This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02014R0596-20240109
Regulation (EU) No 596/2014 of the European Parliament and of the Council of 16 April 2014 on market abuse (market abuse regulation) and repealing Directive 2003/6/EC of the European Parliament and of the Council and Commission Directives 2003/124/EC, 2003/125/EC and 2004/72/EC (Text with EEA relevance)Text with EEA relevance
Consolidated text: Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (Voor de EER relevante tekst)Voor de EER relevante tekst
In deze geconsolideerde tekst zijn de volgende wijzigingen mogelijk nog niet verwerkt:
Wijzigingsbesluit | Soort wijziging | Betrokken onderverdeling | Datum inwerkingtreding |
---|---|---|---|
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 11 lid 7 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 11 lid 5 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 11 lid 6 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 25 lid 1a | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 19 lid 9 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 38 alinea 3 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 30 lid 2 alinea 1 punt (g) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 35 lid 2 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 18 lid 9 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 19 lid 8 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 38 titel | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 7 lid 1 punt (d) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 28 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 17 lid 4 | 05/06/2026 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 18 lid 6 alinea 6 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 5 lid 3 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 25b | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 13 lid 12 alinea 1 punt (d) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 17 lid 1 alinea 1 | 05/06/2026 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 30 lid 2 alinea 1 punt (e) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 38 alinea 1 punt (e) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 18 lid 6 alinea 4 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 38 alinea 1 punt (d) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 29 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 19 lid 12 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 30 lid 2 alinea 3 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 30 lid 2 alinea 1 punt (j) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 5 lid 1 punt (b) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 31 lid 1 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 30 lid 4 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 11 lid 1 tekst | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 17 lid 1a | 05/06/2026 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 38 alinea 3 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 38 alinea 1 tekst | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 18 lid 6 alinea 2 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 3 punt 36 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 17 lid 5 tekst | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 18 lid 6 alinea 5 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 17 lid 11 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 25a | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 23 lid 2 punt (g) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 30 lid 2 alinea 1 punt (f) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 11 lid 4 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 17 lid 7 | 05/06/2026 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 35 lid 5 | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 38 alinea 1 punt (c) | 04/12/2024 |
32024R2809 | gewijzigd door | artikel 35 lid 3 | 04/12/2024 |
02014R0596 — NL — 09.01.2024 — 003.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
VERORDENING (EU) Nr. 596/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
VERORDENING (EU) 2016/1011 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 8 juni 2016 |
L 171 |
1 |
29.6.2016 |
|
VERORDENING (EU) 2016/1033 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 juni 2016 |
L 175 |
1 |
30.6.2016 |
|
VERORDENING (EU) 2019/2115 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 27 november 2019 |
L 320 |
1 |
11.12.2019 |
|
VERORDENING(EU) 2023/2869 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 december 2023 |
L |
1 |
20.12.2023 |
Gerectificeerd bij:
VERORDENING (EU) Nr. 596/2014 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 16 april 2014
betreffende marktmisbruik (Verordening marktmisbruik) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie
(Voor de EER relevante tekst)
HOOFDSTUK 1
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Onderwerp
In deze verordening wordt een gemeenschappelijk regelgevend kader vastgelegd inzake handel met voorwetenschap, wederrechtelijke mededeling van voorwetenschap en marktmanipulatie (marktmisbruik), en ook maatregelen ter voorkoming van marktmisbruik teneinde de integriteit van de financiële markten in de Unie te waarborgen en de bescherming van beleggers en hun vertrouwen in die markten te versterken.
Artikel 2
Toepassingsgebied
Deze verordening is van toepassing op:
financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de handel op een gereglementeerde markt of waarvoor toelating tot de handel op een gereglementeerde markt is aangevraagd;
financiële instrumenten die worden verhandeld op een MTF, die zijn toegelaten tot de handel op een MTF of waarvoor toelating tot de handel op een MTF is aangevraagd;
financiële instrumenten die worden verhandeld op een OTF;
financiële instrumenten die niet onder a), b) of c) vallen en waarvan de koers of de waarde afhankelijk is van, of van invloed is op, de koers of de waarde van een in die punten bedoeld financieel instrument, met inbegrip van, maar niet uitsluitend, kredietverzuimswaps en financiële contracten voor verrekening van verschillen.
Deze verordening is tevens van toepassing op gedragingen of transacties, met inbegrip van biedingen, met betrekking tot het veilen van emissierechten op een veiling die als gereglementeerde markt is toegelaten of andere daarop gebaseerde geveilde producten, met inbegrip van te veilen producten die geen financiële instrumenten zijn, ingevolge Verordening (EU) nr. 1031/2010. Onverminderd eventuele specifieke bepalingen betreffende biedingen gedaan in het kader van een veiling, zijn alle voorschriften en verboden in deze verordening met betrekking tot handelsorders van toepassing op dergelijke biedingen.
De artikelen 12 en 15 zijn ook van toepassing op:
spotcontracten voor grondstoffen die geen voor de groothandel bestemde energieproducten zijn, waarbij de transactie, order of gedraging van invloed is op de koers of de waarde van een in lid 1 bedoeld financieel instrument;
soorten financiële instrumenten, waaronder afgeleide contracten of afgeleide instrumenten voor de overdracht van kredietrisico, waarbij de transactie, order, bieding of gedraging een effect heeft of waarschijnlijk zal hebben op de koers of de waarde van spotcontracten voor grondstoffen waarvan de prijs of de waarde afhankelijk is van de koers of de waarde van die financiële instrumenten, en
gedragingen die verband houden met benchmarks.
Artikel 3
Definities
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
1. |
„financieel instrument” : elk financieel instrument als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 15 van Richtlijn 2014/65/EU; |
2. |
„beleggingsonderneming” : een beleggingsonderneming als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Richtlijn 2014/65/EU; |
3. |
„kredietinstelling” : een kredietinstelling als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 1, van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ) |
4. |
„financiële instelling” : een financiële instelling als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 26, van Verordening (EU) nr. 575/2013; |
5. |
„marktexploitant” : een marktexploitant als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 18, van Richtlijn 2014/65/EU; |
6. |
„gereglementeerde markt” : een gereglementeerde markt als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 21), van Richtlijn 2014/65/EU; |
7. |
„Multilateral Trading Facility” of „MTF” : een multilateraal systeem als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 22), van Richtlijn 2014/65/EU; |
8. |
„Organised Trading Facility” of „OTF” : een stelsel of faciliteit als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 23), van Richtlijn 2014/65/EU; |
9. |
„geaccepteerde marktpraktijk” : een specifieke marktpraktijk die is geaccepteerd door een bevoegde autoriteit overeenkomstig artikel 13; |
10. |
„handelsplatform” : een handelsplatform als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt 24), van Richtlijn 2014/65/EU; |
11. |
„mkb-groeimarkt” : een mkb-groeimarkt als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 12), van Richtlijn 2014/65/EU; |
12. |
„bevoegde autoriteit” : een overeenkomstig artikel 22 aangewezen bevoegde autoriteit tenzij in deze verordening anders bepaald; |
13. |
„persoon” : een natuurlijk persoon of rechtspersoon; |
14. |
„grondstof” : een grondstof als omschreven in artikel 2, punt 1, van Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie ( 2 ); |
15. |
„spotcontract voor grondstoffen” : een contract voor de levering van een grondstof die op een spotmarkt wordt verhandeld en die onverwijld wordt geleverd wanneer de transactie wordt afgewikkeld, en een contract voor de levering van een grondstof, niet zijnde een financieel instrument, met inbegrip van een fysiek afgewikkeld termijncontract; |
16. |
„spotmarkt” : een markt in grondstoffen waarop grondstoffen tegen contante betaling worden verkocht en onverwijld worden geleverd wanneer de transactie wordt afgewikkeld, en andere niet-financiële markten, zoals termijnmarkten in grondstoffen; |
17. |
„terugkoopprogramma” : de handel in eigen aandelen overeenkomstig de artikelen 21 tot en met 27 van Richtlijn 2012/30/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ); |
18. |
„algoritmische handel” : algoritmische handel als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 39, van Richtlijn 2014/65/EU; |
19. |
„emissierecht” : een emissierecht als bedoeld in punt 11 van deel C van bijlage I bij Richtlijn 2014/65/EU; |
20. |
„deelnemer aan de emissierechtenmarkt” : elke persoon die transacties aangaat, met inbegrip van het plaatsen van handelsorders, met betrekking tot emissierechten, daarop gebaseerde geveilde producten, of daarvan afgeleide producten en waarop de vrijstelling uit hoofde van artikel 17, lid 2, tweede alinea, niet van toepassing is; |
21. |
„uitgevende instelling” : een privaat- of publiekrechtelijke juridische entiteit die financiële instrumenten emitteert of voorstelt te emitteren, waarbij de uitgevende instelling, in het geval van certificaten van aandelen die financiële instrumenten vertegenwoordigen, de uitgevende instelling van het vertegenwoordigde financiële instrument is; |
22. |
„energieproduct bestemd voor groothandel” : energieproduct bestemd voor groothandel als omschreven in artikel 2, punt 4, van Verordening (EU) nr. 1227/2011; |
23. |
„nationale regulerende instantie” : een nationale regulerende instantie als omschreven in artikel 2, punt 10, van Verordening (EU) nr. 1227/2011; |
24. |
„grondstoffenderivaten” : grondstoffenderivaten als omschreven in artikel 2, lid 1, punt 30, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ); |
25. |
„persoon met leidinggevende verantwoordelijkheid” : een persoon binnen een uitgevende instelling, een deelnemer aan de emissierechtenmarkt of een andere entiteit als bedoeld in artikel 19, lid 10, die
a)
lid is van een bestuurs- of toezichthoudend orgaan van die entiteit;
b)
een leidinggevende functie heeft maar die geen deel uitmaakt van de onder a) bedoelde organen en die regelmatig toegang heeft tot voorwetenschap die direct of indirect op de entiteit betrekking heeft, en tevens de bevoegdheid bezit managementbeslissingen te nemen die gevolgen hebben voor de toekomstige ontwikkelingen en bedrijfsvooruitzichten van die entiteit; |
26. |
„nauw verbonden persoon” :
a)
een echtgenoot of echtgenote, of een partner van deze persoon die overeenkomstig het nationale recht als gelijkwaardig met een echtgenoot of echtgenote wordt aangemerkt;
b)
een overeenkomstig het nationale recht ten laste komende kind;
c)
een ander familielid die op de datum van de transactie in kwestie gedurende ten minste een jaar tot hetzelfde huishouden als de relevante persoon heeft behoord, of
d)
een rechtspersoon, trust of personenvennootschap waarvan de leidinggevende verantwoordelijkheid berust bij een persoon met leidinggevende verantwoordelijkheid of bij een persoon als bedoeld onder a), b) en c), of die rechtstreeks of onrechtstreeks onder de zeggenschap staat van een dergelijke persoon, of die is opgericht ten gunste van een dergelijke persoon, of waarvan de economische belangen in wezen gelijkwaardig zijn aan die van een dergelijke persoon; |
27. |
„verkeersgegevensoverzicht” : overzicht van verkeersgegevens zoals bedoeld in artikel 2, lid 2, onder b), van Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ). |
28. |
„persoon die zich beroepsmatig bezighoudt met het tot stand brengen of uitvoeren van transacties” : persoon die zich beroepsmatig bezighoudt met het ontvangen en doorgeven van orders of het uitvoeren van transacties in financiële instrumenten; |
29. |
„benchmark” : een aan het publiek bekendgemaakte of gepubliceerde rente, index of getal dat periodiek of regelmatig wordt bepaald door een formule toe te passen op, of afgeleid van: de waarde van een of meer onderliggende activa of prijzen, met inbegrip van geraamde prijzen, feitelijke of geraamde rentetarieven of andere waarden, dan wel enquêtegegevens, en op basis waarvan het voor een financieel instrument te betalen bedrag of de waarde van een financieel instrument wordt bepaald; |
30. |
„marktmaker” : een marktmaker als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 7, van Richtlijn 2014/65/EU; |
31. |
„stakebuilding” : het verwerven van aandelen in een onderneming waarbij niet uit hoofde van wet- of regelgeving de verplichting ontstaat om een overnamebod aan te kondigen met betrekking tot de onderneming in kwestie; |
32. |
„openbaar makende marktdeelnemer” : een persoon als bedoeld in een categorie als opgenomen in artikel 11, lid 1, onder a) tot en met d), of artikel 11, lid 2, die in het kader van een marktpeiling informatie openbaar maakt. |
33. |
„hoge-frequentie handel” : hoge-frequentie handel als omschreven in artikel 4, lid 1, punt 40, van Richtlijn 2014/65/EU; |
34. |
„het aanbevelen of voorstellen van een beleggingsstrategie” :
i)
informatie voortgebracht door een onafhankelijke analist, een beleggingsonderneming, een kredietinstelling, iedere andere persoon van wie de hoofdactiviteit bestaat in het doen van beleggingsaanbevelingen, of een in het kader van een arbeidscontract of anderszins voor hen werkzame natuurlijke persoon, waarin rechtstreeks of onrechtstreeks een specifieke beleggingsaanbeveling wordt gedaan ten aanzien van een financieel instrument of een uitgevende instelling, of
ii)
informatie voortgebracht door andere dan de onder i) bedoelde personen waarin rechtstreeks een specifieke beleggingsbeslissing in verband met een financieel instrument wordt aanbevolen. |
35. |
„beleggingsaanbeveling” : iedere voor distributiekanalen of het publiek bedoelde informatie waarbij expliciet of impliciet een beleggingsstrategie wordt aanbevolen of voorgesteld ten aanzien van één of meerdere financiële instrumenten of de uitgevende instellingen, met inbegrip van informatie iedere mening betreffende de huidige of toekomstige waarde of koers van dergelijke instrumenten. |
Voor de toepassing van artikel 5, wordt verstaan onder:
a) |
„effecten” :
i)
aandelen en andere, aan aandelen equivalente effecten;
ii)
obligaties en andere, gesecuritiseerde schuld, of
iii)
gesecuritiseerde, in aandelen of andere, aan aandelen equivalente effecten om te zetten of om te wisselen schuld. |
b) |
„verbonden instrumenten” : de volgende financiële instrumenten, met inbegrip van financiële instrumenten die niet zijn toegelaten tot de handel op een handelsplatform of niet op een handelsplatform worden verhandeld, of waarvoor geen aanvraag tot toelating tot de handel op een dergelijke handelsplatform is ingediend:
i)
contracten of rechten op grond waarvan op de effecten kan worden ingeschreven of de effecten kunnen worden verworven of vervreemd;
ii)
van effecten afgeleide financiële instrumenten;
iii)
waar de effecten converteerbare of omwisselbare schuldinstrumenten zijn, de effecten waarin deze converteerbare of omwisselbare schuldinstrumenten kunnen worden geconverteerd of omgewisseld;
iv)
instrumenten die door de uitgevende instelling of garant van de effecten worden uitgegeven of gegarandeerd en waarvan de marktkoers de koers van de effecten wezenlijk kan beïnvloeden, of omgekeerd;
v)
waar de effecten met aandelen gelijk te stellen waardepapieren zijn, de aandelen die door deze waardepapieren worden vertegenwoordigd (of enigerlei ander met deze aandelen gelijk te stellen waardepapier); |
c) |
„omvangrijke aanbieding” : een initiële of secundaire aanbieding van effecten die zich onderscheidt van gewone handelsactiviteiten in zowel de waarde van de aangeboden effecten als de te gebruiken verkoopmethode; |
d) |
„stabilisatie” : een aankoop of aanbod tot aankoop van effecten, of transactie in daarmee gelijkwaardige verbonden instrumenten, die of dat wordt verricht door een kredietinstelling of een beleggingsonderneming in het kader van een omvangrijke aanbieding van dergelijke effecten, uitsluitend om de marktkoers van deze effecten gedurende een vooraf bepaalde periode te ondersteunen wanneer er sprake is van verkoopdruk op deze effecten. |
Artikel 4
Kennisgevingen en lijst van financiële instrumenten
Zij stellen die bevoegde autoriteit van het handelsplatform er tevens van in kennis wanneer het instrument niet langer wordt verhandeld of niet langer tot de handel is toegelaten, tenzij de datum waarop het financiële instrument niet meer wordt verhandeld of niet langer tot de handel is toegelaten, bekend is en wordt vermeld in de kennisgeving die is gedaan overeenkomstig de eerste alinea.
