EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 22023A0719(02)
Sustainable Fisheries Partnership Agreement between the European Union and the Republic of Madagascar
Partnerschapsovereenkomst Inzake Duurzame Visserij Tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar
Partnerschapsovereenkomst Inzake Duurzame Visserij Tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar
ST/9007/2023/INIT
PB L 182 van 19.7.2023, p. 25–81
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
In force
19.7.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 182/25 |
PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE DUURZAME VISSERIJ TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK MADAGASKAR
DE EUROPESE UNIE,
hierna “de Unie” genoemd, en
DE REPUBLIEK MADAGASKAR,
hierna “Madagaskar” genoemd,
hierna tezamen “de partijen” en afzonderlijk “partij” genoemd,
GEZIEN de nauwe samenwerking tussen de Unie en Madagaskar, met name in het kader van de betrekkingen tussen de staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (hierna “de ACS-landen” genoemd) en de Unie, en hun wens die betrekkingen te intensiveren,
GEHECHT aan de strikte naleving van het internationaal recht, de fundamentele rechten van de mens en de soevereiniteit van Madagaskar en de lidstaten van de Unie,
GEZIEN het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (VN-Zeerechtverdrag) van Montego Bay van 10 december 1982 en de daaruit voortvloeiende soevereine rechten van Madagaskar op de natuurlijke hulpbronnen in zijn visserijzone,
GEZIEN de Overeenkomst over de toepassing van de bepalingen van het Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee van 10 december 1982 die betrekking hebben op de instandhouding en het beheer van de grensoverschrijdende en de over grote afstanden trekkende visbestanden van 1995,
ZICH BEWUST van het belang van de beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) vastgestelde Gedragscode voor een verantwoorde visserij, in de in 2016 in werking getreden overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen (hierna “de Overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen” genoemd) en het op 2 maart 2001 aangenomen internationale actieplan om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen,
VASTBESLOTEN de nodige maatregelen te nemen ter uitvoering van die beginselen,
VASTBESLOTEN rekening te houden met de resoluties en aanbevelingen van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) en andere betrokken regionale organisaties voor visserijbeheer (ROVB’s),
GELEID DOOR DE WENS om in dat verband rekening te houden met de beste beschikbare ter zake doende wetenschappelijke adviezen en de desbetreffende door de bevoegde ROVB’s vastgestelde beheersplannen, teneinde de ecologische duurzaamheid van de visserijactiviteiten veilig te stellen en oceaangovernance op internationale schaal te bevorderen,
VASTBESLOTEN een dialoog op gang te brengen, met name over de governance van de visserij, de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (hierna “IOO-visserij” genoemd), de controle, monitoring en bewaking van de visserijactiviteiten, de integriteit van het mariene milieu en het duurzame beheer van de mariene hulpbronnen,
GELEID DOOR DE WENS om het non-discriminatiebeginsel in acht te nemen voor alle soortgelijke vissersvloten die in de visserijzone van Madagaskar aanwezig zijn,
ERVAN OVERTUIGD DAT het partnerschap de vorm moet aannemen van al dan niet gezamenlijke initiatieven en maatregelen die elkaar aanvullen, coherent zijn met de beleidslijnen en op synergetische wijze worden uitgevoerd, in het wederzijds en rechtmatig belang van de Unie en Madagaskar, inclusief voor de bevolking en de lokale visserij-industrie,
VASTBESLOTEN daartoe in het kader van het sectorale visserijbeleid van Madagaskar bij te dragen tot het bevorderen van de ontwikkeling van een partnerschap teneinde met name de meest passende middelen vast te stellen om ervoor te zorgen dat dit beleid doeltreffend wordt uitgevoerd en dat de marktdeelnemers en het maatschappelijk middenveld bij dit proces worden betrokken,
GELEID DOOR DE WENS voorwaarden en voorschriften voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar vast te stellen voor de vaartuigen van de Unie waarvan de visserijactiviteiten uitsluitend op het overschot van de toegestane vangst moeten worden gericht, rekening houdend met de vangstcapaciteit van de vloten die actief zijn in de zone, en met bijzondere aandacht voor het feit dat het bij bepaalde soorten om over grote afstanden trekkende visbestanden gaat,
VASTBESLOTEN een nog nauwere en meer billijke economische en sociale samenwerking na te streven om een duurzame visserij tot stand te brengen en te versterken en om bij te dragen tot een betere governance van de oceanen en tot de ontwikkeling van visserijgerelateerde activiteiten in het kader van de blauwe economie, onder meer door de ontwikkeling van investeringen waarbij ondernemingen van de partijen betrokken zijn en die in overeenstemming zijn met de ontwikkelingsdoelstellingen van Madagaskar,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) |
de “onderhavige overeenkomst” of “overeenkomst”: de onderhavige partnerschapsovereenkomst inzake duurzame visserij tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar; |
b) |
“protocol” of “onderhavig protocol”: de tekst die de wijzen van uitvoering van de onderhavige overeenkomst vastlegt en de bijlage en aanhangsels daarbij; |
c) |
“autoriteiten van de Unie”: de Europese Commissie of, gelang het geval, de delegatie van de Europese Unie in Madagaskar; |
d) |
“autoriteit van Madagaskar”: het ministerie van Visserij; |
e) |
“visserijzone van Madagaskar”: het deel van de wateren onder de soevereiniteit of jurisdictie van Madagaskar waarin vissersvaartuigen van de Europese Unie op grond van een machtiging van Madagaskar visserijactiviteiten mogen uitoefenen; |
f) |
“vismachtiging” of “vergunning”: de visvergunning die wordt afgegeven door de autoriteit van Madagaskar aan een vissersvaartuig van de Unie en dat vaartuig het recht geeft om visserijactiviteiten te verrichten in de visserijzone van Madagaskar; |
g) |
“vissersvaartuig”: elk vaartuig dat is uitgerust voor de commerciële exploitatie van biologische rijkdommen van de zee; |
h) |
“ondersteuningsvaartuig”: elk vaartuig van de Unie dat geen aan boord gehouden sloep is, dat visserijactiviteiten faciliteert, begeleidt of voorbereidt en dat niet is uitgerust voor de visvangst en niet voor overladingen wordt gebruikt; |
i) |
“vaartuig van de Unie”: elk vissers- of ondersteuningsvaartuig dat de vlag van een lidstaat van de Unie voert en in de Unie is geregistreerd; |
j) |
“reder”: de persoon die juridisch verantwoordelijk is voor een vissersvaartuig, die het vissersvaartuig exploiteert en er controle erover heeft; |
k) |
“exploitant”: natuurlijke of rechtspersoon die een bedrijf beheert of bezit waarvan de activiteiten betrekking hebben op een stadium van de productie-, verwerkings-, afzet-, distributie- en detailhandelsketen voor visserij- en aquacultuurproducten; |
l) |
“visserijactiviteit”: het zoeken naar vis, het te water laten, uitzetten, slepen en ophalen van vistuig, het aan boord halen van de vangst, het overladen, het aan boord houden, het verwerken aan boord, het overbrengen, het kooien, vetmesten en aanlanden van vis en visserijproducten; |
m) |
“aanlanding”: het uit een vissersvaartuig aan land brengen van een hoeveelheid visserijproducten; |
n) |
“overlading”: het overbrengen van visserijproducten van een vaartuig naar een ander vaartuig; |
o) |
“vangstmogelijkheden”: een gekwantificeerd recht om te vissen, uitgedrukt in vangsten of visserijinspanning; |
p) |
“visserijproducten”: aquatische organismen die in het kader van een visserijactiviteit, inclusief als bijvangst, worden verkregen; |
q) |
“bestand”: in een bepaald gebied voorkomende mariene biologische rijkdom; |
r) |
“duurzame visserij”: visserij volgens de doelstellingen en beginselen die zijn vastgelegd in de in 1995 tijdens de conferentie van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) vastgestelde Gedragscode voor een verantwoorde visserij; |
s) |
“visserijsector”: de economische sector die alle activiteiten voor de productie, verwerking en afzet van visserij- of aquacultuurproducten omvat; |
Artikel 2
Onderwerp
Met de onderhavige overeenkomst wordt beoogd een partnerschap tot stand te brengen en een kader voor juridische, milieu-, economische en sociale governance voor de visserij vast te stellen, met vastlegging van met name:
a) |
de voorwaarden voor visserijactiviteiten van vissersvaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar; |
b) |
de economische en financiële samenwerking, ter ondersteuning van de visserijsector en de oceaangovernance; |
c) |
de samenwerking die bijdraagt tot de bevordering van de blauwe economie, met name door de verwerking en valorisatie van visproducten, tot het bewaren van de integriteit van het mariene milieu en tot het duurzame beheer van mariene hulpbronnen; |
d) |
de administratieve samenwerking voor de aanwending van de financiële tegenprestatie; |
e) |
de technische en wetenschappelijke samenwerking met het oog op een duurzame exploitatie van de visbestanden in Madagaskar; |
f) |
de economische en sociale samenwerking tussen exploitanten; |
g) |
de samenwerking op het gebied van monitoring-, controle- en bewakingsmaatregelen voor de activiteiten in de visserijzone van Madagaskar, die tot doel heeft te garanderen dat de regels in acht worden genomen en dat de maatregelen voor de instandhouding van de visbestanden en het beheer van de visserijactiviteiten doeltreffend zijn, en illegale, ongemelde en ongereglementeerde IOO-visserij te bestrijden. |
Artikel 3
Beginselen van de onderhavige overeenkomst
De partijen handelen en voeren de onderhavige overeenkomst uit overeenkomstig de volgende beginselen:
1. |
De onderhavige overeenkomst en het protocol, en met name de uitoefening van visserijactiviteiten, waarborgen een billijke verdeling van de voordelen die eruit voortvloeien. |
2. |
De partijen handelen met inachtneming van de soevereiniteit en de soevereine rechten in de zin van artikel 56 van het VN-Zeerechtverdrag. |
3. |
De partijen voeren de onderhavige overeenkomst uit overeenkomstig artikel 9 van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (1), zoals die laatstelijk is gewijzigd (hierna de “Overeenkomst van Cotonou” genoemd) inzake de essentiële elementen met betrekking tot de mensenrechten, de democratische beginselen en de rechtsstaat, en het fundamentele element met betrekking tot goed openbaar bestuur, of overeenkomstig het overeenkomstige artikel van een eventuele vervolgovereenkomst tussen de Unie en de ACS-landen. |
4. |
De aanmonstering en de arbeid van de vissers aan boord van vaartuigen van de Unie die in het kader van de onderhavige overeenkomst of van het protocol mogen vissen, verlopen in omstandigheden die in overeenstemming zijn met de beginselen van de voor vissers geldende instrumenten van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) en de Internationale Maritieme Organisatie (IMO), met name de verklaring van de IAO over de fundamentele beginselen en rechten op het werk (1998), zoals gewijzigd in 2022 en IAO-Verdrag nr. 188 betreffende werk in de visserijsector van 2007. Het gaat daarbij met name om de uitbanning van dwangarbeid en kinderarbeid, om de vrijheid van vereniging, om de effectieve erkenning van het recht op collectieve onderhandeling, om de bestrijding van discriminatie op het gebied van werk en beroep, een veilige en gezonde werkomgeving, en om fatsoenlijke leef- en werkomstandigheden aan boord van vissersvaartuigen. |
5. |
Overeenkomstig het transparantiebeginsel maken de partijen de bilaterale of multilaterale overeenkomsten openbaar waarbij aan buitenlandse vaartuigen toegang tot hun visserijzone wordt verleend of aan hun vaartuigen toegang tot andere visserijzones wordt verleend. Ze verbinden zich ertoe informatie uit te wisselen over de uit die overeenkomsten voortvloeiende visserijinspanning, met name het aantal afgegeven machtigingen en de verrichte vangsten. |
6. |
Overeenkomstig het non-discriminatiebeginsel verbindt Madagaskar zich ertoe dezelfde technische en instandhoudingsmaatregelen toe te passen op alle buitenlandse industriële tonijnvloten die in de visserijzone van Madagaskar actief zijn en dezelfde kenmerken hebben als die waarop de onderhavige overeenkomst en het protocol betrekking hebben. De betrokken voorwaarden hebben betrekking op de instandhouding, de duurzame exploitatie, de ontwikkeling en het beheer van de visbestanden, financiële regelingen en de met de afgifte van vismachtigingen samenhangende bijdragen en rechten. Wat de financiële regelingen betreft is deze bepaling van toepassing onverminderd de visserijovereenkomsten die Madagaskar kan sluiten met ontwikkelingslanden die lid zijn van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC), met inbegrip van wederkerige overeenkomsten. |
Artikel 4
Toegang tot het overschot en wetenschappelijk advies
1. De partijen komen overeen dat de vissersvaartuigen van de Unie slechts gerechtigd zijn tot de vangst van het in artikel 62, leden 2 en 3, van het VN-Zeerechtverdrag bedoelde overschot van de toegestane vangst, dat op een duidelijke en transparante manier is geïdentificeerd op basis van de beschikbare, pertinente wetenschappelijke adviezen en op basis van relevante, door de partijen uitgewisselde informatie over de totale visserijinspanning van alle vloten in de visserijzone van Madagaskar op de betrokken bestanden.
2. Inzake grensoverschrijdende of over grote afstanden trekkende visbestanden houden de partijen bij het bepalen van de toegankelijke hulpbronnen terdege rekening met relevante wetenschappelijke beoordelingen en met de beschikbare instandhoudings- en beheersmaatregelen.
3. De partijen houden zich aan de instandhoudings- en beheersmaatregelen die zijn aangenomen door de bevoegde ROVB’s en met name de IOTC en houden terdege rekening met regionale wetenschappelijke beoordelingen.
Artikel 5
Dialoog en overleg
1. De partijen verbinden zich ertoe, in hun beider belang, een nauwe dialoog aan te gaan, overleg te stimuleren en elkaar in kennis te stellen, met name van de uitvoering van het sectorale visserijbeleid, de governance van de oceanen en de bevordering van de blauwe economie.
2. De partijen werken samen aan evaluaties van maatregelen, programma’s en acties die worden uitgevoerd op grond van de onderhavige overeenkomst.
RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE PARTIJEN
Artikel 6
Toegang van vaartuigen van de Unie tot de visserijzone van Madagaskar
De autoriteit van Madagaskar machtigt de vaartuigen van de Unie om in de visserijzone van Madagaskar visserijactiviteiten uit te oefenen overeenkomstig de onderhavige overeenkomst en volgens de in het protocol vastgestelde voorwaarden.
Artikel 7
Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en exclusiviteitsclausule
1. De vaartuigen van de Unie mogen slechts in de visserijzone van Madagaskar vissen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die op grond van deze overeenkomst is afgegeven. Visserijactiviteiten van vaartuigen van de Unie buiten het kader van deze overeenkomst zijn verboden.
2. De procedure voor het verkrijgen van een vismachtiging voor een vaartuig van de Unie, de toepasselijke visrechten en de door de reder in acht te nemen betalingsvoorwaarden zijn vermeld in het protocol.
3. De partijen zorgen er via een adequate administratieve samenwerking tussen hun bevoegde autoriteiten voor dat deze voorwaarden en bepalingen correct worden toegepast.
Artikel 8
Op de visserijactiviteiten toepasselijke wetgeving
1. De activiteiten van vaartuigen van de Unie die actief zijn in de visserijzone van Madagaskar, vallen onder de toepasselijke wetgeving van Madagaskar, tenzij in de onderhavige overeenkomst of het protocol anders is bepaald. De autoriteit van Madagaskar stelt de autoriteiten van de Unie in kennis van de toepasselijke wetgeving.
2. Madagaskar verbindt zich ertoe al het nodige te doen om de doeltreffende toepassing te waarborgen van de in de onderhavige overeenkomst opgenomen maatregelen op het gebied van monitoring, controle en bewaking van de visserij, onverminderd de verantwoordelijkheden van de vlaggenstaat van de vaartuigen van de Unie. De vaartuigen van de Unie werken samen met de autoriteit van Madagaskar voor de uitvoering van deze monitoring, controle en bewaking.
3. De autoriteit van Madagaskar stelt de autoriteiten van de Unie in kennis van elke wijziging in de toepasselijke wetgeving of elke nieuwe wetgeving die van invloed kan zijn op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie. Dergelijke wetgeving is ten aanzien van de vaartuigen van de Unie afdwingbaar met ingang van de zestigste dag nadat de autoriteiten van de Unie de kennisgeving hebben ontvangen. In spoedeisende gevallen waarop de autoriteit van Madagaskar zich op het moment van de kennisgeving beroept, wordt bovengenoemde termijn echter beperkt tot zeven kalenderdagen.
4. De Unie verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen de onderhavige overeenkomst en de wetgeving van Madagaskar inzake visserij in acht nemen.
5. De autoriteiten van de Unie stellen de autoriteit van Madagaskar uiterlijk zestig dagen vóór de inwerkingtreding ervan in kennis van elke wijziging in de wetgeving van de Unie die van invloed kan zijn op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie en op de belangen van Madagaskar in het kader van de onderhavige overeenkomst.
Artikel 9
Samenwerking op wetenschappelijk en technisch gebied
1. De partijen werken samen op wetenschappelijk en technisch gebied om de toestand van de visbestanden in de wateren van Madagaskar regelmatig te evalueren, bij te dragen tot de bescherming van het mariene milieu en de nationale onderzoekscapaciteit te versterken.
2. De partijen spannen zich in om elkaar te raadplegen in het kader van de IOTC of andere bevoegde ROVB’s om het beheer en de instandhouding van de mariene biologische rijkdommen op regionaal niveau te versterken en samen te werken bij daarmee verband houdend wetenschappelijk onderzoek in de visserijzone van Madagaskar.
3. In voorkomend geval kunnen de partijen overeenkomen een gezamenlijke wetenschappelijke vergadering te beleggen om alle relevante wetenschappelijke of technische kwesties te bespreken teneinde de duurzaamheid van de exploitatie van de mariene biologische rijkdommen te waarborgen.
4. In het licht van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen ter zake voeren de partijen overleg binnen de in artikel 14 bedoelde gemengde commissie (hierna de “gemengde commissie” genoemd) om in voorkomend geval en in onderlinge overeenstemming maatregelen te nemen die gericht zijn op de verwezenlijking van de in lid 1 beoogde doelstelling.
Artikel 10
Economische en sociale samenwerking
1. De partijen verbinden zich ertoe economische, technische, technologische en commerciële samenwerking in de visserijsector en aanverwante sectoren, met inbegrip van bepaalde gebieden van de blauwe economie, te bevorderen. Zij plegen onderling overleg om de verschillende maatregelen die in dit verband kunnen worden genomen, te vergemakkelijken en te bevorderen.
2. De partijen verbinden zich ertoe de uitwisseling van informatie over vistechnieken, vistuig, conserveringsmethoden en procedés voor de industriële verwerking en valorisatie van visserijproducten te bevorderen.
3. De partijen spannen zich in om de voorwaarden te scheppen voor de bevordering van de betrekkingen tussen hun bedrijven op technisch, technologisch, economisch en commercieel gebied via de totstandbrenging van een voor ondernemingen en investeerders gunstig klimaat.
4. De partijen stimuleren de bevordering van investeringen, met inachtneming van de vigerende wetgeving van Madagaskar en van de Unie.
5. De partijen bevorderen en faciliteren de aanlanding van de vangsten van de vaartuigen van de Unie in Madagaskar. De vaartuigen van de Unie streven ernaar de voor hun activiteiten benodigde goederen en diensten in de eerste plaats in Madagaskar aan te schaffen.
6. De partijen stimuleren zowel personele als institutionele capaciteitsopbouw in de visserijsector, om het opleidingsniveau te verbeteren en de vaardigheden te ontwikkelen en aldus bij te dragen tot de duurzaamheid van de visserijactiviteiten in Madagaskar.
Artikel 11
Samenwerking op het gebied van monitoring, controle en bewaking en op het gebied van bestrijding van IOO-visserij
1. De partijen verbinden zich ertoe samen te werken bij de monitoring, controle en bewaking van visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar, en IOO-visserij te bestrijden teneinde een duurzame visserij tot stand te brengen.
2. Madagaskar ziet toe op de doeltreffende toepassing van de bepalingen betreffende de monitoring, controle en bewaking van de visserij waarin in de onderhavige overeenkomst en het protocol wordt voorzien, en in de wetgeving van Madagaskar. De vaartuigen van de Unie werken samen met de autoriteit van Madagaskar die voor de uitvoering van deze monitoring, controle en bewaking bevoegd is.
Artikel 12
Administratieve samenwerking
Om te waarborgen dat de maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden worden toegepast:
— |
zetten de partijen een administratieve samenwerking op om zich ervan te vergewissen dat de vaartuigen van de Unie de onderhavige overeenkomst en het protocol naleven; |
— |
werken de partijen samen om, met name via regelmatige, intense uitwisseling van informatie tussen de betrokken overheidsdiensten, IOO-visserij te voorkomen en te bestrijden. |
Artikel 13
Financiële tegenprestatie
1. Overeenkomstig de beginselen van de onderhavige overeenkomst kent de Unie Madagaskar een financiële tegenprestatie toe volgens de in het protocol vastgestelde voorwaarden.
2. De financiële tegenprestatie is bestemd om:
a) |
toegang te verkrijgen tot de visserijzone en de visbestanden van de visserijzone van Madagaskar, onverminderd de door de exploitanten van de vaartuigen van de Unie te betalen visrechten; |
b) |
via sectorale steun bij te dragen aan de uitvoering van een duurzaam visserijbeleid en aan de bevordering van de blauwe economie door Madagaskar. |
3. De door de Unie toegekende financiële tegenprestatie wordt elk jaar betaald overeenkomstig het protocol.
4. De financiële tegenprestatie voor de sectorale steun staat los van de betalingen voor de toegangsrechten. Ze wordt aangewend via jaarlijkse en meerjarige programma’s overeenkomstig het protocol.
