This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 21988A0416(02)
Agreement on relations in the sea fisheries sector between the European Economic Community and the Kingdom of Morocco
OVEREENKOMST inzake de betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko op het gebied van de zeevisserij
OVEREENKOMST inzake de betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko op het gebied van de zeevisserij
PB L 99 van 16.4.1988, pp. 49–60
(ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)
No longer in force, Date of end of validity: 30/04/1992
OVEREENKOMST inzake de betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko op het gebied van de zeevisserij -
Publicatieblad Nr. L 099 van 16/04/1988 blz. 0049
L 181 12/7/1988 P.0001
***** OVEREENKOMST inzake de betrekkingen tussen de Europese Economische Gemeenschap en het Koninkrijk Marokko op het gebied van de zeevisserij DE EUROPESE ECONOMISCHE GEMEENSCHAP, hierna »Gemeenschap" te noemen, en HET KONINKRIJK MAROKKO, hierna »Marokko" te noemen, hierna »overeenkomstsluitende partijen" te noemen, GELET OP de nauwe en bevoorrechte betrekkingen tussen de Gemeenschap en Marokko, inzonderheid op de op 27 augustus 1976 in Rabat ondertekende Samenwerkingsovereenkomst, ERAAN HERINNEREND DAT de Gemeenschap en Marokko het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties hebben ondertekend en dat Marokko, overeenkomstig dat Verdrag, een exclusieve economische zone heeft vastgesteld die zich uitstrekt tot 200 zeemijl uit de kust, waarbinnen het soevereine rechten uitoefent inzake de exploratie, de exploitatie, de instandhouding en het beheer van de rijkdommen; ZICH BEWUST VAN het belang van de instandhouding en de rationele exploitatie van de visbestanden, alsmede van de bescherming van het mariene milieu; VASTBESLOTEN OM in hun gemeenschappelijk belang te zorgen voor de instandhouding en voor een rationeel beheer van de biologische rijkdommen in hun kustwateren; ZICH BEWUST VAN de speciale rol die de zeevisserijsector in de sociale en economische ontwikkeling van Marokko speelt; REKENING HOUDEND MET het feit dat de zeevisserij een volledige economische cyclus vormt, en bezield door de wil om de verschillende aspecten van hun samenwerking uitgaande van wederzijds voordeel te ontwikkelen; ERVAN OVERTUIGD DAT, in de geest van bovengenoemde Samenwerkingsovereenkomst, de bescherming van hun beider belang op visserijgebied en de verwezenlijking van hun onderscheiden doeleinden op sociaal en economisch gebied zullen worden bevorderd door een nauwe samenwerking op het vlak van het wetenschappelijk en technisch onderzoek in die sector die borg staat voor de instandhouding en de optimale exploitatie van de bestanden; ERNAAR STREVEND hun betrekkingen, met name op het gebied van de zeevisserij, te versterken door een nauwe en uitgebreide samenwerking die alle facetten van deze sector omvat, ten einde aldus van weerszijde aan de ontwikkeling van de sector bij te dragen en verlangende de wijze van samenwerking vast te stellen, HEBBEN OMTRENT HET VOLGENDE OVEREENSTEMMING BEREIKT: Artikel 1 In deze Overeenkomst worden de beginselen en bepalingen vastgesteld voor de samenwerking tussen de Gemeenschap en Marokko met betrekking tot de instandhouding van de visbestanden en de valorisatie daarvan, al dan niet in verwerkte vorm, en worden de voorwaarden vastgesteld voor de uitoefening van de visserij met vaartuigen die de vlag van een Lid-Staat van de Gemeenschap voeren, hierna »vaartuigen van de Gemeenschap" te noemen, in de wateren die onder de soevereiniteit of de jurisdictie van het Koninkrijk Marokko vallen, hierna »visserijzone van Marokko" te noemen. Artikel 2 1. De overeenkomstsluitende partijen werken hetzij