Kennisgevingen als bedoeld in dit lid bevatten, voor zover van toepassing, de namen en identificatiegegevens van de desbetreffende financiële instrumenten, en de datum en het tijdstip van het verzoek tot toelating tot de handel, de toelating tot de handel, en de datum en het tijdstip waarop de eerste transactie plaatsvindt.
Marktexploitanten en beleggingsondernemingen verstrekken de bevoegde autoriteit van het handelsplatform eveneens alle in de derde alinea bedoelde informatie met betrekking tot de financiële instrumenten die voorwerp zijn van een verzoek tot toelating tot de handel of die tot de handel zijn toegelaten vóór 2 juli 2014, en die op die datum nog steeds tot de handel waren toegelaten of werden verhandeld.
Deze lijst bevat de volgende informatie:
de namen en de identificatiegegevens van de financiële instrumenten die het voorwerp zijn van een verzoek tot toelating tot de handel, of die toegelaten zijn tot de handel of die voor het eerst worden verhandeld op een gereglementeerde markt, een MTF of een OTF;
de data en de tijdstippen van de verzoeken tot toelating tot de handeling, van de toelating tot de handel, of van de eerste transacties;
details betreffende de handelsplatformen waarop deze financiële instrumenten het voorwerp zijn van een verzoek tot toelating tot de handel of waarop deze tot de handel zijn toegelaten of voor het eerst zijn verhandeld, en
de datum en het tijdstip waarop de financiële instrumenten niet meer worden verhandeld of niet meer tot de handel zijn toegelaten.
Teneinde de consistente harmonisatie van dit artikel zeker te stellen, ontwikkelt ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen om het volgende vast te leggen:
de inhoud van de kennisgevingen bedoeld in lid 1, en
de wijze waarop en de voorwaarden waaronder de lijst bedoeld in lid 3 wordt samengesteld, bekendgemaakt en beheerd.
ESMA legt deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gegeven om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad ( 6 ).
ESMA legt deze ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 5
Uitzonderingen voor terugkoopprogramma’s en stabilisatie
De verbodsbepalingen in de artikelen 14 en 15 van deze verordening zijn niet van toepassing op de handel in eigen aandelen in het kader van terugkoopprogramma’s indien:
de volledige details van het programma voorafgaand aan het begin van de handel openbaar worden gemaakt;
bij de bevoegde autoriteit van het handelsplatform overeenkomstig lid 3 wordt gemeld dat de handel onderdeel uitmaakt van het terugkoopprogramma en vervolgens openbaar wordt gemaakt;
passende limieten met betrekking tot de koers en het volume worden nageleefd, en
het wordt uitgevoerd overeenkomstig de doelstellingen als bedoeld in lid 2 en de voorwaarden als opgenomen in dit artikel en in de technische reguleringsnormen als bedoeld in lid 6.
Om van de in lid 1 voorziene vrijstelling gebruik te kunnen maken, moet een terugkoopprogramma als enig doel hebben:
het verminderen van kapitaal van de uitgevende instelling;
het nakomen van verplichtingen die voortkomen uit schuldinstrumenten die vervangen kunnen worden door eigenvermogensinstrumenten;
het nakomen van verplichtingen die voortkomen uit aandelenoptieprogramma’s of andere toewijzingen van aandelen aan werknemers of leidinggevenden of leden van toezichthoudende organen van de uitgevende instelling of een gelieerde onderneming.
De verbodsbepalingen van de artikelen 14 en 15 van deze verordening zijn niet van toepassing op de handel in effecten of gerelateerde instrumenten voor de stabilisatie van effecten wanneer:
de stabilisatie gedurende een beperkte periode wordt uitgevoerd;
relevante informatie over de stabilisatie openbaar wordt gemaakt en wordt medegedeeld aan de bevoegde autoriteit van het handelsplatform overeenkomstig lid 5;
passende limieten met betrekking tot de koers worden nageleefd, en
de handel in kwestie voldoet aan de voorwaarden voor stabilisatie als opgenomen in de technische reguleringsnormen zoals bedoeld in lid 6.
ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gegeven de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 6
Uitzondering inzake beheersactiviteiten met betrekking tot monetair beleid en overheidsschuld en voor activiteiten in het kader van klimaatbeleid
Deze verordening is niet van toepassing op transacties, orders of gedragingen die in het kader van het monetaire beleid, het valutabeleid of het beheer van de overheidsschuld worden verricht door:
een lidstaat;
de leden van het Europese Stelsel van centrale banken (ESCB);
een ministerie, bureau of speciaal opgerichte entiteit van één of meerdere lidstaten of een namens hen optredende persoon;
wanneer de lidstaat een federale staat is, door een van de leden van de federatie.
Deze verordening is niet van toepassing op dergelijke transacties, orders of gedragingen verricht door:
de Unie,
een speciaal opgerichte entiteit voor één of verschillende lidstaten,
de Europese Investeringsbank,
de Europese Faciliteit voor financiële stabiliteit,
het Europees stabilisatiemechanisme,
een internationale financiële instelling die is opgericht door twee of meer lidstaten en die ten doel heeft middelen bijeen te brengen en financiële bijstand te verlenen ten behoeve van zijn leden die te maken hebben met of bedreigd worden door ernstige financieringsproblemen.
Met het oog daarop stelt de Commissie uiterlijk op 3 januari 2016 een verslag op, en dient zij dit bij het Europees Parlement en de Raad in, ter beoordeling van de internationale status van de overheidsorganen die belast zijn met of betrokken bij het beheer van de overheidsschuld en van centrale banken van derde landen.
Het verslag moet een vergelijkende analyse bevatten van de status van dergelijke organen en van centrale banken binnen het rechtskader van derde landen, alsook een overzicht van de normen op het gebied van het risicobeheer die in de desbetreffende jurisdicties van toepassing zijn op de transacties die door die organen en de centrale banken in kwestie worden gesloten. Indien het verslag vaststelt dat, met name in het licht van de vergelijkende analyse, de vrijstelling van de verplichtingen en verbodsbepalingen als bedoeld in deze verordening ten aanzien van de centrale banken van deze derde landen wat betreft hun monetaire verantwoordelijkheden noodzakelijk is, breidt de Commissie de in lid 1 bedoelde uitzondering uit tot de centrale banken van deze derde landen.
HOOFDSTUK 2
VOORWETENSCHAP, HANDEL MET VOORWETENSCHAP, WEDERRECHTELIJKE MEDEDELING VAN VOORWETENSCHAP EN MARKTMANIPULATIE
Artikel 7
Voorwetenschap
Voor de toepassing van deze verordening omvat voorwetenschap de volgende soorten informatie:
niet openbaar gemaakte informatie die concreet is en die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op een of meer uitgevende instellingen of op een of meer financiële instrumenten en die, indien zij openbaar zou worden gemaakt, een significante invloed zou kunnen hebben op de koers van deze financiële instrumenten of daarvan afgeleide financiële instrumenten;
in verband met grondstoffenderivaten, niet openbaar gemaakte informatie die concreet is en die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op een of meer van dergelijke derivaten of die rechtstreeks betrekking heeft op het daaraan gerelateerde spotcontract voor grondstoffen, en die, indien zij openbaar zou worden gemaakt, waarschijnlijk een significante invloed zou hebben op de koers van deze derivaten of van de daaraan gerelateerde spotcontracten voor grondstoffen, en waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat ze openbaar wordt gemaakt of die verplicht openbaar moet worden gemaakt overeenkomstig Europese of nationale wettelijke of reglementaire bepalingen, marktvoorschriften, contracten, praktijken of gebruiken, op de betrokken grondstoffenderivatenmarkten of spotmarkten;
in verband met emissierechten of daarop gebaseerde geveilde producten, niet openbaar gemaakte informatie die concreet is en die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op een of meer van deze instrumenten, en die, indien zij openbaar zou worden gemaakt, waarschijnlijk een significante invloed zou hebben op de koers van deze financiële instrumenten of van daarvan afgeleide financiële instrumenten;
voor personen die zijn belast met de uitvoering van orders met betrekking tot financiële instrumenten, betekent voorwetenschap tevens informatie die door een klant wordt verstrekt en verband houdt met de lopende orders van de klant inzake financiële instrumenten, die concreet is, die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking heeft op een of meer uitgevende instellingen of op een of meer financiële instrumenten en die, indien zij openbaar zou worden gemaakt, waarschijnlijk een significante invloed zou hebben op de koers van deze financiële instrumenten, de koers van daaraan gerelateerde spotcontracten voor grondstoffen of de koers van daarvan afgeleide financiële instrumenten;
In het geval van deelnemers aan de markt voor emissierechten met geaggregeerde emissies of een nominale thermische input op of onder de overeenkomstig de in de tweede alinea van artikel 17, lid 2, vastgestelde drempel wordt informatie over hun fysieke activiteiten niet van belang geacht te zijn voor de prijs van emissierechten, geveilde producten die daarop zijn gebaseerd of op financiële derivaten.
Artikel 8
Handel met voorwetenschap
Voor de toepassing van deze verordening is sprake van het aanbevelen van een derde om tot handel met voorwetenschap over te gaan, of is sprake van het aanzetten van een derde om tot handel met voorwetenschap over te gaan, indien de persoon over voorwetenschap beschikt en:
op basis van die informatie aanbeveelt dat een derde financiële instrumenten waarop die voorwetenschap betrekking heeft verwerft of vervreemdt, of die derde ertoe aanzet die financiële instrumenten te verwerven of te vervreemden, of
op basis van die informatie aanbeveelt dat een derde een order betreffende een financieel instrument waarop die voorwetenschap betrekking heeft annuleert of wijzigt, of die persoon ertoe aanzet een order te annuleren of te wijzigen.
Dit artikel is van toepassing op ieder persoon die over voorwetenschap beschikt omdat deze persoon:
lid is van de bestuurs-, leidinggevende of toezichthoudende organen van de uitgevende instelling of deelnemer aan de emissierechtenhandel;
deelneemt in het kapitaal van de uitgevende instelling of deelnemer aan de emissierechtenhandel;
toegang heeft tot de informatie uit hoofde van de uitoefening van werk, beroep of functie;
deelneemt aan criminele activiteiten.
Dit artikel is tevens van toepassing op iedere persoon die in het bezit is van voorwetenschap onder andere omstandigheden dan de in de eerste alinea genoemde omstandigheden en weet of zou moeten weten dat het voorwetenschap betreft.
Artikel 9
Legitieme gedragingen
Voor de toepassing van de artikelen 8 en 14 betekent het enkele feit dat een rechtspersoon beschikt of heeft beschikt over voorwetenschap, op zichzelf niet dat deze persoon die wetenschap heeft gebruikt en aldus met voorwetenschap heeft gehandeld op basis van een verwerving of een vervreemding wanneer deze rechtspersoon:
adequate en doeltreffende interne regelingen en procedures heeft vastgesteld, toegepast en onderhouden die waarborgen dat noch de natuurlijke persoon die namens hem het besluit heeft genomen om financiële instrumenten waarop de voorwetenschap betrekking heeft te verwerven of te vervreemden, noch enige andere natuurlijke persoon die mogelijkerwijs enige invloed op dat besluit had, over de voorwetenschap beschikte, en
de natuurlijke persoon die namens hem heeft beslist financiële instrumenten waarop de informatie in kwestie betrekking heeft, te verwerven of te vervreemden, hiertoe niet heeft aangemoedigd, dit niet heeft aanbevolen en hiertoe niet heeft aangezet of de natuurlijke persoon in kwestie anderszins heeft beïnvloed.
Voor de toepassing van de artikelen 8 en 14 bekent het enkele feit dat een persoon beschikt over voorwetenschap op zichzelf niet dat deze persoon die wetenschap heeft gebruikt en aldus met voorwetenschap heeft gehandeld op basis van een verwerving of een vervreemding indien deze persoon:
voor het financiële instrument waarop die informatie betrekking heeft, een marktmaker is of een persoon die gemachtigd is om als tegenpartij op te treden voor het financieel instrument waarop die informatie betrekking heeft, en de verwerving of vervreemding van financiële instrumenten waarop de informatie betrekking heeft op rechtmatige wijze plaatsvindt in het kader van de normale uitoefening van hun hoedanigheid als marktmaker of als tegenpartij voor het financieel instrument in kwestie, of
gemachtigd is namens derden orders uit te voeren en de verwerving of vervreemding van financiële instrumenten waarop de order betrekking heeft, op legitieme wijze geschiedt om een dergelijke order uit te voeren in het kader van de normale uitoefening van werk, beroep of functie van die persoon.