5. Het bedrag van de in lid 2, punt a), bedoelde financiële tegenprestatie kan door de gemengde commissie worden herzien in de volgende gevallen:
a) |
bij een verlaging van de vangstmogelijkheden voor de vissersvaartuigen van de Unie, met name wanneer voor het beheer van de betrokken bestanden maatregelen worden toegepast die op basis van de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen ter zake nodig worden geacht voor de instandhouding en de duurzame exploitatie van de bestanden, of |
b) |
bij een verhoging van de vangstmogelijkheden voor de vissersvaartuigen van de Unie wanneer zulks, gezien de toestand van de betrokken bestanden, volgens het beste beschikbare wetenschappelijke advies ter zake mogelijk is; |
c) |
bij schorsing of opzegging als bedoeld in de artikelen 20 en 21. |
INSTITUTIONELE BEPALINGEN
Artikel 14
Gemengde commissie
1. Er wordt een uit vertegenwoordigers van de autoriteiten van de Unie en de autoriteit van Madagaskar bestaande gemengde commissie ingesteld.
2. De gemengde commissie verricht met name de volgende taken:
a) |
zij houdt toezicht op de toepassing van de onderhavige overeenkomst en met name de vaststelling en de beoordeling van de uitvoering van de sectorale steun; |
b) |
zij treedt op als contactorgaan voor vraagstukken van gemeenschappelijk belang op het gebied van visserij en maakt met name statistische analyses van de vangstgegevens; |
c) |
zij fungeert als forum voor de interpretatie van de onderhavige overeenkomst, de validatie van de in artikel 21, lid 1, punten b) en c), bedoelde voorwaarden en voor de minnelijke schikking van geschillen over de toepassing van de onderhavige overeenkomst. |
3. De gemengde commissie kan wijzigingen van het protocol vaststellen die betrekking hebben op:
a) |
de herziening van de vangstmogelijkheden en, bijgevolg, van de daarmee verbonden financiële tegenprestatie; |
b) |
de uitvoeringsbepalingen voor de sectorale steun; |
c) |
de technische voorwaarden en bepalingen die gelden voor de visserijactiviteiten van de vaartuigen van de Unie; |
d) |
elke andere taak die de partijen in onderlinge overeenstemming besluiten aan de commissie op te dragen, inclusief taken op het gebied van de strijd tegen de IOO-visserij, administratieve samenwerking en governance van de oceanen. |
4. De gemengde commissie voert haar taken uit overeenkomstig de doelstellingen van de onderhavige overeenkomst.
5. De gemengde commissie komt minstens eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in Madagaskar en in de Unie, of op een andere door de partijen bepaalde plaats of via videoconferentie, en wordt voorgezeten door de partij die de vergadering organiseert. Op verzoek van een van de partijen belegt de gemengde commissie een buitengewone vergadering in de maand die volgt op het verzoek.
6. De besluiten worden bij consensus genomen en worden opgenomen in de notulen van de vergadering. De gemengde commissie kan zo nodig via briefwisseling overleggen en beslissen.
7. De gemengde commissie kan haar werkingsregels vastleggen in een reglement van orde.
Artikel 15
Toepassingsgebied van de onderhavige overeenkomst
De onderhavige overeenkomst is van toepassing op het grondgebied waar het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is en volgens de in dat Verdrag gestelde voorwaarden enerzijds, en op het grondgebied van Madagaskar en in de wateren onder de soevereiniteit en jurisdictie van Madagaskar, anderzijds.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 16
Geschillenbeslechting
De partijen plegen in de gemengde commissie overleg bij geschillen over de interpretatie of toepassing van de onderhavige overeenkomst, onverminderd de mogelijkheid, wanneer geen oplossing wordt gevonden, een beroep te doen op een internationaal orgaan, mits beide partijen daarmee instemmen.
Artikel 17
Inwerkingtreding
1. De onderhavige overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van de daartoe vereiste procedures.
2. De in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt, waar het de Unie betreft, toegezonden aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.
Artikel 18
Looptijd
De onderhavige overeenkomst is geldig voor een periode van vier jaar die ingaat op de datum van de voorlopige toepassing ervan, behalve in het geval van opzegging overeenkomstig artikel 21.
Artikel 19
Voorlopige toepassing
De onderhavige overeenkomst wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 juli 2023 onder voorbehoud van de ondertekening ervan door de partijen of met ingang van de datum van de ondertekening ervan indien die na 1 juli 2023 plaatsvindt.
Artikel 20
Schorsing van de toepassing
1. De toepassing van de onderhavige overeenkomst kan op initiatief van een van de partijen worden geschorst in een of meer van de volgende gevallen:
a) |
als omstandigheden die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen, de uitoefening van de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar verhinderen. Als het om natuurverschijnselen gaat, plegen de partijen overleg om de impact ervan op de visserijactiviteiten en op de uitvoering van het protocol te evalueren; |
b) |
als er tussen de partijen een ernstig en onopgelost geschil bestaat over de interpretatie of uitvoering van de onderhavige overeenkomst; |
c) |
als een van de partijen de onderhavige overeenkomst niet naleeft; |
d) |
als het sectorale visserijbeleid dat tot de sluiting van de overeenkomst heeft geleid, ingrijpend wordt gewijzigd en een van de partijen naar aanleiding daarvan een verzoek tot wijziging van de onderhavige overeenkomst indient. |
2. De schorsing van de toepassing van de onderhavige overeenkomst wordt door de partij in kwestie schriftelijk aan de andere partij meegedeeld en treedt drie maanden na ontvangst van die kennisgeving in werking. Door deze kennisgeving te versturen wordt het overleg tussen de partijen in het kader van de gemengde commissie geopend, waarbij het de bedoeling is binnen drie maanden tot een minnelijke schikking van hun geschil te komen.
3. Als het geschil niet in der minne wordt geregeld en er een schorsing van de toepassing wordt toegepast, blijven de partijen met elkaar overleg plegen. Indien van toepassing komen de partijen overeen de schorsing van de toepassing op te heffen.
4. De in artikel 13, lid 2, bedoelde financiële tegenprestatie voor de periode van schorsing van de toepassing wordt na overleg tussen de partijen aangepast. Een dergelijke aanpassing wordt ook toegepast indien een van de partijen de voorlopige toepassing van onderhavige overeenkomst beëindigt.
Artikel 21
Opzegging
1. De onderhavige overeenkomst kan op initiatief van een van de partijen worden opgezegd wanneer zich een of meer van de volgende gevallen voordoen:
a) |
als omstandigheden die aan de redelijke controle van een van de partijen ontsnappen, de uitoefening van de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar verhinderen. Als het om natuurverschijnselen gaat, plegen de partijen overleg om de impact ervan op de visserijactiviteiten en op de uitvoering van het protocol te evalueren; |
b) |
in geval van een significante verandering in de betrokken bestanden; |
c) |
als de aan de vaartuigen van de Unie toegestane vangstmogelijkheden aanzienlijk minder worden benut; |
d) |
als de door de partijen aangegane verbintenissen op het gebied van de bestrijding van IOO-visserij niet worden nagekomen; |
e) |
als er tussen de partijen een ernstig en onopgelost geschil bestaat over de interpretatie of uitvoering van de onderhavige overeenkomst; |
f) |
als een van de partijen de onderhavige overeenkomst niet naleeft; |
g) |
als het sectorale visserijbeleid dat tot de sluiting van de onderhavige overeenkomst heeft geleid, ingrijpend wordt gewijzigd. |
2. De opzegging van de onderhavige overeenkomst wordt door de partij in kwestie schriftelijk aan de andere partij meegedeeld en treedt zes maanden na ontvangst van die kennisgeving in werking, tenzij de partijen in onderlinge overeenstemming besluiten die termijn te verlengen. Voor de in lid 1, punten b) en c), bedoelde gevallen vindt de kennisgeving evenwel plaats na de validering van de opzeggingsvoorwaarden door de gemengde commissie.
3. Vanaf het tijdstip van de kennisgeving plegen de partijen met elkaar overleg om binnen zes maanden tot een minnelijke schikking te komen.
4. Na overleg tussen de partijen wordt de in artikel 13 bedoelde financiële tegenprestatie aangepast voor het jaar waarin de opzegging in werking treedt. Een dergelijke aanpassing wordt ook toegepast indien een van de partijen de voorlopige toepassing van de onderhavige overeenkomst beëindigt.
Artikel 22
Intrekking
De partnerschapsovereenkomst in de visserijsector tussen de Republiek Madagaskar en de Europese Gemeenschap (2) die sinds 1 januari 2007 van toepassing is, wordt ingetrokken.
Artikel 23
Authentieke teksten
De onderhavige overeenkomst wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.
Съставено в Брюксел на тридесети юни две хиляди двадесет и трета година.
Hecho en Bruselas, el treinta de junio de dos mil veintitrés.
V Bruselu dne třicátého června dva tisíce dvacet tři.
Udfærdiget i Bruxelles den tredivte juni to tusind og treogtyve.
Geschehen zu Brüssel am dreißigsten Juni zweitausenddreiundzwanzig.
Kahe tuhande kahekümne kolmanda aasta juunikuu kolmekümnendal päeval Brüsselis.
Έγινε στις Βρυξέλλες, στις τριάντα Ιουνίου δύο χιλιάδες είκοσι τρία.
Done at Brussels on the thirtieth day of June in the year two thousand and twenty three.
Fait à Bruxelles, le trente juin deux mille vingt-trois.
Arna dhéanamh sa Bhruiséil, an tríochadú lá de Mheitheamh sa bhliain dhá mhíle fiche a trí.
Sastavljeno u Bruxellesu tridesetog lipnja godine dvije tisuće dvadeset treće.
Fatto a Bruxelles, addì trenta giugno duemilaventitré.
Briselē, divi tūkstoši divdesmit trešā gada trīsdesmitajā jūnijā.
Priimta du tūkstančiai dvidešimt trečių metų birželio trisdešimtą dieną Briuselyje.
Kelt Brüsszelben, a kétezer-huszonharmadik év június havának harmincadik napján.
Magħmul fi Brussell, fit-tletin jum ta’ Ġunju fis-sena elfejn u tlieta u għoxrin.
Gedaan te Brussel, dertig juni tweeduizend drieëntwintig.
Sporządzono w Brukseli dnia trzydziestego czerwca roku dwa tysiące dwudziestego trzeciego.
Feito em Bruxelas, em trinta de junho de dois mil e vinte e três.
Întocmit la Bruxelles la treizeci iunie două mii douăzeci și trei.
V Bruseli tridsiateho júna dvetisícdvadsaťtri.
V Bruslju, tridesetega junija dva tisoč triindvajset.
Tehty Brysselissä kolmantenakymmenentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattakaksikymmentäkolme.
Som skedde i Bryssel den trettionde juni år tjugohundratjugotre.
L1822023NL410120230709NL0002.0001171193PROTOCOL BETREFFENDE DE ASSOCIATIE VAN NIEUW-ZEELAND MET HORIZON EUROPA — HET KADERPROGRAMMA VOOR ONDERZOEK EN INNOVATIE (2021-2027)Artikel 1Reikwijdte van de associatieNieuw-Zeeland neemt als geassocieerd land deel en draagt bij aan pijler II (Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen) van het Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (het Horizon Europa-programma) als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de RaadVerordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1). en uitgevoerd door middel van het specifieke programma dat is vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/764 van de RaadBesluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 1)., in de actuele versies daarvan.Artikel 2Aanvullende voorwaarden voor deelname aan het Horizon Europa-programma1.Voordat zij beslist of Nieuw-Zeelandse entiteiten in aanmerking komen voor een actie met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de EU als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695, kan de Europese Commissie om specifieke informatie of toezeggingen verzoeken, bijvoorbeeld:a)informatie over de vraag of entiteiten van de Unie toegang hebben gekregen of zullen krijgen tot bestaande en geplande programma’s en activiteiten van Nieuw-Zeeland, of onderdelen daarvan, die equivalent zijn aan de desbetreffende actie in het kader van Horizon Europa;b)informatie over de vraag of Nieuw-Zeeland beschikt over een nationaal screeningmechanisme voor investeringen en waarborgen dat de autoriteiten van Nieuw-Zeeland bij de Europese Commissie verslag uitbrengen en advies vragen over alle mogelijke gevallen waarbij zij, bij de toepassing van een dergelijk mechanisme, kennis hebben gekregen van een voorgenomen buitenlandse investering of overname door een entiteit die buiten Nieuw-Zeeland is gevestigd of waarover vanuit het buitenland zeggenschap wordt uitgeoefend, in een Nieuw-Zeelandse juridische entiteit die financiering vanuit Horizon Europa heeft ontvangen in het kader van acties met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Unie, voor zover de Europese Commissie na de ondertekening van subsidieovereenkomsten met deze entiteiten aan Nieuw-Zeeland de lijst van de relevante Nieuw-Zeelandse entiteiten verstrekt, enc)waarborgen dat geen van de resultaten, technologieën, diensten en producten die door Nieuw-Zeelandse entiteiten in het kader van de desbetreffende acties zijn ontwikkeld, gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie aan beperkingen worden onderworpen wat betreft de uitvoer daarvan naar de lidstaten van de Unie. Nieuw-Zeeland deelt gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van een actie jaarlijks een bijgewerkte lijst met nationale uitvoerbeperkingen.2.Nieuw-Zeelandse entiteiten kunnen deelnemen aan de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden voor entiteiten van de Unie, tenzij beperkingen noodzakelijk zijn om coherentie met de reikwijdte van de deelname te waarborgen in verband met de uitvoering van lid 1.3.Nieuw-Zeeland wordt regelmatig op de hoogte gehouden van activiteiten van het JRC in verband met de deelname van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma, en met name van de meerjarige werkprogramma’s van het JRC. Voor een kwestie met betrekking tot de deelname van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma kan een vertegenwoordiger van Nieuw-Zeeland worden uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan vergaderingen van de raad van beheer van het JRC.4.Indien de Unie het Horizon Europa-programma uitvoert door de artikelen 185 en 187 VWEU toe te passen, kunnen Nieuw-Zeeland en Nieuw-Zeelandse entiteiten deelnemen aan de uit hoofde van deze bepalingen tot stand gebrachte juridische structuren, in overeenstemming met de rechtshandelingen van de Unie die voor de totstandbrenging van die structuren zijn of zullen worden vastgesteld.5.Gezien de deelname van Nieuw-Zeeland aan pijler II van het Horizon Europa-programma, hebben vertegenwoordigers van Nieuw-Zeeland het recht als waarnemers deel te nemen aan de vergaderingen van het in artikel 14 van Besluit (EU) 2021/764 bedoelde comité, zonder stemrecht en enkel voor kwesties die Nieuw-Zeeland betreffen. Bij een dergelijke deelname wordt artikel 5 van deze Overeenkomst in acht genomen. De reiskosten van de vertegenwoordigers van Nieuw-Zeeland naar de vergaderingen van het comité worden vergoed in economyclass. Voor alle andere aangelegenheden gelden voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten dezelfde regels als voor vertegenwoordigers van de lidstaten van de Unie.6.De Partijen stellen, binnen het kader van de bestaande bepalingen, wetgeving en/of overheidsregelingen, alles in het werk om het vrije verkeer van personen die aan de onder dit protocol vallende activiteiten, met inbegrip van bezoeken en het uitvoeren van onderzoek, deelnemen, alsook het grensoverschrijdend verlenen van diensten en vervoeren van goederen die zijn bestemd om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te vergemakkelijken.Artikel 3WederkerigheidIn de Unie gevestigde juridische entiteiten kunnen overeenkomstig de nationale regelingen van Nieuw-Zeeland inzake wetenschapsfinanciering deelnemen aan programma’s of activiteiten van Nieuw-Zeeland, of aan onderdelen daarvan, die equivalent zijn aan die van pijler II van het Horizon Europa-programma. Indien Nieuw-Zeeland geen financiering verstrekt, kunnen in de Unie gevestigde juridische entiteiten met hun eigen middelen deelnemen.Bijlage II bij dit protocol bevat een niet-uitputtende lijst van de equivalente programma’s of activiteiten van Nieuw-Zeeland, of bij wijze van uitzondering, onderdelen daarvan.Artikel 4Open wetenschapDe Partijen bevorderen en stimuleren openwetenschapspraktijken in hun programma’s, projecten en activiteiten overeenkomstig de regels van het Horizon Europa-programma en de wet- en regelgeving en het openwetenschapsbeleid van Nieuw-Zeeland, en met inachtneming van de verplichtingen van Nieuw-Zeeland uit hoofde van Te Tiriti o Waitangi/het Verdrag van Waitangi.Artikel 5Gedetailleerde voorschriften inzake de financiële bijdrage, het aanpassingsmechanisme en het automatisch correctiemechanisme1.Op de operationele bijdrage van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma is een automatisch correctiemechanisme van toepassing. Het in artikel 7 van deze Overeenkomst bedoelde aanpassingsmechanisme is niet van toepassing ten aanzien van de operationele bijdrage van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma.2.Het automatisch correctiemechanisme is gebaseerd op de prestaties van Nieuw-Zeeland en Nieuw-Zeelandse entiteiten in de onderdelen van pijler II van het Horizon Europa-programma die door middel van subsidies op basis van mededinging worden uitgevoerd.3.Bijlage I bij dit protocol bevat gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van het automatisch correctiemechanisme.Artikel 6Slotbepalingen1.Dit protocol blijft van kracht zolang dat nodig is voor de afronding van alle projecten, acties, activiteiten of onderdelen daarvan die vanuit pijler II van het Horizon Europa-programma worden gefinancierd, van alle acties die nodig zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, en van alle financiële verplichtingen tussen de Partijen die voortvloeien uit de uitvoering van dit protocol.2.De bijlagen bij dit protocol maken integrerend deel uit van het protocol.Bijlage IVoorschriften voor de financiële bijdrage van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma (2021-2027)Bijlage IILijst van equivalente programma’s of activiteiten van Nieuw-Zeeland of onderdelen daarvanL1822023NL2510120230626NL0004.0001371459Protocol tot Uitvoering van de Partnerschapsovereenkomst Inzake Duurzame Visserij Tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar (2023-2027)Artikel 1DefinitiesVoor de toepassing van onderhavig protocol zijn de definities van artikel 1 van de overeenkomst van toepassing, met uitzondering van de hierna vermelde wijzigingen en aangevuld als volgt:1)waarnemer: persoon die door een nationale autoriteit is gemachtigd om aan boord van een vissersvaartuig toe te zien op de visserijactiviteiten van dat vaartuig en kwantitatieve of kwalitatieve gegevens te verzamelen over de resultaten van die activiteiten;2)visaantrekkende voorziening (FAD — fish aggregating device): een permanent, semipermanent of tijdelijk voorwerp of een permanente, semipermanente of tijdelijke structuur of voorziening van om het even welk materiaal, door de mens gemaakt of van natuurlijke oorsprong, dat/die wordt uitgezet en/of getraceerd met het oog op het samendrijven en vervolgens vangen van tonijnsoorten als doelsoorten.Artikel 2OnderwerpDe doelstelling van onderhavig protocol is uitvoering te geven aan de overeenkomst, met name door de vaststelling van de voorwaarden voor de toegang van vaartuigen van de Unie tot de visserijzone van Madagaskar, en aan de in artikel 2 van de overeenkomst bedoelde vormen van samenwerking.Het onderhavige protocol wordt uitgelegd en toegepast met inachtneming van de beginselen en bepalingen van de overeenkomst en op een manier die daarmee verenigbaar is.Artikel 3ToepassingsgebiedHet onderhavige protocol is van toepassing:op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar waarbij op tonijn en tonijnachtigen wordt gevist;op de uitvoering van de verschillende vormen van samenwerking die zijn genoemd in artikel 2 van de overeenkomst.Artikel 4Vissoorten en aantal gemachtigde vaartuigen1.De soorten waarop mag worden gevist, zijn de in aanhangsel 1 van de bijlage bij het onderhavig protocol vermelde tonijnachtigen en daarmee geassocieerde soorten die onder het beheersmandaat van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) vallen.2.Het is verboden op de volgende soorten te vissen:door internationale verdragen beschermde soorten, met name Cethorinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis, Carcharinus longimanus, Isurus oxyrinchus, Isurus paucus;soorten die op grond van een verbod van de IOTC noch volledig noch in delen aan boord mogen worden gehouden of mogen worden overgeladen, aangeland of opgeslagen, en met name de soorten van de families van de Alopiidae, Sphyrnidae en Lamnidae.3.De vangstmogelijkheden worden als volgt verdeeld over vijfenzestig vaartuigen van de Unie:tweeëndertig vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen,dertien vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug met een brutotonnage van meer dan honderd,twintig vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug met een brutotonnage van honderd of minder.4.Lid 3 is van toepassing onverminderd de artikelen 11 en 12.Artikel 5LooptijdHet onderhavig protocol is van toepassing voor een periode van vier jaar die ingaat op de datum van voorlopige toepassing.Artikel 6Financiële tegenprestatie1.De totale waarde van het onderhavig protocol voor de gehele periode van vier jaar wordt geraamd op 12880000 EUR, d.w.z. 3220000 EUR per jaar. Dit totaalbedrag wordt als volgt uitgesplitst:7200000 EUR voor de in artikel 13 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie van de Unie;5680000 EUR, overeenkomend met de geraamde waarde van de bijdragen van de reders.2.De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Unie omvat:a)een jaarlijks bedrag van 700000 EUR voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar, wat overeenkomt met een referentietonnage, voor alle soorten samen, van 14000 ton per jaar;b)een specifiek jaarlijks bedrag van 1100000 EUR voor de ondersteuning en uitvoering van het sectoraal visserijbeleid van Madagaskar. Dat bedrag wordt ter beschikking gesteld van het ministerie van Visserij en beheerd door het Malagassisch agentschap voor visserij en aquacultuur volgens de regels en procedures die overeenkomstig de nationale voorschriften zijn vastgesteld in een procedurehandboek dat is opgesteld door het ministerie van Visserij en vóór de voorlopige toepassing van het protocol aan de autoriteiten van de Unie is meegedeeld.3.Lid 1 van dit artikel is van toepassing onverminderd de artikelen 7, 8, 11, 14 en 15 van het protocol.4.De financiële tegenprestatie wordt overgemaakt:a)op een bij de centrale bank van Madagaskar geopende bankrekening van het ministerie van Financiën voor het deel betreffende de toegang tot de visserijzone van Madagaskar;b)op een voor de sectorale steun gereserveerde