bilateraal, hetzij in het kader van de ter zake bevoegde internationale organisaties of, in voorkomend geval, op regionale of subregionale basis samen met het oog op de instandhouding en de rationele exploitatie van de bestanden overeenkomstig de relevante bepalingen van het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties. 2. De Gemeenschap verleent Marokko, overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, lid 2, financiële steun voor de uitbreiding van het visserijonderzoek en voor de verbetering van het beheer van de visbestanden en van de vervolgrapportage over de exploitatie daarvan. 3. De Gemeenschap verstrekt Marokko, overeenkomstig de bepalingen van bijlage I, alle relevante gegevens over de activiteit van haar vaartuigen die de visserij mogen uitoefenen in de Marokkaanse wateren, met name de gegevens over de aangevoerde hoeveelheden. Artikel 3 De overeenkomstluitende partijen stimuleren commerciële, wetenschappelijke en technische samenwerking op visserijgebied. Zij plegen overleg om de acties die in het kader van deze Overeenkomst en van de op 27 april 1976 in Rabat ondertekende Samenwerkingsovereenkomst, zoals later herzien, worden ondernomen, te cooerdineren en duurzaam op elkaar te laten aansluiten ten einde de resultaten ervan te verbeteren. In dit verband stimuleren en vergemakkelijken zij met name de uitwisseling van gegevens over technieken en uitrusting voor de visserij en over methoden voor de conservering en de industriële verwerking van de vangst. Voorts kunnen zij besluiten tot specifieke acties om de gezamenlijke belangen van hun ondernemers te vergroten, met name via: - specifieke studies; - stimulering van de oprichting en uitbreiding van joint ventures voor de exploitatie van visbestanden of voor de valorisatie van de vangst; - stimulering van de visserijondernemingen die hun activiteit mogen uitoefenen op grond van deze Overeenkomst, om de Marokkaanse haveninstallaties te gebruiken, zulks onder voorwaarden die in overeenstemming zijn met de internationale concurrentie. De twee partijen zullen de mogelijkheden en voorwaarden op dat gebied en de ontwikkelingen ter zake op gezette tijden in de Gemengde Commissie bespreken; - specifieke programma's om de middelen voor de evaluatie van de bestanden te verbeteren en om de ontwikkeling van het onderzoek naar nieuwe vistechnieken die gunstig zijn voor een rationele exploitatie te bevorderen; - verbetering van de bijstand en redding op zee. Voor deze programma's en acties, die worden opgesteld door Marokko en worden vastgesteld in de in artikel 10 bedoelde Gemengde Commissie, wordt door de Gemeenschap financiële steun toegekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, lid 2. De diensten van de Commissie van de Europese Gemeenschappen ontvangen een beknopt verslag over de uitvoering van deze programma's en acties. Artikel 4 De Gemeenschap besteedt bijzondere aandacht aan de beroepsopleiding van Marokkaanse onderdanen voor alle stadia van de visserijactiviteit, en wel via studiebeurzen, beurzen voor praktijkopleiding, stages en uitwisseling van personeel, alsmede via verbetering van de infrastructuur voor het zeevaartonderwijs in Marokko. Daartoe steunt zij Marokko overeenkomstig de bepalingen van artikel 5, lid 2, die zijn uitgewerkt in Protocol nr. 1 bij deze Overeenkomst. Artikel 5 1. Marokko verleent de vaartuigen van de Gemeenschap voor zijn visserijzone de visserijrechten die zijn vastgesteld in Protocol nr. 1. 