Voor de toepassing van de artikelen 8 en 14 betekent het enkele feit dat een persoon beschikt over voorwetenschap in het geval van een verwerving of een vervreemding niet automatisch dat deze persoon die informatie heeft gebruikt en aldus met voorwetenschap heeft gehandeld op basis van een verwerving of een vervreemding, indien deze persoon een transactie sluit voor het verwerven of vervreemden van financiële instrumenten wanneer die transactie te goeder trouw plaatsvindt in het kader van de uitoefening van een opeisbaar geworden verplichting en niet om het verbod op handel met voorwetenschap te omzeilen, en:
die verplichting voortvloeit uit een order die is geplaatst of een overeenkomst die is gesloten voordat de persoon in kwestie over die voorwetenschap beschikte, of
de transactie is uitgevoerd om te voldoen aan een wettelijke of reguleringsverplichting die is ontstaan voordat de persoon in kwestie over die voorwetenschap beschikte.
Dit lid is niet van toepassing op stakebuilding.
Artikel 10
Wederrechtelijke mededeling van voorwetenschap
Dit lid is van toepassing op iedere natuurlijke of rechtspersoon in de in artikel 8, lid 4, bedoelde situaties of omstandigheden.
Artikel 11
Marktpeilingen
Een marktpeiling omvat de communicatie van informatie, voorafgaand aan de bekendmaking van een transactie, teneinde de belangstelling van potentiële beleggers in een mogelijke transactie en de daarmee verband houdende voorwaarden wat betreft de mogelijke omvang en beprijzing te peilen, aan één of meerdere potentiële beleggers:
door een uitgevende instelling;
door een secundaire aanbieder van een financieel instrument, in een hoeveelheid of met een waarde waardoor de transactie zich onderscheidt van normale handel, en een verkoopmethode behelst die gebaseerd is op een voorafgaande analyse van de potentiële belangstelling onder potentiële beleggers;
door een deelnemer aan een markt voor emissierechten, of
door een derde partij die optreedt namens of voor rekening van een onder a), b) of c), bedoelde persoon.
Onverminderd artikel 23, lid 3, wordt openbaarmaking van voorwetenschap door een persoon die van plan is een openbaar bod op de aandelen van een onderneming uit te brengen of die van plan is een fusie met een onderneming tot stand te brengen, aan de houders van de aandelen in kwestie, ook marktpeiling beschouwd, op voorwaarde dat:
de informatie nodig is om de houders van de aandelen in kwestie in staat te stellen voor zich zelf uit te maken of zij bereid zijn op het bod in te gaan, en
de bereidheid van de houders van de aandelen in kwestie op het bod in te gaan redelijkerwijs vereist is voor het besluit een overnamebod uit te brengen of een fusie tot stand te willen brengen.
Voor de toepassing van lid 4 moet de openbaar makende marktdeelnemer voordat hij openbaar maakt:
van de persoon bij wie hij de marktpeiling verricht instemming verkrijgen dat deze bereid is in kennis te worden gesteld van voorwetenschap;
de persoon bij wie hij de marktpeiling verricht meedelen dat het hem verboden is die informatie te gebruiken, of te proberen die informatie te gebruiken, door voor eigen rekening of voor rekening van een derde, rechtstreeks of middellijk, financiële instrumenten waarop die informatie betrekking heeft, te verwerven of te vervreemden;
de persoon bij wie hij de marktpeiling verricht meedelen dat het hem verboden is die informatie te gebruiken, of te proberen die informatie te gebruiken, door een reeds geplaatste order voor een financieel instrument waarop die informatie betrekking heeft te annuleren of te wijzigen, en
de persoon bij wie hij de marktpeiling verricht meedelen dat zijn bereidheid in kennis te worden gesteld van voorwetenschap ook inhoudt dat hij verplicht is de informatie in kwestie vertrouwelijk te houden.
De openbaar makende markdeelnemer maakt een overzicht en houdt een administratie van alle informatie bij, met inbegrip van de informatie die hij verstrekt overeenkomstig de punten a) tot en met d) van de eerste alinea, die hij verstrekt aan de persoon bij wie hij de marktpeiling verricht, alsmede van de identiteit van de potentiële beleggers aan wie de informatie is verstrekt, waaronder, maar niet beperkt tot, de rechtspersonen en de natuurlijke personen die namens de potentiële belegger optreden, en de datum en het tijdstip van elke openbaarmaking.
De openbaar makende marktdeelnemer stelt de lijst desgevraagd zo snel mogelijk ter beschikking van de bevoegde autoriteit.
De openbaar makende marktdeelnemer houdt een overzicht bij van de informatie die overeenkomstig het in dit lid bepaalde openbaar is gemaakt en stelt dit overzicht op verzoek zo snel mogelijk ter beschikking van de bevoegde autoriteit.
ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gegeven om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen, overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
ESMA stelt overeenkomstig artikel 16 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 richtsnoeren op, gericht op personen die marktpeilingen ontvangen, betreffende:
de factoren waarmee personen bij wie een marktpeiling wordt verricht, rekening moeten houden wanneer aan hen in het kader van een marktpeiling informatie wordt verstrekt teneinde te bepalen of de informatie al dan niet voorwetenschap is;
de stappen die personen bij wie een marktpeiling wordt verricht, moeten nemen indien zij in het bezit zijn gekomen van voorwetenschap, teneinde te voldoen aan het bepaalde in artikel 8 en 10 van deze verordening, en
de overzichten die personen bij wie een marktpeiling wordt verricht moeten bewaren om aan te tonen dat zij artikel 8 en 10 van deze verordening hebben nageleefd.
Artikel 12
Marktmanipulatie
Voor de toepassing van deze verordening omvat marktmanipulatie de volgende activiteiten:
het aangaan van een transactie, het plaatsen van een handelsorder of elke andere gedraging:
die daadwerkelijk of waarschijnlijk onjuiste of misleidende signalen afgeeft met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de koers van een financieel instrument of een eraan gerelateerd spotcontract voor grondstoffen, of een op emissierechten gebaseerd veilingproduct, of
die de koers van één of meer financiële instrumenten of een daaraan gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een op emissierechten gebaseerd veilingproduct, daadwerkelijk of waarschijnlijk op een abnormaal of kunstmatig niveau brengt,
tenzij de persoon die de transactie aangaat, de handelsorder plaatst of andere gedragingen verricht, aantoont dat zijn beweegredenen voor deze transactie, deze order of dit gedrag gerechtvaardigd waren en in overeenstemming waren met de gebruikelijke marktpraktijken zoals vastgesteld overeenkomstig artikel 13;
het aangaan van een transactie, het plaatsen van een handelsorder of iedere andere activiteit of gedraging met gevolgen of waarschijnlijke gevolgen voor de koers van een of meer financiële instrumenten of een eraan gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een geveild product op basis van emissierechten, waarbij gebruik wordt gemaakt van een kunstgreep of enigerlei andere vorm van bedrog of misleiding;
de verspreiding van informatie, via de media, met inbegrip van internet, of via andere kanalen, waardoor daadwerkelijk of waarschijnlijk onjuiste of misleidende signalen worden afgegeven met betrekking tot het aanbod van, de vraag naar of de koers van een financieel instrument of een eraan gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een geveild product op basis van emissierechten of effecten, of de koers van een of meer financiële instrumenten of daaraan gerelateerde spotcontracten voor grondstoffen of een geveild product op basis van emissierechten daadwerkelijk of waarschijnlijk op een abnormaal of kunstmatig niveau wordt gebracht, met inbegrip van de verspreiding van geruchten wanneer de persoon die de informatie verspreidde, wist of had moeten weten dat de informatie onjuist of misleidend was;
de verspreiding van onjuiste of misleidende informatie of de verspreiding van onjuiste of misleidende inputs in verband met een benchmark wanneer de persoon die de informatie of de input verspreidde, wist of had moeten weten dat de informatie onjuist of misleidend was, of enigerlei andere gedraging waardoor de berekening van een benchmark wordt gemanipuleerd.
Onder andere de volgende gedragingen worden aangemerkt als marktmanipulatie:
het handelen door een persoon, of de samenwerking door meerdere personen, om een machtspositie te verwerven ten aanzien van het aanbod van of de vraag naar een financieel instrument of gerelateerde spotcontracten voor grondstoffen, of een geveild product op basis van emissierechten met als gevolg of waarschijnlijk gevolg dat rechtstreeks of onrechtstreeks aan- of verkoopprijzen op een bepaald niveau worden vastgelegd of andere onbillijke handelsvoorwaarden worden geschapen of waarschijnlijk worden geschapen;
de aankoop of verkoop van financiële instrumenten bij het openen of sluiten van de markt met als daadwerkelijk of waarschijnlijk effect dat beleggers die op basis van de genoteerde koersen, inclusief de openings- en slotkoersen handelen, worden misleid;
het plaatsen van orders naar een handelsplatform, met inbegrip van de annulering of wijziging van orders, door ieder beschikbaar middel van handel, met inbegrip van elektronische middelen, zoals algoritmische en high frequency trading-strategieën, met één of meerdere van de in lid 1, onder a) of b), bedoelde effecten, wanneer dit:
de werking van het handelssysteem of het handelsplatform verstoort of vertraagt of waarschijnlijk dit effect heeft;
het voor anderen moeilijker maakt om authentieke orders te identificeren op het handelssysteem of de handelsfaciliteit of waarschijnlijk deze bemoeilijking veroorzaakt, waaronder door orders te plaatsen die leiden tot een overbelasting of destabilisatie van het orderboek, of
een onjuist of misleidend signaal afgeeft, of waarschijnlijk afgeeft, ten aanzien van het aanbod van of de vraag naar of de koers van een financieel instrument, met name door orders te plaatsen om een trend te starten of te versterken;
het profiteren van incidentele of regelmatige toegang tot de traditionele of elektronische media door een mening over een financieel instrument, een gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een geveild product op basis van emissierechten (of onrechtstreeks over de instelling waardoor het wordt uitgegeven) te verspreiden, terwijl van te voren posities ten aanzien van dit financieel instrument of daaraan gerelateerde spotcontract voor grondstoffen of een geveild product op basis van emissierechten zijn ingenomen om nadien profijt te trekken van het effect dat deze mening heeft gehad op de koers van dit financieel instrument of daaraan gerelateerde spotcontract of een geveild product op basis van emissierechten, zonder tegelijkertijd deze belangenverstrengeling naar behoren en op doeltreffende wijze openbaar te maken;
het kopen of verkopen op de secundaire markt van emissierechten of daarvan afgeleide instrumenten voorafgaand aan de veiling die wordt gehouden ingevolge Verordening (EU) nr. 1031/2010 met het effect dat de toewijzingsprijs voor de geveilde producten op een abnormaal of kunstmatig niveau wordt gebracht of dat partijen die tijdens de veiling bieden, worden misleid.
Artikel 13
Geaccepteerde marktpraktijken
De bevoegde autoriteiten kunnen vaststellen dat van een geaccepteerde marktpraktijk sprake is aan de hand van de volgende criteria:
of de marktpraktijk in kwestie heeft een significante mate van transparantie;
of de marktpraktijk in kwestie waarborgt een hoge mate van veiligstelling van de werking van de marktkrachten en de goede interactie tussen de vraag- en aanbodkrachten;
of de marktpraktijk in kwestie heeft een positieve impact op de liquiditeit en doeltreffendheid van de markt;
of de marktpraktijk in kwestie sluit aan bij het handelsmechanisme van de betrokken markt en stelt marktdeelnemers in staat passend en tijdig te reageren op de nieuwe marktsituatie die door deze praktijk is ontstaan;
of de marktpraktijk in kwestie brengt geen risico’s mee voor de integriteit van direct of indirect betrokken, al dan niet gereglementeerde markten voor het financiële instrument in kwestie binnen de Unie;
het resultaat van eventueel onderzoek naar de desbetreffende marktpraktijk door een bevoegde of enige andere autoriteit, in het bijzonder naar de vraag of die marktpraktijk inbreuk heeft gemaakt op regels of reglementen die marktmisbruik moeten voorkomen, of op gedragscodes, hetzij op de betrokken markt, hetzij op meer of minder rechtstreeks betrokken markten binnen de Unie, en
de structurele kenmerken van de betrokken markt, zoals onder meer het feit of deze al dan niet gereglementeerd is, de categorieën financiële instrumenten die erop worden verhandeld en de soorten marktdeelnemers, waarbij eveneens rekening wordt gehouden met de mate waarin niet-professionele beleggers op de betrokken markt actief zijn.
Een marktpraktijk die door een bevoegde autoriteit als een geaccepteerde marktpraktijk op een bepaalde markt is vastgesteld, kan niet geacht worden te gelden voor andere markten tenzij de bevoegde autoriteiten van die andere markten die praktijk krachtens dit artikel hebben geaccepteerd.
Indien de bevoegde autoriteiten in kwestie er niet in slagen overeenstemming te bereiken, kan ESMA een besluit nemen overeenkomstig artikel 19, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gegeven om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
De geaccepteerde marktpraktijken als bedoeld in de eerste alinea van dit lid blijven in de desbetreffende lidstaten van toepassing totdat de bevoegde autoriteit een besluit heeft genomen over de handhaving van de praktijk in kwestie na het door ESMA uit hoofde van lid 4 uitgebrachte advies.
Onverminderd geaccepteerde marktparktijken die zich conform de leden 1 tot en met 11 van dit artikel hebben ontwikkeld, mag een uitgevende instelling van financiële instrumenten die zijn toegelaten tot de handel op een mkb-groeimarkt, een liquiditeitscontract voor haar aandelen sluiten indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
de voorwaarden van het liquiditeitscontract voldoen aan de in lid 2 van dit artikel en in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/908 van de Commissie ( 8 ) vastgestelde criteria;
het liquiditeitscontract wordt opgesteld overeenkomstig het in lid 13 van dit artikel bedoelde Uniemodel;
de liquiditeitsverschaffer is overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU terdege gemachtigd door de bevoegde autoriteit en is als marktlid geregistreerd bij de marktexploitant of de beleggingsonderneming die de mkb-groeimarkt exploiteert;
de marktexploitant of de beleggingsonderneming die de mkb-groeimarkt exploiteert, verklaart schriftelijk aan de uitgevende instelling, een kopie van het liquiditeitscontract te hebben ontvangen en met de voorwaarden van dat contract in te stemmen.