rekening onder toezicht van het ministerie van Visserij voor het deel betreffende de sectorale steun.De autoriteit van Madagaskar stelt de autoriteiten van de Unie vóór het begin van de voorlopige toepassing van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekeningen en bevestigt deze elk jaar.Artikel 7Betalingsvoorwaarden voor de financiële tegenprestatie voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar1.Indien de overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling 1, van de bijlage vastgestelde jaarlijkse vangsten van vaartuigen van de Unie hoger uitvallen dan het referentietonnage van 14000 ton, wordt de jaarlijkse financiële tegenprestatie verhoogd met 50 EUR per extra ton.2.De Unie mag jaarlijks voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in artikel 6, lid 2, punt a), vermelde bedrag. Indien vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar meer vangen dan het dubbele van het referentietonnage, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het daaropvolgende jaar betaald.3.Voor het eerste jaar vindt de betaling van de financiële tegenprestatie voor de toegang van de vaartuigen van de Unie tot de visserijzone van Madagaskar uiterlijk negentig dagen na de datum van voorlopige toepassing van het onderhavig protocol plaats, en voor de daaropvolgende jaren uiterlijk op de verjaardag van de voorlopige toepassing van het onderhavig protocol.4.De toewijzing van de financiële tegenprestatie voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar valt onder de exclusieve bevoegdheid van Madagaskar.Artikel 8Aanwending en betaling van de sectorale steun1.De in artikel 14 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie (hierna de gemengde commissie genoemd) stelt uiterlijk drie maanden na de datum van voorlopige toepassing van het onderhavig protocol een per jaar gespecificeerd meerjarig sectoraal steunprogramma vast dat tot algemeen doel heeft een verantwoorde en duurzame visserij in de visserijzone van Madagaskar te bevorderen.2.Dat programma wordt uiteengezet in een document dat met name het volgende omvat:a)de op een meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor de bestemming van het in artikel 6, lid 2, punt b), genoemde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie;b)de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde doelstellingen en acties ten gunste van een duurzame en verantwoorde visserij en van de blauwe economie, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten van Madagaskar, met name:de uitvoering van de nationale beheersstrategie voor de tonijnvisserij,steun voor de ambachtelijke en traditionele visserij,de opleiding van zeevissers,de monitoring, controle en bewaking van visserijactiviteiten en meer in het bijzonder de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (hierna IOO-visserij genoemd),de versterking van het onderzoek met betrekking tot de visbestanden en van de capaciteit voor het beheer van de mariene ecosystemen en de visbestanden, ende voedselveiligheid van visserijproducten;c)de criteria en de procedures voor de jaarlijkse evaluatie van de bereikte resultaten, in voorkomend geval aan de hand van indicatoren.3.De autoriteit van Madagaskar geeft de gemengde commissie elk jaar in een jaarverslag een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de activiteiten van het programma. Daarnaast wordt in het verslag van het laatste jaar de balans opgemaakt van de uitvoering van het programma voor de gehele looptijd van het onderhavig protocol.4.Over voorstellen tot wijziging van het programma wordt door het gemengd comité beslist.5.Het deel van de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun wordt in jaarlijkse schijven betaald op basis van een door de gemengde commissie verrichte analyse van de resultaten van de uitvoering van het programma.6.De Unie kan de betaling van de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk schorsen wanneer uit de analyse van de gemengde commissie blijkt dat:a)de bereikte resultaten niet in overeenstemming zijn met de programmering van de gemengde commissie;b)de in die programmering opgenomen acties niet zijn uitgevoerd.7.Na een schorsing als bedoeld in lid 6 wordt de betaling van het deel van de financiële tegenprestatie voor sectorale steun pas hervat nadat beide partijen overleg hebben gepleegd en overeenstemming hebben bereikt en wanneer de resultaten van de uitvoering van de sectorale steun in overeenstemming zijn met de programmering van de gemengde commissie. Het deel van de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun kan evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk zes maanden na het aflopen van het onderhavig protocol.8.De partijen blijven het programma monitoren tot het volledig is uitgevoerd.9.De verificaties en controles met betrekking tot het gebruik van de middelen van de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde tegenprestatie kunnen worden verricht door de audit- en controleorganen van elke partij, met inbegrip van de Europese Rekenkamer. In het kader daarvan hebben zij recht op toegang tot de informatie, documenten, terreinen en installaties van de begunstigden.10.De autoriteit van Madagaskar voert promotie- en communicatiemaatregelen uit om zichtbaarheid te geven aan de met de sectorale steun gefinancierde verwezenlijkingen en aan de bijdrage van de Unie.Artikel 9Wetenschappelijke samenwerking met het oog op verantwoorde visserij1.De partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de visserijzone van Madagaskar te bevorderen via wetenschappelijke samenwerking.2.De partijen wisselen alle relevante wetenschappelijke informatie uit over de toestand van de mariene biologische rijkdommen in de visserijzone van Madagaskar.3.Door elke partij voorgestelde deskundige wetenschappers nemen deel aan de in artikel 9, lid 3, van de overeenkomst bedoelde gezamenlijke wetenschappelijke vergadering. De partijen stellen de gegevens beschikbaar die nodig zijn voor de werkzaamheden van de wetenschappers. De opdracht, samenstelling en organisatie van die gezamenlijke wetenschappelijk vergaderingen worden vastgesteld door de gemengde commissie.4.De gezamenlijke wetenschappelijke vergadering stelt een verslag op, dat eventueel vergezeld gaat van een advies en aan de gemengde commissie wordt voorgelegd ter beoordeling en eventuele vaststelling van maatregelen zoals bepaald in artikel 9, lid 4, van de overeenkomst.Artikel 10Economische en sociale samenwerking1.Met het oog op de toepassing van de beginselen van artikel 10 van de overeenkomst betreffende economische en sociale samenwerking plegen de partijen regelmatig overleg in het kader van de gemengde commissie en betrekken zij de exploitanten en andere belanghebbende partijen daarbij, met als doel na te gaan welke mogelijkheden voor samenwerking er zijn, onder meer met het oog op de ontwikkeling van de handel en van investeringen in de visserijsector.2.Bij dat overleg wordt rekening gehouden met de ontwikkelings- en samenwerkingsprogramma’s van de Unie of andere technische en financiële partners.Artikel 11Herziening, in onderlinge overeenstemming, van de vangstmogelijkheden en van de uitvoeringsbepalingen van het onderhavig protocol1.De gemengde commissie kan, in voorkomend geval na advies van de in artikel 9 bedoelde gezamenlijke wetenschappelijke vergadering, de in artikel 4 vastgestelde vangstmogelijkheden herzien op basis van relevante wetenschappelijke adviezen en met name rekening houdend met de resoluties en aanbevelingen van de IOTC, met het oog op een duurzaam beheer van de onder het onderhavig protocol vallende visbestanden.2.De in artikel 6, lid 2, punt a), bedoelde financiële tegenprestatie kan in dat geval verhoudingsgewijs worden aangepast en het onderhavig protocol en de bijlage daarbij worden dienovereenkomstig gewijzigd.3.De gemengde commissie kan de bepalingen van het onderhavig protocol betreffende de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de uitvoeringsbepalingen voor de sectorale steun aanpassen.4.De besluiten van de gemengde commissie krijgen dezelfde rechtskracht als het onderhavig protocol, mits de partijen de respectieve procedures hebben voltooid.Artikel 12Verkennende visserij en nieuwe vangstmogelijkheden1.De partijen stimuleren verkennende visserij in de visserijzone van Madagaskar die erop gericht is de wetenschappelijke en economische duurzaamheid van een nieuwe visserij te beoordelen, met name wat betreft soorten die als onderbevist worden beschouwd of waarbij de toestand van het bestand niet bekend is.2.Overeenkomstig haar wetgeving kan de autoriteit van Madagaskar de uitvoering van een verkennende viscampagne goedkeuren op basis van specifieke, door de gemengde commissie vastgestelde specificaties. Die specificaties bevatten de betrokken soorten en de relevante voorwaarden van die campagne, rekening houdend met de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en, in voorkomend geval, met het op grond van artikel 9 verkregen wetenschappelijk advies.3.Machtigingen voor verkennende visserij worden aan vaartuigen toegekend voor een periode van ten hoogste zes maanden, die zo nodig volgens de aanbevelingen van het wetenschappelijk advies kan worden ingekort. De vaartuigen die betrokken zijn bij verkennende visserij moeten voldoen aan de door de autoriteit van Madagaskar goedgekeurde specificaties. Tijdens de hele viscampagne is er een door de autoriteit van Madagaskar aangewezen waarnemer en eventueel een wetenschappelijk waarnemer van de vlaggenstaat aan boord. Overeenkomstig artikel 9 worden de verzamelde observatiegegevens doorgegeven voor analyse en wetenschappelijk advies.4.De wetenschappelijke vergadering legt haar advies over de resultaten van de verkennende visreizen voor aan de gemengde commissie, die in voorkomend geval beslist over de invoering van vangstmogelijkheden voor nieuwe soorten totdat het onderhavig protocol afloopt.Artikel 13Voorwaarden voor afgifte van vismachtigingen en uitoefening van visserijactiviteiten1.De vaartuigen van de Unie mogen slechts in de visserijzone van Madagaskar vissen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die op grond van de overeenkomst en het onderhavig protocol door de autoriteit van Madagaskar is afgegeven.2.De autoriteit van Madagaskar mag alleen in het kader van de overeenkomst en van het onderhavig protocol vismachtigingen aan vaartuigen van de Unie afgeven en het is verboden om buiten dit kader machtigingen, en met name rechtstreekse particuliere machtigingen, aan dergelijke vaartuigen af te geven.3.Op de activiteiten van vaartuigen van de Unie die over een machtiging beschikken om in de visserijzone van Madagaskar te vissen, zijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Madagaskar van toepassing, tenzij in dit protocol anders is bepaald.Artikel 14Schorsing van de toepassing1.De uitvoering van het onderhavig protocol, inclusief de visserijactiviteiten van de vaartuigen en de betaling van de financiële tegenprestatie, kan unilateraal door een van de partijen worden geschorst in de gevallen als bepaald in artikel 20 van de overeenkomst.2.Schorsing van de toepassing wegens niet-naleving van de in artikel 3, lid 3, van de overeenkomst vastgestelde voorwaarden is enkel toegestaan bij activering van de in artikel 96 van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijdsPB L 317 van 15.12.2000, blz. 3., zoals die laatstelijk is gewijzigd (hierna de Overeenkomst van Cotonou genoemd) neergelegde overlegmechanismen betreffende de inbreuk op de essentiële elementen van de mensenrechten zoals gedefinieerd in artikel 9 van die overeenkomst of in het overeenkomstige artikel van een eventuele vervolgovereenkomst.3.De toepassing van het onderhavig protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste een maand vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing van de toepassing meldt. Door deze kennisgeving te versturen wordt het overleg tussen de partijen in het kader van de gemengde commissie geopend, waarbij het de bedoeling is tot een minnelijke schikking van hun geschil te komen.4.In geval van schorsing van de toepassing worden de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar onderbroken gedurende de gehele periode van de schorsing van de toepassing. De vaartuigen van de Unie verlaten de visserijzone van Madagaskar binnen vierentwintig uur na de inwerkingtreding van de schorsing.5.De partijen blijven in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het onderhavig protocol hervat en wordt het bedrag van de eventuele financiële tegenprestatie overeengekomen in de gemengde commissie.Artikel 15Opzegging1.Bij opzegging van het onderhavig protocol in de gevallen en volgens de voorwaarden als bepaald in artikel 21 van de overeenkomst stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het onderhavig protocol op te zeggen.2.De partijen gaan met elkaar in overleg zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden.Artikel 16Gegevensbescherming1.De partijen zien erop toe dat de in het kader van de overeenkomst uitgewisselde gegevens door de bevoegde autoriteit uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van de overeenkomst en met name voor beheersdoeleinden en voor de monitoring, controle en bewaking van de visserij.2.De partijen verbinden zich ertoe erop toe te zien dat alle in het kader van de overeenkomst verkregen commercieel gevoelige gegevens en persoonsgegevens betreffende vaartuigen van de Unie en hun visserijactiviteiten, alsook alle commercieel gevoelige informatie over de door de Unie gebruikte communicatiesystemen, vertrouwelijk worden behandeld. De partijen zien erop toe dat alleen geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten van Madagaskar in de visserijzone openbaar worden gemaakt.3.Persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is.4.De in het kader van de overeenkomst uitgewisselde persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig aanhangsel 2 van de bijlage bij het onderhavig protocol. De gemengde commissie kan andere garanties en rechtsmiddelen met betrekking tot persoonsgegevens en de rechten van de betrokkenen vaststellen.5.De leden 1 tot en met 4 vormen geen beletsel voor de naleving door de partijen van de verplichtingen van regionale organisaties voor visserijbeheer of regionale visserijorganisaties (ROVB’s) of van regionale visserijorganisaties op het gebied van de transmissie en bekendmaking van gegevens over de vaartuigen.Artikel 17Elektronische gegevensuitwisseling1.De partijen verbinden zich ertoe zo spoedig mogelijk de informaticasystemen in te voeren die nodig zijn voor de elektronische uitwisseling van alle met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten.2.De elektronische versie van een document wordt in alle opzichten als gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd, mits de echtheid van het document gewaarborgd is.3.De uitvoerings- en gebruiksregelingen voor de elektronische gegevensuitwisseling met betrekking tot de vangstgegevens, de vangstaangiften bij het binnen- en buitenvaren (via het elektronische registratie- en meldsysteem (ERS)), de posities van de vaartuigen (via VMS — Vessel Monitoring System) en voor de aanvraag van vismachtigingen zijn opgenomen in de bijlage en de bijbehorende aanhangsels.4.De partijen stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere storing van een informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten worden dan vervangen door hun papieren versie of doorgestuurd via een ander in de bijlage bij onderhavig protocol omschreven communicatiemiddel.Artikel 18Inwerkingtreding1.Het onderhavig protocol treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.2.De in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt, wat de Unie betreft, toegezonden aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.Artikel 19Voorlopige toepassingHet onderhavig protocol wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 juli 2023 onder voorbehoud van de ondertekening ervan door de partijen of met ingang van de datum van de ondertekening ervan indien die na 1 juli 2023 plaatsvindt.Artikel 20Authentieke tekstenHet protocol wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.Съставено в Брюксел на тридесети юни две хиляди двадесет и трета година.Hecho en Bruselas, el treinta de junio de dos mil veintitrés.V Bruselu dne třicátého června dva tisíce dvacet tři.Udfærdiget i Bruxelles den tredivte juni to tusind og treogtyve.Geschehen zu Brüssel am dreißigsten Juni zweitausenddreiundzwanzig.Kahe tuhande kahekümne kolmanda aasta juunikuu kolmekümnendal päeval Brüsselis.Έγινε στις Βρυξέλλες, στις τριάντα Ιουνίου δύο χιλιάδες είκοσι τρία.Done at Brussels on the thirtieth day of June in the year two thousand and twenty three.Fait à Bruxelles, le trente juin deux mille vingt-trois.Arna dhéanamh sa Bhruiséil, an tríochadú lá de Mheitheamh sa bhliain dhá mhíle fiche a trí.Sastavljeno u Bruxellesu tridesetog lipnja godine dvije tisuće dvadeset treće.Fatto a Bruxelles, addì trenta giugno duemilaventitré.Briselē, divi tūkstoši divdesmit trešā gada trīsdesmitajā jūnijā.Priimta du tūkstančiai dvidešimt trečių metų birželio trisdešimtą dieną Briuselyje.Kelt Brüsszelben, a kétezer-huszonharmadik év június havának harmincadik napján.Magħmul fi Brussell, fit-tletin jum ta’ Ġunju fis-sena elfejn u tlieta u għoxrin.Gedaan te Brussel, dertig juni tweeduizend drieëntwintig.Sporządzono w Brukseli dnia trzydziestego czerwca roku dwa tysiące dwudziestego trzeciego.Feito em Bruxelas, em trinta de junho de dois mil e vinte e três.Întocmit la Bruxelles la treizeci iunie două mii douăzeci și trei.V Bruseli tridsiateho júna dvetisícdvadsaťtri.V Bruslju, tridesetega junija dva tisoč triindvajset.Tehty Brysselissä kolmantenakymmenentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattakaksikymmentäkolme.Som skedde i Bryssel den trettionde juni år tjugohundratjugotre.
PROTOCOL TOT UITVOERING VAN DE PARTNERSCHAPSOVEREENKOMST INZAKE DUURZAME VISSERIJ TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE REPUBLIEK MADAGASKAR (2023-2027)
Artikel 1
Definities
Voor de toepassing van onderhavig protocol zijn de definities van artikel 1 van de overeenkomst van toepassing, met uitzondering van de hierna vermelde wijzigingen en aangevuld als volgt:
1) |
“waarnemer”: persoon die door een nationale autoriteit is gemachtigd om aan boord van een vissersvaartuig toe te zien op de visserijactiviteiten van dat vaartuig en kwantitatieve of kwalitatieve gegevens te verzamelen over de resultaten van die activiteiten; |
2) |
“visaantrekkende voorziening” (“FAD” — fish aggregating device): een permanent, semipermanent of tijdelijk voorwerp of een permanente, semipermanente of tijdelijke structuur of voorziening van om het even welk materiaal, door de mens gemaakt of van natuurlijke oorsprong, dat/die wordt uitgezet en/of getraceerd met het oog op het samendrijven en vervolgens vangen van tonijnsoorten als doelsoorten. |
Artikel 2
Onderwerp
De doelstelling van onderhavig protocol is uitvoering te geven aan de overeenkomst, met name door de vaststelling van de voorwaarden voor de toegang van vaartuigen van de Unie tot de visserijzone van Madagaskar, en aan de in artikel 2 van de overeenkomst bedoelde vormen van samenwerking.
Het onderhavige protocol wordt uitgelegd en toegepast met inachtneming van de beginselen en bepalingen van de overeenkomst en op een manier die daarmee verenigbaar is.
Artikel 3
Toepassingsgebied
Het onderhavige protocol is van toepassing:
— |
op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar waarbij op tonijn en tonijnachtigen wordt gevist; |
— |
op de uitvoering van de verschillende vormen van samenwerking die zijn genoemd in artikel 2 van de overeenkomst. |
Artikel 4
Vissoorten en aantal gemachtigde vaartuigen
1. De soorten waarop mag worden gevist, zijn de in aanhangsel 1 van de bijlage bij het onderhavig protocol vermelde tonijnachtigen en daarmee geassocieerde soorten die onder het beheersmandaat van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) vallen.
2. Het is verboden op de volgende soorten te vissen:
— |
door internationale verdragen beschermde soorten, met name Cethorinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis, Carcharinus longimanus, Isurus oxyrinchus, Isurus paucus; |
— |
soorten die op grond van een verbod van de IOTC noch volledig noch in delen aan boord mogen worden gehouden of mogen worden overgeladen, aangeland of opgeslagen, en met name de soorten van de families van de Alopiidae, Sphyrnidae en Lamnidae. |
3. De vangstmogelijkheden worden als volgt verdeeld over vijfenzestig vaartuigen van de Unie:
— |
tweeëndertig vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen, |
— |
dertien vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug met een brutotonnage van meer dan honderd, |
— |
twintig vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug met een brutotonnage van honderd of minder. |
4. Lid 3 is van toepassing onverminderd de artikelen 11 en 12.
Artikel 5
Looptijd
Het onderhavig protocol is van toepassing voor een periode van vier jaar die ingaat op de datum van voorlopige toepassing.
Artikel 6
Financiële tegenprestatie
1. De totale waarde van het onderhavig protocol voor de gehele periode van vier jaar wordt geraamd op 12 880 000 EUR, d.w.z. 3 220 000 EUR per jaar. Dit totaalbedrag wordt als volgt uitgesplitst:
— |
7 200 000 EUR voor de in artikel 13 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie van de Unie; |
— |
5 680 000 EUR, overeenkomend met de geraamde waarde van de bijdragen van de reders. |
2. De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Unie omvat:
a) |
een jaarlijks bedrag van 700 000 EUR voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar, wat overeenkomt met een referentietonnage, voor alle soorten samen, van 14 000 ton per jaar; |
b) |
een specifiek jaarlijks bedrag van 1 100 000 EUR voor de ondersteuning en uitvoering van het sectoraal visserijbeleid van Madagaskar. Dat bedrag wordt ter beschikking gesteld van het ministerie van Visserij en beheerd door het Malagassisch agentschap voor visserij en aquacultuur volgens de regels en procedures die overeenkomstig de nationale voorschriften zijn vastgesteld in een procedurehandboek dat is opgesteld door het ministerie van Visserij en vóór de voorlopige toepassing van het protocol aan de autoriteiten van de Unie is meegedeeld. |
3. Lid 1 van dit artikel is van toepassing onverminderd de artikelen 7, 8, 11, 14 en 15 van het protocol.
4. De financiële tegenprestatie wordt overgemaakt:
a) |
op een bij de centrale bank van Madagaskar geopende bankrekening van het ministerie van Financiën voor het deel betreffende de toegang tot de visserijzone van Madagaskar; |
b) |
op een voor de sectorale steun gereserveerde rekening onder toezicht van het ministerie van Visserij voor het deel betreffende de sectorale steun. |
De autoriteit van Madagaskar stelt de autoriteiten van de Unie vóór het begin van de voorlopige toepassing van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekeningen en bevestigt deze elk jaar.