2. Onverminderd de in artikel 2, lid 2, bedoelde financiële steun voor de uitbreiding van het visserijonderzoek en de verbetering van het beheer van de visbestanden en van de vervolgrapportage over de exploitatie van de visbestanden, verleent de Gemeenschap aan Marokko, als tegenprestatie voor de in lid 1 bedoelde visserijrechten, onder de voorwaarden en binnen de grenzen vastgesteld in Protocol nr. 1, een financiële compensatie waarvan een bedrag wordt bestemd voor: - specifieke programma's, acties en studies; - scholing op visserijgebied van Marokkaanse onderdanen in Marokko en in de Lid-Staten van de Gemeenschap, alsmede voor verbetering van de infrastructuur voor het zeevaartonderwijs in Marokko. Artikel 6 1. Vaartuigen van de Gemeenschap mogen uitsluitend in de visserijzone van Marokko vissen. Indien daarvoor door de autoriteiten van Marokko, op verzoek van de bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap, een vergunning is afgegeven en de reders de betrokken visrechten betalen. Voor de afgifte van de vergunning moet door de reders een vergunningsrecht worden betaald. 2. De bepalingen inzake de afgifte van de vergunningen en de betaling van de visrechten, en de andere voorwaarden voor de uitoefening van de visserij in de visserijzone van Marokko met vaartuigen van de Gemeenschap, zijn vastgesteld in bijlage I. De overeenkomstsluitende partijen zorgen er via een adequate administratieve samenwerking tussen hun bevoegde autoriteiten voor dat deze bepalingen en voorwaarden correct worden toegepast. Artikel 7 1. In Protocol nr. 1 worden, voor de gehele duur van de Overeenkomst, de visserijrechten die jaarlijks door Marokko voor vaartuigen van de Gemeenschap worden verleend, alsmede de door de Gemeenschap te leveren tegenprestatie vastgesteld. 2. Voor elk van de zones en voor elk type van de in artikel 1 van Protocol nr. 1 vermelde visserijactiviteiten kunnen de betrokken visserijrechten vanaf het tweede jaar van de toepassing van de Overeenkomst ieder jaar worden aangepast door Marokko en op initiatief van één van de overeenkomstsluitende partijen, daarbij rekening houdende met de situatie van het betrokken bestand of de betrokken bestanden en met de ontwikkeling van de visserij-inspanning van de Marokkaanse vloot. Voor elk type visserijactiviteit en voor elke zone, als hierboven bedoeld, mag de verlaging of verhoging die als gevolg van deze aanpassingen wordt toegepast op de aan de Gemeenschap verleende visserijrechten niet meer bedragen dan 5 % van de jaarlijkse hoeveelheid die in artikel 1 van Protocol nr. 1 voor het betrokken type visserijactiviteit en voor de betrokken visserijzone is vastgesteld. Als voor een bepaald jaar één of meer van de bovenbedoelde visserijrechten worden verlaagd, worden compensatiemogelijkheden gezocht via een passende verhoging van de vangst uit andere bestanden en/of andere visserijzones tijdens hetzelfde visseizoen of in een volgend visseizoen; deze verlagingen worden toegepast binnen de grenzen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in Protocol nr. 1. Bij verhoging van de visserijrechten wordt de financiële vergoeding dienovereenkomstig verhoogd. 3. De aanpassingen van de visserijrechten en de daarmee samenhangende compensaties worden besproken in de in artikel 10 bedoelde Gemengde Commissie. 4. Als grotere bijdrage van de Gemeenschap aan het Marokkaanse beleid voor de instandhouding van de visbestanden, kan, vanaf het tweede jaar van toepassing van de Overeenkomst, het gebruik van bepaalde visserijrechten die aan de Gemeenschap zijn verleend, worden beperkt binnen de grenzen en onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in Protocol nr. 1, om daardoor bepaalde bijzonder gevoelige bestanden of groepen bestanden een biologische rust te verlenen. Wanneer Marokko besluit dat de situatie van het betrokken bestand of van de betrokken bestanden de mogelijkheid biedt om de toepassing van deze beperking in een bepaald jaar te schorsen, wordt de in artikel 5 bedoelde financiële tegenprestatie verhoogd naar verhouding van de bijkomende visserijrechten. Artikel 8 1. De Gemeenschap verbindt zich ertoe al het nodige te doen om ervoor te zorgen dat haar vaartuigen zich houden aan de bepalingen van deze Overeenkomst en aan de wetten en voorschriften voor de uitoefening van de visserij in de visserijzone van Marokko, zulks overeenkomstig het Zeerechtverdrag van de Verenigde Naties. 