De in de eerste alinea van dit lid bedoelde uitgevende instelling kan te allen tijde aantonen dat doorlopend wordt voldaan aan de voorwaarden waaronder het contract werd gesloten. Die uitgevende instelling en de marktexploitant of de beleggingsonderneming die de mkb-groeimarkt exploiteert, verstrekken de bevoegde autoriteiten desgevraagd een kopie van het liquiditeitscontract.
ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 september 2020 aan de Commissie voor.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gedelegeerd om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 14
Verbod op handel met voorwetenschap en wederrechtelijke mededeling van voorwetenschap
Het is verboden om:
te handelen met voorwetenschap of trachten te handelen met voorwetenschap;
iemand anders aan te raden om te handelen met voorwetenschap of iemand anders ertoe aan te zetten om te handelen met voorwetenschap, of
voorwetenschap wederrechtelijk mee te delen.
Artikel 15
Verbod op marktmanipulatie
Het is verboden om de markt te manipuleren of te trachten de markt te manipuleren.
Artikel 16
Preventie en opsporing van marktmisbruik
Iedere in de eerste alinea bedoelde persoon stelt de bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van orders en transacties, alsmede alle annuleringen of wijzigingen daarvan, die als handel met voorwetenschap of marktmanipulatie, of als poging tot het plegen van handel met voorwetenschap of marktmanipulatie zouden kunnen worden aangemerkt.
Teneinde de consistente harmonisatie van dit artikel zeker te stellen, ontwikkelt ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen ter bepaling van:
passende regelingen, systemen en procedures waarmee personen aan de voorschriften van de leden 1 en 2 voldoen, en
de meldingsmodellen die personen dienen te gebruiken om aan de voorschriften van de leden 1 en 2 te voldoen.
ESMA dient deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 juli 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gegeven de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
HOOFDSTUK 3
VOORSCHRIFTEN INZAKE OPENBAARMAKING
Artikel 17
Openbaarmaking van voorwetenschap
De uitgevende instelling zorgt ervoor dat de voorwetenschap op zodanige wijze openbaar wordt gemaakt dat deze snel toegankelijk is en volledig, op correcte wijze en tijdig kan worden beoordeeld door het publiek, en in voorkomend geval wordt bekendgemaakt in het officieel aangewezen mechanisme als bedoeld in artikel 21 van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 9 ). De uitgevende instelling mag de openbaarmaking van voorwetenschap niet combineren met marketing met betrekking tot haar eigen activiteiten. De uitgevende instelling plaatst alle voorwetenschap waarvan de openbaarmaking verplicht is op haar website en zorgt ervoor dat die informatie gedurende een periode van minstens vijf jaar toegankelijk blijft.
Dit artikel is van toepassing op uitgevende instellingen die verzocht hebben om of ingestemd hebben met de toelating van hun financiële instrumenten tot de handel op een gereglementeerde markt in een lidstaat of, in geval van een instrument dat uitsluitend op een MTF of een OTF wordt verhandeld, ingestemd hebben met de handel in hun financiële instrumenten op een MTF of een OTF, of hebben verzocht om de toelating tot de handel van hun financiële instrumenten op een MTF, in een lidstaat.
De eerste alinea is niet van toepassing op een deelnemer aan een emissierechtenmarkt indien de installaties of luchtvaartactiviteiten in zijn eigendom, in zijn beheer of onder zijn verantwoordelijkheid in het voorafgaande jaar een uitstoot hebben veroorzaakt niet groter dan een onderdrempel van koolstofdioxide-equivalent en, indien zij verbrandingsactiviteiten uitvoeren, een nominaal thermisch vermogen hebben gehad dat een onderdrempel niet overschrijdt.
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 35 gedelegeerde handelingen vast te stellen voor de instelling van een onderdrempel van koolstofdioxide-equivalent en een onderdrempel van nominaal thermisch vermogen met het oog op de toepassing van de uitzondering opgenomen in de tweede alinea van dit lid.
Een uitgevende instelling of een deelnemer aan een emissierechtenmarkt kan op eigen verantwoordelijkheid de openbaarmaking van voorwetenschap uitstellen mits aan elk van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
onmiddellijke openbaarmaking zou waarschijnlijk schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de uitgevende instelling of de deelnemer aan een emissierechtenmarkt;
het is niet waarschijnlijk dat het publiek door het uitstel van de openbaarmaking zou worden misleid;
de uitgevende instelling of de deelnemer aan een emissierechtenmarkt is in staat om de vertrouwelijkheid van de betreffende informatie te garanderen.
In het geval van een in de tijd gespreid proces dat uit meerdere tussenstappen bestaat en dat erop gericht is een bepaalde situatie of gebeurtenis te doen plaatsvinden of dat daarin resulteert, kan een uitgevende instelling of een deelnemer aan een emissierechtenmarkt op eigen verantwoordelijkheid de openbaarmaking van aan dit proces gerelateerde informatie uitstellen, op voorwaarde dat de punten a), b) en c) van de eerste alinea worden nageleefd.
Als een uitgevende instelling of een deelnemer aan een emissierechtenmarkt de openbaarmaking van voorwetenschap heeft uitgesteld krachtens het onderhavige lid, stelt deze de in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit daarvan onmiddellijk nadat de informatie openbaar is gemaakt op de hoogte en zet hij schriftelijk uiteen op welke wijze aan de in dit lid opgenomen voorwaarden voor het uitstel is voldaan. Als alternatief kunnen de lidstaten bepalen dat een afschrift van een dergelijke toelichting enkel op verzoek van de in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit hoeft te worden overlegd.
In afwijking van de derde alinea van dit lid, verstrekt een uitgevende instelling waarvan de financiële instrumenten uitsluitend tot de handel op een mkb-groeimarkt zijn toegelaten, de krachtens lid 3 omschreven bevoegde autoriteit slechts op verzoek een schriftelijke toelichting. Zolang de uitgevende instelling haar besluit tot uitstel kan rechtvaardigen, is zij niet verplicht die toelichting te registreren.
Om de stabiliteit van het financiële systeem te handhaven, kan een uitgevende instelling die een kredietinstelling of een andere financiële instelling is, op eigen verantwoordelijkheid de openbaarmaking van voorwetenschap, met inbegrip van informatie die gerelateerd is aan een tijdelijk liquiditeitsprobleem en in het bijzonder informatie over de noodzaak van tijdelijke liquiditeitssteun van een centrale bank of een kredietverstrekker in laatste instantie, uitstellen, mits aan elk van de volgende voorwaarden wordt voldaan:
openbaarmaking van de voorwetenschap leidt mogelijkerwijs tot ondermijning van de financiële stabiliteit van de uitgevende instelling en van het financieel systeem;
het uitstel van de openbaarmaking is in het algemeen belang;
de vertrouwelijkheid van de betreffende informatie kan worden gewaarborgd, en
de in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit heeft op basis van de naleving van de voorwaarden onder a), b) en c) met het uitstel ingestemd.
Voor de toepassing van lid 5, onder a) tot en met d), stelt de uitgevende instelling de in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit in kennis van zijn voornemen de openbaarmaking van de voorwetenschap uit te stellen, en toont hij aan dat aan de voorwaarden van lid 5, onder a), b) en c), wordt voldaan. De in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit raadpleegt, indien gepast, de nationale centrale bank of de macroprudentiële autoriteit, indien deze is ingesteld, of anders één van de volgende autoriteiten:
indien de uitgevende instelling een kredietinstelling of een beleggingsonderneming is, de autoriteit die is aangewezen overeenkomstig artikel 133, lid 1, van Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad ( 10 );
in andere dan de onder a) genoemde gevallen, elke andere nationale autoriteit die belast is met het toezicht op de uitgevende instelling.
De in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit ziet erop toe dat de openbaarmaking van de voorwetenschap enkel wordt opgeschort gedurende de periode die nodig is vanuit een oogpunt van algemeen belang. De in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit beoordeelt ten minste wekelijks of nog steeds aan de onder a), b) en c) genoemde voorwaarden wordt voldaan.
Indien de in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit niet met het uitstel van de openbaarmaking van de voorwetenschap instemt, maakt de uitgevende instelling de informatie onmiddellijk openbaar.
Dit lid is van toepassing op gevallen waarin de uitgevende instelling niet besluit de openbaarmaking van voorwetenschap uit te stellen overeenkomstig lid 4.
Verwijzing in dit lid naar de in lid 3 bedoelde bevoegde autoriteit geldt onverminderd het vermogen van de bevoegde autoriteit haar taken uit te oefenen op een van de manieren als bedoeld in artikel 23, lid 1.
Dit lid heeft onder andere betrekking op situaties waarin een gerucht uitdrukkelijk betrekking heeft op voorwetenschap waarvan de openbaarmaking is opgeschort overeenkomstig de voorwaarden van de leden 4 of 5, en wanneer het gerucht voldoende nauwkeurig is om te concluderen dat het vertrouwelijke karakter van de informatie in kwestie niet langer is gegarandeerd.
Teneinde uniforme voorwaarden voor de toepassing van dit artikel te verzekeren, ontwikkelt ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen ter bepaling van:
de technische middelen voor een passende openbaarmaking van voorwetenschap zoals bedoeld in de leden 1, 2, 8 en 9, en
de technische middelen voor het uitstellen van de openbaarmaking van voorwetenschap zoals bedoeld in de leden 4 en 5.
ESMA dient de voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 18
Lijsten van personen met voorwetenschap
Uitgevende instellingen en personen die namens hen of voor hun rekening handelen:
stellen ieder een lijst op van de personen die toegang hebben tot voorwetenschap en die bij hen op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn of anderszins taken verrichten in het kader waarvan zij toegang hebben tot voorwetenschap, zoals adviseurs, accountants of ratingbureaus (lijst van insiders);
werken ieder de lijst van insiders meteen bij overeenkomstig lid 4, en
verstrekken ieder de lijst van insiders desgevraagd zo snel mogelijk aan de bevoegde autoriteit.
Indien een andere persoon door de uitgevende instelling wordt gevraagd een lijst van insiders op te stellen en bij te werken, blijft de uitgevende instelling volledig verantwoordelijk voor het naleven van de in dit artikel bedoelde verplichting. De uitgevende instelling behoudt te allen tijde recht op toegang tot de lijst van insiders die door de andere persoon is opgesteld.
De lijst van insiders vermeldt in ieder geval:
de identiteit van alle personen die toegang hebben tot voorwetenschap;
de reden voor opname op de lijst van insiders;
de datum en het tijdstip waarop die personen toegang tot voorwetenschap hebben gekregen, en
de datum waarop de lijst van insiders is opgesteld.
Uitgevende instellingen en personen die namens hen of voor hun rekening handelen, werken ieder in de volgende omstandigheden hun lijst van insiders meteen bij, met vermelding van de datum waarop dit geschiedt:
indien er zich een wijziging voordoet in de reden waarom een persoon op de lijst van insiders staat;
indien een nieuwe persoon toegang tot voorwetenschap heeft en daarom aan de lijst van insiders moet worden toegevoegd;
indien een persoon niet langer toegang tot voorwetenschap heeft.
Elke bijwerking vermeldt de datum en het tijdstip waarop de wijziging die tot de bijwerking heeft geleid, plaatsvond.
In afwijking van de eerste alinea van dit lid, en indien dit op grond van specifieke bekommernissen inzake nationale marktintegriteit gerechtvaardigd is, kunnen de lidstaten van uitgevende instellingen waarvan de financiële instrumenten zijn toegelaten tot de handel op een mkb-groeimarkt, eisen om alle in lid 1, onder a), bedoelde personen op hun lijsten van insiders op te nemen. Die lijsten bevatten informatie als gespecificeerd in het door ESMA op grond van de vierde alinea van dit lid vastgestelde model.
De in de eerste en de tweede alinea van dit lid bedoelde lijsten van insiders worden op haar verzoek zo snel mogelijk aan de bevoegde autoriteit ter beschikking gesteld.
ESMA stelt ontwerpen van technische uitvoeringsnormen op voor het bepalen van het precieze model van de lijsten van insiders als bedoeld in de tweede alinea van dit lid. Het model van de lijsten van insiders moet proportioneel zijn en een beperktere administratieve last inhouden dan het in lid 9 bedoelde model van de lijsten van insiders.
ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 1 september 2020 aan de Commissie voor.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de vierde alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
De leden 1 tot en met 5 van dit artikel zijn ook van toepassing op:
deelnemers aan de emissierechtenmarkt ten aanzien van informatie met betrekking tot emissierechten die verband houdt met de fysieke activiteiten van deze deelnemer aan de emissierechtenmarkt;
D elk veilingplatform, elke veilingmeester en de veilingtoezichthouder in verband met veilingen van emissierechten of andere daarop gebaseerde geveilde producten die worden gehouden ingevolge Verordening (EU) nr. 1031/2010.
ESMA dient de voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 19
Transacties door leidinggevenden
Personen met leidinggevende verantwoordelijkheid, evenals nauw verbonden personen, moeten de uitgevende instelling of de deelnemer aan de emissierechtenmarkt en de in lid 2, tweede alinea, bedoelde bevoegde autoriteit op de hoogte stellen van:
met betrekking tot uitgevende instellingen, alle transacties voor hun eigen rekening met betrekking tot aandelen of schuldinstrumenten van die uitgevende instelling, of afgeleide of andere financiële instrumenten die ermee zijn verbonden;
met betrekking tot deelnemers aan markten voor emissierechten, alle transacties voor hun eigen rekening in verband met emissierechten, de daarop gebaseerde te veilen producten of daaraan gerelateerde derivaten.
Dergelijke kennisgevingen vinden onverwijld plaats en niet later dan drie werkdagen na de datum van de transactie.
