Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22009D0125

    Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. 125/2009 van 4 december 2009 tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

    PB L 62 van 11.3.2010, p. 11–12 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2009/125(2)/oj

    11.3.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 62/11


    BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER

    Nr. 125/2009

    van 4 december 2009

    tot wijziging van bijlage II (Technische voorschriften, normen, keuring en certificatie) bij de EER-overeenkomst

    HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

    Gelet op de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, gewijzigd bij het Protocol tot aanpassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, hierna „de Overeenkomst” genoemd, en met name op artikel 98,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Bijlage II bij de Overeenkomst werd gewijzigd bij Besluit nr. 28/2009 van het Gemengd Comité van de EER van 17 maart 2009 (1).

    (2)

    Richtlijn 2007/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot wijziging van Richtlijn 90/385/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen, Richtlijn 93/42/EEG van de Raad betreffende medische hulpmiddelen en Richtlijn 98/8/EG betreffende het op de markt brengen van biociden (2) dient in de Overeenkomst te worden opgenomen.

    (3)

    Richtlijn 93/42/EEG van de Raad (3) is in hoofdstuk IX en in hoofdstuk XXX van bijlage II bij de Overeenkomst opgenomen. Aangezien de richtlijn betrekking heeft op medische hulpmiddelen dient alleen een verwijzing in hoofdstuk XXX te worden opgenomen. De verwijzing naar de richtlijn in hoofdstuk IX dient daarom te worden geschrapt.

    (4)

    Richtlijn 90/385/EEG van de Raad (4) heeft betrekking op actieve implanteerbare medische hulpmiddelen en de verwijzing naar deze richtlijn moet daarom worden verplaatst van hoofdstuk X naar hoofdstuk XXX van bijlage II bij de Overeenkomst,

    BESLUIT:

    Artikel 1

    Bijlage II bij de Overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    De tekst van punt 27a (Richtlijn 93/42/EEG van de Raad) in hoofdstuk IX wordt geschrapt.

    2)

    De tekst van punt 7 (Richtlijn 90/385/EEG van de Raad) in hoofdstuk X wordt geschrapt.

    3)

    Het volgende streepje wordt toegevoegd in punt 12n (Richtlijn 98/8/EG van het Europees Parlement en de Raad) van hoofdstuk XV en in punt 1 (Richtlijn 93/42/EEG van de Raad) van hoofdstuk XXX:

    „—

    32007 L 0047: Richtlijn 2007/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 21).”.

    4)

    In hoofdstuk XXX wordt na punt 6 (Richtlijn 2005/50/EG van de Commissie) het volgende punt ingevoegd:

    „7.

    390 L 0385: Richtlijn 90/385/EG van de Raad van 20 juni 1990 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake actieve implanteerbare medische hulpmiddelen (PB L 189 van 20.7.1990, blz.17), gewijzigd bij:

    393 L 0042: Richtlijn 93/42/EEG van de Raad van 14 juni 1993 (PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1),

    393 L 0068: Richtlijn 93/68/EEG van de Raad van 22 juli 1993 (PB L 220 van 30.8.1993, blz. 1),

    32007 L 0047: Richtlijn 2007/47/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 (PB L 247 van 21.9.2007, blz. 21).

    De overgangsregelingen omschreven in de bijlagen bij de Toetredingsakte van 16 april 2003 voor Polen (bijlage XII, hoofdstuk 1, punt 1) zijn van toepassing.”.

    Artikel 2

    De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van Richtlijn 2007/47/EG zijn authentiek.

    Artikel 3

    Dit besluit treedt in werking op 5 december 2009, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de Overeenkomst bedoelde kennisgevingen aan het Gemengd Comité van de EER hebben plaatsgevonden (5).

    Artikel 4

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 4 december 2009.

    Voor het Gemengd Comité van de EER

    De voorzitster

    Oda Helen SLETNES


    (1)  PB L 130 van 28.5.2009, blz. 21.

    (2)  PB L 247 van 21.9.2007, blz. 21.

    (3)  PB L 169 van 12.7.1993, blz. 1.

    (4)  PB L 189 van 20.7.1990, blz. 17.

    (5)  Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.


    Top