2. De Marokkaanse autoriteiten stellen de Commissie van de Europese Gemeenschappen vooraf tijdig in kennis van elke nieuwe regeling die gevolgen kan hebben voor de visserij. Na één maand moeten de vaartuigen van de Gemeenschap deze regeling naleven. 3. Bij de visserijregelingen die door Marokko worden vastgesteld, zal niet worden gediscrimineerd tussen vaartuigen van de Gemeenschap en vaartuigen van derde landen, noch zullen die regelingen een belemmering inhouden voor de uitoefening van de visserijrechten die op grond van deze Overeenkomst aan de Gemeenschap zijn verleend. Artikel 9 De overeenkomstsluitende partijen plegen overleg bij geschillen over de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst. Artikel 10 Er wordt een Gemengde Commissie opgericht die erover moet waken dat deze Overeenkomst correct wordt toegepast. De Gemengde Commissie heeft met name de taak: - toe te zien op de uitvoering, de interpretatie en de goede werking van de Overeenkomst, en geschillen op te lossen; - de noodzakelijke contactmogelijkheden te verschaffen voor bespreking van aangelegenheden van gemeenschappelijk belang op visserijgebied; - de in artikel 3, vierde alinea, bedoelde programma's en acties vast te stellen; - de in artikel 7 bedoelde eventuele aanpassingen van de visserijrechten van de Gemeenschap te bespreken; - de in artikel 7 bedoelde compensatiemogelijkheden te bespreken; - de visserijrechten in het kader van de experimentele campagnes vast te stellen. Deze commissie komt eenmaal per jaar, afwisselend in Marokko en in de Gemeenschap, bijeen en kan op verzoek van één van de overeenkomstsluitende partijen in buitengewone vergadering bijeenkomen. Artikel 11 Geen enkele bepaling van deze Overeenkomst is van invloed of loopt vooruit op de standpunten van een overeenkomstsluitende partij met betrekking tot vraagstukken inzake het zeerecht. Artikel 12 1. Deze Overeenkomst heeft een looptijd van vier jaar, te rekenen vanaf 1 maart 1988. 2. Uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van de Overeenkomst beginnen de overeenkomstsluitende partijen onderhandelingen met het oog op de eventuele sluiting van de overeenkomst die, vanaf de in lid 1 bedoelde vervaldatum, de beginselen en doeleinden van hun samenwerking op visserijgebied zal regelen, alsmede de voorwaarden en bepalingen voor de uitoefening van de visserijactiviteit door vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Marokko. Artikel 13 Deze Overeenkomst is van toepassing, enerzijds, op de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap van toepassing is, en onder de in dat Verdrag vastgestelde voorwaarden, en, anderzijds, op het grondgebied van het Koninkrijk Marokko. Artikel 14 De bijlagen I en II en de Protocollen nr. 1 en nr. 2 vormen een integrerend deel van deze Overeenkomst. Artikel 15 Deze Overeenkomst, opgesteld in twee exemplaren, in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, treedt in werking op de datum waarop de partijen er elkaar van in kennis stellen dat de daartoe vereiste procedures zijn vervuld. BIJLAGE I Voorwaarden voor de uitoefening van de visserij met vaartuigen van de Gemeenschap in de visserijzone van Marokko A. BEPALINGEN INZAKE HET AANVRAGEN EN DE AFGIFTE VAN VERGUNNINGEN De bevoegde autoriteiten van de Gemeenschap dienen elk kwartaal, via