De eerste alinea is van toepassing zodra het totale bedrag van de transacties binnen een kalenderjaar de in lid 8 of 9 bedoelde drempel heeft bereikt.
De in lid 1 bedoelde kennisgevingsverplichting is niet van toepassing op transacties in financiële instrumenten met betrekking tot aandelen of schuldinstrumenten van de in dat lid bedoelde uitgevende instelling, indien op het moment van de transactie is voldaan aan de volgende voorwaarden:
het financiële instrument is een eenheid of aandeel in een instelling voor collectieve belegging waarbij de blootstelling van de aandelen of schuldinstrumenten van de uitgevende instelling niet meer bedraagt dan 20 % van de activa van de instelling voor collectieve belegging;
het financiële instrument behelst blootstelling voor een portfolio van activa waarbij de blootstelling van de aandelen of schuldinstrumenten van de uitgevende instelling niet meer bedraagt dan 20 % van de activa van de portfolio;
het financiële instrument is een eenheid of aandeel in een instelling voor collectieve belegging of behelst blootstelling voor een portfolio van activa, en de persoon met leidinggevende verantwoordelijkheid of nauw daarmee verbonden persoon is of kan niet op de hoogte zijn van de beleggingssamenstelling of blootstelling van de instelling voor collectieve belegging of de portfolio van activa met betrekking tot de aandelen of schuldinstrumenten van de uitgevende instelling, en er is bovendien voor die persoon geen reden om aan te nemen dat de aandelen of schuldinstrumenten van de uitgevende instelling de drempels van punt a) of b) overschrijden.
Indien informatie over de beleggingssamenstelling van de instelling voor collectieve belegging of blootstelling voor de portfolio van activa beschikbaar is, verricht de persoon met leidinggevende verantwoordelijkheid of de nauw daarmee verbonden persoon alle redelijke inspanningen om die informatie te verkrijgen.
De op de melding van toepassing zijnde regels, die door de in lid bedoelde personen moeten worden nageleefd, die van de lidstaat waar de uitgevende instelling of de deelnemer aan een emissierechtenmarkt haar statutaire zetel heeft. De melding geschiedt ten laatste drie werkdagen na de transactiedatum aan de bevoegde autoriteit van die lidstaat. Wanneer de statutaire zetel van de uitgevende instelling zich niet in een lidstaat bevindt, geschiedt de melding aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van oorsprong overeenkomstig artikel 2, lid 1, onder m), van Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad of, indien deze niet bestaat, aan de bevoegde autoriteit van het handelsplatform.
De uitgevende instelling of een deelnemer aan een emissierechtenmarkt gebruikt de media waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij zorgen voor een doeltreffende verspreiding van informatie aan het publiek in de hele Unie en, waar van toepassing, het officieel aangewezen mechanisme zoals bedoeld in artikel 21 van Richtlijn 2004/109/EG.
Als alternatief kan in het nationaal recht worden bepaald dat een bevoegde autoriteit zelf de informatie bekend kan maken.
Dit artikel is van toepassing op uitgevende instellingen die:
verzocht hebben om of ingestemd hebben met de toelating van hun financiële instrumenten tot de handel op een gereglementeerde markt, of
in geval van een instrument dat uitsluitend op een MTF of een OTF wordt verhandeld, ingestemd hebben met de handel in hun financiële instrumenten op een MTF of een OTF, of verzocht hebben om toelating van hun financiële instrumenten tot de handel op een MTF.
Personen met leidinggevende verantwoordelijkheden stellen de nauw verbonden personen schriftelijk in kennis van hun verantwoordelijkheden uit hoofde van dit artikel en bewaren een afschrift van deze kennisgeving.
De in lid 1 bedoelde melding bevat de volgende gegevens:
de naam van de persoon;
de reden van de melding;
de naam van de uitgevende instelling of van deelnemer aan een emissierechtenmarkt;
een beschrijving en de kenmerken van het financieel instrument;
de aard van de transactie(s) (d.w.z. verwerving of vervreemding) en vermelding van het feit dat de transactie al dan niet verband houdt met de uitoefening van een aandelenoptieprogramma of met de specifieke voorbeelden in lid 7;
de datum en de plaats van de transactie(s), en
de prijs en omvang van de transactie(s). In het geval van een transactie waarbij financiële instrumenten als zekerheid worden verstrekt en voorzien is in een mogelijke waardeverandering, moet dit feit worden vermeld, samen met de waarde van de financiële instrumenten op de datum dat ze als zekerheid worden verstrekt.
Ten behoeve van de toepassing van het eerste lid moeten onder meer ook de volgende transacties openbaar worden gemaakt:
het als zekerheid verstrekken of uitlenen van financiële instrumenten door of namens een persoon met leidinggevende verantwoordelijkheden of een persoon die nauw met hem is verbonden als bedoeld in het eerste lid;
transacties uitgevoerd door iedere persoon die beroepsmatig transacties aangaat of verricht of iedere andere persoon namens een persoon met leidinggevende verantwoordelijkheden of een persoon die nauw met hem is verbonden als bedoeld in het eerste lid, ook indien discretionaire bevoegdheid wordt uitgeoefend;
transacties in het kader van een levensverzekeringspolis zoals bedoeld in Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 11 ), waarbij:
de polishouder een persoon is met leidinggevende verantwoordelijkheden binnen een uitgevende instelling of een persoon die nauw met hem is verbonden als bedoeld in lid 1,
het beleggingsrisico gedragen wordt door de polishouder, en
de polishouder de (discretionaire) bevoegdheid heeft om ten aanzien van specifieke instrumenten in die levensverzekeringspolis beleggingsbeslissingen te nemen of transacties te verrichten in verband met specifieke instrumenten van die levensverzekeringspolis.
Voor de toepassing van punt a) hoeven transacties waarbij financiële instrumenten in pand worden gegeven of het voorwerp zijn van een vergelijkbare zekerheid waarbij die financiële instrumenten op een effectenrekening worden gezet, niet te worden gemeld, tenzij en totdat die pand of andere zekerheid wordt bestemd om een specifieke kredietfaciliteit te verwerven.
Voor de toepassing van punt b) is kennisgeving van transacties uitgevoerd in aandelen of schuldinstrumenten van een uitgevende instelling of derivaten of andere daaraan verbonden financiële instrumenten door beheerders van een instelling voor collectieve belegging waarin de persoon met leidinggevende verantwoordelijkheid of nauw daarmee verbonden persoon heeft geïnvesteerd, niet vereist indien de beheerder van de instelling voor collectieve belegging volledig discreet te werk gaat, hetgeen inhoudt dat de beheerder geen directe of indirecte instructies of voorstellen inzake de samenstelling van de portfolio ontvangt van beleggers in de instelling voor collectieve belegging.
Wanneer een houder van een verzekeringscontract overeenkomstig dit lid verplicht is transacties te melden, geldt zo’n meldingsplicht niet voor de verzekeringsmaatschappij.
Onverminderd artikelen 14 en 15 onthoudt een persoon met leidinggevende verantwoordelijkheden binnen een uitgevende instelling zich van het uitvoeren van transacties voor eigen rekening of voor rekening, rechtstreeks of onrechtstreeks, van een derde partij die verband houden met aandelen of schuldinstrumenten van de uitgevende instelling of met derivaten of andere, daaraan gekoppelde financiële instrumenten gedurende een gesloten periode van dertig kalenderdagen voorafgaand aan de bekendmaking van een tussentijds financieel verslag of een jaarverslag dat de uitgevende instelling bekend moet maken overeenkomstig:
de regels van het handelsplatform waar de aandelen van de uitgevende instelling tot de handel zijn toegelaten, of
overeenkomstig het nationaal recht.
Onverminderd de artikelen 14 en 15 mag een uitgevende instelling een persoon met leidinggevende verantwoordelijkheden gedurende een afgesloten periode als bedoeld in artikel 11 toestaan voor eigen rekening of voor de rekening van een derde partij te handelen:
hetzij van geval tot geval omwille van de aanwezigheid van uitzonderlijke omstandigheden, zoals ernstige financiële moeilijkheden, die de onmiddellijke verkoop van aandelen rechtvaardigen;
hetzij op grond van de kenmerken van de handel in kwestie, in het geval van transacties in het kader van of verband houdend met aandelenregelingen van werknemers, spaarregelingen, aandelenkwalificatie of -rechten, of activiteiten waarbij geen verandering optreedt in het belang in de instrumenten in kwestie.
ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 20
Beleggingsaanbevelingen en statistieken
ESMA legt die ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gegeven de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
De technische regelingen in de in lid 3 bedoelde regelgevende technische normen zijn niet van toepassing op journalisten waarvoor in de lidstaten equivalente passende regelgeving geldt, met inbegrip van equivalente passende zelfregulering, op voorwaarde dat die regelgeving dezelfde effecten heeft als de technische regelingen in kwestie. De lidstaten melden de tekst van die equivalente nationale regelingen aan bij de Commissie.
Artikel 21
Openbaarmaking of verspreiding van informatie in de media
Voor de toepassing van artikel 10, artikel 12, lid 1, onder c), en artikel 20 wanneer informatie openbaar wordt gemaakt of wordt verspreid en wanneer aanbevelingen worden verstrekt of verspreid ten behoeve van journalistieke doeleinden of andere uitdrukkingsvormen in de media, wordt deze openbaarmaking of verspreiding van informatie beoordeeld met inachtneming van de bepalingen inzake de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting in andere media, en de journalistieke gedragscodes, tenzij:
de betrokkenen of personen die nauw met hen verbonden zijn, rechtstreeks of onrechtstreeks een voordeel of winst behalen uit de openbaarmaking of de verspreiding van de betreffende informatie, of
de openbaarmaking of de verspreiding wordt verricht met de bedoeling de markt te misleiden op het gebied van het aanbod van, de vraag naar of de koers van financiële instrumenten.
Artikel 21 bis
Toegankelijkheid van informatie op het Europees centraal toegangspunt
Die informatie voldoet aan de volgende vereisten:
de informatie is ingediend in een voor data-extractie geschikt formaat zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3), van Verordening (EU) 2023/2859 of, wanneer zulks door het Unierecht wordt vereist, in een machinaal leesbaar formaat zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 4), van die verordening;
de informatie gaat vergezeld van de volgende metadata:
alle namen van de uitgevende instelling of de deelnemer aan de emissierechtenmarkt waarop de informatie betrekking heeft;
de identificatiecode voor juridische entiteiten van de uitgevende instelling of de deelnemer aan de emissierechtenmarkt die een rechtspersoon is, zoals gespecifieerd op grond van artikel 7, lid 4, punt b), van Verordening (EU) 2023/2859;
de grootte, naar categorie, van de uitgevende instelling of de deelnemer aan de emissierechtenmarkt die een rechtspersoon is, zoals gespecifieerd op grond van artikel 7, lid 4, punt d), van die verordening;
het type informatie volgens de indeling op grond van artikel 7, lid 4, punt c), van die verordening;
een vermelding of de informatie persoonsgegevens bevat.
Die informatie voldoet aan de volgende vereisten:
de informatie is ingediend in een voor data-extractie geschikt formaat zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 3), van Verordening (EU) 2023/2859;
de informatie gaat vergezeld van de volgende metadata:
alle namen van de uitgevende instelling waarop de informatie betrekking heeft;
de identificatiecode voor juridische entiteiten van de uitgevende instelling, zoals gespecifieerd op grond van artikel 7, lid 4, punt b), van Verordening (EU) 2023/2859;
het type informatie volgens de indeling op grond van artikel 7, lid 4, punt c), van die verordening;
een vermelding of de informatie persoonsgegevens bevat.
Om ervoor te zorgen dat de overeenkomstig lid 1 ingediende informatie efficiënt wordt verzameld en beheerd, ontwikkelt de ESMA ontwerpen van technische uitvoeringsnormen tot nadere vaststelling van:
andere metadata waarvan de informatie vergezeld moet gaan;
de structurering van data in de informatie;
de informatie waarvoor een machinaal leesbaar formaat vereist is en de vraag welk machinaal leesbaar formaat in dergelijke gevallen moet worden gebruikt.
Voor de toepassing van punt c) gaat de ESMA de voor- en nadelen van verschillende machinaal leesbare formaten na en voert zij de nodige praktijktests uit.
De ESMA legt die ontwerpen van technische uitvoeringsnormen voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea van dit lid bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
HOOFDSTUK 4
ESMA EN DE BEVOEGDE AUTORITEITEN
Artikel 22
Bevoegde autoriteiten
Onverminderd de bevoegdheden van de gerechtelijke autoriteiten wijst elke lidstaat één bevoegde administratieve autoriteit aan met het oog op de toepassing van deze verordening. lidstaten lichten de Commissie, ESMA en de andere bevoegde autoriteiten van andere lidstaten daarover in. De bevoegde autoriteit draagt er zorg voor dat de bepalingen van deze verordening worden toegepast op haar grondgebied, met betrekking tot alle handelingen die worden verricht op haar grondgebied, alsmede in het buitenland verrichte handelingen die betrekking hebben op instrumenten die toegelaten zijn tot de handel op een gereglementeerde markt, waarvoor een verzoek tot toelating tot de handel op een dergelijke markt is ingediend, worden geveild op een veiling of die worden verhandeld op een MTF of OTF, of waarvoor een verzoek is ingediend om toelating tot de handel op een MTF die op haar grondgebied actief is.
Artikel 23
Bevoegdheden van de bevoegde autoriteiten
De bevoegde autoriteiten oefenen hun taken en bevoegdheden op een of meer van de volgende wijzen uit:
rechtstreeks;
in samenwerking met andere autoriteiten of met de marktpartijen;
door delegatie van taken aan dergelijke autoriteiten of marktpartijen, onder de verantwoordelijkheid van de bevoegde autoriteit;
door middel van een verzoek aan de bevoegde rechterlijke instanties.