Artikel 7
Betalingsvoorwaarden voor de financiële tegenprestatie voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar
1. Indien de overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling 1, van de bijlage vastgestelde jaarlijkse vangsten van vaartuigen van de Unie hoger uitvallen dan het referentietonnage van 14 000 ton, wordt de jaarlijkse financiële tegenprestatie verhoogd met 50 EUR per extra ton.
2. De Unie mag jaarlijks voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in artikel 6, lid 2, punt a), vermelde bedrag. Indien vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar meer vangen dan het dubbele van het referentietonnage, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het daaropvolgende jaar betaald.
3. Voor het eerste jaar vindt de betaling van de financiële tegenprestatie voor de toegang van de vaartuigen van de Unie tot de visserijzone van Madagaskar uiterlijk negentig dagen na de datum van voorlopige toepassing van het onderhavig protocol plaats, en voor de daaropvolgende jaren uiterlijk op de verjaardag van de voorlopige toepassing van het onderhavig protocol.
4. De toewijzing van de financiële tegenprestatie voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar valt onder de exclusieve bevoegdheid van Madagaskar.
Artikel 8
Aanwending en betaling van de sectorale steun
1. De in artikel 14 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie (hierna de “gemengde commissie” genoemd) stelt uiterlijk drie maanden na de datum van voorlopige toepassing van het onderhavig protocol een per jaar gespecificeerd meerjarig sectoraal steunprogramma vast dat tot algemeen doel heeft een verantwoorde en duurzame visserij in de visserijzone van Madagaskar te bevorderen.
2. Dat programma wordt uiteengezet in een document dat met name het volgende omvat:
a) |
de op een meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor de bestemming van het in artikel 6, lid 2, punt b), genoemde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie; |
b) |
de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde doelstellingen en acties ten gunste van een duurzame en verantwoorde visserij en van de blauwe economie, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten van Madagaskar, met name:
|
c) |
de criteria en de procedures voor de jaarlijkse evaluatie van de bereikte resultaten, in voorkomend geval aan de hand van indicatoren. |
3. De autoriteit van Madagaskar geeft de gemengde commissie elk jaar in een jaarverslag een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de activiteiten van het programma. Daarnaast wordt in het verslag van het laatste jaar de balans opgemaakt van de uitvoering van het programma voor de gehele looptijd van het onderhavig protocol.
4. Over voorstellen tot wijziging van het programma wordt door het gemengd comité beslist.
5. Het deel van de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun wordt in jaarlijkse schijven betaald op basis van een door de gemengde commissie verrichte analyse van de resultaten van de uitvoering van het programma.
6. De Unie kan de betaling van de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk schorsen wanneer uit de analyse van de gemengde commissie blijkt dat:
a) |
de bereikte resultaten niet in overeenstemming zijn met de programmering van de gemengde commissie; |
b) |
de in die programmering opgenomen acties niet zijn uitgevoerd. |
7. Na een schorsing als bedoeld in lid 6 wordt de betaling van het deel van de financiële tegenprestatie voor sectorale steun pas hervat nadat beide partijen overleg hebben gepleegd en overeenstemming hebben bereikt en wanneer de resultaten van de uitvoering van de sectorale steun in overeenstemming zijn met de programmering van de gemengde commissie. Het deel van de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun kan evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk zes maanden na het aflopen van het onderhavig protocol.
8. De partijen blijven het programma monitoren tot het volledig is uitgevoerd.
9. De verificaties en controles met betrekking tot het gebruik van de middelen van de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde tegenprestatie kunnen worden verricht door de audit- en controleorganen van elke partij, met inbegrip van de Europese Rekenkamer. In het kader daarvan hebben zij recht op toegang tot de informatie, documenten, terreinen en installaties van de begunstigden.
10. De autoriteit van Madagaskar voert promotie- en communicatiemaatregelen uit om zichtbaarheid te geven aan de met de sectorale steun gefinancierde verwezenlijkingen en aan de bijdrage van de Unie.
Artikel 9
Wetenschappelijke samenwerking met het oog op verantwoorde visserij
1. De partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de visserijzone van Madagaskar te bevorderen via wetenschappelijke samenwerking.
2. De partijen wisselen alle relevante wetenschappelijke informatie uit over de toestand van de mariene biologische rijkdommen in de visserijzone van Madagaskar.
3. Door elke partij voorgestelde deskundige wetenschappers nemen deel aan de in artikel 9, lid 3, van de overeenkomst bedoelde gezamenlijke wetenschappelijke vergadering. De partijen stellen de gegevens beschikbaar die nodig zijn voor de werkzaamheden van de wetenschappers. De opdracht, samenstelling en organisatie van die gezamenlijke wetenschappelijk vergaderingen worden vastgesteld door de gemengde commissie.
4. De gezamenlijke wetenschappelijke vergadering stelt een verslag op, dat eventueel vergezeld gaat van een advies en aan de gemengde commissie wordt voorgelegd ter beoordeling en eventuele vaststelling van maatregelen zoals bepaald in artikel 9, lid 4, van de overeenkomst.
Artikel 10
Economische en sociale samenwerking
1. Met het oog op de toepassing van de beginselen van artikel 10 van de overeenkomst betreffende economische en sociale samenwerking plegen de partijen regelmatig overleg in het kader van de gemengde commissie en betrekken zij de exploitanten en andere belanghebbende partijen daarbij, met als doel na te gaan welke mogelijkheden voor samenwerking er zijn, onder meer met het oog op de ontwikkeling van de handel en van investeringen in de visserijsector.
2. Bij dat overleg wordt rekening gehouden met de ontwikkelings- en samenwerkingsprogramma’s van de Unie of andere technische en financiële partners.
Artikel 11
Herziening, in onderlinge overeenstemming, van de vangstmogelijkheden en van de uitvoeringsbepalingen van het onderhavig protocol
1. De gemengde commissie kan, in voorkomend geval na advies van de in artikel 9 bedoelde gezamenlijke wetenschappelijke vergadering, de in artikel 4 vastgestelde vangstmogelijkheden herzien op basis van relevante wetenschappelijke adviezen en met name rekening houdend met de resoluties en aanbevelingen van de IOTC, met het oog op een duurzaam beheer van de onder het onderhavig protocol vallende visbestanden.
2. De in artikel 6, lid 2, punt a), bedoelde financiële tegenprestatie kan in dat geval verhoudingsgewijs worden aangepast en het onderhavig protocol en de bijlage daarbij worden dienovereenkomstig gewijzigd.
3. De gemengde commissie kan de bepalingen van het onderhavig protocol betreffende de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de uitvoeringsbepalingen voor de sectorale steun aanpassen.
4. De besluiten van de gemengde commissie krijgen dezelfde rechtskracht als het onderhavig protocol, mits de partijen de respectieve procedures hebben voltooid.
Artikel 12
Verkennende visserij en nieuwe vangstmogelijkheden
1. De partijen stimuleren verkennende visserij in de visserijzone van Madagaskar die erop gericht is de wetenschappelijke en economische duurzaamheid van een nieuwe visserij te beoordelen, met name wat betreft soorten die als onderbevist worden beschouwd of waarbij de toestand van het bestand niet bekend is.
2. Overeenkomstig haar wetgeving kan de autoriteit van Madagaskar de uitvoering van een verkennende viscampagne goedkeuren op basis van specifieke, door de gemengde commissie vastgestelde specificaties. Die specificaties bevatten de betrokken soorten en de relevante voorwaarden van die campagne, rekening houdend met de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en, in voorkomend geval, met het op grond van artikel 9 verkregen wetenschappelijk advies.
3. Machtigingen voor verkennende visserij worden aan vaartuigen toegekend voor een periode van ten hoogste zes maanden, die zo nodig volgens de aanbevelingen van het wetenschappelijk advies kan worden ingekort. De vaartuigen die betrokken zijn bij verkennende visserij moeten voldoen aan de door de autoriteit van Madagaskar goedgekeurde specificaties. Tijdens de hele viscampagne is er een door de autoriteit van Madagaskar aangewezen waarnemer en eventueel een wetenschappelijk waarnemer van de vlaggenstaat aan boord. Overeenkomstig artikel 9 worden de verzamelde observatiegegevens doorgegeven voor analyse en wetenschappelijk advies.
4. De wetenschappelijke vergadering legt haar advies over de resultaten van de verkennende visreizen voor aan de gemengde commissie, die in voorkomend geval beslist over de invoering van vangstmogelijkheden voor nieuwe soorten totdat het onderhavig protocol afloopt.
Artikel 13
Voorwaarden voor afgifte van vismachtigingen en uitoefening van visserijactiviteiten
1. De vaartuigen van de Unie mogen slechts in de visserijzone van Madagaskar vissen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die op grond van de overeenkomst en het onderhavig protocol door de autoriteit van Madagaskar is afgegeven.
2. De autoriteit van Madagaskar mag alleen in het kader van de overeenkomst en van het onderhavig protocol vismachtigingen aan vaartuigen van de Unie afgeven en het is verboden om buiten dit kader machtigingen, en met name rechtstreekse particuliere machtigingen, aan dergelijke vaartuigen af te geven.
3. Op de activiteiten van vaartuigen van de Unie die over een machtiging beschikken om in de visserijzone van Madagaskar te vissen, zijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Madagaskar van toepassing, tenzij in dit protocol anders is bepaald.
Artikel 14
Schorsing van de toepassing
1. De uitvoering van het onderhavig protocol, inclusief de visserijactiviteiten van de vaartuigen en de betaling van de financiële tegenprestatie, kan unilateraal door een van de partijen worden geschorst in de gevallen als bepaald in artikel 20 van de overeenkomst.
2. Schorsing van de toepassing wegens niet-naleving van de in artikel 3, lid 3, van de overeenkomst vastgestelde voorwaarden is enkel toegestaan bij activering van de in artikel 96 van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (1), zoals die laatstelijk is gewijzigd (hierna de “Overeenkomst van Cotonou” genoemd) neergelegde overlegmechanismen betreffende de inbreuk op de essentiële elementen van de mensenrechten zoals gedefinieerd in artikel 9 van die overeenkomst of in het overeenkomstige artikel van een eventuele vervolgovereenkomst.
3. De toepassing van het onderhavig protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste een maand vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing van de toepassing meldt. Door deze kennisgeving te versturen wordt het overleg tussen de partijen in het kader van de gemengde commissie geopend, waarbij het de bedoeling is tot een minnelijke schikking van hun geschil te komen.
4. In geval van schorsing van de toepassing worden de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar onderbroken gedurende de gehele periode van de schorsing van de toepassing. De vaartuigen van de Unie verlaten de visserijzone van Madagaskar binnen vierentwintig uur na de inwerkingtreding van de schorsing.
5. De partijen blijven in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het onderhavig protocol hervat en wordt het bedrag van de eventuele financiële tegenprestatie overeengekomen in de gemengde commissie.
Artikel 15
Opzegging
1. Bij opzegging van het onderhavig protocol in de gevallen en volgens de voorwaarden als bepaald in artikel 21 van de overeenkomst stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het onderhavig protocol op te zeggen.
2. De partijen gaan met elkaar in overleg zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden.
Artikel 16
Gegevensbescherming
1. De partijen zien erop toe dat de in het kader van de overeenkomst uitgewisselde gegevens door de bevoegde autoriteit uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van de overeenkomst en met name voor beheersdoeleinden en voor de monitoring, controle en bewaking van de visserij.
2. De partijen verbinden zich ertoe erop toe te zien dat alle in het kader van de overeenkomst verkregen commercieel gevoelige gegevens en persoonsgegevens betreffende vaartuigen van de Unie en hun visserijactiviteiten, alsook alle commercieel gevoelige informatie over de door de Unie gebruikte communicatiesystemen, vertrouwelijk worden behandeld. De partijen zien erop toe dat alleen geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten van Madagaskar in de visserijzone openbaar worden gemaakt.
3. Persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is.
4. De in het kader van de overeenkomst uitgewisselde persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig aanhangsel 2 van de bijlage bij het onderhavig protocol. De gemengde commissie kan andere garanties en rechtsmiddelen met betrekking tot persoonsgegevens en de rechten van de betrokkenen vaststellen.
5. De leden 1 tot en met 4 vormen geen beletsel voor de naleving door de partijen van de verplichtingen van regionale organisaties voor visserijbeheer of regionale visserijorganisaties (ROVB’s) of van regionale visserijorganisaties op het gebied van de transmissie en bekendmaking van gegevens over de vaartuigen.
Artikel 17
Elektronische gegevensuitwisseling
1. De partijen verbinden zich ertoe zo spoedig mogelijk de informaticasystemen in te voeren die nodig zijn voor de elektronische uitwisseling van alle met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten.
2. De elektronische versie van een document wordt in alle opzichten als gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd, mits de echtheid van het document gewaarborgd is.
3. De uitvoerings- en gebruiksregelingen voor de elektronische gegevensuitwisseling met betrekking tot de vangstgegevens, de vangstaangiften bij het binnen- en buitenvaren (via het elektronische registratie- en meldsysteem (ERS)), de posities van de vaartuigen (via VMS — Vessel Monitoring System) en voor de aanvraag van vismachtigingen zijn opgenomen in de bijlage en de bijbehorende aanhangsels.
4. De partijen stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere storing van een informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten worden dan vervangen door hun papieren versie of doorgestuurd via een ander in de bijlage bij onderhavig protocol omschreven communicatiemiddel.
Artikel 18
Inwerkingtreding
1. Het onderhavig protocol treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.
2. De in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt, wat de Unie betreft, toegezonden aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.
Artikel 19
Voorlopige toepassing
Het onderhavig protocol wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 juli 2023 onder voorbehoud van de ondertekening ervan door de partijen of met ingang van de datum van de ondertekening ervan indien die na 1 juli 2023 plaatsvindt.
Artikel 20
Authentieke teksten
Het protocol wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.
Съставено в Брюксел на тридесети юни две хиляди двадесет и трета година.
Hecho en Bruselas, el treinta de junio de dos mil veintitrés.
V Bruselu dne třicátého června dva tisíce dvacet tři.
Udfærdiget i Bruxelles den tredivte juni to tusind og treogtyve.
Geschehen zu Brüssel am dreißigsten Juni zweitausenddreiundzwanzig.
Kahe tuhande kahekümne kolmanda aasta juunikuu kolmekümnendal päeval Brüsselis.
Έγινε στις Βρυξέλλες, στις τριάντα Ιουνίου δύο χιλιάδες είκοσι τρία.
Done at Brussels on the thirtieth day of June in the year two thousand and twenty three.
Fait à Bruxelles, le trente juin deux mille vingt-trois.
Arna dhéanamh sa Bhruiséil, an tríochadú lá de Mheitheamh sa bhliain dhá mhíle fiche a trí.
Sastavljeno u Bruxellesu tridesetog lipnja godine dvije tisuće dvadeset treće.
Fatto a Bruxelles, addì trenta giugno duemilaventitré.
Briselē, divi tūkstoši divdesmit trešā gada trīsdesmitajā jūnijā.
Priimta du tūkstančiai dvidešimt trečių metų birželio trisdešimtą dieną Briuselyje.
Kelt Brüsszelben, a kétezer-huszonharmadik év június havának harmincadik napján.
Magħmul fi Brussell, fit-tletin jum ta’ Ġunju fis-sena elfejn u tlieta u għoxrin.
Gedaan te Brussel, dertig juni tweeduizend drieëntwintig.
Sporządzono w Brukseli dnia trzydziestego czerwca roku dwa tysiące dwudziestego trzeciego.
Feito em Bruxelas, em trinta de junho de dois mil e vinte e três.
Întocmit la Bruxelles la treizeci iunie două mii douăzeci și trei.
V Bruseli tridsiateho júna dvetisícdvadsaťtri.
V Bruslju, tridesetega junija dva tisoč triindvajset.
Tehty Brysselissä kolmantenakymmenentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattakaksikymmentäkolme.
Som skedde i Bryssel den trettionde juni år tjugohundratjugotre.