de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Marokko, bij de bevoegde autoriteiten van Marokko een lijst in van de vaartuigen waarvoor, met inachtneming van de in de Protocollen bij de Overeenkomst vastgestelde maxima voor elke vaartuigcategorie, vergunning wordt gevraagd voor uitoefening van de visserij. De lijst moet minstens 20 dagen voor het begin van de geldigheidsperiode van de gevraagde vergunningen worden ingediend. Op de lijst wordt, per type visserij en per zone, de ingezette tonnage (in brt) vermeld, alsmede het bedrag van de jaarlijkse vergunningsrechten en van de visrechten die voor de betrokken periode verschuldigd zijn. Ieder jaar dient de eerste aanvraag om een vergunning vergezeld te gaan van een kopie van de nationaliteitsakte van het vaartuig of van een daarmee gelijkstaand officieel stuk, en voorts van een foto van het vaartuig. Op een daartoe strekkend verzoek van de Marokkaanse autoriteiten, en maximaal eenmaal per jaar, dient ieder vaartuig dat vergunning heeft gekregen om de visserij uit te oefenen, binnen drie maanden te worden gepresenteerd met het oog op een technische inspectie. Deze inspectie wordt uitgevoerd binnen 24 uur nadat het vaartuig in de haven is aangekomen. De bevoegde autoriteiten van Marokko geven de vergunningen minstens tien dagen vóór het begin van de geldigheidsperiode af aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Marokko. De vergunningen worden opgesteld voor de verschillende typen van visserij die zijn omschreven in punt C en, in voorkomend geval, voor de zones die zijn omschreven in artikel 1 van Protocol nr. 1 en in artikel 1 van Protocol nr. 2. De vergunningen gelden uitsluitend voor de periode waarvoor de visrechten zijn betaald. Iedere vergunning wordt afgegeven voor een bepaald vaartuig en is niet overdraagbaar; in geval van overmacht en op verzoek van de Gemeenschap wordt de vergunning voor een vaartuig echter vervangen door een vergunning voor een ander vaartuig van dezelfde categorie, waarbij echter de voor deze categorie toegestane tonnage niet mag worden overschreden. De vergunning moet steeds aan boord zijn. B. VERGUNNINGSRECHTEN De jaarlijks verschuldigde vergunningsrechten worden in de Marokkaanse wetgeving vastgesteld voor alle vaartuigen van hetzelfde type die in dezelfde zones vissen. Iedere wijziging in deze wetgeving wordt uiterlijk twee maanden vóór de toepassing ervan meegedeeld aan de delegatie van de Commissie van de Europese Gemeenschappen in Rabat. De betrokken bedragen gelden voor het kalenderjaar waarin de vergunning wordt afgegeven. C. VISRECHTEN 1. Bepalingen voor vaartuigen die vissen met de trawl, voor vaartuigen die vissen met de beug en ander selectief vistuig, voor vaartuigen die met de zegen vissen, en voor vaartuigen die experimentele visserij beoefenen De visrechten moeten worden betaald voor een kalenderkwartaal voor de visserijzones bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst, artikel 1 van Protocol nr. 1 en in artikel 1 van Protocol nr. 2, behalve bij kortere periodes die verband houden met de biologische rust bedoeld in artikel 7, lid 4, van de Overeenkomst en waarvoor de rechten moeten worden betaald in verhouding tot de feitelijke geldigheidsperiode. Voorts kan worden bepaald dat voor het eerste en voor het laatste jaar van de looptijd van de Protocollen kortere of langere perioden worden vastgesteld. De bedragen van de visrechten zijn vastgesteld in de volgende tabel: 1.2,9 // // // Vismethode // Periode // // // 1.2,3.4,5.6,7.8,9 // // 1 maart 1988 tot en met 28 februari 1989 // 1 maart 1989 tot en met 28 februari 1990 // 1 maart 1990 tot en met 28 februari 1991 // 1 maart 1991 tot en met 29 februari 1992 // // Visrechten in Ecu/brt per // Visrechten