk is geregeld in het tweede deel , titel I , hoofdstuk 1 , van het Verdrag ; dat dat hoofdstuk van het Verdrag een samenstel van nauwkeurige voorschriften omvat , in het bijzonder betreffende de afschaffing van de douanerechten tussen de Lid-Staten , de vaststelling en de geleidelijke invoering van het gemeenschappelijk douanetarief en de autonome wijzigingen of schorsingen van de rechten van dat tarief ; dat , ook al wordt in artikel 27 bepaald dat de Lid-Staten v}}r het einde van de eerste etappe , voor zover noodzakelijk , overgaan tot het nader tot elkaar brengen van hun wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen op douanegebied , dit artikel aan de Instellingen van de Gemeenschap niet de bevoegdheid toekent , dwingende bepalingen ter zake vast te stellen ; dat bij een diepgaand onderzoek , waartoe met de Lid-Staten werd overgegaan , nochtans de noodzakelijkheid is gebleken , in bepaalde sectoren door middel van dwingende communautaire besluiten de maatregelen vast te stellen welke onontbeerlijk zijn voor de invoering van een douanewetgeving welke een uniforme toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief verzekert ;

    Overwegende dat in alle Lid-Staten wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen bestaan met betrekking tot douane-entrepots en dat de opslag van goederen in dergelijke entrepots als belangrijkste gevolg heeft dat voor die goederen geen douanerechten , heffingen van gelijke werking en landbouwheffingen worden geheven ;

    Overwegende dat deze bepalingen zekere verschillen vertonen die , indien zij na de voltooiing van de douane-unie zouden blijven bestaan , verleggingen van het handelsverkeer en van douane-ontvangsten zouden kunnen veroorzaken ;

    Overwegende dat deze bepalingen rechtstreeks van invloed zijn op de instelling en de werking van de gemeenschappelijke markt ;

    Overwegende dat , aangezien de goederenopslag de wezenlijke functie van de douane-entrepots vormt , slechts die behandelingen gedurende de opslag kunnen worden toegelaten , welke worden verricht ter verzekering van het in goede staat bewaren van de goederen of ter verbetering van hun presentatie of handelskwaliteit en dat op opgeslagen goederen die andere behandelingen ondergaan het stelsel van douane-entrepots niet langer van toepassing kan zijn en deze goederen derhalve niet meer onder de regels van deze richtlijn dienen te vallen ;

    Overwegende dat het nader tot elkaar brengen van de nationale bepalingen waarin deze richtlijn voorziet niet onverenigbaar is met het bestaan van verschillende typen douane-entrepots ; dat de situatie opnieuw dient te worden onderzocht , indien deze verschillen de goede werking van de gemeenschappelijke markt ongunstig beinvloeden ,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

    Artikel 1

    1 . Deze richtlijn stelt de regels vast die dienen te worden opgenomen in de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Lid-Staten inzake het stelsel van douane-entrepots .

    2 . Deze richtlijn is van toepassing op :

    a ) de in de bijlage vermelde douane-entrepots en

    b ) de douane-entrepots die na haar kennisgeving zouden worden ingesteld .

    Artikel 2

    1 . Het stelsel van douane-entrepots , hierna te noemen " entrepots " , heeft tot gevolg dat gedurende de opslag van de goederen de douanerechten , heffingen van gelijke werking en landbouwheffingen niet worden geheven .

    2 . Bij de uitslag uit entrepot moeten de goederen in het vrije verkeer kunnen worden gebracht , onder een ander douanestelsel kunnen worden geplaatst of kunnen worden uitgevoerd .

    Artikel 3

    1 . In entrepot worden goederen van elke soort toegelaten , ongeacht hun hoeveelheid en ongeacht hun land van oorsprong , herkomst of bestemming .

    2 . Het bepaalde in lid 1 vormt geen beletsel voor de toepassing van verboden of beperkingen :

    a ) welke gerechtvaardigd zijn uit hoofde van bescherming van de openbare zedelijkheid , de openbare orde , de openbare veiligheid , de gezondheid en het leven van personen , dieren of planten , het nationaal artistiek , historisch en archeologisch bezit , of uit hoofde van bescherming van de industriële en commerciële eigendom ;

    b ) welke gerechtvaardigd zijn om redenen die verband houden met de kenmerken van de opslaginrichtingen dan wel met de aard of de staat van de goederen .