L1822023NL410120230709NL0002.0001171193PROTOCOL BETREFFENDE DE ASSOCIATIE VAN NIEUW-ZEELAND MET HORIZON EUROPA — HET KADERPROGRAMMA VOOR ONDERZOEK EN INNOVATIE (2021-2027)Artikel 1Reikwijdte van de associatieNieuw-Zeeland neemt als geassocieerd land deel en draagt bij aan pijler II (Wereldwijde uitdagingen en Europees industrieel concurrentievermogen) van het Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (het Horizon Europa-programma) als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de RaadVerordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1). en uitgevoerd door middel van het specifieke programma dat is vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/764 van de RaadBesluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 1)., in de actuele versies daarvan.Artikel 2Aanvullende voorwaarden voor deelname aan het Horizon Europa-programma1.Voordat zij beslist of Nieuw-Zeelandse entiteiten in aanmerking komen voor een actie met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de EU als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695, kan de Europese Commissie om specifieke informatie of toezeggingen verzoeken, bijvoorbeeld:a)informatie over de vraag of entiteiten van de Unie toegang hebben gekregen of zullen krijgen tot bestaande en geplande programma’s en activiteiten van Nieuw-Zeeland, of onderdelen daarvan, die equivalent zijn aan de desbetreffende actie in het kader van Horizon Europa;b)informatie over de vraag of Nieuw-Zeeland beschikt over een nationaal screeningmechanisme voor investeringen en waarborgen dat de autoriteiten van Nieuw-Zeeland bij de Europese Commissie verslag uitbrengen en advies vragen over alle mogelijke gevallen waarbij zij, bij de toepassing van een dergelijk mechanisme, kennis hebben gekregen van een voorgenomen buitenlandse investering of overname door een entiteit die buiten Nieuw-Zeeland is gevestigd of waarover vanuit het buitenland zeggenschap wordt uitgeoefend, in een Nieuw-Zeelandse juridische entiteit die financiering vanuit Horizon Europa heeft ontvangen in het kader van acties met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Unie, voor zover de Europese Commissie na de ondertekening van subsidieovereenkomsten met deze entiteiten aan Nieuw-Zeeland de lijst van de relevante Nieuw-Zeelandse entiteiten verstrekt, enc)waarborgen dat geen van de resultaten, technologieën, diensten en producten die door Nieuw-Zeelandse entiteiten in het kader van de desbetreffende acties zijn ontwikkeld, gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie aan beperkingen worden onderworpen wat betreft de uitvoer daarvan naar de lidstaten van de Unie. Nieuw-Zeeland deelt gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van een actie jaarlijks een bijgewerkte lijst met nationale uitvoerbeperkingen.2.Nieuw-Zeelandse entiteiten kunnen deelnemen aan de activiteiten van het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden voor entiteiten van de Unie, tenzij beperkingen noodzakelijk zijn om coherentie met de reikwijdte van de deelname te waarborgen in verband met de uitvoering van lid 1.3.Nieuw-Zeeland wordt regelmatig op de hoogte gehouden van activiteiten van het JRC in verband met de deelname van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma, en met name van de meerjarige werkprogramma’s van het JRC. Voor een kwestie met betrekking tot de deelname van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma kan een vertegenwoordiger van Nieuw-Zeeland worden uitgenodigd om als waarnemer deel te nemen aan vergaderingen van de raad van beheer van het JRC.4.Indien de Unie het Horizon Europa-programma uitvoert door de artikelen 185 en 187 VWEU toe te passen, kunnen Nieuw-Zeeland en Nieuw-Zeelandse entiteiten deelnemen aan de uit hoofde van deze bepalingen tot stand gebrachte juridische structuren, in overeenstemming met de rechtshandelingen van de Unie die voor de totstandbrenging van die structuren zijn of zullen worden vastgesteld.5.Gezien de deelname van Nieuw-Zeeland aan pijler II van het Horizon Europa-programma, hebben vertegenwoordigers van Nieuw-Zeeland het recht als waarnemers deel te nemen aan de vergaderingen van het in artikel 14 van Besluit (EU) 2021/764 bedoelde comité, zonder stemrecht en enkel voor kwesties die Nieuw-Zeeland betreffen. Bij een dergelijke deelname wordt artikel 5 van deze Overeenkomst in acht genomen. De reiskosten van de vertegenwoordigers van Nieuw-Zeeland naar de vergaderingen van het comité worden vergoed in economyclass. Voor alle andere aangelegenheden gelden voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten dezelfde regels als voor vertegenwoordigers van de lidstaten van de Unie.6.De Partijen stellen, binnen het kader van de bestaande bepalingen, wetgeving en/of overheidsregelingen, alles in het werk om het vrije verkeer van personen die aan de onder dit protocol vallende activiteiten, met inbegrip van bezoeken en het uitvoeren van onderzoek, deelnemen, alsook het grensoverschrijdend verlenen van diensten en vervoeren van goederen die zijn bestemd om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te vergemakkelijken.Artikel 3WederkerigheidIn de Unie gevestigde juridische entiteiten kunnen overeenkomstig de nationale regelingen van Nieuw-Zeeland inzake wetenschapsfinanciering deelnemen aan programma’s of activiteiten van Nieuw-Zeeland, of aan onderdelen daarvan, die equivalent zijn aan die van pijler II van het Horizon Europa-programma. Indien Nieuw-Zeeland geen financiering verstrekt, kunnen in de Unie gevestigde juridische entiteiten met hun eigen middelen deelnemen.Bijlage II bij dit protocol bevat een niet-uitputtende lijst van de equivalente programma’s of activiteiten van Nieuw-Zeeland, of bij wijze van uitzondering, onderdelen daarvan.Artikel 4Open wetenschapDe Partijen bevorderen en stimuleren openwetenschapspraktijken in hun programma’s, projecten en activiteiten overeenkomstig de regels van het Horizon Europa-programma en de wet- en regelgeving en het openwetenschapsbeleid van Nieuw-Zeeland, en met inachtneming van de verplichtingen van Nieuw-Zeeland uit hoofde van Te Tiriti o Waitangi/het Verdrag van Waitangi.Artikel 5Gedetailleerde voorschriften inzake de financiële bijdrage, het aanpassingsmechanisme en het automatisch correctiemechanisme1.Op de operationele bijdrage van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma is een automatisch correctiemechanisme van toepassing. Het in artikel 7 van deze Overeenkomst bedoelde aanpassingsmechanisme is niet van toepassing ten aanzien van de operationele bijdrage van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma.2.Het automatisch correctiemechanisme is gebaseerd op de prestaties van Nieuw-Zeeland en Nieuw-Zeelandse entiteiten in de onderdelen van pijler II van het Horizon Europa-programma die door middel van subsidies op basis van mededinging worden uitgevoerd.3.Bijlage I bij dit protocol bevat gedetailleerde voorschriften voor de toepassing van het automatisch correctiemechanisme.Artikel 6Slotbepalingen1.Dit protocol blijft van kracht zolang dat nodig is voor de afronding van alle projecten, acties, activiteiten of onderdelen daarvan die vanuit pijler II van het Horizon Europa-programma worden gefinancierd, van alle acties die nodig zijn om de financiële belangen van de Unie te beschermen, en van alle financiële verplichtingen tussen de Partijen die voortvloeien uit de uitvoering van dit protocol.2.De bijlagen bij dit protocol maken integrerend deel uit van het protocol.Bijlage IVoorschriften voor de financiële bijdrage van Nieuw-Zeeland aan het Horizon Europa-programma (2021-2027)Bijlage IILijst van equivalente programma’s of activiteiten van Nieuw-Zeeland of onderdelen daarvanL1822023NL2510120230626NL0004.0001371459Protocol tot Uitvoering van de Partnerschapsovereenkomst Inzake Duurzame Visserij Tussen de Europese Unie en de Republiek Madagaskar (2023-2027)Artikel 1DefinitiesVoor de toepassing van onderhavig protocol zijn de definities van artikel 1 van de overeenkomst van toepassing, met uitzondering van de hierna vermelde wijzigingen en aangevuld als volgt:1)waarnemer: persoon die door een nationale autoriteit is gemachtigd om aan boord van een vissersvaartuig toe te zien op de visserijactiviteiten van dat vaartuig en kwantitatieve of kwalitatieve gegevens te verzamelen over de resultaten van die activiteiten;2)visaantrekkende voorziening (FAD — fish aggregating device): een permanent, semipermanent of tijdelijk voorwerp of een permanente, semipermanente of tijdelijke structuur of voorziening van om het even welk materiaal, door de mens gemaakt of van natuurlijke oorsprong, dat/die wordt uitgezet en/of getraceerd met het oog op het samendrijven en vervolgens vangen van tonijnsoorten als doelsoorten.Artikel 2OnderwerpDe doelstelling van onderhavig protocol is uitvoering te geven aan de overeenkomst, met name door de vaststelling van de voorwaarden voor de toegang van vaartuigen van de Unie tot de visserijzone van Madagaskar, en aan de in artikel 2 van de overeenkomst bedoelde vormen van samenwerking.Het onderhavige protocol wordt uitgelegd en toegepast met inachtneming van de beginselen en bepalingen van de overeenkomst en op een manier die daarmee verenigbaar is.Artikel 3ToepassingsgebiedHet onderhavige protocol is van toepassing:op de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar waarbij op tonijn en tonijnachtigen wordt gevist;op de uitvoering van de verschillende vormen van samenwerking die zijn genoemd in artikel 2 van de overeenkomst.Artikel 4Vissoorten en aantal gemachtigde vaartuigen1.De soorten waarop mag worden gevist, zijn de in aanhangsel 1 van de bijlage bij het onderhavig protocol vermelde tonijnachtigen en daarmee geassocieerde soorten die onder het beheersmandaat van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) vallen.2.Het is verboden op de volgende soorten te vissen:door internationale verdragen beschermde soorten, met name Cethorinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharinus falciformis, Carcharinus longimanus, Isurus oxyrinchus, Isurus paucus;soorten die op grond van een verbod van de IOTC noch volledig noch in delen aan boord mogen worden gehouden of mogen worden overgeladen, aangeland of opgeslagen, en met name de soorten van de families van de Alopiidae, Sphyrnidae en Lamnidae.3.De vangstmogelijkheden worden als volgt verdeeld over vijfenzestig vaartuigen van de Unie:tweeëndertig vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen,dertien vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug met een brutotonnage van meer dan honderd,twintig vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug met een brutotonnage van honderd of minder.4.Lid 3 is van toepassing onverminderd de artikelen 11 en 12.Artikel 5LooptijdHet onderhavig protocol is van toepassing voor een periode van vier jaar die ingaat op de datum van voorlopige toepassing.Artikel 6Financiële tegenprestatie1.De totale waarde van het onderhavig protocol voor de gehele periode van vier jaar wordt geraamd op 12880000 EUR, d.w.z. 3220000 EUR per jaar. Dit totaalbedrag wordt als volgt uitgesplitst:7200000 EUR voor de in artikel 13 van de overeenkomst bedoelde financiële tegenprestatie van de Unie;5680000 EUR, overeenkomend met de geraamde waarde van de bijdragen van de reders.2.De jaarlijkse financiële tegenprestatie van de Unie omvat:a)een jaarlijks bedrag van 700000 EUR voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar, wat overeenkomt met een referentietonnage, voor alle soorten samen, van 14000 ton per jaar;b)een specifiek jaarlijks bedrag van 1100000 EUR voor de ondersteuning en uitvoering van het sectoraal visserijbeleid van Madagaskar. Dat bedrag wordt ter beschikking gesteld van het ministerie van Visserij en beheerd door het Malagassisch agentschap voor visserij en aquacultuur volgens de regels en procedures die overeenkomstig de nationale voorschriften zijn vastgesteld in een procedurehandboek dat is opgesteld door het ministerie van Visserij en vóór de voorlopige toepassing van het protocol aan de autoriteiten van de Unie is meegedeeld.3.Lid 1 van dit artikel is van toepassing onverminderd de artikelen 7, 8, 11, 14 en 15 van het protocol.4.De financiële tegenprestatie wordt overgemaakt:a)op een bij de centrale bank van Madagaskar geopende bankrekening van het ministerie van Financiën voor het deel betreffende de toegang tot de visserijzone van Madagaskar;b)op een voor de sectorale steun gereserveerde rekening onder toezicht van het ministerie van Visserij voor het deel betreffende de sectorale steun.De autoriteit van Madagaskar stelt de autoriteiten van de Unie vóór het begin van de voorlopige toepassing van het protocol in kennis van de gegevens van de bankrekeningen en bevestigt deze elk jaar.Artikel 7Betalingsvoorwaarden voor de financiële tegenprestatie voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar1.Indien de overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling 1, van de bijlage vastgestelde jaarlijkse vangsten van vaartuigen van de Unie hoger uitvallen dan het referentietonnage van 14000 ton, wordt de jaarlijkse financiële tegenprestatie verhoogd met 50 EUR per extra ton.2.De Unie mag jaarlijks voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar evenwel niet meer betalen dan het dubbele van het in artikel 6, lid 2, punt a), vermelde bedrag. Indien vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar meer vangen dan het dubbele van het referentietonnage, wordt het voor de extra hoeveelheid verschuldigde bedrag het daaropvolgende jaar betaald.3.Voor het eerste jaar vindt de betaling van de financiële tegenprestatie voor de toegang van de vaartuigen van de Unie tot de visserijzone van Madagaskar uiterlijk negentig dagen na de datum van voorlopige toepassing van het onderhavig protocol plaats, en voor de daaropvolgende jaren uiterlijk op de verjaardag van de voorlopige toepassing van het onderhavig protocol.4.De toewijzing van de financiële tegenprestatie voor de toegang tot de visserijzone van Madagaskar valt onder de exclusieve bevoegdheid van Madagaskar.Artikel 8Aanwending en betaling van de sectorale steun1.De in artikel 14 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie (hierna de gemengde commissie genoemd) stelt uiterlijk drie maanden na de datum van voorlopige toepassing van het onderhavig protocol een per jaar gespecificeerd meerjarig sectoraal steunprogramma vast dat tot algemeen doel heeft een verantwoorde en duurzame visserij in de visserijzone van Madagaskar te bevorderen.2.Dat programma wordt uiteengezet in een document dat met name het volgende omvat:a)de op een meerjarige en jaarbasis vastgestelde richtsnoeren voor de bestemming van het in artikel 6, lid 2, punt b), genoemde specifieke bedrag van de financiële tegenprestatie;b)de op meerjarige en jaarbasis vastgestelde doelstellingen en acties ten gunste van een duurzame en verantwoorde visserij en van de blauwe economie, waarbij rekening wordt gehouden met de prioriteiten van Madagaskar, met name:de uitvoering van de nationale beheersstrategie voor de tonijnvisserij,steun voor de ambachtelijke en traditionele visserij,de opleiding van zeevissers,de monitoring, controle en bewaking van visserijactiviteiten en meer in het bijzonder de strijd tegen illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij (hierna IOO-visserij genoemd),de versterking van het onderzoek met betrekking tot de visbestanden en van de capaciteit voor het beheer van de mariene ecosystemen en de visbestanden, ende voedselveiligheid van visserijproducten;c)de criteria en de procedures voor de jaarlijkse evaluatie van de bereikte resultaten, in voorkomend geval aan de hand van indicatoren.3.De autoriteit van Madagaskar geeft de gemengde commissie elk jaar in een jaarverslag een overzicht van de stand van zaken met betrekking tot de activiteiten van het programma. Daarnaast wordt in het verslag van het laatste jaar de balans opgemaakt van de uitvoering van het programma voor de gehele looptijd van het onderhavig protocol.4.Over voorstellen tot wijziging van het programma wordt door het gemengd comité beslist.5.Het deel van de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun wordt in jaarlijkse schijven betaald op basis van een door de gemengde commissie verrichte analyse van de resultaten van de uitvoering van het programma.6.De Unie kan de betaling van de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde financiële tegenprestatie geheel of gedeeltelijk schorsen wanneer uit de analyse van de gemengde commissie blijkt dat:a)de bereikte resultaten niet in overeenstemming zijn met de programmering van de gemengde commissie;b)de in die programmering opgenomen acties niet zijn uitgevoerd.7.Na een schorsing als bedoeld in lid 6 wordt de betaling van het deel van de financiële tegenprestatie voor sectorale steun pas hervat nadat beide partijen overleg hebben gepleegd en overeenstemming hebben bereikt en wanneer de resultaten van de uitvoering van de sectorale steun in overeenstemming zijn met de programmering van de gemengde commissie. Het deel van de financiële tegenprestatie voor de sectorale steun kan evenwel slechts worden betaald tot uiterlijk zes maanden na het aflopen van het onderhavig protocol.8.De partijen blijven het programma monitoren tot het volledig is uitgevoerd.9.De verificaties en controles met betrekking tot het gebruik van de middelen van de in artikel 6, lid 2, punt b), bedoelde tegenprestatie kunnen worden verricht door de audit- en controleorganen van elke partij, met inbegrip van de Europese Rekenkamer. In het kader daarvan hebben zij recht op toegang tot de informatie, documenten, terreinen en installaties van de begunstigden.10.De autoriteit van Madagaskar voert promotie- en communicatiemaatregelen uit om zichtbaarheid te geven aan de met de sectorale steun gefinancierde verwezenlijkingen en aan de bijdrage van de Unie.Artikel 9Wetenschappelijke samenwerking met het oog op verantwoorde visserij1.De partijen verbinden zich ertoe een verantwoorde visserij in de visserijzone van Madagaskar te bevorderen via wetenschappelijke samenwerking.2.De partijen wisselen alle relevante wetenschappelijke informatie uit over de toestand van de mariene biologische rijkdommen in de visserijzone van Madagaskar.3.Door elke partij voorgestelde deskundige wetenschappers nemen deel aan de in artikel 9, lid 3, van de overeenkomst bedoelde gezamenlijke wetenschappelijke vergadering. De partijen stellen de gegevens beschikbaar die nodig zijn voor de werkzaamheden van de wetenschappers. De opdracht, samenstelling en organisatie van die gezamenlijke wetenschappelijk vergaderingen worden vastgesteld door de gemengde commissie.4.De gezamenlijke wetenschappelijke vergadering stelt een verslag op, dat eventueel vergezeld gaat van een advies en aan de gemengde commissie wordt voorgelegd ter beoordeling en eventuele vaststelling van maatregelen zoals bepaald in artikel 9, lid 4, van de overeenkomst.Artikel 10Economische en sociale samenwerking1.Met het oog op de toepassing van de beginselen van artikel 10 van de overeenkomst betreffende economische en sociale samenwerking plegen de partijen regelmatig overleg in het kader van de gemengde commissie en betrekken zij de exploitanten en andere belanghebbende partijen daarbij, met als doel na te gaan welke mogelijkheden voor samenwerking er zijn, onder meer met het oog op de ontwikkeling van de handel en van investeringen in de visserijsector.2.Bij dat overleg wordt rekening gehouden met de ontwikkelings- en samenwerkingsprogramma’s van de Unie of andere technische en financiële partners.Artikel 11Herziening, in onderlinge overeenstemming, van de vangstmogelijkheden en van de uitvoeringsbepalingen van het onderhavig protocol1.De gemengde commissie kan, in voorkomend geval na advies van de in artikel 9 bedoelde gezamenlijke wetenschappelijke vergadering, de in artikel 4 vastgestelde vangstmogelijkheden herzien op basis van relevante wetenschappelijke adviezen en met name rekening houdend met de resoluties en aanbevelingen van de IOTC, met het oog op een duurzaam beheer van de onder het onderhavig protocol vallende visbestanden.2.De in artikel 6, lid 2, punt a), bedoelde financiële tegenprestatie kan in dat geval verhoudingsgewijs worden aangepast en het onderhavig protocol en de bijlage daarbij worden dienovereenkomstig gewijzigd.3.De gemengde commissie kan de bepalingen van het onderhavig protocol betreffende de voorwaarden voor de uitoefening van de visserij en de uitvoeringsbepalingen voor de sectorale steun aanpassen.4.De besluiten van de gemengde commissie krijgen dezelfde rechtskracht als het onderhavig protocol, mits de partijen de respectieve procedures hebben voltooid.Artikel 12Verkennende visserij en nieuwe vangstmogelijkheden1.De partijen stimuleren verkennende visserij in de visserijzone van Madagaskar die erop gericht is de wetenschappelijke en economische duurzaamheid van een nieuwe visserij te beoordelen, met name wat betreft soorten die als onderbevist worden beschouwd of waarbij de toestand van het bestand niet bekend is.2.Overeenkomstig haar wetgeving kan de autoriteit van Madagaskar de uitvoering van een verkennende viscampagne goedkeuren op basis van specifieke, door de gemengde commissie vastgestelde specificaties. Die specificaties bevatten de betrokken soorten en de relevante voorwaarden van die campagne, rekening houdend met de beste beschikbare wetenschappelijke adviezen en, in voorkomend geval, met het op grond van artikel 9 verkregen wetenschappelijk advies.3.Machtigingen voor verkennende visserij worden aan vaartuigen toegekend voor een periode van ten hoogste zes maanden, die zo nodig volgens de aanbevelingen van het wetenschappelijk advies kan worden ingekort. De vaartuigen die betrokken zijn bij verkennende visserij moeten voldoen aan de door de autoriteit van Madagaskar goedgekeurde specificaties. Tijdens de hele viscampagne is er een door de autoriteit van Madagaskar aangewezen waarnemer en eventueel een wetenschappelijk waarnemer van de vlaggenstaat aan boord. Overeenkomstig artikel 9 worden de verzamelde observatiegegevens doorgegeven voor analyse en wetenschappelijk advies.4.De wetenschappelijke vergadering legt haar advies over de resultaten van de verkennende visreizen voor aan de gemengde commissie, die in voorkomend geval beslist over de invoering van vangstmogelijkheden voor nieuwe soorten totdat het onderhavig protocol afloopt.Artikel 13Voorwaarden voor afgifte van vismachtigingen en uitoefening van visserijactiviteiten1.De vaartuigen van de Unie mogen slechts in de visserijzone van Madagaskar vissen als zij in het bezit zijn van een vismachtiging die op grond van de overeenkomst en het onderhavig protocol door de autoriteit van Madagaskar is afgegeven.2.De autoriteit van Madagaskar mag alleen in het kader van de overeenkomst en van het onderhavig protocol vismachtigingen aan vaartuigen van de Unie afgeven en het is verboden om buiten dit kader machtigingen, en met name rechtstreekse particuliere machtigingen, aan dergelijke vaartuigen af te geven.3.Op de activiteiten van vaartuigen van de Unie die over een machtiging beschikken om in de visserijzone van Madagaskar te vissen, zijn de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van Madagaskar van toepassing, tenzij in dit protocol anders is bepaald.Artikel 14Schorsing van de toepassing1.De uitvoering van het onderhavig protocol, inclusief de visserijactiviteiten van de vaartuigen en de betaling van de financiële tegenprestatie, kan unilateraal door een van de partijen worden geschorst in de gevallen als bepaald in artikel 20 van de overeenkomst.2.Schorsing van de toepassing wegens niet-naleving van de in artikel 3, lid 3, van de overeenkomst vastgestelde voorwaarden is enkel toegestaan bij activering van de in artikel 96 van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijdsPB L 317 van 15.12.2000, blz. 3., zoals die laatstelijk is gewijzigd (hierna de Overeenkomst van Cotonou genoemd) neergelegde overlegmechanismen betreffende de inbreuk op de essentiële elementen van de mensenrechten zoals gedefinieerd in artikel 9 van die overeenkomst of in het overeenkomstige artikel van een eventuele vervolgovereenkomst.3.De toepassing van het onderhavig protocol kan pas worden geschorst indien de betrokken partij haar voornemen hiertoe schriftelijk en ten minste een maand vóór de datum van inwerkingtreding van de schorsing van de toepassing meldt. Door deze kennisgeving te versturen wordt het overleg tussen de partijen in het kader van de gemengde commissie geopend, waarbij het de bedoeling is tot een minnelijke schikking van hun geschil te komen.4.In geval van schorsing van de toepassing worden de activiteiten van de vaartuigen van de Unie in de visserijzone van Madagaskar onderbroken gedurende de gehele periode van de schorsing van de toepassing. De vaartuigen van de Unie verlaten de visserijzone van Madagaskar binnen vierentwintig uur na de inwerkingtreding van de schorsing.5.De partijen blijven in onderling overleg streven naar een minnelijke schikking van het geschil. Wanneer zij hierin slagen, wordt de toepassing van het onderhavig protocol hervat en wordt het bedrag van de eventuele financiële tegenprestatie overeengekomen in de gemengde commissie.Artikel 15Opzegging1.Bij opzegging van het onderhavig protocol in de gevallen en volgens de voorwaarden als bepaald in artikel 21 van de overeenkomst stelt de betrokken partij de andere partij ten minste zes maanden vóór de datum waarop de opzegging in werking treedt, schriftelijk in kennis van haar voornemen om het onderhavig protocol op te zeggen.2.De partijen gaan met elkaar in overleg zodra de in het vorige lid bedoelde kennisgeving is verzonden.Artikel 16Gegevensbescherming1.De partijen zien erop toe dat de in het kader van de overeenkomst uitgewisselde gegevens door de bevoegde autoriteit uitsluitend worden gebruikt voor de uitvoering van de overeenkomst en met name voor beheersdoeleinden en voor de monitoring, controle en bewaking van de visserij.2.De partijen verbinden zich ertoe erop toe te zien dat alle in het kader van de overeenkomst verkregen commercieel gevoelige gegevens en persoonsgegevens betreffende vaartuigen van de Unie en hun visserijactiviteiten, alsook alle commercieel gevoelige informatie over de door de Unie gebruikte communicatiesystemen, vertrouwelijk worden behandeld. De partijen zien erop toe dat alleen geaggregeerde gegevens over de visserijactiviteiten van Madagaskar in de visserijzone openbaar worden gemaakt.3.Persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is.4.De in het kader van de overeenkomst uitgewisselde persoonsgegevens worden verwerkt overeenkomstig aanhangsel 2 van de bijlage bij het onderhavig protocol. De gemengde commissie kan andere garanties en rechtsmiddelen met betrekking tot persoonsgegevens en de rechten van de betrokkenen vaststellen.5.De leden 1 tot en met 4 vormen geen beletsel voor de naleving door de partijen van de verplichtingen van regionale organisaties voor visserijbeheer of regionale visserijorganisaties (ROVB’s) of van regionale visserijorganisaties op het gebied van de transmissie en bekendmaking van gegevens over de vaartuigen.Artikel 17Elektronische gegevensuitwisseling1.De partijen verbinden zich ertoe zo spoedig mogelijk de informaticasystemen in te voeren die nodig zijn voor de elektronische uitwisseling van alle met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten.2.De elektronische versie van een document wordt in alle opzichten als gelijkwaardig aan de papieren versie beschouwd, mits de echtheid van het document gewaarborgd is.3.De uitvoerings- en gebruiksregelingen voor de elektronische gegevensuitwisseling met betrekking tot de vangstgegevens, de vangstaangiften bij het binnen- en buitenvaren (via het elektronische registratie- en meldsysteem (ERS)), de posities van de vaartuigen (via VMS — Vessel Monitoring System) en voor de aanvraag van vismachtigingen zijn opgenomen in de bijlage en de bijbehorende aanhangsels.4.De partijen stellen elkaar onmiddellijk in kennis van iedere storing van een informaticasysteem. De met de uitvoering van de overeenkomst verband houdende gegevens en documenten worden dan vervangen door hun papieren versie of doorgestuurd via een ander in de bijlage bij onderhavig protocol omschreven communicatiemiddel.Artikel 18Inwerkingtreding1.Het onderhavig protocol treedt in werking op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn voltooid.2.De in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt, wat de Unie betreft, toegezonden aan de secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie.Artikel 19Voorlopige toepassingHet onderhavig protocol wordt voorlopig toegepast met ingang van 1 juli 2023 onder voorbehoud van de ondertekening ervan door de partijen of met ingang van de datum van de ondertekening ervan indien die na 1 juli 2023 plaatsvindt.Artikel 20Authentieke tekstenHet protocol wordt in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.Съставено в Брюксел на тридесети юни две хиляди двадесет и трета година.Hecho en Bruselas, el treinta de junio de dos mil veintitrés.V Bruselu dne třicátého června dva tisíce dvacet tři.Udfærdiget i Bruxelles den tredivte juni to tusind og treogtyve.Geschehen zu Brüssel am dreißigsten Juni zweitausenddreiundzwanzig.Kahe tuhande kahekümne kolmanda aasta juunikuu kolmekümnendal päeval Brüsselis.Έγινε στις Βρυξέλλες, στις τριάντα Ιουνίου δύο χιλιάδες είκοσι τρία.Done at Brussels on the thirtieth day of June in the year two thousand and twenty three.Fait à Bruxelles, le trente juin deux mille vingt-trois.Arna dhéanamh sa Bhruiséil, an tríochadú lá de Mheitheamh sa bhliain dhá mhíle fiche a trí.Sastavljeno u Bruxellesu tridesetog lipnja godine dvije tisuće dvadeset treće.Fatto a Bruxelles, addì trenta giugno duemilaventitré.Briselē, divi tūkstoši divdesmit trešā gada trīsdesmitajā jūnijā.Priimta du tūkstančiai dvidešimt trečių metų birželio trisdešimtą dieną Briuselyje.Kelt Brüsszelben, a kétezer-huszonharmadik év június havának harmincadik napján.Magħmul fi Brussell, fit-tletin jum ta’ Ġunju fis-sena elfejn u tlieta u għoxrin.Gedaan te Brussel, dertig juni tweeduizend drieëntwintig.Sporządzono w Brukseli dnia trzydziestego czerwca roku dwa tysiące dwudziestego trzeciego.Feito em Bruxelas, em trinta de junho de dois mil e vinte e três.Întocmit la Bruxelles la treizeci iunie două mii douăzeci și trei.V Bruseli tridsiateho júna dvetisícdvadsaťtri.V Bruslju, tridesetega junija dva tisoč triindvajset.Tehty Brysselissä kolmantenakymmenentenä päivänä kesäkuuta vuonna kaksituhattakaksikymmentäkolme.Som skedde i Bryssel den trettionde juni år tjugohundratjugotre.
