This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02014R0717-20230101
Commission Regulation (EU) No 717/2014 of 27 June 2014 on the application of Articles 107 and 108 of the Treaty on the Functioning of the European Union to de minimis aid in the fishery and aquaculture sector
Consolidated text: Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector
Verordening (EU) nr. 717/2014 van de Commissie van 27 juni 2014 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector
02014R0717 — NL — 01.01.2023 — 002.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) Nr. 717/2014 VAN DE COMMISSIE van 27 juni 2014 (PB L 190 van 28.6.2014, blz. 45) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2020/2008 VAN DE COMMISSIE van 8 december 2020 |
L 414 |
15 |
9.12.2020 |
|
VERORDENING (EU) 2022/2514 VAN DE COMMISSIE van 14 december 2022 |
L 326 |
8 |
21.12.2022 |
VERORDENING (EU) Nr. 717/2014 VAN DE COMMISSIE
van 27 juni 2014
inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de visserij- en aquacultuursector
Artikel 1
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op steun die aan ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector wordt verleend, met uitzondering van:
steun waarvan het bedrag wordt vastgesteld op basis van de prijs of de hoeveelheid van de afgenomen of op de markt gebrachte producten;
steun voor activiteiten die verband houden met de uitvoer naar derde landen of lidstaten, namelijk steun die direct aan de uitgevoerde hoeveelheden is gerelateerd, steun voor de oprichting en exploitatie van een distributienet of steun voor andere lopende uitgaven in verband met activiteiten op het gebied van uitvoer;
steun die afhangt van het gebruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde goederen;
steun voor de aankoop van vissersvaartuigen;
steun voor de modernisering of de vervanging van hoofd- of hulpmotoren van vissersvaartuigen;
steun voor concrete acties die de vangstcapaciteit van het vaartuig vergroten of voor uitrusting die de capaciteit van een vaartuig om vis te vinden vergroot;
steun voor de bouw van nieuwe vissersvaartuigen of de invoer van vissersvaartuigen;
steun voor de tijdelijke of definitieve beëindiging van de visserijactiviteiten, tenzij daarin specifiek is voorzien bij Verordening (EU) nr. 508/2014;
steun voor de experimentele visserij;
steun voor de overdracht van de eigendom van een bedrijf;
steun voor het rechtstreeks uitzetten van vis, behalve als instandhoudingsmaatregel waarin uitdrukkelijk bij een rechtshandeling van de Unie is voorzien of wanneer sprake is van het experimenteel uitzetten van vis.
Artikel 2
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
a) |
„ondernemingen in de visserij- en aquacultuursector” : ondernemingen die actief zijn in de productie, verwerking en afzet van visserij- en aquacultuurproducten; |
b) |
„visserij- en aquacultuurproducten” : de producten als omschreven in artikel 5, onder a) en b), van Verordening (EU) nr. 1379/2013; |
c) |
„verwerking en afzet” : alle handelingen, met inbegrip van de behandeling, de bewerking, de productie en de distributie, tussen het moment van de aanlanding of oogst en de fase van het eindproduct. |
„Eén onderneming” omvat, voor de toepassing van deze verordening, alle ondernemingen die ten minste een van de volgende banden met elkaar onderhouden:
één onderneming heeft de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van een andere onderneming;
één onderneming heeft het recht de meerderheid van de leden van het bestuurs-, leidinggevend of toezichthoudend orgaan van een andere onderneming te benoemen of te ontslaan;
één onderneming heeft het recht een overheersende invloed op een andere onderneming uit te oefenen op grond van een met die onderneming gesloten overeenkomst of een bepaling in de statuten van die laatstgenoemde onderneming;
één onderneming die aandeelhouder of vennoot is van een andere onderneming, heeft op grond van een met andere aandeelhouders of vennoten van die andere onderneming gesloten overeenkomst als enige zeggenschap over de meerderheid van de stemrechten van de aandeelhouders of vennoten van die laatstgenoemde onderneming.
Ondernemingen die via één of meer andere ondernemingen een van de in de eerste alinea, onder a) tot en met d), bedoelde betrekkingen hebben, worden als één onderneming beschouwd.
Artikel 3
De-minimissteun
Van steun die in meerdere tranches wordt betaald, wordt door discontering de waarde op het tijdstip van de toekenning ervan berekend. De rentevoet die bij die discontering wordt gehanteerd, is de disconteringsvoet die op het tijdstip van de steunverlening van toepassing is.