Ter vervulling van hun taken krachtens deze verordening dienen bevoegde autoriteiten, overeenkomstig het nationale recht, ten minste over de volgende toezichts- en onderzoeksbevoegdheden te beschikken:
het verkrijgen van inzage in elk document en in gegevens in welke vorm dan ook, en het ontvangen of maken van een afschrift daarvan;
het vorderen van of verzoeken om inlichtingen van iedere persoon, met inbegrip van degenen die achtereenvolgens betrokken zijn bij het doorgeven van orders of het uitvoeren van de desbetreffende activiteiten, alsook hun opdrachtgevers, en in voorkomend geval het oproepen en ondervragen van een dergelijke persoon teneinde inlichtingen te verkrijgen;
het met betrekking tot grondstoffenderivaten inlichtingen opvragen van deelnemers aan gerelateerde spotmarkten aan de hand van gestandaardiseerde formulieren, het verkrijgen van verslagen over transacties en rechtstreekse toegang hebben tot de systemen van handelaren;
het verrichten van inspecties of onderzoeken ter plaatse, met uitzondering van de woningen van natuurlijke personen;
behoudens de tweede alinea, het betreden van plaatsen van natuurlijke en rechtspersonen om documenten en andere gegevens, ongeacht hun vorm, in beslag te nemen wanneer er een redelijk vermoeden bestaat dat documenten en andere gegevens die betrekking hebben op het voorwerp van de inspectie of het onderzoek relevant kunnen zijn als bewijs van een geval van handel met voorwetenschap of marktmanipulatie in strijd met deze verordening;
het inleiden van strafrechtelijke onderzoeken;
het vorderen van bestaande opnames van telefoongesprekken, elektronische mededelingen of overzichten van dataverkeer waarover beleggingsondernemingen, kredietinstellingen of financiële instellingen beschikken;
het vorderen, voor zover dat door de nationale wetgeving is toegestaan, van bestaande verkeersgegevensoverzichten waarover een telecommunicatie-exploitant beschikt, wanneer er een redelijk vermoeden van een inbreuk bestaat en wanneer dergelijke overzichten relevant kunnen zijn voor het onderzoek naar een inbreuk op artikel 14, onder a) of b), of op artikel 15;
het vragen om bevriezing van en/of beslaglegging op activa;
het opschorten van de handel in het betrokken financiële instrument;
het eisen dat elke praktijk die volgens de bevoegde autoriteit indruist tegen deze verordening, tijdelijk wordt beëindigd;
het instellen van een tijdelijk verbod op beroepsuitoefening, en
het nemen van alle maatregelen die nodig zijn om ervoor te zorgen dat het publiek juist wordt geïnformeerd, onder andere door onjuiste of misleidende openbaar gemaakte informatie te rectificeren, met inbegrip van het verplichten van een uitgevende instelling of een andere persoon die onjuiste of misleidende informatie heeft gepubliceerd of verspreid om een rectificatie te publiceren.
Indien overeenkomstig het nationale recht de voorafgaande goedkeuring moet worden verkregen van de justitiële autoriteiten om plaatsen van natuurlijke of rechtspersonen als bedoeld onder e) van de eerste alinea binnen te treden, wordt de in dat punt bedoelde bevoegdheid enkel uitgeoefend nadat voorafgaand een zodanige toestemming is verkregen.
Deze verordening is van toepassing onverminderd de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die zijn vastgesteld met betrekking tot openbare overnamebiedingen, fusies, of andere transacties die gevolgen hebben voor de eigendom van of de zeggenschap over vennootschappen waarop wordt toegezien door de toezichthoudende autoriteiten die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2004/25/EG waarbij vereisten worden vastgesteld die verder gaan dan de vereisten van deze verordening.
Artikel 24
Samenwerking met ESMA
ESMA dient die voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 25
Verplichting tot samenwerking
De in de eerste alinea vastgelegde verplichting tot samenwerking en bijstand geldt tevens ten aanzien van de Commissie met betrekking tot de uitwisseling van informatie inzake grondstoffen die in bijlage I van het VWEU vermelde landbouwproducten zijn.
De bevoegde autoriteiten en ESMA werken samen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1095/2010, in het bijzonder artikel 35 daarvan.
Wanneer de lidstaten ervoor kiezen om overeenkomstig artikel 30, lid 1, tweede alinea, strafrechtelijke sancties vast te stellen voor inbreuken op de bepalingen van deze verordening die in dat artikel worden genoemd, zorgen zij ervoor dat de bevoegde autoriteiten via passende maatregelen over de nodige bevoegdheden beschikken om met de gerechtelijke autoriteiten in hun jurisdictie te communiceren en specifieke informatie te ontvangen over strafrechtelijke onderzoeken naar en procedures in verband met mogelijke inbreuken op deze verordening, en zorgen zij er daarnaast voor dat deze informatie wordt medegedeeld aan andere bevoegde autoriteiten en ESMA om aldus hun verplichting na te leven om voor de doeleinden van deze verordening met elkaar en met ESMA samen te werken.
Een bevoegde autoriteit mag enkel in de hieronder vermelde buitengewone omstandigheden weigeren in te gaan op een verzoek om informatie of een verzoek om met een onderzoek mee te werken:
communicatie van de relevante informatie zou de veiligheid van de aangezochte lidstaat, en in het bijzonder de bestrijding van terrorisme en andere vormen van ernstige criminaliteit, negatief kunnen beïnvloeden,
ingaan op het verzoek zou eigen onderzoek- of handhavingsactiviteiten of, indien van toepassing, een strafrechtelijk onderzoek negatief kunnen beïnvloeden,
voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen is reeds een gerechtelijke procedure bij de autoriteiten van de aangezochte lidstaat ingeleid, of
voor dezelfde feiten en tegen dezelfde personen is in de aangezochte lidstaat reeds een definitieve uitspraak gedaan.
Een verzoekende bevoegde autoriteit kan ESMA in kennis stellen van elk verzoek als bedoeld in de eerste alinea. Bij een onderzoek of inspectie met grensoverschrijdende gevolgen coördineert ESMA het onderzoek of de inspectie als een van de bevoegde autoriteiten daarom vraagt.
Wanneer een bevoegde autoriteit van een bevoegde autoriteit van een andere lidstaat een verzoek ontvangt tot het uitvoeren van een inspectie of onderzoek ter plaatse, kan zij als volgt handelen:
de inspectie of het onderzoek ter plaatse zelf uitvoeren;
de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ingediend toestaan om deel te nemen aan een inspectie of onderzoek ter plaatse;
de bevoegde autoriteit die het verzoek heeft ingediend toestaan om de inspectie of het onderzoek ter plaatse zelf uit te voeren;
accountants of deskundigen aanstellen om de inspectie of het onderzoek ter plaatse uit te voeren;
specifieke taken in verband met de toezichthoudende activiteiten gezamenlijk met de andere bevoegde autoriteiten verrichten.
De bevoegde autoriteiten kunnen met het oog op het vergemakkelijken van de inning van boeten ook met de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten samenwerken.
In deze situaties kan ESMA optreden overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1095/2010, onverminderd de mogelijkheid van een optreden van ESMA overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Met betrekking tot emissierechten worden de samenwerking en uitwisseling van informatie volgens de bepalingen van de voorafgaande alinea tevens gewaarborgd door middel van:
de veilingtoezichthouder, met betrekking tot veilingen van emissierechten of andere daarop gebaseerde geveilde producten die ingevolge Verordening (EU) nr. 1031/2010 zijn gehouden, en
bevoegde autoriteiten, registeradministrateurs waaronder de centrale administrateur en andere publieke organen die krachtens Richtlijn 2003/87/EG zijn belast met toezicht op de naleving.
ESMA vervult een faciliterende en coördinerende rol met betrekking tot de samenwerking en informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten en regelgevende instanties in andere lidstaten en in derde landen. Bevoegde autoriteiten gaan overeenkomstig artikel 26 waar mogelijk samenwerkingsovereenkomsten aan met regelgevende instanties van derde landen die verantwoordelijk zijn voor de gerelateerde spotmarkten.
ESMA dient die voorstellen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 26
Samenwerking met derde landen
Een bevoegde autoriteit stelt ESMA en de andere bevoegde autoriteiten in kennis als ze voornemens is om een dergelijke overeenkomst aan te gaan.
ESMA ontwikkelt ontwerpen van technische reguleringsdocumenten met een modeldocument voor samenwerkingsovereenkomsten die door de bevoegde autoriteiten moeten worden gebruikt.
Teneinde de consistente harmonisatie van dit artikel te verzekeren, legt ESMA die ontwerpen van regelgevende technische normen uiterlijk op 3 juli 2015 voor aan de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid gegeven om de in de tweede alinea bedoelde technische reguleringsnormen vast te stellen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Wanneer mogelijk vergemakkelijkt en coördineert ESMA tevens de uitwisseling tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van inlichtingen die zijn verkregen van toezichthoudende autoriteiten van derde landen en die mogelijk relevant zijn voor het treffen van maatregelen krachtens de artikelen 30 en 31.
Artikel 27
Beroepsgeheim
Artikel 28
Gegevensbescherming
Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens in het kader van deze verordening voeren de bevoegde autoriteiten hun activiteiten hun taken zoals bedoeld in deze verordening uit overeenkomstig het nationale recht of administratieve maatregelen houdende de uitvoering van Richtlijn 95/46/EG toe. Met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens door ESMA in het kader van deze verordening leeft ESMA de bepalingen van Verordening (EG) nr. 45/2001 na.
Persoonsgegevens worden opgeslagen voor een maximumperiode van vijf jaar.
Artikel 29
Mededeling van persoonsgegevens aan derde landen
HOOFDSTUK 5
ADMINISTRATIEVE MAATREGELEN EN SANCTIES
Artikel 30
Administratieve sancties en andere administratieve maatregelen
Onverminderd strafrechtelijke sancties en onverminderd de toezichtsbevoegdheden van de bevoegde autoriteiten uit hoofde van artikel 23 zorgen de lidstaten er overeenkomstig het nationale recht voor dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben passende administratieve sancties en administratieve maatregelen te nemen met betrekking tot in ieder geval de volgende inbreuken:
inbreuken op de artikelen 14 en 15, artikel 16, leden 1 en 2, artikel 17, leden 1, 2, 4 en 5 en lid 8, artikel 18, leden 1 tot en met 6, artikel 19, lid 1, lid 2, lid 3, lid 5, lid 6, lid 7 en lid 11 en artikel 20, lid 1, en
weigering om aan een onderzoek of een inspectie mee te werken of gehoor te geven aan een vordering of verzoek zoals bedoeld in artikel 23, lid 2.
De lidstaten kunnen tot 3 juli 2016 besluiten geen bepalingen betreffende administratieve sancties als bedoeld in de eerste alinea vast te stellen indien de onder a) of onder b) van de eerste alinea bedoelde inbreuken in het nationale recht reeds aan strafrechtelijke sancties onderworpen zijn. Indien zij dit besluiten, stellen zij de Commissie en ESMA in detail in kennis van de strafrechtbepalingen in kwestie.
Uiterlijk op 3 juli 2016 stellen de lidstaten de Commissie en ESMA in detail in kennis van de in de eerste en de tweede alinea bedoelde regels. Zij stellen de Commissie en ESMA onverwijld in kennis van alle verdere wijzigingen ervan.
Lidstaten zorgen er overeenkomstig het nationale recht voor dat de bevoegde autoriteiten in het geval van de in lid 1, eerste alinea, onder a), bedoelde inbreuken beschikken over de bevoegdheid ten minste de volgende administratieve sancties op te leggen en ten minste de volgende administratieve maatregelen te nemen:
een bevel waarbij de voor de inbreuk verantwoordelijke persoon wordt verplicht de gedraging te staken en af te zien van herhaling van die gedraging;
een besluit strekkende tot terugbetaling van de met de inbreuk gemaakte winst of tot vergoeding van het met de inbreuk geleden verlies, voor zover deze kunnen worden vastgesteld;
een publieke waarschuwing waarin de verantwoordelijke persoon en de aard van de inbreuk worden geïdentificeerd;
het intrekken of opschorten van de vergunning van een beleggingsonderneming;
een tijdelijk verbod voor een persoon met leidinggevende verantwoordelijkheden in een beleggingsonderneming of iedere andere natuurlijke persoon die verantwoordelijk wordt gehouden, om leidinggevende taken in beleggingsondernemingen uit te oefenen;
in het geval van herhaaldelijke inbreuken op artikel 14 of 15, een permanent verbod voor een persoon met leidinggevende verantwoordelijkheden in een beleggingsonderneming of iedere andere natuurlijke persoon die verantwoordelijk wordt gehouden, om leidinggevende taken in beleggingsondernemingen uit te oefenen;
een tijdelijk verbod voor iedere persoon met leidinggevende verantwoordelijkheden in een beleggingsonderneming of een andere natuurlijke persoon die verantwoordelijk wordt gehouden voor de inbreuk, om te handelen voor eigen rekening;
maximale administratieve financiële sancties van ten minste driemaal het bedrag van de vanwege de inbreuk behaalde winsten of vermeden verliezen, indien deze kunnen worden vastgesteld;
met betrekking tot een natuurlijke persoon, maximale administratieve financiële sancties van ten minste;
voor inbreuken op de artikelen 14 en 15, 5 000 000 EUR of, in lidstaten die niet de euro als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op 2 juli 2014, of
voor inbreuken van de artikelen 16 en 17, 1 000 000 EUR of, in lidstaten die niet de euro als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op 2 juli 2014, en
voor inbreuken op de artikelen 18, 19 en 20, 500 000 EUR of, in de lidstaten die niet de euro als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op 2 juli 2014, en
met betrekking tot een rechtspersoon, maximale administratieve financiële sancties van ten minste;
voor inbreuken op de artikelen 14 en 15, 15 000 000 EUR of 15 % van de totale jaaromzet van de rechtspersoon overeenkomstig de meest recente beschikbare en door het management goedgekeurde jaarrekeningen of in de lidstaten die de euro niet als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op 2 juli 2014;
voor inbreuken op de artikelen 16 en 17, 2 500 000 EUR of 2 % van zijn totale jaaromzet volgens de meest recente door het management goedgekeurde jaarrekening, of in lidstaten die niet de euro als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op 2 juli 2014, en
voor inbreuken op de artikelen 18, 19 en 20, 1 000 000 EUR of, in lidstaten die niet de euro als munt hebben, de overeenkomstige waarde in de nationale munteenheid op 2 juli 2014.
Verwijzingen naar de bevoegde autoriteit in dit lid gelden onverminderd het bevoegdheden van de bevoegde autoriteit haar taken uit te oefenen op de wijzen zoals bedoeld in artikel 23, lid 1.