    Artikel 4

    Voor de vestiging van entrepots is een vergunning vereist van de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten , hierna te noemen " bevoegde autoriteiten " . Deze autoriteiten kunnen de vergunning intrekken of schorsen wanneer zij zulks noodzakelijk achten .

    Artikel 5

    1 . Goederen die bestemd zijn om in een entrepot te worden opgeslagen , moeten worden aangebracht bij de bevoegde douanedienst van de Lid-Staat waar dit entrepot is gelegen .

    Mits de douanecontrole op de goederen verzekerd is , kunnen de bevoegde autoriteiten evenwel , onder door hen te stellen voorwaarden , ontheffing verlenen van de verplichting tot aanbrengen .

    2 . Voor goederen welke bestemd zijn om in een entrepot te worden opgeslagen dient , onder de voorwaarden vastgesteld door de bevoegde autoriteiten , een schriftelijke aangifte te worden gedaan , aan de hand waarvan met name hun douanestatus ten opzichte van de artikelen 9 en 10 van het Verdrag kan worden bepaald .

    Artikel 6

    1 . De entreposeur of de entrepositaris is gehouden :

    a ) alle verplichtingen inzake entrepots na te komen en de door de bevoegde douanedienst gegeven instructies op te volgen ;

    b ) op verzoek de goederen te tonen ;

    c ) zijn medewerking te verlenen aan iedere controle of opneming .

    2 . De entreposeur of de entrepositaris kan ertoe worden verplicht :

    a ) ten behoeve van de bevoegde douanedienst een voorraadadministratie te voeren ;

    b ) aan de bevoegde douanedienst alle omstandigheden mede te delen die veranderingen in de staat van de in entrepot opgeslagen goederen teweeg hebben gebracht of teweeg kunnen brengen .

    Artikel 7

    De in entrepot opgeslagen goederen moeten kunnen worden overgedragen onder de voorwaarden en op de wijze voorgeschreven bij de nationale wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen .

    Artikel 8

    1 . De in entrepot opgeslagen goederen moeten daar gedurende vijf jaar kunnen verblijven .

    2 . De bevoegde autoriteiten kunnen evenwel de duur van de opslag van deze goederen in entrepot :

    a ) verlengen of verkorten om redenen die verband houden met de aard van de goederen ;

    b ) verkorten , om redenen die verband houden met het type entrepot .

    Artikel 9

    1 . De in een entrepot opgeslagen goederen moeten er , onder de door de bevoegde autoriteiten vastgestelde voorwaarden , de gebruikelijke behandelingen ter verzekering van hun bewaring in goede staat of ter verbetering van hun presentatie of hun handelskwaliteit kunnen ondergaan .

    Uiterlijk één jaar na de kennisgeving van deze richtlijn stelt de Raad , op voorstel van de Commissie , de gemeenschappelijke lijst vast van de in de eerste alinea bedoelde gebruikelijke behandelingen die in de verschillende typen entrepots mogen worden verricht .

    2 . Goederen die andere behandelingen ondergaan dan de in lid 1 bedoelde gebruikelijke behandelingen zijn onderworpen aan de voorschriften die voor actieve veredeling gelden .

    Artikel 10

    1 . Behoudens het bepaalde in lid 2 , worden , wanneer de in entrepot opgeslagen goederen in het vrije verkeer worden gebracht , de bij invoer verschuldigde douanerechten , heffingen van gelijke werking en landbouwheffingen geheven naar de op de datum van uitslag geldende percentages of bedragen , zulks naar de soort en op de grondslag van de douanewaarde en de hoeveelheid welke te dien einde door de douane als juist erkend of aanvaard zijn .

    2 . Bij het in aanmerking nemen van de betaalde of te betalen prijs voor het bepalen van de douanewaarde gelden de volgende bijzondere bepalingen :

    a ) behoudens het bepaalde in artikel 9 van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 van de Raad van 27 juni 1968 inzake de douanewaarde van de goederen ( 3 ) kan de betaalde of te betalen prijs zijn ofwel de verkoopprijs betrekking hebbende op opslag in entrepot ofwel de prijs bij een wederverkoop , mits het in beide gevallen een op de Gemeenschap gerichte prijs betreft ;

    b ) indien de datum van opslag in entrepot in aanmerking wordt genomen , wordt rekening gehouden met de abnormale prijsschommelingen , welke tijdens de opslag aanleiding hebben gegeven tot toepassing van de in artikel 10 , lid 7 , van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 bedoelde schorsing van de toleranties . Wanneer de opslag meer dan twee jaar duurt , wordt eveneens rekening gehouden met de overige prijsschommelingen ;

    c ) indien de datum van uitslag uit het entrepot in aanmerking wordt genomen , dan worden de in artikel 10 van Verordening ( EEG ) nr . 803/68 bedoelde toleranties vergroot met de duur van de opslag , wanneer deze niet meer dan twee jaar beloopt ;

    d ) in de douanewaarde moeten niet worden begrepen : de kosten voor opslag en bewaring in goede staat van de goederen tijdens hun verblijf in de entrepots , die een koper draagt , wanneer de door hem betaalde of te betalen prijs basis voor de waardebepaling is .