Artikel 4
Berekening van het brutosubsidie-equivalent
Steun vervat in leningen wordt als transparante de-minimissteun beschouwd indien:
tegen de begunstigde geen collectieve insolventieprocedure loopt en hij niet voldoet aan de criteria volgens het nationale recht om, op verzoek van zijn schuldeisers, aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen. In geval van grote ondernemingen verkeert de begunstigde in een situatie die vergelijkbaar is met een kredietrating van ten minste B-, en
voor de lening zekerheden zijn gesteld van ten minste 50 % van de lening en het een lening betreft van ofwel 150 000 EUR met een looptijd van vijf jaar ofwel 75 000 EUR met een looptijd van tien jaar; indien een lening wordt toegekend voor een bedrag dat lager ligt dan die bedragen en/of wordt toegekend voor een looptijd van minder dan vijf jaar, respectievelijk tien jaar, wordt het brutosubsidie-equivalent van die lening berekend als een overeenkomstig deel van het in artikel 3, lid 2, vastgestelde plafond, of
het brutosubsidie-equivalent is berekend aan de hand van het referentiepercentage dat van toepassing is op het tijdstip van de steunverlening.
Steun vervat in garanties wordt als transparante de-minimissteun behandeld indien:
tegen de begunstigde geen collectieve insolventieprocedure loopt en hij niet voldoet aan de criteria volgens het nationale recht om, op verzoek van zijn schuldeisers, aan een collectieve insolventieprocedure te worden onderworpen. In geval van grote ondernemingen verkeert de begunstigde in een situatie die vergelijkbaar is met een kredietrating van ten minste B-, en
de garantie niet meer dan 80 % van de onderliggende lening bedraagt en ofwel het garantiebedrag niet groter is dan 225 000 EUR en de garantie een looptijd van vijf jaar heeft, ofwel het garantiebedrag niet groter is dan 112 500 EUR en de garantie een looptijd van tien jaar heeft; indien het garantiebedrag lager ligt dan die bedragen en/of de garantie wordt toegekend voor een periode van minder dan vijf, respectievelijk tien jaar, wordt het brutosubsidie-equivalent van die lening berekend als een overeenkomstig deel van het in artikel 3, lid 2, vastgestelde plafond, of
het brutosubsidie-equivalent wordt berekend op basis van de safe-harbour-premies die in een mededeling van de Commissie zijn vastgesteld, of
voordat zij ten uitvoer wordt gelegd,
de methode voor het berekenen van het brutosubsidie-equivalent van de garantie bij de Commissie is aangemeld op grond van een andere op dat tijdstip toepasselijke verordening van de Commissie op het gebied van staatssteun, en door de Commissie is goedgekeurd als in overeenstemming met de garantiemededeling of een mededeling ter vervanging daarvan, en
die methode uitdrukkelijk is toegespitst op het soort garanties en het soort onderliggende transacties die in het kader van de toepassing van deze verordening in het geding zijn.
Artikel 5
Cumulering
Artikel 6
Monitoring
Artikel 7
Overgangsbepalingen
Artikel 8
Inwerkingtreding en toepassingsperiode
Deze verordening treedt in werking op 1 juli 2014.
Zij is van toepassing tot en met 31 december 2023.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE
Nationaal maximum als bedoeld in artikel 3, lid 3
(EUR) |
|
Lidstaat |
Maximaal cumulatief bedrag aan de-minimissteun dat per lidstaat in de visserij- en aquacultuursector mag worden verleend |
België |
11 240 000 |
Bulgarije |
1 270 000 |
Tsjechië |
3 020 000 |
Denemarken |
51 720 000 |
Duitsland |
55 520 000 |
Estland |
3 930 000 |
Ierland |
20 820 000 |
Griekenland |
27 270 000 |
Spanje |
165 840 000 |
Frankrijk |
112 550 000 |
Kroatië |
6 260 000 |
Italië |
96 310 000 |
Cyprus |
1 090 000 |
Letland |
4 450 000 |
Litouwen |
8 320 000 |
Luxemburg |
0 |
Hongarije |
975 000 |
Malta |
2 500 000 |
Nederland |
22 960 000 |
Oostenrijk |
1 510 000 |
Polen |
41 330 000 |
Portugal |
29 200 000 |
Roemenië |
2 460 000 |
Slovenië |
990 000 |
Slowakije |
860 000 |
Finland |
7 450 000 |
Zweden |
18 860 000 |
Verenigd Koninkrijk |
114 780 000 |
( 1 ) Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie van 18 december 2013 inzake de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun in de landbouwsector (PB L 352 van 24.12.2013, blz. 9).