BIJLAGE
VOORWAARDEN VOOR DE UITOEFENING VAN DE VISSERIJ IN DE VISSERIJZONE VAN MADAGASKAR DOOR VAARTUIGEN VAN DE EUROPESE UNIE
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
1. |
Aanwijzing van de bevoegde autoriteit
Voor de toepassing van deze bijlage wordt met elke verwijzing naar een bevoegde autoriteit van de Unie (hierna de “Unie” genoemd) of de Republiek Madagaskar (hierna “Madagaskar” genoemd), tenzij anders bepaald, het volgende bedoeld:
|
2. |
Vismachtigingen
Voor de toepassing van de bijlage wordt met de term “vismachtiging” hetzelfde bedoeld als met de term “vergunning” (“licence”) zoals gedefinieerd in de wetgeving van Madagaskar. |
3. |
Visserijzone van Madagaskar
|
4. |
Aanwijzing van een gemachtigde agent
Unie-reders die in het kader van dit protocol een vismachtiging aanvragen, worden vertegenwoordigd door een in Madagaskar verblijvende gemachtigde agent. |
5. |
Betalingen door reders
|
6. |
Contact
De contactgegevens die voor de uitvoering van het protocol nuttig zijn, zijn opgenomen in aanhangsel 4. |
HOOFDSTUK II
Vismachtigingen
1. |
Voorwaarden voor de afgifte van een vismachtiging — in aanmerking komende vaartuigen
De in artikel 6 van de overeenkomst bedoelde vismachtigingen worden afgegeven op voorwaarde dat het vaartuig is ingeschreven in het register van vissersvaartuigen van de Unie en voorkomt op de lijst van gemachtigde vissersvaartuigen van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC). Bovendien mag voor de kapitein of het vaartuig zelf geen verbod tot uitoefening van de visserij gelden dat hun wegens hun activiteiten in de visserijzone van Madagaskar is opgelegd. In voorkomend geval beschikt het vissersvaartuig over een door de bevoegde gezondheidsautoriteit van de vlaggenstaat afgegeven sanitaire erkenning. |
2. |
Aanvraag van een vismachtiging
|
3. |
Visrecht en geanticipeerd forfaitair visrecht
|
4. |
Afgifte van de vismachtiging
|
5. |
Overdracht van de vismachtiging
|
6. |
Geldigheidsduur van de vismachtiging
De vismachtigingen worden opgesteld voor een jaarlijkse periode en wel als volgt:
|
7. |
Aan boord te houden documenten
Tijdens hun aanwezigheid in de visserijzone van Madagaskar houden de vaartuigen van de Unie voortdurend de volgende documenten aan boord:
|
8. |
Ondersteuningsvaartuigen
|
9. |
Implementering van een geautomatiseerd elektronisch systeem voor het beheer van de machtigingen
|
HOOFDSTUK III
Technische instandhoudingsmaatregelen
1. |
De vaartuigen van de Unie die in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen, leven alle technische instandhoudingsmaatregelen, de resoluties en aanbevelingen van de IOTC en de toepasselijke wetgeving van Madagaskar na. |
2. |
In de technische notitie in aanhangsel 1 worden per visserijcategorie de toepasselijke technische maatregelen vastgesteld. |
3. |
Het uitzetten en gebruiken van drijvende kunstmatige FAD’s is in het kader van de overeenkomst toegestaan. De genoemde FAD’s worden uitgezet en gebruikt in overeenstemming met de resoluties en aanbevelingen van de IOTC terzake. In het bijzonder zijn de FAD’s, behalve de bakens, gemaakt van natuurlijke of biologisch afbreekbare materialen die niet in de war raken en niet van kunststof zijn, om de invloed ervan op het ecosysteem te beperken en de hoeveelheid synthetisch afval op zee te verminderen. Ze vermijden incidentele vangsten van walvisachtigen, haaien en schildpadden. |
4. |
Madagaskar behoudt zich evenwel het recht voor strengere maatregelen voor te stellen op basis van betrouwbare wetenschappelijke aanbevelingen. |
5. |
De reder deelt het VCC van Madagaskar aan het begin van de visserijcampagne ook mee hoeveel FAD’s hij voornemens is door elk ondersteuningsvaartuig in de visserijzone van Madagaskar te laten uitzetten. Na afloop van die campagne wordt ook het aantal teruggehaalde FAD’s meegedeeld. |
6. |
Ten behoeve van het milieubeheer en de bescherming van de mariene ecosystemen in de wateren van Madagaskar maken de reders van de Unie jaarlijks een specifieke bijdrage over ten belope van in totaal naar schatting ongeveer 200 000 EUR. De bijdrage van elk vaartuig hangt af van het brutotonnage van elk vaartuig en bedraagt 2,5 EUR per BT. De bijdrage wordt samen met het vooraf te betalen visrecht overgemaakt. De middelen worden beheerd door het Malagassisch agentschap voor visserij en aquacultuur en overgemaakt op de voor de sectorale steun bestemde rekening die is vermeld in artikel 6, lid 4, punt b), van het protocol. |
7. |
De autoriteit van Madagaskar stelt de in artikel 14 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie (hierna “gemengde commissie” genoemd) in kennis van het door deze specifieke bijdrage gefinancierde actieprogramma en brengt verslag uit over het gebruik, de verwezenlijkingen en de effecten ervan. Zij zorgt voor de promotie en de zichtbaarheid van de uitgevoerde acties. |
HOOFDSTUK IV
Afdeling 1
Vangst- en inspanningsaangifte
1. |
Visserijlogboek
|
2. |
Vangstaangiften
|
3. |
Inbedrijfstelling van een elektronisch registratie- en meldsysteem (ERS) voor visserijgegevens
De partijen komen overeen gebruik te maken van een elektronisch registratie- en meldsysteem (ERS) voor visserijgegevens dat is gebaseerd op de richtsnoeren in aanhangsel 6. De partijen stellen elkaar in kennis wanneer dit systeem operationeel is. Vanaf dat moment vervangen de ERS-aangiften de in punt 2 van dit hoofdstuk bedoelde vangstaangiften. |
4. |
Driemaandelijkse vangstrapportage
|
5. |
Afrekening van de jaarlijkse vangsten en van de visrechten voor de vaartuigen van de Unie
|
Afdeling 2
Binnenvaren en verlaten van de visserijzone van Madagaskar
1. |
De kapiteins van de vissersvaartuigen van de Unie die in het kader van het protocol actief zijn in de visserijzone van Madagaskar, stellen het VCC van Madagaskar ten minste drie uur van tevoren in kennis van hun voornemen om de visserijzone van Madagaskar binnen te varen of te verlaten. |
2. |
De kapiteins van de vaartuigen die hun voornemen om de visserijzone van Madagaskar binnen te varen of te verlaten meedelen, moeten tezelfdertijd ook opgave doen van de geschatte positie van binnenvaren of verlaten van de visserijzone van Madagaskar en de geschatte aan boord aanwezige hoeveelheden van elke soort (aangeduid met de FAO-drielettercode), uitgedrukt in kilogram levend gewicht of eventueel in aantal exemplaren, met gebruikmaking van de in aanhangsel 8 opgenomen formulieren. |
3. |
Bij niet-naleving van de punten 1 en 2 of frauduleuze aangifte kan de reder en de kapitein van het vaartuig een sanctie worden opgelegd overeenkomstig de wetgeving van Madagaskar. |
4. |
Vaartuigen die hun aanwezigheid niet bij het VCC van Madagaskar hebben gemeld en bij de uitoefening van visserijactiviteiten worden betrapt, kunnen worden bestraft volgens de wetgeving van Madagaskar. De autoriteit van Madagaskar kan de vismachtiging van het betrokken vaartuig schorsen. In geval van recidive kan zij de verlenging van de vismachtiging weigeren. |
5. |
De bemanningslijst van het vaartuig wordt verzonden bij het binnenvaren van de visserijzone van Madagaskar. |
6. |
Deze mededelingen moeten per ERS, per e-mail of per radiobericht worden toegezonden aan de in aanhangsel 4 vermelde adressen. De autoriteit van Madagaskar brengt de betrokken vaartuigen en de autoriteiten van de Unie onverwijld op de hoogte van elke wijziging van het e-mailadres of de radiofrequentie. |
7. |
De autoriteit van Madagaskar bevestigt per omgaande e-mail dat zij de elektronische mededeling heeft ontvangen. |
Afdeling 3
Overlading en aanlanding
1. |
Elke vorm van overlading op zee is verboden. |
2. |
Nadat het VCC van Madagaskar daarvoor vooraf toestemming heeft gegeven, mag een overlading in een daartoe aangewezen Malagassische haven plaatsvinden onder toezicht van visserijinspecteurs en de gezondheidsautoriteit voor de visserij van Madagaskar. |
3. |
De aangewezen vissershavens waar overlading en aanlanding is toegestaan, zijn Antsiranana, Toliary, Ehoala, Toamasina en Mahajanga. |
4. |
De reder van een vissersvaartuig van de Unie, of diens vertegenwoordiger, die in een Malagassische haven wil aanlanden of overladen, stelt het VCC en terzelfdertijd de havenautoriteit in Madagaskar overeenkomstig de Overeenkomst inzake havenstaatmaatregelen ten minste tweeënzeventig uur van tevoren in kennis, eventueel via ERS-transmissie, van:
|
5. |
Na onderzoek van de in punt 4 vermelde gegevens verleent het VCC van Madagaskar binnen vierentwintig uur na de kennisgeving aan de reder of aan diens vertegenwoordiger toestemming voor overlading of aanlanding. |
6. |
Overladen en aanlanden worden beschouwd als het verlaten van de visserijzone van Madagaskar. In dit verband is deel 2 van dit hoofdstuk van toepassing. |
7. |
Na de aanlanding of overlading deelt de reder of diens vertegenwoordiger het VCC en de maritieme en havenautoriteit mee of het voornemen bestaat om de visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar voort te zetten dan wel om de visserijzone van Madagaskar te verlaten. |
8. |
Een overlading of aanlanding die niet met de punten 1 tot en met 7 in overeenstemming is, is verboden in de visserijzone van Madagaskar. Overtredingen worden bestraft met de sancties waarin de geldende wetgeving van Madagaskar voorziet. |
9. |
De vissersvaartuigen van de Unie verbinden zich ertoe een deel van hun bijvangst tegen plaatselijke marktprijzen beschikbaar te stellen aan plaatselijke verwerkingsbedrijven. Op verzoek van de reders van de vissersvaartuigen van de Unie verstrekken de regionale departementen van het ministerie van Visserij van Madagaskar een lijst met de contactgegevens van de plaatselijke verwerkingsbedrijven. |
Afdeling 4
Satellietvolgsysteem voor vaartuigen (VMS)
1. |
Positieberichten van vaartuigen — VMS
|
2. |
Versturen van positieberichten bij uitval van het VMS
|
3. |
Beveiligde verzending van de positieberichten aan Madagaskar
|
4. |
Storing in het communicatiesysteem
|
5. |
Wijziging van de frequentie van de positieberichten
|
6. |
Geldigheid van het VMS-bericht bij geschillen
Alleen door het VMS geleverde positiegegevens zijn geldig bij geschillen tussen de partijen. |
Afdeling 5
Waarnemers
1. |
Waarneming van visserijactiviteiten
|
2. |
Aangewezen vaartuigen en waarnemers
|
3. |
Financiële bijdrage van de reders
|
4. |
Loon en sociale bijdragen voor de waarnemer
Het loon en de sociale bijdragen voor de door Madagaskar aangewezen waarnemer zijn voor rekening van de autoriteit van Madagaskar. |
5. |
Voorwaarden voor het aan boord nemen van de waarnemer
|
6. |
Verplichtingen van de waarnemer
Gedurende zijn volledige verblijf aan boord:
|
7. |
Inscheping en ontscheping van de waarnemer
|
8. |
Taken van de waarnemer
|
9. |
Verslag van de waarnemer
|
Afdeling 6
Inspectie op zee en in de haven
1. |
Vaartuigen van de Unie met een geldige vismachtiging worden op zee in de visserijzone van Madagaskar of in de haven, op de kade of op de rede geïnspecteerd door vaartuigen en inspecteurs van Madagaskar die voor de controle van de visserij zijn beëdigd. |
2. |
Alvorens aan boord te gaan, stellen de inspecteurs van Madagaskar de kapitein van het vaartuig van de Unie in kennis van hun voornemen om een inspectie uit te voeren. Vóór het begin van de inspectie geven de inspecteurs hun identiteit en kwalificatie op en leggen ze hun dienstreisopdracht voor. |
3. |
De inspecteurs blijven niet langer aan boord van het vaartuig van de Unie dan nodig is om de met de inspectie verband houdende taken te verrichten. Zij voeren de inspectie zo uit dat deze zo weinig mogelijk gevolgen heeft voor het vaartuig, de visserijactiviteit en de lading.
|
4. |
Madagaskar kan vertegenwoordigers van de Unie of van haar lidstaten toestaan om als waarnemer aan de inspectie deel te nemen. |
5. |
Op basis van een risicobeoordeling kunnen de partijen overeenkomen om gezamenlijk inspecties uit te voeren op vaartuigen van de Unie, met name tijdens aanlandings- en overladingsactiviteiten, teneinde de naleving van de wetgeving van de Unie en van Madagaskar te garanderen. Bij de uitoefening van hun taken houden de door de partijen ingezette inspecteurs zich aan de bepalingen inzake de uitvoering van inspecties die zijn vastgelegd in de wetgeving van de Unie respectievelijk Madagaskar. De desbetreffende activiteiten worden uitgevoerd onder leiding en gezag van de inspecteurs van Madagaskar. De partijen kunnen, in het kader van hun verantwoordelijkheden als vlaggen- en havenstaat, besluiten om overeenkomstig hun desbetreffende wetgeving samen te werken aan follow-upmaatregelen. Bovendien kan de autoriteit van Madagaskar, op verzoek van de autoriteiten van de Unie, visserij-inspecteurs van de lidstaten van de Unie toestaan inspecties uit te voeren op vaartuigen van de Unie die hun vlag voeren, binnen de grenzen van hun bevoegdheden uit hoofde van hun nationale wetgeving. |
Afdeling 7
Inbreuken
1. |
Behandeling van inbreuken
|
2. |
Aanhouding van het vaartuig — Informatiebijeenkomst
|
3. |
Op de inbreuk toe te passen sancties — Schikkingsprocedure
|
4. |
Gerechtelijke procedure — Bankgarantie
|
5. |
Vrijgave van het vaartuig en de bemanning
Het vaartuig en de bemanning mogen de haven verlaten zodra de uit de schikkingsprocedure voortvloeiende sanctie is vereffend of zodra de bankgarantie is gesteld. |
Afdeling 8
Samenwerking op het gebied van bewaking ter bestrijding van IOO-visserij
1. |
Doelstelling
Om de bewaking van de visserij en de bestrijding van de IOO-visserij te intensiveren, signaleren de kapiteins van de vaartuigen van de Unie de aanwezigheid in de visserijzone van Madagaskar van vaartuigen die niet voorkomen op de Malagassische lijst van buitenlandse vaartuigen die in de visserijzone van Madagaskar mogen vissen. |
2. |
Procedure
|
3. |
Wederkerigheid
Indien de autoriteit van Madagaskar beschikt over waarnemingsverslagen over vissersvaartuigen die mogelijk IOO-visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar uitoefenen, zendt het deze verslagen zo spoedig mogelijk aan de autoriteiten van de Unie toe. |
HOOFDSTUK V
Aanmonstering van zeevarenden
1. |
Beginselen en doelstellingen waarop de uitvoering van dit hoofdstuk gebaseerd is
|
2. |
Voorschriften voor de aanmonstering van zeevarenden uit Madagaskar
|
3. |
Individuele aanmonsteringsovereenkomsten
|
4. |
Bezoldiging
|
5. |
Verplichtingen van de reder
|
6. |
Verplichtingen van zeevarenden
|
7. |
Tussenpersonen
De reders van de vaartuigen van de Unie doen een beroep op in Madagaskar erkende wervings- en arbeidsbemiddelingsbedrijven (manning), die toezien op de naleving van het onderhavige hoofdstuk. |
8. |
Naleving van het onderhavige hoofdstuk
|
LIJST VAN AANHANGSELS
Aanhangsel 1 —
Technische notitie — Toegestane soorten
Aanhangsel 2 —
Verwerking van persoonsgegevens
Aanhangsel 3 —
Coördinaten (lengte- en breedtegraden) van de visserijzone van Madagaskar, van de voor visserij verboden gebieden van de Leven-bank en de Castor-bank en van de basislijnen
Aanhangsel 4 —
Contactgegevens van Madagaskar
Aanhangsel 5 —
Gegevens die moeten worden opgenomen in de vismachtigingsaanvraag (vissersvaartuig en ondersteuningsvaartuig)
Aanhangsel 6 —
Richtsnoeren voor de implementering van het elektronisch registratie- en meldsysteem (ERS) voor visserijgegevens
Aanhangsel 7 —
Model voor de kwartaalaangifte door de Unie van maandelijks, voorlopig geaggregeerde vangsten
Aanhangsel 8 —
Modellen voor de aangifte van het binnenvaren en verlaten van de visserijzone van Madagaskar
Aanhangsel 9 —
Model voor VMS-positieberichten
Aanhangsel 10 —
Toelatingscriteria voor zeevarenden die onderdaan zijn van Madagaskar om aan boord van vissersvaartuigen van de Unie te werken
Aanhangsel 11 —
Minimumbepalingen van de individuele arbeidsovereenkomst voor zeevarenden die onderdaan zijn van Madagaskar
Aanhangsel 1
Technische notitie — Toegestane soorten
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
|||||||||||
Tonijn en tonijnachtigen (tonijn, bonito, koningsmakreel, marlijn, zwaardvis), daarmee geassocieerde soorten, en visserijen die onder het beheersmandaat van de Commissie voor de tonijnvisserij in de Indische Oceaan (IOTC) vallen, met uitzondering van:
|
|||||||||||
|
|||||||||||
De hoeveelheid haaien die vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug samen met tonijn en tonijnachtigen in de visserijzone van Madagaskar mogen vangen, is beperkt tot 220 ton haaien per jaar. Wanneer deze maximumhoeveelheid wordt bereikt, wordt de visserij op haaien gesloten. De IOTC-aanbevelingen en de toepasselijke wetgeving van de Unie moeten worden nageleefd. |
|||||||||||
|
|||||||||||
Door de reder te betalen visrechten per ton gevangen vis |
|
||||||||||
Forfaitair voorschot per vaartuig: |
|
||||||||||
Aantal vaartuigen dat mag vissen |
|
||||||||||
|
|||||||||||
Zeevarenden:
|
|||||||||||
Specifieke bijdrage voor milieubeheer en bescherming van de ecosystemen:
|
|||||||||||
Waarnemers:
|
Aanhangsel 2
Verwerking van persoonsgegevens
1. Definities en toepassingsgebied
1.1. |
Voor de toepassing van dit aanhangsel gelden de definities van artikel 3 van de overeenkomst en de volgende definities:
|
1.2. |
De betrokken personen zijn met name de natuurlijke personen die eigenaar zijn van vissersvaartuigen, hun vertegenwoordigers, de kapitein en de bemanning aan boord van vissersvaartuigen die in het kader van het protocol vissen.