in Ecu/brt per // Visrechten in Ecu/brt per // Visrechten in Ecu/brt per // // // // 1.2.3.4.5.6.7.8.9 // // kwartaal // jaar // kwartaal // jaar // kwartaal // jaar // kwartaal // jaar // // // // // // // // // // // // // // // // // // // Noordelijk deel // // // // // // // // // Trawler kleiner dan 100 brt // 29 // 116 // 30,45 // 121,80 // 31,97 // 127,88 // 33,57 // 134,28 // Trawler van 100 brt of meer // 50 // 200 // 52,50 // 210 // 55,12 // 220,48 // 57,88 // 231,52 // Zegen // 34 // 136 // 35,70 // 142,80 // 37,48 // 149,92 // 39,35 // 157,40 // Beug en ander selectief vistuig (schakel, kieuwnet, enz.) // 30 // 120 // 31,50 // 126 // 33,07 // 132,28 // 34,72 // 138,88 // Sponzenvisserij // 25 // 100 // 26,25 // 105 // 27,56 // 110,24 // 28,94 // 115,76 // Zuidelijk deel // // // // // // // // // Zegen // 34 // 136 // 35,70 // 142,80 // 37,48 // 149,92 // 39,35 // 157,40 // Kleinschalige visserij // 20 // 80 // 21 // 84 // 22,05 // 88,20 // 23,15 // 92,60 // Koppotigen: // // // // // // // // // - vers // 46 // 184 // 48,30 // 193,20 // 50,71 // 202,84 // 53,25 // 213 // - bevroren // 63 // 252 // 66,15 // 264,60 // 69,46 // 277,84 // 72,93 // 291,72 // Zwarte heek // 24 // 96 // 25,20 // 100,80 // 26,46 // 105,84 // 27,78 // 111,12 // Bodemtrawlvisserij // 40 // 160 // 42 // 168 // 44,10 // 176,40 // 46,30 // 185,20 // Pelagische trawlvisserij // 34 // 136 // 35,70 // 142,80 // 37,48 // 149,96 // 39,35 // 157,40 // Beug en ander selectief vistuig (schakel, kieuwnet, enz.) // 30 // 120 // 31,50 // 126 // 33,07 // 132,28 // 34,72 // 138,88 // Experimentele visserij: // // // // // // // // // - langoestenvisserij met korven en kubben // 33 // 132 // 34,65 // 138,60 // 36,38 // 145,52 // 38,20 // 152,80 // - visserij op garnalen en andere soorten // 33 // 132 // 34,65 // 138,60 // 36,38 // 145,52 // 38,20 // 152,80 // // // // // // // // // 2. Bepalingen voor vaartuigen die vissen op sterk migrerende soorten a) De visrechten worden vastgesteld op 20 Ecu per in de visserijzone van Marokko gevangen ton. b) De vergunningen worden afgegeven voor een kalenderjaar. Vanaf het tweede toepassingsjaar van de Overeenkomst worden de vergunningen afgegeven na betaling van een forfaitair bedrag dat in de Gemengde Commissie wordt bepaald op grond van de vangsten in het eerste toepassingsjaar van de Overeenkomst. De Commissie van de Europese Gemeenschappen stelt een afrekening van de voor elk visseizoen verschuldigde visrechten vast op basis van de door elke reder opgestelde vangstaangiften die tegelijk aan de autoriteiten van Marokko en aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen worden medegedeeld, en met inachtneming van de resultaten van de door het »Institut Scientifique des Pêches Maritimes du Maroc" verrichte controle op de omvang van de vangsten. Deze afrekening wordt medegedeeld aan de autoriteiten van Marokko en ter kennis gebracht van de reders, die 30 dagen de tijd hebben om hun financiële verplichtingen aan de »Trésorier Général" van Marokko na te komen. Als het bedrag van de afrekening echter lager is dan het bovenbedoelde voorschot, kan het verschil niet worden teruggevorderd. Bovendien houdt de kapitein voor elke vangstperiode in de visserijzone van Marokko een logboek bij volgens het in aanhangsel I opgenomen model. D. WIJZE VAN BETALING VAN DE VERGUNNINGS- EN VISRECHTEN Nadat de lijsten van de aangevraagde vergunningen bij de bevoegde autoriteiten van Marokko zijn ingediend en nadat deze de in dit verband te betalen bedragen hebben goedgekeurd, worden de vergunningsrechten en de visrechten betaald met een in convertibele valuta luidende cheque ten name van de »Trésorier Général" van Marokko. De te gebruiken omrekeningskoers van de Ecu