Voor de toepassing van de eerste alinea, punt j), onder i) en ii), indien de rechtspersoon een moederonderneming is of een dochteronderneming van de moederonderneming die krachtens van Richtlijn 2013/34/EU van de Raad ( 14 ) verplicht is een geconsolideerde jaarrekening op te stellen, is de relevante omzet de totale jaaromzet of de overeenkomstige soorten inkomsten in overeenstemming met de richtlijnen in kwestie Richtlijn 86/635/EEG van de Raad ( 15 ) voor banken, Richtlijn 91/674/EEG van de Raad ( 16 ) voor verzekeringsmaatschappijen volgens de meest recente door het leidinggevend orgaan van de uiteindelijke moederonderneming goedgekeurde geconsolideerde jaarrekening.
Artikel 31
Uitoefening van bevoegdheden inzake toezicht en het opleggen van sancties
De lidstaten dragen er zorg voor dat bevoegde autoriteiten bij het bepalen van de soort en de hoogte van de administratieve sancties rekening houden met alle relevante omstandigheden, met name, waar passend:
de ernst en duur van de inbreuk;
de mate van verantwoordelijkheid van de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk;
de financiële draagkracht van de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk, gezien bijvoorbeeld de totale omzet van de rechtspersoon of het jaarinkomen van een natuurlijke persoon;
de omvang van de door de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk behaalde winsten of vermeden verliezen, voor zover deze kunnen worden bepaald;
de mate van samenwerking met de bevoegde autoriteit door de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk, onverminderd de noodzaak te zorgen voor terugbetaling van de door de betreffende persoon behaalde winsten of vermeden verliezen;
eerdere inbreuken door de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk, en
maatregelen die de persoon die verantwoordelijk is voor de inbreuk na de inbreuk heeft genomen om herhaling van de in breuk te voorkomen.
Artikel 32
Melding van inbreuken
De in lid 1 bedoelde mechanismen omvatten ten minste:
specifieke procedures voor het ontvangen en in behandeling nemen van meldingen van inbreuken, met inbegrip van het vaststellen van veilige communicatiekanalen voor dergelijke meldingen;
op de arbeidsplaats ten minste passende bescherming voor personen die bij hun een arbeidsovereenkomst hebben of bij hen in dienst zijn die inbreuken melden of die van inbreuken worden beschuldigd, tegen vergelding, discriminatie of andere vormen van onbillijke behandeling, en
bescherming van persoonsgegevens van zowel de persoon die de inbreuken meldt als de natuurlijke persoon die ervan beschuldigd wordt een inbreuk te hebben gemaakt, met inbegrip van bescherming in de vorm van geheimhouding van de identiteit van de personen in kwestie, in alle stadia van de procedure, onverminderd de krachtens nationaal recht vereiste openbaarmaking van deze informatie in het kader van een onderzoek of daaropvolgende gerechtelijke procedures.
Artikel 33
Uitwisseling van informatie met ESMA
ESMA dient deze ontwerpen voor technische uitvoeringsnormen uiterlijk op 3 juli 2016 in bij de Commissie.
Aan de Commissie wordt de bevoegdheid verleend de in de eerste alinea bedoelde technische uitvoeringsnormen vast te stellen overeenkomstig artikel 15 van Verordening (EU) nr. 1095/2010.
Artikel 34
Bekendmaking van besluiten
De eerste alinea is niet van toepassing op besluiten op grond waarvan maatregelen ten behoeve van het onderzoek worden opgelegd.
Indien de bevoegde autoriteit de bekendmaking van de identiteit van de aan het besluit onderworpen rechtspersoon of van de persoonlijke gegevens van de natuurlijke persoon onevenredig acht, na een beoordeling per geval van de evenredigheid van de bekendmaking van dergelijke gegevens, of indien een dergelijke bekendmaking een lopend onderzoek of de stabiliteit van de financiële markten in gevaar zou brengen, onderneemt deze één van de volgende stappen:
de bekendmaking van het besluit uitstellen totdat de redenen voor dat uitstel vervallen;
het besluit op anonieme basis bekendmaken overeenkomstig het nationale recht, indien een dergelijke bekendmaking een doeltreffende bescherming van de betrokken persoonlijke gegevens garandeert;
het besluit niet bekendmaken in het geval dat de bevoegde autoriteit van mening is dat de bekendmaking overeenkomstig punten a) of b) onvoldoende zijn om te garanderen:
dat de stabiliteit van de financiële markten niet in gevaar wordt gebracht, of
dat de bekendmaking van dergelijke besluiten evenredig is in het geval van maatregelen die worden geacht van geringere betekenis te zijn.
Indien een bevoegde autoriteit beslist een besluit op anonieme basis zoals bedoeld in de derde alinea, onder b), bekend te maken, mag zij de bekendmaking van de relevante gegevens gedurende een redelijke periode uitstellen indien mag worden verwacht dat de redenen voor de bekendmaking op anonieme basis binnen die periode zullen vervallen.
HOOFDSTUK 6
GEDELEGEERDE HANDELINGEN EN UITVOERINGSHANDELINGEN
Artikel 35
Uitoefening van de delegatie
Artikel 36
Comitéprocedures
HOOFDSTUK 7
OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 37
Intrekking van Richtlijn 2003/6/EG en de bijbehorende uitvoeringsmaatregelen
►C1 Richtlijn 2003/6/EG en Richtlijnen 2004/72/EG, 2003/125/EG ◄ ( 18 ) en 2003/124/EG ( 19 ) van de Commissie en Verordening (EG) No 2273/2003 van de Commissie ( 20 ) worden per 3 juli 2016 ingetrokken. Verwijzingen naar Richtlijn 2003/6/EG worden gelezen als verwijzingen naar deze verordening en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage II bij deze verordening.
Artikel 38
Verslag
Uiterlijk op 3 juli 2019 dient de Commissie bij het Europees Parlement en de Raad een verslag in over de toepassing van deze verordening met, in voorkomend geval, een wetgevingsvoorstel om deze te wijzigen. In het verslag wordt onder andere ingegaan op:
de noodzaak van invoering van gemeenschappelijke regels over de noodzaak van invoering door alle lidstaten van administratieve sancties voor handel met voorwetenschap en marktmanipulatie;
de vraag of de definitie van handel met voorwetenschap volstaat om daar alle informatie onder te laten vallen waarover bevoegde autoriteiten moeten beschikken om marktmisbruik effectief te kunnen bestrijden;
de vraag of de voorwaarden waaronder overeenkomstig artikel 19, lid 11, een handelsverbod kan worden ingesteld, volstaan, teneinde te bepalen of er nog andere omstandigheden zijn waaronder een verbod zou moeten worden ingesteld;
de mogelijkheid van het vaststellen van een Uniekader voor marktoverschrijdend toezicht op orderboeken met betrekking tot marktmisbruik, waaronder aanbevelingen voor een dergelijk kader, en
het toepassingsgebied van de benchmarkbepalingen.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onder a), brengt ESMA de toepassing van administratieve sancties in kaart alsook de toepassing van die strafrechtelijke sancties in de lidstaten, indien de lidstaten er krachtens artikel 30, lid 1, tweede alinea, voor hebben gekozen strafrechtelijke sancties vast te stellen voor de in dat artikel bedoelde inbreuken op deze verordening. Dit omvat ook alle gegevens zoals bedoeld in artikel 33, leden 1 en 2.
Uiterlijk op 3 juli 2019 dient de Commissie na raadpleging van ESMA een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad over het niveau van de in artikel 19, lid 1 bis, onder a) en b), bedoelde drempels met betrekking tot transacties door leidinggevenden wanneer de aandelen of schuldinstrumenten van de uitgevende instelling deel uitmaken van een instelling voor collectieve belegging of blootstelling inhouden voor een portfolio van activa, teneinde te beoordelen of het niveau passend is of moet worden aangepast.
De Commissie is overeenkomstig artikel 35 bevoegd gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in artikel 19, lid 1 bis, onder a) en b), bedoelde drempels aan te passen wanneer het in dat verslag constateert dat die drempels moeten worden aangepast.
Artikel 39
Inwerkingtreding en toepassing
Zij is van toepassing met ingang van 3 juli 2016, met uitzondering van:
artikel 4, leden 2 en 3, die van toepassing zijn met ingang van 3 januari 2018, en
artikel 4, leden 4 en 5, artikel 5, lid 6, artikel 6, leden 5 en 6, artikel 7, lid 5, artikel 11, leden 9, 10 en 11, artikel 12, lid 5, artikel 13, leden 7 en 11, artikel 16, lid 5, artikel 17, lid 2, derde alinea, artikel 17, leden 3, 10 en 11, artikel 18, lid 9, artikel 19, leden 13, 14 en 15, artikel 20, lid 3, artikel 24, lid 3, artikel 25, lid 9, artikel 26, lid 2, tweede, derde en vierde alinea, artikel 32, lid 5, en artikel 33, lid 5, die van toepassing zijn met ingang van 2 juli 2014.
Indien in de bepalingen van deze verordening wordt verwezen naar OTF’s, mkb-groeimarkten, emissierechten of geveilde producten die daarop zijn gebaseerd, zijn die bepalingen niet van toepassing op OTF’s, mkb-groeimarkten, emissierechten of geveilde producten die daarop zijn gebaseerd tot ►M2 3 januari 2018 ◄ .
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
BIJLAGE I
A. Indicatoren van manipulatieve handelingen waarbij onjuiste of misleidende signalen worden gegeven en koersen op een abnormaal of kunstmatig niveau worden gehouden
Voor de toepassing van artikel 12, eerste lid, onder a), van deze verordening en onverminderd de vormen van gedrag opgesomd in het derde lid van dat artikel wordt de volgende, niet-limitatieve reeks indicatoren — die op zichzelf niet als marktmanipulatie mogen worden beschouwd — in aanmerking genomen wanneer transacties of handelsorders door marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten worden onderzocht:
de mate waarin geplaatste handelsorders of verrichte transacties een aanzienlijk deel uitmaken van de dagelijkse omzet in het desbetreffend financieel instrument, een gerelateerd spotcontract voor grondstoffen, of een op emissierechten gebaseerd veilingproduct, met name wanneer deze activiteiten leiden tot een aanzienlijke wijziging in de koers ervan;
de mate waarin handelsorders geplaatst door of transacties verricht door personen met een aanzienlijke koop- of verkooppositie in een financieel instrument, een gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een op basis van emissierechten geveild product, tot aanzienlijke wijzigingen leiden in de koers van dat financieel instrument, gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of op emissierechten gebaseerd veilingproduct;
de vraag of verrichte transacties al dan niet leiden tot een wijziging van de identiteit van de begunstigde eigenaar van een financieel instrument, een gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een op emissierechten gebaseerd veilingproduct;
de mate waarin geplaatste handelsorders of verrichte transacties of geannuleerde orders leiden tot het intrekken van posities binnen een korte tijdsspanne en een aanzienlijk deel uitmaken van de dagelijkse omzet in het desbetreffend financieel instrument, een gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een op emissierechten gebaseerd veilingproduct, en in verband zouden kunnen staan met aanzienlijke wijzigingen in de koers van een financieel instrument, een gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een op emissierechten gebaseerd veilingproduct;
de mate waarin geplaatste handelsorders of verrichte transacties geconcentreerd zijn binnen een korte tijdsspanne van de handelssessie en leiden tot een koerswijziging die vervolgens omslaat;
de mate waarin geplaatste handelsorders resulteren in een wijziging van de weergave van de beste bied- en laatkoersen van een financieel instrument, een gerelateerd spotcontract voor grondstoffen of een op emissierechten gebaseerd veilingproduct, of meer in het algemeen van de bied- en laatkoersen in het kader van het voor de marktdeelnemers toegankelijke orderboek, en worden geannuleerd voordat zij worden uitgevoerd;
de mate waarin handelsorders worden geplaatst of transacties worden verricht op of omstreeks een bepaald tijdstip wanneer referentiekoersen, afwikkelingskoersen en taxaties worden berekend, en tot koerswijzigingen leiden die van invloed zijn op genoemde koersen en waarderingen.
B. Indicatoren van manipulatieve handelingen waarbij gebruikgemaakt wordt van kunstgrepen of enigerlei andere vorm van bedrog of misleiding
Voor de toepassing van artikel 12, eerste lid, onder b), van deze verordening en onverminderd de vormen van gedrag opgesomd in het tweede lid, onder 3 van dat artikel wordt de volgende, niet-limitatieve reeks indicatoren — die op zichzelf niet als marktmanipulatie mogen worden beschouwd — in aanmerking genomen wanneer transacties of handelsorders door marktdeelnemers en bevoegde autoriteiten worden onderzocht:
de vraag of door personen geplaatste handelsorders of verrichte transacties al dan niet worden voorafgegaan of gevolgd door de verspreiding van onjuiste of misleidende informatie door diezelfde of aan hen gelieerde personen;
de vraag of handelsorders al dan niet worden geplaatst, dan wel transacties al dan niet worden verricht door personen vooraleer of nadat diezelfde personen of aan hen gelieerde personen beleggingsaanbevelingen verspreiden die ofwel onjuist of niet objectief zijn, ofwel duidelijk beïnvloed zijn door een materieel belang.