Bij de uitvoering van het protocol, met name wat betreft machtigingsaanvragen, monitoring van de visserijactiviteiten en bestrijding van IOO-visserij, kunnen de volgende gegevens worden uitgewisseld en vervolgens verder verwerkt:
|
1.3. |
De voor de verwerking van de gegevens verantwoordelijke autoriteiten zijn de Europese Commissie en de autoriteit van de vlaggenstaat voor de Unie en het ministerie van Visserij voor Madagaskar. |
2. Waarborgen ter bescherming van persoonsgegevens
2.1. |
Doelbinding en gegevensminimalisatie
De krachtens het protocol gevraagde en doorgegeven persoonsgegevens zijn adequaat, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de uitvoering van het protocol. De partijen wisselen persoonsgegevens in het kader van het protocol uitsluitend uit voor de hierin vermelde specifieke doeleinden. De ontvangen gegevens worden niet verder verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. Op verzoek stelt de autoriteit van Madagaskar de autoriteiten van de Unie in kennis van het gebruik van de meegedeelde gegevens. |
2.2. |
Nauwkeurigheid
De partijen zien erop toe dat de in het kader van het protocol doorgegeven persoonsgegevens nauwkeurig en actueel zijn en, waar van toepassing, regelmatig worden bijgewerkt op basis van de kennis van de betrokken overdragende autoriteit. Indien een van de partijen vaststelt dat de doorgegeven of ontvangen persoonsgegevens onjuist zijn, stelt zij de andere partij daarvan onverwijld in kennis. |
2.3. |
Opslagbeperking
Persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan noodzakelijk is voor het doel waarvoor zij zijn uitgewisseld, en in elk geval ten hoogste tien jaar, tenzij de persoonsgegevens noodzakelijk zijn voor de follow-up van een inbreuk, een inspectie of gerechtelijke of administratieve procedures. In dat geval kunnen de persoonsgegevens voor een periode van twintig jaar worden opgeslagen. Indien persoonsgegevens langer worden bewaard, worden zij geanonimiseerd. |
2.4. |
Beveiliging en vertrouwelijkheid
Rekening houdend met de specifieke risico’s van verwerking, worden persoonsgegevens op zodanige wijze verwerkt dat de beveiliging ervan, met inbegrip van bescherming tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies of onopzettelijke vernietiging of beschadiging, is gewaarborgd. De partijen verbinden zich ertoe passende technische of organisatorische maatregelen te treffen om ervoor te zorgen dat de verwerking in overeenstemming is met het protocol. De met de gegevensverwerking belaste autoriteiten pakken elke inbreuk in verband met persoonsgegevens aan en nemen alle nodige maatregelen om eventuele negatieve gevolgen van een dergelijke inbreuk te verhelpen en te beperken. De autoriteiten van Madagaskar stellen de betrokken overdragende autoriteit zo spoedig mogelijk in kennis van die inbreuk en zij verlenen elkaar tijdig de nodige samenwerking zodat elke autoriteit kan voldoen aan haar verplichtingen die krachtens het nationale rechtskader voortvloeien uit een inbreuk in verband met persoonsgegevens. |
2.5. |
De twee partijen zien erop toe dat de overdragende en de ontvangende autoriteiten alle redelijke maatregelen nemen om te waarborgen dat de persoonsgegevens onverwijld worden gerectificeerd of gewist, naargelang het geval, wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met het protocol, met name omdat deze gegevens niet adequaat, ter zake dienend of precies zijn of niet in verhouding staan tot het doel van de verwerking. Dat houdt ook in dat de andere partij op de hoogte wordt gebracht van elke rectificatie of elke wissing. |
2.6. |
Transparantie
Elke partij ziet erop toe dat de betrokkenen over de wijze waarop hun persoonsgegevens zullen worden verwerkt en over de rechten uit hoofde van de bijlage worden geïnformeerd door middel van een algemene kennisgeving, bijvoorbeeld de bekendmaking van het protocol, of een individuele kennisgeving, bijvoorbeeld privacyverklaringen die tijdens de aanvraagprocedure voor vismachtigingen moeten worden verstrekt. |
2.7. |
Verdere doorgifte
De autoriteiten van Madagaskar geven in het kader van het protocol ontvangen persoonsgegevens niet door aan een derde partij die is gevestigd in een ander land dan de vlaggenstaat. Bij wijze van uitzondering en indien noodzakelijk geacht, kan een verdere doorgifte aan een derde partij in een ander land dan de vlaggenstaat of aan een internationale organisatie plaatsvinden, op voorwaarde dat de overdragende autoriteit haar voorafgaande toestemming heeft gegeven en de betrokken derde partij passende garanties biedt die verenigbaar zijn met de in het onderhavig aanhangsel vastgestelde waarborgen. |
3. Rechten van betrokkenen
3.1. |
Toegang tot persoonsgegevens
Op vraag van een betrokkene moeten de autoriteiten van Madagaskar:
|
3.2. |
Correctie van persoonsgegevens
Op vraag van een betrokkene rectificeren de autoriteiten van Madagaskar hem of haar betreffende onvolledige, onjuiste of verouderde persoonsgegevens. |
3.3. |
Schrapping van persoonsgegevens
Op vraag van een betrokkene moeten de autoriteiten van Madagaskar:
|
3.4. |
Voorschriften
De autoriteiten van Madagaskar antwoorden binnen een redelijke termijn en tijdig op een verzoek van een betrokkene betreffende toegang tot zijn of haar persoonsgegevens en de rectificatie en wissing ervan. De autoriteiten van Madagaskar kunnen passende maatregelen nemen, zoals het innen van een redelijke vergoeding ter dekking van de administratieve kosten, of weigeren gevolg te geven aan een verzoek dat aantoonbaar ongegrond of buitensporig is. |
3.5. |
De bovengenoemde rechten kunnen worden beperkt indien de verwerking noodzakelijk is voor het voorkomen, het onderzoeken, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten en voor andere belangrijke bewakings-, inspectie- of regelgevingsdoeleinden in verband met de uitoefening van het openbaar gezag in dergelijke gevallen. Die rechten kunnen eveneens worden beperkt met het oog op de bescherming van de betrokkene of met het oog op de rechten en vrijheden van anderen. Die beperkingen moeten bij wet worden vastgesteld. |
4. Klachten
De betrokkenen hebben effectieve en afdwingbare rechten wat betreft hun rechten uit hoofde van de wettelijke vereisten in het rechtsgebied van elke autoriteit. De autoriteiten bieden waarborgen ter bescherming van persoonsgegevens die bestaan uit een combinatie van wetten, regelgeving en interne beleidslijnen en procedures. Met name kunnen klachten tegen de autoriteiten van de partijen in verband met de verwerking van persoonsgegevens aan de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming worden gericht in het geval van de Unie of aan de Malagassische commissie voor informatica en vrijheden in het geval van Madagaskar.
Aanhangsel 3
Coördinaten (breedte- en lengtegraden) van de visserijzone van Madagaskar, van de voor visserij verboden gebieden van de Leven-bank en de Castor-bank en van de basislijnen
1. Visserijzone van Madagaskar
Punt |
Breedtegraad (decimale graden) |
Lengtegraad (decimale graden) |
Breedtegraad (graden, minuten en seconden) |
Lengtegraad (graden, minuten en seconden) |
1. |
-10,3144 |
49,4408 |
10° 18' 52" ZB |
049° 26' 27" OL |
2. |
-11,0935 |
50,1877 |
11° 05' 37" ZB |
050° 11' 16" OL |
3. |
-11,5434 |
50,4776 |
11° 32' 36" ZB |
050° 28' 39" OL |
4. |
-12,7985 |
53,2164 |
12° 47' 55" ZB |
053° 12' 59" OL |
5. |
-14,0069 |
52,7392 |
14° 00' 25" ZB |
052° 44' 21" OL |
6. |
-16,1024 |
52,4145 |
16° 06' 09" ZB |
052° 24' 52" OL |
7. |
-17,3875 |
52,3847 |
17° 23' 15" ZB |
052° 23' 05" OL |
8. |
-18,2880 |
52,5550 |
18° 17' 17" ZB |
052° 33' 18" OL |
9. |
-18,7010 |
52,7866 |
18° 42' 04" ZB |
052° 47' 12" OL |
10. |
-18,8000 |
52,8000 |
18° 48' 00" ZB |
052° 47' 60" OL |
11. |
-20,4000 |
52,0000 |
20° 23' 60" ZB |
052° 00' 00" OL |
12. |
-22,3889 |
51,7197 |
22° 23' 20" ZB |
051° 43' 11" OL |
13. |
-23,2702 |
51,3943 |
23° 16' 13" ZB |
051° 23' 39" OL |
14. |
-23,6405 |
51,3390 |
23° 38' 26" ZB |
051° 20' 20" OL |
15. |
-25,1681 |
50,8964 |
25° 10' 05" ZB |
050° 53' 47" OL |
16. |
-25,4100 |
50,7773 |
25° 24' 36" ZB |
050° 46' 38" OL |
17. |
-26,2151 |
50,5157 |
26° 12' 54" ZB |
050° 30' 57" OL |
18. |
-26,9004 |
50,1112 |
26° 54' 01" ZB |
050° 06' 40" OL |
19. |
-26,9575 |
50,0255 |
26° 57' 27" ZB |
050° 01' 32" OL |
20. |
-27,4048 |
49,6781 |
27° 24' 17" ZB |
049° 40' 41" OL |
21. |
-27,7998 |
49,1927 |
27° 47' 59" ZB |
049° 11' 34" OL |
22. |
-28,1139 |
48,6014 |
28° 06' 50" ZB |
048° 36' 05" OL |
23. |
-28,7064 |
46,8002 |
28° 42' 23" ZB |
046° 48' 01" OL |
24. |
-28,8587 |
46,1839 |
28° 51' 31" ZB |
046° 11' 02" OL |
25. |
-28,9206 |
45,5510 |
28° 55' 14" ZB |
045° 33' 04" OL |
26. |
-28,9301 |
44,9085 |
28° 55' 48" ZB |
044° 54' 31" OL |
27. |
-28,8016 |
44,1090 |
28° 48' 06" ZB |
044° 06' 32" OL |
28. |
-28,2948 |
42,7551 |
28° 17' 41" ZB |
042° 45' 18" OL |
29. |
-28,0501 |
42,2459 |
28° 03' 00" ZB |
042° 14' 45" OL |
30. |
-27,8000 |
41,9000 |
27° 48' 00" ZB |
041° 53' 60" OL |
31. |
-27,5095 |
41,5404 |
27° 30' 34" ZB |
041° 32' 25" OL |
32. |
-27,0622 |
41,1644 |
27° 03' 44" ZB |
041° 09' 52" OL |
33. |
-26,4435 |
40,7183 |
26° 26' 37" ZB |
040° 43' 06" OL |
34. |
-25,7440 |
40,3590 |
25° 44' 38" ZB |
040° 21' 32" OL |
35. |
-24,8056 |
41,0598 |
24° 48' 20" ZB |
041° 03' 35" OL |
36. |
-24,2116 |
41,4440 |
24° 12' 42" ZB |
041° 26' 38" OL |
37. |
-23,6643 |
41,7153 |
23° 39' 51" ZB |
041° 42' 55" OL |
38. |
-22,6317 |
41,8386 |
22° 37' 54" ZB |
041° 50' 19" OL |
39. |
-21,7798 |
41,7652 |
21° 46' 47" ZB |
041° 45' 55" OL |
40. |
-21,3149 |
41,6927 |
21° 18' 54" ZB |
041° 41' 34" OL |
41. |
-20,9003 |
41,5831 |
20° 54' 01" ZB |
041° 34' 59" OL |
42. |
-20,6769 |
41,6124 |
20° 40' 37" ZB |
041° 36' 45" OL |
43. |
-19,6645 |
41,5654 |
19° 39' 52" ZB |
041° 33' 55" OL |
44. |
-19,2790 |
41,2489 |
19° 16' 44" ZB |
041° 14' 56" OL |
45. |
-18,6603 |
42,0531 |
18° 39' 37" ZB |
042° 03' 11" OL |
46. |
-18,0464 |
42,7813 |
18° 02' 47" ZB |
042° 46' 53" OL |
47. |
-17,7633 |
43,0335 |
17° 45' 48" ZB |
043° 02' 01" OL |
48. |
-17,2255 |
43,3119 |
17° 13' 32" ZB |
043° 18' 43" OL |
49. |
-16,7782 |
43,4356 |
16° 46' 42" ZB |
043° 26' 08" OL |
50. |
-15,3933 |
42,5195 |
15° 23' 36" ZB |
042° 31' 10" OL |
51. |
-14,4487 |
43,0263 |
14° 26' 55" ZB |
043° 01' 35" OL |
52. |
-14,4130 |
43,6069 |
14° 24' 47" ZB |
043° 36' 25" OL |
53. |
-14,5510 |
44,3684 |
14° 33' 04" ZB |
044° 22' 06" OL |
54. |
-14,5367 |
45,0275 |
14° 32' 12" ZB |
045° 01' 39" OL |
55. |
-14,3154 |
45,8555 |
14° 18' 55" ZB |
045° 51' 20" OL |
56. |
-13,8824 |
46,3861 |
13° 52' 57" ZB |
046° 23' 10" OL |
57. |
-12,8460 |
46,6944 |
12° 50' 46" ZB |
046° 41' 40" OL |
58. |
-12,6981 |
47,2079 |
12° 41' 53" ZB |
047° 12' 28" OL |
59. |
-12,4637 |
47,7409 |
12° 27' 49" ZB |
047° 44' 27" OL |
60. |
-12,0116 |
47,9670 |
12° 00' 42" ZB |
047° 58' 01" OL |
61. |
-11,0158 |
48,5552 |
11° 00' 57" ZB |
048° 33' 19" OL |
62. |
-10,3144 |
49,4408 |
10° 18' 52" ZB |
049° 26' 27" OL |
2. Leven-bank en Castor-bank
Geografische coördinaten van de zone waar uitsluitend Malagassische ambachtelijke en traditionele visserijactiviteiten zijn toegestaan
Punt |
Breedtegraad |
Lengtegraad |
1. |
12° 18' 44" ZB |
47° 35' 63" OL |
2. |
11° 56' 64" ZB |
47° 51' 38" OL |
3. |
11° 53' ZB |
48° 00' OL |
4. |
12° 18' ZB |
48° 14' OL |
5. |
12° 30' ZB |
48° 05' OL |
6. |
12° 32' ZB |
47° 58' OL |
7. |
12° 56' ZB |
47° 47' OL |
8. |
13° 01' ZB |
47° 31' OL |
9. |
12° 53' ZB |
47° 26' OL |
3. Geografische coördinaten van de basislijnen
(artikel 3 van decreet nr. 2018-1008 van 14 augustus 2018 tot vaststelling van de basislijnen vanwaar de breedte van de verschillende onder de nationale jurisdictie van de Republiek Madagaskar vallende maritieme gebieden wordt gemeten)
Nr. |
Naam van de punten |
Lengtegraad |
Breedtegraad |
1. |
Tanjona Bobaomby (Cap d’Ambre) |
49°15’ OL |
11°56’ ZB |
2. |
Nosy Anambo |
48°39’ OL |
12°16’ ZB |
3. |
Nosy Lava |
48°40’ OL |
12°45’ ZB |
4. |
Nosy Ankarea |
48°34’ OL |
12°50’ ZB |
5. |
Nosy Fanihy |
48°14’ OL |
13°11’ ZB |
6. |
Nosy Iranja |
47°48’ OL |
13°36’ ZB |
7. |
Nosy Lava |
47° 35’ OL |
14°35’ ZB |
8. |
Lohatanjona Maromanjo |
46° 28’ OL |
15°31’ ZB |
9. |
Nosy Makamby |
45° 54’ OL |
15°42’ ZB |
10. |
Tanjona |
45° 40’ OL |
15°46’ ZB |
11. |
Tanjona Amparafaka |
45° 15’ OL |
15°56’ ZB |
12. |
Tanjona Vilanandro (Cap St -André) |
44° 26’ OL |
16°12’ ZB |
13. |
Nosy Chesterfield |
43° 56’ OL |
16°21’ ZB |
14. |
Nosy Vao |
43° 45’ OL |
17°30’ ZB |
15. |
Nosy Mavony |
43° 45’ OL |
18°19’ ZB |
16. |
Nosy Androtra |
43° 48’ OL |
18°30’ ZB |
17. |
Tanjona Kimby |
44° 14’ OL |
18°53’ ZB |
18. |
Amboanio |
44° 13’ OL |
19°03’ ZB |
19. |
Ilot Indien |
44° 22’ OL |
19°48’ ZB |
20. |
Tanjona Ankarana |
44° 07’ OL |
20°29’ ZB |
21. |
Tanjona Andravoho |
43° 50’ OL |
20°40’ ZB |
22. |
Nosy Andriangory |
43° 45’ OL |
20°50’ ZB |
23. |
Lohatanjona Marohata |
43° 29’ OL |
21°19’ ZB |
24. |
Nosy Lava |
43° 16’ OL |
21°45’ ZB |
25. |
Nosy Andranombolo |
43° 12’ OL |
21°58’ ZB |
26. |
Nosy Hao |
43° 11’ OL |
22°06’ ZB |
27. |
Ambohitsobo |
43° 13’ OL |
22°20’ ZB |
28. |
Solary Avo |
43° 17’ OL |
22°34’ ZB |
29. |
Lohatanjona Rendrehana |
43° 21 OL |
22°49’ ZB |
30. |
Toliara (Tuléar) |
43° 38’ OL |
23°22’ ZB |
31. |
Nosy Ve |
43° 36’ OL |
23°38’ ZB |
32. |
Falaise de Lanivato |
43° 40’ OL |
24°20’ ZB |
33. |
Miary |
43° 41’ OL |
24°23’ ZB |
34. |
Helodrano Salapaly |
43° 54’ OL |
24°43’ ZB |
35. |
Helodrano Langarano |
44° 01’ OL |
25°02’ ZB |
36. |
Nosy Manitse |
44° 13’ OL |
25°14’ ZB |
37. |
Lohatonjano Fenambosy |
44° 19’ OL |
25°16’ ZB |
38. |
Tanjona Vohimena (Cap Ste Marie) |
45° 10’ OL |
25°36’ ZB |
39. |
Betanty (Faux Cap) |
45° 31’ OL |
25°35’ ZB |
40. |
Helodrano Ranofotsy |
46° 43’ OL |
25°11’ ZB |
41. |
Tanjona Ranavalona |
46° 58’ OL |
25°05’ ZB |
42. |
Lohatanjona Evatra (Pointe Itaperina) |
47° 06’ OL |
25°00’ ZB |
43. |
Tanjona Manafiafy (Cap Sainte Luce) |
47° 13' OL |
24° 46' ZB |
44. |
Mahavelona (Foulepointe) |
49° 32' OL |
17° 41' ZB |
45. |
Lohatanjona Vohibato |
49° 49’ OL |
17°07’ ZB |
46. |
Fitariho |
49° 55’ OL |
16°56’ ZB |
47. |
Lohatanjona Antsirakakambana (Pointe Albrand) |
50° 02’ OL |
16°42’ ZB |
48. |
Tanjona Belao (Cap Bellone) |
49° 52’ OL |
16°13’ ZB |
49. |
Nosy Nepato |
50° 14’ OL |
16°00’ ZB |
50. |
Tanjona Tanjondaingo |
50° 21’ OL |
15°49’ ZB |
51. |
Nosy Voara |
50° 28’ OL |
15°28’ ZB |
52. |
Nosy Ngontsy |
50° 29’ OL |
15°15’ ZB |
53. |
Lohatanjona Ampandrozonana |
50° 12’ OL |
14°18’ ZB |
54. |
Mahavanona |
50° 08’ OL |
13°48’ ZB |
55. |
Iharana (Vohémar) |
50° 01’ OL |
13°21’ ZB |
56. |
Nosy Manampaho |
49° 53’ OL |
12°48’ ZB |
57. |
Ambatonjanahary |
49° 18’ OL |
11°58’ ZB |
Aanhangsel 4
Contactgegevens van Madagaskar
1.