en wisselkoers van de dirham zijn die welke gelden op de eerste werkdag van de maand die voorafgaat aan de geldigheidsduur van de vergunning. E. BINNENVAREN EN VERLATEN VAN DE ZONE Vaartuigen van de Gemeenschap van 150 brt of meer die in de visserijzone van Marokko vissen, roepen een van de in aanhangsel II vermelde radiostations op wanneer zij de visserijzone van Marokko binnenvaren en ook wanneer zij deze weer verlaten; zij geven daarbij de hoeveelheden vis op die zij op dat moment aan boord hebben. De lijst van deze radiostations, waarin ook de roeptekens en de openingstijden zijn vermeld, wordt bij elke visserijvergunning gevoegd. F. VANGSTAANGIFTE EN LOGBOEK 1. Alle vaartuigen van 100 brt of meer die in de visserijzone van Marokko mogen vissen, dienen bij de bevoegde autoriteiten van Marokko een vangstaangifte in. Voor alle vaartuigen behalve die welke op sterk migrerende soorten vissen, moet deze aangifte overeenstemmen met het in aanhangsel III opgenomen model. Deze vangstaangiften moeten per maand worden ingediend uiterlijk aan het einde van de tweede maand na de betrokken maand. Marokko behoudt zich het recht voor om bij niet-naleving van deze bepalingen de vergunning van het betrokken vaartuig te schorsen totdat deze formaliteiten zijn vervuld. 2. Vóór het einde van de derde maand van elk kwartaal stellen de diensten van de Commissie de bevoegde autoriteiten van Marokko in kennis van de hoeveelheden die in het voorgaande kwartaal zijn gevangen door de vaartuigen die in de visserijzone van Marokko mochten vissen. Deze gegevens worden uitgesplitst per maand, per visserijmethode, per vaartuig en per soort. 3. De kapiteins van de vissersvaartuigen van 100 brt of meer houden een logboek bij waarin ten minste worden vermeld de gevangen en aan boord gehouden hoeveelheden van elke soort, datum en plaats van deze vangsten en het gebruikte type vistuig. De Gemengde Commissie stelt het model van dit logboek vast naar analogie van het in de communautaire wateren gebruikte model. G. VISSERIJZONES De visserijzones die toegankelijk zijn voor vaartuigen van de Gemeenschap, zijn de wateren bedoeld in artikel 1 van de Overeenkomst en in artikel 1 van Protocol nr. 1 en in artikel 1 van Protocol nr. 2: 1. voor trawlers in de Middellandse Zee buiten een zone van drie mijl en elders buiten een zone van twaalf mijl 2. voor vaartuigen voor de zegenvisserij - in de Middellandse Zee en in de Atlantische Oceaan ten noorden van 35°48 NB buiten een zone van één mijl - in de Atlantische Oceaan ten zuiden van 35°48 NB buiten een zone van twee mijl 3. voor vaartuigen voor de kleinschalige visserij - voor de hengelvisserij, de beugvisserij, de lijnvisserij en de visserij met korven en kubben buiten een zone van één mijl - voor de schakelvisserij en de kieuwnetvisserij buiten een zone van drie mijl 4. voor vaartuigen voor de beugvisserij in de Middellandse Zee buiten een zone van drie mijl, in het noordelijke deel buiten een zone van zes mijl en elders buiten een zone van twaalf mijl 5. voor de schakelvisserij en kieuwnetvisserij in de Middellandse Zee buiten een zone van drie mijl en elders buiten een zone van twaalf mijl 6. voor de visserij met drijvende vistuigen tussen 35°35 NB en 35°48 NB buiten een zone van zes mijl en elders buiten een zone van drie mijl 7. voor vaartuigen voor de tonijnvisserij - in alle zones met uitzondering van het beschermde gebied ten oosten van de lijn tussen de punten 33°30 NB/7°35 WL en 35°48 NB/6°20 WL - voor de visserij met levend aas: in het zuidelijke deel buiten een zone van twee mijl 8. vaartuigen voor de sponzenvisserij na de dieptelijn van 6 m 9. vaartuigen voor de experimentele visserij i) vaartuigen voor de langoestenvisserij met korven en kubben