BIJLAGE II
Concordantietabel
Deze verordening |
Richtlijn 2003/6/EG |
Artikel 1 |
|
Artikel 2 |
|
Artikel 2, lid 1, onder a) |
Artikel 9, eerste alinea |
Artikel 2, lid 1, onder b) |
|
Artikel 2, lid 1, onder c) |
|
Artikel 2, lid 1, onder d) |
Artikel 9, tweede alinea |
Artikel 2, lid 3 |
Artikel 9, eerste alinea |
Artikel 2, lid 4 |
Artikel 10, onder a) |
Punt 1 van artikel 3, lid 1 |
Artikel 1, lid 3 |
Punt 2 van artikel 3, lid 1 |
|
Punt 3 van artikel 3, lid 1 |
|
Punt 4 van artikel 3, lid 1 |
|
Punt 5 van artikel 3, lid 1 |
|
Punt 6 van artikel 3, lid 1 |
Artikel 1, lid 4 |
Punt 7 van artikel 3, lid 1 |
|
Punt 8 van artikel 3, lid 1 |
|
Punt 9 van artikel 3, lid 1 |
Artikel 1, lid 5 |
Punt 10 van artikel 3, lid 1 |
|
Punt 11 van artikel 3, lid 1 |
|
Punt 12 van artikel 3, lid 1 |
Artikel 1, lid 7 |
Punt 13 van artikel 3, lid 1 |
Artikel 1, lid 6 |
Punten 14 t/m 35 van artikel 3, lid 1 |
|
Artikel 4 |
|
Artikel 5 |
Artikel 8 |
Artikel 6, lid 1 |
Artikel 7 |
Artikel 6, lid 2 |
|
Artikel 6, lid 3 |
|
Artikel 6, lid 4 |
|
Artikel 6, lid 5 |
|
Artikel 6, lid 6 |
|
Artikel 6, lid 7 |
|
Artikel 7, lid 1, onder a) |
Artikel 1, lid 1, eerste alinea |
Artikel 7, lid 1, onder b) |
Artikel 1, lid 1, tweede alinea |
Artikel 7, lid 1, onder c) |
|
Artikel 7, lid 1, onder d) |
Artikel 1, lid 1, derde alinea |
Artikel 7, lid 2 |
|
Artikel 7, lid 3 |
|
Artikel 7, lid 4 |
|
Artikel 7, lid 5 |
|
Artikel 8, lid 1 |
Artikel 2, lid 1, eerste alinea |
Artikel 8, lid 2 |
|
Artikel 8, lid 2, onder a) |
Artikel 3, onder b) |
Artikel 8, lid 2, onder b) |
|
Artikel 8, lid 3 |
|
Artikel 8, lid 4, onder a) |
Artikel 2, lid 1, onder a) |
Artikel 8, lid 4, onder b) |
Artikel 2, lid 1, onder b) |
Artikel 8, lid 4, onder c) |
Artikel 2, lid 1, onder c) |
Artikel 8, lid 4, onder d) |
Artikel 2, lid 1, onder d) |
Artikel 8, lid 4, tweede alinea |
Artikel 4 |
Artikel 8, lid 5 |
Artikel 2, lid 2 |
Artikel 9, lid 1 |
|
Artikel 9, lid 2 |
|
Artikel 9, lid 3, onder a) |
Artikel 2, lid 3 |
Artikel 9, lid 3, onder b) |
Artikel 2, lid 3 |
Artikel 9, lid 4 |
|
Artikel 9, lid 5 |
|
Artikel 9, lid 6 |
|
Artikel 10, lid 1 |
Artikel 3, onder a) |
Artikel 10, lid 2 |
|
Artikel 11 |
|
Artikel 12, lid 1 |
|
Artikel 12, lid 1, onder a) |
Artikel 1, lid 2, onder a) |
Artikel 12, lid 1, onder b) |
Artikel 1, lid 2, onder b) |
Artikel 12, lid 1, onder c) |
Artikel 1, lid 2, onder c) |
Artikel 12, lid 1, onder d) |
|
Artikel 12, lid 2, onder a) |
Artikel 1, lid 2, tweede alinea, eerste streepje |
Artikel 12, lid 2, onder b) |
Artikel 1, lid 2, tweede alinea, tweede streepje |
Artikel 12, lid 2, onder c) |
|
Artikel 12, lid 2, onder d) |
Artikel 1, lid 2, tweede alinea, derde streepje |
Artikel 12, lid 2, onder e) |
|
Artikel 12, lid 3 |
|
Artikel 12, lid 4 |
|
Artikel 12, lid 5 |
Artikel 1, lid 2, laatste alinea |
Artikel 13, lid 1 |
Artikel 1, lid 2, onder a), tweede alinea |
Artikel 13, lid 1 |
|
Artikel 13, lid 2 |
|
Artikel 13, lid 3 |
|
Artikel 13, lid 4 |
|
Artikel 13, lid 5 |
|
Artikel 13, lid 6 |
|
Artikel 13, lid 7 |
|
Artikel 13, lid 8 |
|
Artikel 13, lid 9 |
|
Artikel 13, lid 10 |
|
Artikel 13, lid 11 |
|
Artikel 14, onder a) |
Artikel 2, lid 1, eerste alinea |
Artikel 14, onder b) |
Artikel 3, onder b) |
Artikel 14, onder c) |
Artikel 3, onder a) |
Artikel 15 |
Artikel 5 |
Artikel 16, lid 1 |
Artikel 6, lid 6 |
Artikel 16, lid 2 |
Artikel 6, lid 9 |
Artikel 16, lid 3 |
|
Artikel 16, lid 4 |
|
Artikel 16, lid 5 |
Artikel 6, lid 10, zevende streepje |
Artikel 17, lid 1 |
Artikel 6, lid 1 |
Artikel 17, lid 1, derde alinea |
Artikel 9, derde alinea |
Artikel 17, lid 2 |
|
Artikel 17, lid 3 |
|
Artikel 17, lid 4 |
Artikel 6, lid 2 |
Artikel 17, lid 5 |
|
Artikel 17, lid 6 |
|
Artikel 17, lid 7 |
|
Artikel 17, lid 8 |
Artikel 6, lid 3, eerste en tweede alinea |
Artikel 17, lid 9 |
|
Artikel 17, lid 10 |
Artikel 6, lid 10, eerste en tweede alinea |
Artikel 17, lid 11 |
|
Artikel 18, lid 1 |
Artikel 6, lid 3, derde alinea |
Artikel 18, lid 2 |
|
Artikel 18, lid 3 |
|
Artikel 18, lid 4 |
|
Artikel 18, lid 5 |
|
Artikel 18, lid 6 |
|
Artikel 18, lid 7 |
Artikel 9, derde alinea |
Artikel 18, lid 8 |
|
Artikel 18, lid 9 |
Artikel 6, lid 10, vierde streepje |
Artikel 19, lid 1 |
Artikel 6, lid 4 |
Artikel 19, lid 1, onder a) |
Artikel 6, lid 4 |
Artikel 19, lid 1, onder b) |
|
Artikel 19, lid 2 |
|
Artikel 19, lid 3 |
|
Artikel 19, lid 4, onder a) |
|
Artikel 19, lid 4, onder b) |
|
Artikel 19, lid 5 t/m lid 13 |
|
Artikel 19, lid 14 |
Artikel 6, lid 10, vijfde streepje |
Artikel 19, lid 15 |
Artikel 6, lid 10, vijfde streepje |
Artikel 20, lid 1 |
Artikel 6, lid 5 |
Artikel 20, lid 2 |
Artikel 6, lid 8 |
Artikel 20, lid 3 |
Artikel 6, lid 10, zesde streepje en artikel 6, lid 11 |
Artikel 21 |
Artikel 1, lid 2, onder c), tweede zin |
Artikel 22 |
Artikel 11, eerste alinea en artikel 10 |
Artikel 23, lid 1 |
Artikel 12, lid 1 |
Artikel 23, lid 1, onder a) |
Artikel 12, lid 1, onder a) |
Artikel 23, lid 1, onder b) |
Artikel 12, lid 1, onder b) |
Artikel 23, lid 1, onder c) |
Artikel 12, lid 1, onder c) |
Artikel 23, lid 1, onder d) |
Artikel 12, lid 1, onder d) |
Artikel 23, lid 2, onder a) |
Artikel 12, lid 2, onder a) |
Artikel 23, lid 2, onder b) |
Artikel 12, lid 2, onder b) |
Artikel 23, lid 2, onder c) |
|
Artikel 23, lid 2, onder d) |
Artikel 12, lid 2, onder c) |
Artikel 23, lid 2, onder e) |
|
Artikel 23, lid 2, onder f) |
|
Artikel 23, lid 2, onder g) |
Artikel 12, lid 2, onder d) |
Artikel 23, lid 2, onder h) |
Artikel 12, lid 2, onder d) |
Artikel 23, lid 2, onder i) |
Artikel 12, lid 2, onder g) |
Artikel 23, lid 2, onder j) |
Artikel 12, lid 2, onder f) |
Artikel 23, lid 2, onder k) |
Artikel 12, lid 2, onder e) |
Artikel 23, lid 2, onder l) |
Artikel 12, lid 2, onder h) |
Artikel 23, lid 2, onder m) |
Artikel 6, lid 7 |
Artikel 23, lid 3 |
|
Artikel 23, lid 4 |
|
Artikel 24, lid 1 |
Artikel 15 bis, lid 1 |
Artikel 24, lid 2 |
Artikel 15 bis, lid 2 |
Artikel 24, lid 3 |
|
Artikel 25, lid 1, eerste alinea |
Artikel 16, lid 1 |
Artikel 25, lid 2 |
Artikel 16, lid 2 en artikel 16, lid 4, vierde alinea |
Artikel 25, lid 2, onder a) |
Artikel 16, lid 2, tweede alinea, eerste streepje en artikel 16, lid 4, vierde alinea |
Artikel 25, lid 2, onder b) |
|
Artikel 25, lid 2, onder c) |
Artikel 16, lid 2, tweede alinea, tweede streepje en artikel 16, lid 4, vierde alinea |
Artikel 25, lid 2, onder d) |
Artikel 16, lid 2, tweede alinea, derde streepje en artikel 16, lid 4, vierde alinea |
Artikel 25, lid 3 |
|
Artikel 25, lid 4 |
Artikel 16, lid 2, eerste zin |
Artikel 25, lid 5 |
Artikel 16, lid 3 |
Artikel 25, lid 6 |
Artikel 16, lid 4 |
Artikel 25, lid 7 |
Artikel 16, lid 2, vierde alinea en artikel 16, lid 4, vierde alinea |
Artikel 25, lid 8 |
|
Artikel 25, lid 9 |
Artikel 16, lid 5 |
Artikel 26 |
|
Artikel 27, lid 1 |
|
Artikel 27, lid 2 |
|
Artikel 27, lid 3 |
Artikel 13 |
Artikel 28 |
|
Artikel 29 |
|
Artikel 30, lid 1, eerste alinea |
Artikel 14, lid 1 |
Artikel 30, lid 1, onder a) |
|
Artikel 30, lid 1, onder b) |
Artikel 14, lid 3 |
Artikel 30, lid 2 |
|
Artikel 30, lid 3 |
|
Artikel 31 |
|
Artikel 32 |
|
Artikel 33, lid 1 |
Artikel 14, lid 5, eerste alinea |
Artikel 33, lid 2 |
|
Artikel 33, lid 3 |
Artikel 14, lid 5, tweede alinea |
Artikel 33, lid 4 |
Artikel 14, lid 5, derde alinea |
Artikel 33, lid 5 |
|
Artikel 34, lid 1 |
Artikel 14, lid 4 |
Artikel 34, lid 2 |
|
Artikel 34, lid 3 |
|
Artikel 35 |
|
Artikel 36, lid 1 |
Artikel 17, lid 1 |
Artikel 36, lid 2 |
|
Artikel 37 |
Artikel 20 |
Artikel 38 |
|
Artikel 39 |
Artikel 21 |
Bijlage |
|
( 1 ) Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1).
( 2 ) Verordening (EG) nr. 1287/2006 van de Commissie van 10 augustus 2006 tot uitvoering van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de voor beleggingsondernemingen geldende verplichtingen betreffende het bijhouden van gegevens, het melden van transacties, de markttransparantie, de toelating van financiële instrumenten tot de handel en de definitie van begrippen voor de toepassing van genoemde richtlijn betreft (PB L 241 van 2.9.2006, blz. 1).
( 3 ) Richtlijn 2012/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 strekkende tot het coördineren van de waarborgen welke in de lidstaten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van artikel 54, tweede alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden met betrekking tot de oprichting van de naamloze vennootschap, alsook de instandhouding en wijziging van haar kapitaal, zulks teneinde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB L 315 van 14.11.2012, blz. 74).
( 4 ) Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (zie bladzijde 84 van dit Publicatieblad).
( 5 ) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).
( 6 ) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).
( 7 ) Verordening (EU) 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PB L 168 van 30.6.2017, blz. 12).
( 8 ) Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/908 van de Commissie van 26 februari 2016 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen betreffende de criteria, de procedure en de vereisten voor de vaststelling van een geaccepteerde marktpraktijk en de voorwaarden voor het handhaven, stopzetten of wijzigen van de acceptatievoorwaarden daarvan (PB L 153 van 10.6.2016, blz. 3).
( 9 ) Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/34/EG (PB L 390 van 31.12.2004, blz. 38).
( 10 ) Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PB L 176 van 27.6.2013, blz. 338).
( 11 ) Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PB L 335 van 17.12.2009, blz. 1).
( 12 ) Verordening (EU) 2023/2859 van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2023 tot oprichting van een Europees centraal toegangspunt dat gecentraliseerde toegang biedt tot voor financiële diensten, kapitaalmarkten en duurzaamheid relevante publiek beschikbare informatie (PB L, 2023/2859, 20.12.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2859/oj).
( 13 ) Verordening (EG) nr. 713/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot oprichting van een Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 1).
( 14 ) Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en van de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PB L 182 van 29.6.2013, blz. 19).
( 15 ) Richtlijn 86/635/EEG van de Raad van 8 december 1986 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van banken en andere financiële instellingen (PB L 372 van 31.12.1986, blz. 1).
( 16 ) Richtlijn 91/674/EEG van de Raad van 19 december 1991 betreffende de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van verzekeringsondernemingen (PB L 374 van 31.12.1991, blz. 7).
( 17 ) Besluit van de Commissie 2001/528/EG van 6 juni 2001 tot instelling van het Europees Comité voor het effectenbedrijf (PB L 191 van 13.7.2001, blz. 45).
( 18 ) Richtlijn 2003/125/EG van de Commissie van 22 december 2003 tot uitvoering van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de juiste voorstelling van beleggingsaanbevelingen en de bekendmaking van belangenconflicten betreft (PB L 339 van 24.12.2003, blz. 73).
( 19 ) Richtlijn 2003/124/EG van de Commissie van 22 december 2003 tot uitvoering van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de definitie en openbaarmaking van voorwetenschap en de definitie van marktmanipulatie betreft (PB L 339 van 24.12.2003, blz. 70).
( 20 ) Verordening (EG) nr. 2273/2003 van de Commissie van 22 december 2003 tot uitvoering van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de uitzonderingsregeling voor terugkoopprogramma’s en voor de stabilisatie van financiële instrumenten betreft (PB L 336 van 23.12.2003, blz. 33).