Ministerie van VisserijPostadres: Rue Farafaty, Ampandrianomby, Antananarivo 101
E-mail: mpeb.sp@gmail.com
2.
Voor de aanvraag van vismachtigingenPostadres: Rue Farafaty, Ampandrianomby, Antananarivo 101
E-mail: sgpt.dp.mrhp@gmail.com
3.
Voor visserij bevoegde dienst voor statistiekE-mail: snstatpecheaqua@gmail.com
Telefoonnummer: +261 34 05 563 82
4.
Agence Malgache de la Pêche et de l’Aquaculture (AMPA) (Malagassisch agentschap voor visserij en aquacultuur)Postadres: Lot Près IIA122 Nanisana Antananarivo 101
E-mail: mpeb.ampa@gmail.com
Telefoonnummer: +261 34 05 579 89
5.
Agence Portuaire Maritime et Fluviale (APMF) (Agentschap havens, zee- en binnenvaart)Postadres: Immeuble APMF, Route des hydrocarbures, Alarobia Ivandry, Antananarivo 101, BP: 581
E-mail: apmf@apmf.mg
Telefoonnummer: +261 32 11 257 00
6.
Visserijcontrolecentrum (VCC) en meldingen inzake het binnen- en buitenvarenPostadres: Rue Farafaty, Ampandrianomby, Antananarivo 101
E-mail: csp-mprh@madagascar-scs-peche.mg
Telefoonnummer: +261 32 07 231 50
7.
Autorité Sanitaire Halieutique (ASH) (Gezondheidsautoriteit voor de visserij)Postadres: Rue Farafaty, Ampandrianomby, Antananarivo 101
E-mail: christiane.rakotoarivony@ash.mg
Telefoonnummer: +261 034 05 800 48
Aanhangsel 5
Gegevens die moeten worden opgenomen in de vismachtigingsaanvraag (vissersvaartuig en ondersteuningsvaartuig)
Elke aanvraag voor een vismachtiging bevat de volgende gegevens:
1) |
Naam van de aanvrager |
2) |
Adres van de aanvrager |
3) |
Naam van de gemachtigde agent in Madagaskar |
4) |
Adres van de gemachtigde agent in Madagaskar |
5) |
Naam van het vaartuig |
6) |
Type vaartuig |
7) |
Vlaggenstaat |
8) |
Haven van registratie |
9) |
Registratienummer |
10) |
Uitwendige kentekens van het vissersvaartuig |
11) |
Internationale radioroepnaam |
12) |
Radiofrequentie |
13) |
Satelliettelefoonnummer vaartuig |
14) |
E-mail van het vaartuig |
15) |
IMO-nummer (indien van toepassing) |
16) |
Lengte over alles van het vaartuig |
17) |
Breedte van het vaartuig |
18) |
Motormodel |
19) |
Motorvermogen (kW) |
20) |
Brutotonnage (BT) |
21) |
Minimale bemanning |
22) |
Naam van de kapitein |
23) |
Visserijcategorie |
24) |
Doelsoorten |
25) |
Begindatum van de gevraagde periode |
26) |
Einddatum van de gevraagde periode |
Aanhangsel 6
Richtsnoeren voor de implementering van het elektronisch registratie- en meldsysteem (ERS) voor visserijgegevens
1. Algemene bepalingen
1.1. |
Elk vissersvaartuig van de Unie dat in de visserijzone van Madagaskar actief is, moet uitgerust zijn met een elektronisch systeem (hierna “ERS” genoemd) dat de gegevens over de visserijactiviteit van dat vaartuig (hierna “ERS-gegevens” genoemd) kan registreren en verzenden. |
1.2. |
Vaartuigen van de Unie zonder ERS of met een niet-werkend ERS mogen de visserijzone van Madagaskar niet binnenvaren om er visserijactiviteiten te verrichten. |
1.3. |
De ERS-gegevens worden overeenkomstig de procedures van de vlaggenstaat van het vaartuig verzonden, d.w.z. dat zij eerst worden toegezonden aan het visserijcontrolecentrum (VCC) van de vlaggenstaat, dat vervolgens zorgt voor de automatische terbeschikkingstelling van de gegevens aan het VCC van Madagaskar. |
1.4. |
De vlaggenstaat en Madagaskar zorgen ervoor dat hun VCC is uitgerust met de informatica-apparatuur en software die nodig zijn voor de automatische transmissie van de ERS-gegevens in XML-formaat, en beschikken over een elektronische opslagprocedure om de ERS-gegevens te registreren en gedurende ten minste drie jaar te bewaren in een computerleesbaar formaat. |
1.5. |
Voor de transmissie van de ERS-gegevens wordt gebruikgemaakt van de elektronische communicatiemiddelen die de Europese Commissie namens de Unie beheert. |
1.6. |
De vlaggenstaat en Madagaskar wijzen elk een ERS-correspondent aan die als contactpersoon fungeert.
|
2. Opstellen en verzenden van de ERS-gegevens
2.1. |
Het vissersvaartuig van de Unie moet:
|
2.2. |
De kapitein is verantwoordelijk voor de nauwkeurigheid van de geregistreerde en verzonden ERS-gegevens. |
2.3. |
Het VCC van de vlaggenstaat zendt de ERS-gegevens onmiddellijk automatisch naar het VCC van Madagaskar. |
2.4. |
Het VCC van Madagaskar bevestigt de ontvangst van de ERS-gegevens per omgaande en behandelt alle ERS-gegevens als vertrouwelijk. |
3. Storing in het ERS-systeem aan boord van het vaartuig en/of in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat
3.1. |
De vlaggenstaat stelt de kapitein en/of de eigenaar, of diens vertegenwoordiger, van een onder zijn vlag varend vaartuig onmiddellijk in kennis van technische storingen in het op het vaartuig geïnstalleerde ERS en van elke storing in de transmissie van de ERS-gegevens tussen het vaartuig en het VCC van de vlaggenstaat. |
3.2. |
De vlaggenstaat stel Madagaskar in kennis van de geconstateerde storing en van de maatregelen die zijn genomen om ze te verhelpen. |
3.3. |
Indien zich een defect in het ERS aan boord van het vaartuig voordoet, wordt er door de kapitein en/of de eigenaar op toegezien dat het ERS binnen tien dagen wordt hersteld of vervangen. Indien het vaartuig in die periode van tien dagen een haven aandoet, kan het zijn visserijactiviteiten in de visserijzone van Madagaskar pas hervatten wanneer het ERS weer naar behoren werkt of, wanneer dat laatste niet het geval is, wanneer Madagaskar daarvoor toestemming verleent.
Een vissersvaartuig dat een technische storing in zijn ERS heeft gehad, mag de haven pas verlaten:
|
3.4. |
Vaartuigen van de Unie die in de visserijzone van Madagaskar actief zijn met een defect ERS, verzenden alle ERS-gegevens dagelijks, uiterlijk om 23.59 UTC, naar het VCC van de vlaggenstaat via om het even welk ander elektronisch communicatiemiddel waartoe het VCC van Madagaskar toegang heeft. |
3.5. |
ERS-gegevens die vanwege een storing niet via het ERS-systeem ter beschikking van Madagaskar kunnen worden gesteld, worden door het VCC van de vlaggenstaat via een andere onderling afgesproken elektronische weg verzonden naar het VCC van Madagaskar. Deze alternatieve transmissie wordt dan als prioritair beschouwd, aangezien de normaal geldende transmissietermijnen mogelijk niet in acht kunnen worden genomen. |
3.6. |
Indien het VCC van Madagaskar gedurende drie opeenvolgende dagen geen ERS-gegevens van een vaartuig heeft ontvangen, kan Madagaskar dat vaartuig het bevel geven zich onmiddellijk voor onderzoek naar een door Madagaskar aangewezen haven te begeven. |
4. Storing bij een VCC — Het VCC van Madagaskar ontvangt geen ERS-gegevens
4.1. |
Indien een VCC geen ERS-gegevens ontvangt, meldt de betrokken ERS-correspondent dit onmiddellijk aan de ERS-correspondent van het andere VCC en werkt hij zo nodig mee aan de oplossing van het probleem. |
4.2. |
Het VCC van de vlaggenstaat en het VCC van Madagaskar spreken vóór de operationele invoering van het ERS af welke andere elektronische communicatiemiddelen voor de transmissie van de ERS-gegevens moeten worden gebruikt wanneer zich een storing bij het VCC voordoet, en stellen elkaar onmiddellijk in kennis van elke wijziging in dit verband. |
4.3. |
Wanneer het VCC van Madagaskar signaleert geen ERS-gegevens te hebben ontvangen, gaat het VCC van de vlaggenstaat op zoek naar de oorzaak van het probleem en neemt het de nodige maatregelen om het probleem op te lossen. Het VCC van de vlaggenstaat stelt het VCC van Madagaskar en de Unie uiterlijk 24 uur nadat de storing is geconstateerd, in kennis van de resultaten en de genomen maatregelen. |
4.4. |
Indien meer dan vierentwintig uur nodig is om het probleem op te lossen, verzendt het VCC van de vlaggenstaat de ontbrekende ERS-gegevens onmiddellijk naar het VCC van Madagaskar aan de hand van een ander, in punt 3.5 bedoeld elektronisch communicatiemiddel. |
4.5. |
Madagaskar waarschuwt zijn bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de vaartuigen van de Unie in gebreke worden gesteld omdat het VCC van Madagaskar geen gegevens heeft verzonden vanwege een storing bij een van de VCC’s. |
5. Onderhoud van een VCC
5.1. |
Een VCC dat (in het kader van een onderhoudsprogramma) onderhoudsactiviteiten plant die gevolgen kunnen hebben voor de uitwisseling van ERS-gegevens, moet het andere VCC hiervan ten minste tweeënzeventig uur van tevoren in kennis stellen, zo mogelijk met opgave van de datum en de duur van het onderhoud. Informatie over niet-gepland onderhoud wordt zo spoedig mogelijk aan het andere VCC gemeld. |
5.2. |
Tijdens het onderhoud kan de terbeschikkingstelling van ERS-gegevens worden opgeschort totdat het systeem weer operationeel is. De betrokken ERS-gegevens worden in dat geval onmiddellijk na afloop van het onderhoud beschikbaar gesteld. |
5.3. |
Neemt het onderhoud meer dan vierentwintig uur in beslag, dan worden de ERS-gegevens aan het andere VCC toegezonden met behulp van een ander, in bovenstaand punt 3.5 bedoeld elektronisch communicatiemiddel. |
5.4. |
Madagaskar waarschuwt zijn bevoegde controlediensten om te voorkomen dat de vaartuigen van de Unie in gebreke worden gesteld voor het niet verzenden van ERS-gegevens vanwege onderhoudswerkzaamheden bij een VCC. |
6. Routering van ERS-gegevens naar Madagaskar
6.1. |
Voor de transmissie van de ERS-gegevens van de vlaggenstaat naar Madagaskar wordt gebruikgemaakt van de door de Europese Commissie ter beschikking gestelde middelen. |
6.2. |
In het kader van het beheer van de visserijactiviteiten van de vloot van de Unie worden deze gegevens opgeslagen en kunnen ze namens de Unie worden ingezien door daartoe gemachtigd personeel van de Europese Commissie. |
7. Gebruik van de UN/FLUX-norm en van het EU-FLUX-netwerk
7.1. |
De UN/FLUX-norm (visserijtaal voor universele uitwisseling van de Verenigde Naties) en het EU-FLUX-uitwisselingsnetwerk — wanneer volledig operationeel — kunnen worden gebruikt voor de uitwisseling van vaartuigposities en van elektronische visserijlogboeken. |
7.2. |
Wijzigingen van de UN/FLUX-norm worden geïmplementeerd binnen een door de gemengde commissie bepaalde termijn op basis van de door de Europese Commissie verstrekte technische bepalingen, in voorkomend geval via briefwisseling. |
7.3. |
De voorschriften voor de verschillende vormen van elektronische uitwisseling worden zo nodig vastgelegd in een door de Europese Commissie opgesteld uitvoeringsdocument. |
7.4. |
Tot de overschakeling op de UN/FLUX-norm kunnen tijdelijke maatregelen gelden voor elk onderdeel (posities, visserijlogboek). De autoriteit van Madagaskar bepaalt mede op basis van eventuele technische beperkingen hoeveel tijd er nodig is voor die overschakeling. Zij stelt de proefperiode vast die in acht moet worden genomen tot de UN/FLUX-norm daadwerkelijk wordt toegepast. Zodra de testen succesvol blijken, stellen de partijen zo spoedig mogelijk gezamenlijk een datum van toepassing vast, hetzij in de in artikel 14 van de overeenkomst bedoelde gemengde commissie, hetzij per briefwisseling. |
Aanhangsel 7
Model voor de kwartaalaangifte door de Unie van maandelijks geaggregeerde vangsten (voorlopige cijfers)
|
Naam van het vaartuig |
FAO-code soort* |
Benaming soort |
Maand |
|||||||||||||
Visserijcategorie |
|
|
|
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 |
9 |
10 |
11 |
12 |
||
Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van 100 BT of minder |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug van meer dan 100 BT |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
Algemeen totaal |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
||
|
Aanhangsel 8
Modellen voor de aangifte van het binnenvaren en verlaten van de visserijzone van Madagaskar
1. MODEL VOOR MELDINGEN BIJ HET BINNENVAREN (TEN MINSTE 3 UUR VAN TEVOREN)
GEADRESSEERDE: VCC MADAGASKAR
CODE ACTIE: BINNENVAREN
NAAM VAN HET VAARTUIG:
INTERNATIONALE RADIOROEPNAAM:
VLAGGENSTAAT:
SOORT VAARTUIG:
NR. MACHTIGING (1):
POSITIE BIJ HET BINNENVAREN:
DATUM EN TIJDSTIP (UTC) BIJ HET BINNENVAREN:
TOTALE HOEVEELHEID VIS AAN BOORD (IN KG):
— |
YFT (Albacore/Yellowfin tuna/Geelvintonijn/Thunnus albacares) in kg: |
— |
SKJ (Listao/Skipjack/Gestreepte tonijn/Katsuwonus pelamis) in kg: |
— |
BET (Patudo/Bigeye tuna/Grootoogtonijn/Thunnus obesus) in kg: |
— |
ALB (Germon/Albacore tuna/Witte tonijn/Thunnus alalunga) in kg: |
— |
HAAIEN (geef aan welke soorten) in kg: |
— |
OVERIGE (geef aan welke soorten) in kg: |
2. MODEL VOOR MELDINGEN BIJ HET BUITENVAREN (TEN MINSTE 3 UUR VAN TEVOREN)
GEADRESSEERDE: VCC MADAGASKAR
CODE ACTIE: BUITENVAREN
NAAM VAN HET VAARTUIG:
INTERNATIONALE RADIOROEPNAAM:
VLAGGENSTAAT:
SOORT VAARTUIG:
Nr. MACHTIGING (2):
POSITIE BIJ HET BUITENVAREN:
DATUM EN TIJDSTIP (UTC) VAN HET BUITENVAREN:
TOTALE HOEVEELHEID VIS AAN BOORD (IN KG):
— |
YFT (Albacore/Yellowfin tuna/Geelvintonijn/Thunnus albacares) in kg: |
— |
SKJ (Listao/Skipjack/Gestreepte tonijn/Katsuwonus pelamis) in kg: |
— |
BET (Patudo/Bigeye tuna/Grootoogtonijn/Thunnus obesus) in kg: |
— |
ALB (Germon/Albacore tuna/Witte tonijn/Thunnus alalunga) in kg: |
— |
HAAIEN (geef aan welke soorten) in kg: |
— |
OVERIGE (geef aan welke soorten) in kg: |
Alle meldingen moeten aan de bevoegde autoriteit worden toegezonden op het volgende e-mailadres:
csp-mprh@madagascar-scs-peche.mg
Telefoonnummer: +261 32 07 231 50
Visserijcontrolecentrum Madagaskar, B.P.60 114 Antananarivo
Met kopie aan: MARE-CATCHES@ec.europa.eu
(1) Nr. van de vismachtiging: in te vullen indien de aangifte per e-mail wordt verzonden en indien het niet om een doorreis gaat.
(2) Nr. van de vismachtiging: in te vullen indien de aangifte per e-mail wordt verzonden en indien het niet om een doorreis gaat.
Aanhangsel 9
Model voor VMS-positieberichten
MELDING VAN DE VMS-GEGEVENS AAN MADAGASKAR
FORMAAT VAN DE VMS-GEGEVENS — POSITIEBERICHT
Gegevenselementen die verplicht moeten worden meegedeeld |
Code |
Inhoud |
Begin record |
SR |
Systeeminformatie — geeft het begin van de record aan |
Ontvanger |
AD |
Berichtinformatie — geadresseerde. ISO-alfa-3-landcode |
Afzender |
FR |
Berichtinformatie — verzender. ISO-alfa-3-landcode |
Vlaggenstaat |
FS |
Berichtinformatie — vlaggenstaat |
Type bericht |
TM |
Berichtinformatie — berichttype [ENT, POS, EXI] |
Radioroepnaam |
RC |
Vaartuiginformatie — internationale radioroepnaam van het vaartuig |
Intern referentienummer van de overeenkomstsluitende partij |
IR |
Vaartuiginformatie — uniek volgnummer van de overeenkomstsluitende partij (ISO 3-code van de vlaggenstaat, gevolgd door een nummer) |
Extern registratienummer |
XR |
Vaartuiginformatie — kenteken aangebracht op de romp van het vaartuig |
Breedtegraad |
LT |
Positie-informatie — positie in graden en minuten N/Z GGMM (WGS84) |
Lengtegraad |
LG |
Positie-informatie — positie in graden en minuten O/W GGMM (WGS84) |
Vaarrichting |
CO |
Vaarrichting van het vaartuig, op een schaal van 360° |
Snelheid |
SP |
Vaarsnelheid van het vaartuig in tienden van knopen |
Datum |
DA |
Positie-informatie — datum van registratie van de positie in UTC (JJJJMMDD) |
Tijdstip |
TI |
Positie-informatie — tijdstip van registratie van de positie in UTC (UUMM) |
Einde registratie |
ER |
Systeeminformatie — geeft het einde van de record aan |
Aanhangsel 10
Toelatingscriteria voor zeevarenden die onderdaan zijn van Madagaskar om aan boord van vissersvaartuigen van de Unie te werken
Om aan boord van een vissersvaartuig van de Unie te werken, moeten zeevarenden uit Madagaskar:
a) |
in het bezit zijn van een door de autoriteit van Madagaskar afgegeven identiteitsbewijs; |
b) |
ten minste 18 jaar oud zijn; |
c) |
in het bezit zijn van een geldig, door Madagaskar afgegeven monsterboekje of van een gelijkwaardig document waaruit blijkt dat zij over de nodige bekwaamheden en ervaring beschikken voor ten minste een van de functies aan boord van het vaartuig; |
d) |
gekwalificeerd zijn volgens het Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst (STCW) voor onder meer de volgende basisopleidingen in veiligheid:
|
e) |
beschikken over een geldig medisch certificaat dat is afgegeven door een naar behoren gekwalificeerde arts en waaruit blijkt dat zij medisch geschikt zijn voor de uitoefening van hun taken op zee. |
Aanhangsel 11
Minimumbepalingen van de individuele arbeidsovereenkomst voor zeevarenden die onderdaan zijn van Madagaskar
De arbeidsovereenkomst bevat ten minste de volgende gegevens:
a) |
de naam en voornamen van de aangemonsterde, geboortedatum of leeftijd en geboorteplaats; |
b) |
plaats en datum van sluiting van de overeenkomst; |
c) |
de naam van het vissersvaartuig of de vissersvaartuigen en het registratienummer van het vaartuig of de vaartuigen aan boord waarvan de visser gaat werken; |
d) |
de naam van de werkgever of de reder van het vissersvaartuig of een andere partij bij de overeenkomst; |
e) |
de geplande zeereis of zeereizen, als hierover bij de aanmonstering al informatie bekend is; de voorwaarden waaronder de werkgever de kosten draagt; |
f) |
de functie waarvoor de aangemonsterde in dienst wordt genomen; |
g) |
indien mogelijk, de plaats waar en de datum waarop de aangemonsterde zich aan boord moet melden; |
h) |
de levensmiddelen die aan de aangemonsterde moeten worden verstrekt, tenzij de wetgeving in een alternatief systeem voorziet; |
i) |
het loon of het deelloon van de aangemonsterde en de berekeningswijze van het deelloon als de beloning op een deelloonsysteem is gebaseerd, of het loon en het deelloon en de berekeningswijze van het deelloon als de beloning op een combinatie van beide is gebaseerd, en eventueel het overeengekomen minimumloon; |
j) |
de looptijd van de overeenkomst en de daaraan verbonden voorwaarden, namelijk:
|
k) |
bescherming van de aangemonsterde bij arbeidsgerelateerde ziekten, letsels of overlijdens; |
l) |
het aantal dagen betaald jaarlijks verlof of de formule voor de berekening van het verlof, indien van toepassing; |
m) |
de dekking door de ziekteverzekering en de sociale zekerheid en de uitkeringen die de werkgever, de reder of andere partijen bij de arbeidsovereenkomst, al naargelang het geval, moeten verstrekken; |
n) |
het recht van de aangemonsterde op repatriëring; |
o) |
een verwijzing naar de collectieve arbeidsovereenkomst, indien van toepassing; |
p) |
de minimumrusttijden overeenkomstig de toepasselijke wetgeving of andere maatregelen; |
q) |
eventuele andere op grond van de toepasselijke wetgeving vereiste gegevens. |