buiten een zone van drie mijl ii) vaartuigen voor de visserij op garnalen en andere demersale soorten na de dieptelijn van 100 m. H. MAASWIJDTE EN VISTUIGEN i) De maaswijdte moet minimaal bedragen: Noordelijk deel Trawlvisserij - meer dan 30 % garnalen: 50 mm - minder dan 30 % garnalen: 60 mm behalve in de Middellandse Zee: 40 mm Zuidelijk deel Visserij op koppotigen: 60 mm Visserij op zwarte heek: 60 mm Bodemtrawlvisserij: 60 mm Pelagische trawlvisserij: 30 mm Visserij met levend aas voor de tonijnvisserij: 8 mm ii) Zegens mogen niet groter zijn dan: Noordelijk deel: 500 m × 90 m Zuidelijk deel: 1 000 m × 130 m iii) Vaartuigen voor de sponzenvisserij mogen: - geen andere hulpmiddelen dan die welke strikt noodzakelijk zijn voor het oogsten van sponzen en - geen andere produkten van de zee dan sponzen aan boord hebben. iv) Trawlers die in het noordelijke deel vissen, mogen tijdens de geldigheidsduur van de Overeenkomst de vriesinstallaties die zij aan boord hebben niet versterken en/of uitbreiden. Indien zij worden vervangen door trawlers die in de periode 1983 tot en met 1987 niet in dit deel hebben gevist, mogen de vervangende vaartuigen geen vriesinstallaties aan boord hebben. I. BIJVANGSTEN De bijvangsten die zich aan boord bevinden van vaartuigen van de Gemeenschap die in het zuidelijke deel vissen, mogen niet groter zijn dan de volgende percentages ten opzichte van het totale gewicht van de vangsten: Trawlers voor de visserij op zwarte heek: 35 % Bodemtrawlers: 30 % garnalen en andere schaaldieren 0 % koppotigen Pelagische trawlers: 15 %. J. AANMONSTERING VAN ZEELIEDEN-VISSERS Reders met een visserijvergunning als bedoeld in de Overeenkomst dragen tot de praktische beroepsopleiding van onderdanen van Marokko bij door: - op vaartuigen tussen 100 en 150 brt twee zeelieden-vissers, - op vaartuigen van meer dan 150 brt drie zeelieden-vissers aan boord tewerk te stellen. De arbeidscontracten van de zeelieden-vissers worden in Marokko gesloten tussen de vertegenwoordigers van de reders en de zeelieden-vissers. In deze contracten moet ook de voor de betrokkenen geldende regeling inzake sociale zekerheid zijn opgenomen, waartoe onder meer een levensverzekering, een ongevallenverzekering en een ziekteverzekering dienen te behoren. K. WETENSCHAPPELIJKE WAARNEMERS Ieder vaartuig van 150 brt of meer kan worden verzocht een door het Ministerie van Visserij en Koopvaardij van Marokko aangewezen hoge wetenschappelijke functionaris aan boord te nemen. Deze wetenschappelijke waarnemer geniet aan boord dezelfde behandeling als de officieren van het vaartuig; dit geldt ook zoveel mogelijk voor zijn verblijfsruimte. De waarnemer krijgt de beschikking over alle voorzieningen die nodig zijn voor de uitoefening van zijn taken. De inscheping en de werkzaamheden van de waarnemer mogen de visserijactiviteiten niet onderbreken of hinderen. Als vergoeding voor de kosten die Marokko voor de waarnemers aan boord van de vaartuigen maakt, worden de door de reders te betalen visrechten verhoogd met 4 Ecu/brt/jaar voor elk vaartuig dat in de Marokkaanse wateren vist. Deze verhoging moet tegelijk met de vergunningsrechten worden betaald met een in convertibele valuta luidende cheque ten name van het Ministerie van Zeevisserij en Koopvaardij van Marokko. L. INSPECTIE EN CONTROLE Op verzoek van de Marokkaanse autoriteiten moeten de vaartuigen van de Gemeenschap die in het kader van de Overeenkomst vissen, iedere met inspectie en controle van de visserij belaste ambtenaar van Marokko aan boord toelaten om zijn taken te vervullen; zij moeten er daarbij voor zorgen dat alles zo vlot mogelijk verloopt. Deze ambtenaren mogen niet langer aan boord blijven dan voor de vervulling van hun taken nodig is.