    Artikel 11

    1 . De entreposeur en de entrepositaris moeten algehele vrijstelling van de douanerechten , heffingen van gelijke werking en landbouwheffingen kunnen genieten voor goederen welke tijdens de opslag in entrepot zijn verloren gegaan door toeval , overmacht of oorzaken verband houdende met de aard van de goederen .

    2 . Goederen welke tijdens de opslag in entrepot zijn beschadigd of bedorven , moeten kunnen worden vernietigd onder douanetoezicht .

    In dat geval worden voor deze goederen geen douanerechten , heffingen van gelijke werking en landbouwheffingen geheven .

    Wanneer resten en afvallen die na vernietiging overblijven , in het vrije verkeer worden gebracht , zijn zij als zodanig overeenkomstig het bepaalde in artikel 10 onderworpen aan de voor dergelijke resten en afvallen geldende douanerechten , heffingen van gelijke werking en landbouwheffingen .

    3 . In geval van onregelmatige uitslag van goederen worden de douanerechten , heffingen van gelijke werking en landbouwheffingen op de uitgeslagen goederen geheven naar de op de datum van uitslag geldende percentages of bedragen en overeenkomstig de overige bepalingen van artikel 10 .

    Indien de datum van uitslag niet kan worden vastgesteld , geldt het hoogste van de percentages of bedragen die sedert de dag van de opslag in entrepot of eventueel sedert de dag van de laatste opneming tot en met de dag waarop het tekort werd vastgesteld van kracht waren .

    Artikel 12

    De Lid-Staten treffen de nodige maatregelen om deze richtlijn uiterlijk per 1 oktober 1969 ten uitvoer te leggen .

    Artikel 13

    Elke Lid-Staat stelt de Commissie in kennis van de maatregelen die hij treft voor de toepassing van deze richtlijn .

    De Commissie geeft deze inlichtingen door aan de overige Lid-Staten .

    Artikel 14

    Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

    Gedaan te Brussel , 4 maart 1969 .

    Voor de Raad

    De Voorzitter

    G . THORN

    BIJLAGE

    ( Artikel 1 , lid 2 , sub a ) )

    1 . Bondsrepubliek Duitsland

    _ Oeffentliche Zollgutlager ( Zollniederlagen ) ( Zollgesetz , par . par . 42 tot en met 46 )

    _ Private Zollgutlager

    _ Zollaufschublager

    2 . Koninkrijk België

    _ Openbare entrepots / Entrepôts publics ( Loi van 4 . 3 . 1846 , hoofdstukken I tot en met VI en VIII )

    _ Particuliere entrepots / Entrepôts particuliers

    _ Fictieve entrepots / Entrepôts fictifs

    3 . Franse Republiek

    _ Entrepôts de douane ( entrepôts de stockage ) ( Code des douanes , artikelen 140 tot en met 162 ter )

    _ Entrepôts de douane ( entrepôts industriels )

    4 . Italiaanse Republiek

    _ Magazzini doganali sotto diretta custodia della dogana ( Legge doganale van 25 . 9 . 1940 , nr . 1424 , titel V , hoofdstukken I e II )

    _ Magazzini doganali dati in affitto

    _ Magazzini doganali di proprietà privata

    _ Magazzini generali

    5 . Groothertogdom Luxemburg

    _ Entrepôts publics ( Arrêté grand-ducal van 20 . 4 . 1922 , artikel 1 )

    _ Entrepôts particuliers

    _ Entrepôts fictifs

    6 . Koninkrijk der Nederlanden

    _ Tijdelijke opslag ( Algemene Wet inzake de douane en de accijnzen van 26 . 1 . 1961 , hoofdstuk I , artikel 8 , hoofdstuk III )

    _ Voorlopige opslag

    _ Fictieve entrepots

    _ Fabrieksentrepots

    Top