EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R1033

Verordening (EU) 2016/1033 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juni 2016 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (Voor de EER relevante tekst)

OJ L 175, 30.6.2016, p. 1–7 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/1033/oj

30.6.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 175/1


VERORDENING (EU) 2016/1033 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 23 juni 2016

tot wijziging van Verordening (EU) nr. 600/2014 betreffende markten in financiële instrumenten, Verordening (EU) nr. 596/2014 betreffende marktmisbruik en Verordening (EU) nr. 909/2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie en betreffende centrale effectenbewaarinstellingen

(Voor de EER relevante tekst)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 114,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van de Europese Centrale Bank (1),

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (2),

Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad (4) en Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (5) (tezamen „het nieuwe rechtskader”) zijn belangrijke financiële wetgevingshandelingen die in de nasleep van de financiële crisis zijn vastgesteld met betrekking tot effectenmarkten, beleggingstussenpersonen en handelsplatformen. Het nieuwe rechtskader versterkt en vervangt Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad (6).

(2)

In het nieuwe rechtskader zijn de vereisten vastgesteld die gelden voor beleggingsondernemingen, gereglementeerde markten, aanbieders van datarapporteringsdiensten en ondernemingen uit derde landen die in de Unie beleggingsdiensten verlenen of beleggingsactiviteiten verrichten. Het nieuwe rechtskader harmoniseert de regeling voor positielimieten voor grondstoffenderivaten teneinde de transparantie te verbeteren, ordelijke koersvorming te ondersteunen en marktmisbruik te voorkomen. Het voert tevens regels inzake algoritmische hoogfrequentiehandel in en verbeteren de controle op de financiële markten door de harmonisatie van de administratieve sancties. Het nieuwe rechtskader, dat op de reeds bestaande regels voortbouwt, versterkt ook de bescherming van de beleggers door de invoering van robuuste vereisten op het gebied van organisatie en bedrijfsvoering. De nieuwe regels moeten van toepassing zijn met ingang van 3 januari 2017.

(3)

Op grond van het nieuwe rechtskader moeten de handelsplatformen en de beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling de nationale bevoegde autoriteiten referentiegegevens voor financiële instrumenten verstrekken waarmee op eenvormige wijze de kenmerken van elk financieel instrument dat onder Richtlijn 2014/65/EU valt, worden beschreven. Die gegevens worden ook voor andere doeleinden gebruikt, bijvoorbeeld voor de berekening van de transparantie- en liquiditeitsdrempels en voor de rapportage van posities in grondstoffenderivaten.

(4)

Om de gegevens op efficiënte en geharmoniseerde wijze te verzamelen, wordt een nieuwe infrastructuur voor gegevensverzameling, namelijk het systeem van referentiegegevens van financiële instrumenten (Financial Instruments Reference Data System — FIRDS), ontwikkeld. De Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) samen met de nationale bevoegde autoriteiten een systeem van referentiegegevens voor financiële instrumenten vaststellen. Het FIRDS zal betrekking hebben op een ruim scala van financiële instrumenten waarop Verordening (EU) nr. 600/2014 van toepassing zal zijn, en zal gegevensstromen tussen ESMA, de nationale bevoegde autoriteiten en de handelsplatformen in de Unie aan elkaar koppelen. De grote meerderheid van de nieuwe IT-systemen die het FIRDS onderbouwen, zal van nul moeten worden opgebouwd op basis van de nieuwe parameters.

(5)

Omdat het nieuwe rechtskader complex is en een groot aantal gedelegeerde en uitvoeringshandelingen nodig is, werd de datum waarop Verordening (EU) nr. 600/2014 van toepassing wordt, vastgesteld op 30 maanden na de datum van inwerkingtreding. Hoewel dit een ongebruikelijk lange termijn is, kunnen de belanghebbenden, zoals de handelsplatformen, de nationale bevoegde autoriteiten en ESMA, niet garanderen dat de nodige infrastructuren voor gegevensverzameling op 3 januari 2017 beschikbaar en operationeel zullen zijn. De reden daarvoor is dat de gegevens die moeten worden verzameld en verwerkt om het nieuwe rechtskader te kunnen toepassen, omvangrijk en complex zijn, in het bijzonder voor de melding van transacties, de transparantieberekeningen en de rapportage van posities in grondstoffenderivaten.

(6)

Het ontbreken van de nodige infrastructuren voor gegevensverzameling zou gevolgen hebben voor het volledige toepassingsgebied van het nieuwe rechtskader. Zonder gegevens zou niet precies kunnen worden afgebakend welke financiële instrumenten onder het nieuwe rechtskader vallen. Voorts zou het niet mogelijk zijn om de vereisten inzake transparantie voor en na de handel af te stemmen, om te bepalen welke instrumenten liquide zijn en wanneer ontheffingen of uitgestelde openbaarmaking moeten worden toegekend.

(7)

Zonder de nodige infrastructuren voor gegevensverzameling zouden handelsplatformen en beleggingsondernemingen uitgevoerde transacties niet kunnen melden aan de bevoegde autoriteiten. Zonder rapportage van posities in grondstoffenderivaten zou het moeilijk zijn om de positielimieten voor dergelijke grondstoffenderivaten te handhaven. Zonder positierapportage kunnen inbreuken op de positielimieten slechts in beperkte mate op een effectieve manier worden opgespoord. Veel van de vereisten met betrekking tot algoritmische handel zijn afhankelijk van gegevens.

(8)

Zonder de nodige infrastructuren voor gegevensverzameling zou het voor de beleggingsondernemingen ook moeilijk zijn om de regels inzake optimale uitvoering toe te passen. Handelsplatformen en beleggingsondernemingen met systematische interne afhandeling zouden geen gegevens met betrekking tot de kwaliteit van de uitvoering van transacties op die platformen openbaar kunnen maken. Beleggingsondernemingen zouden niet kunnen beschikken over belangrijke uitvoeringsgegevens die hen helpen bij het bepalen van de wijze waarop zijcliëntenorders het beste kunnen uitvoeren.

(9)

Om rechtszekerheid te garanderen en potentiële marktverstoring te voorkomen, is het nodig en gerechtvaardigd om dringend maatregelen te nemen voor een uitstel van de datum waarop het volledige nieuwe rechtskader, met inbegrip van alle gedelegeerde en uitvoeringshandelingen die op grond daarvan zijn vastgesteld, van toepassing wordt.

(10)

Het implementatieproces voor de infrastructuren voor gegevensverzameling telt vijf stappen: bedrijfsvereisten, specificaties, ontwikkeling, tests en ingebruikneming. ESMA schat dat die stappen uiterlijk in januari 2018 zullen zijn voltooid, mits er uiterlijk in juni 2016 rechtszekerheid is over de definitieve vereisten op grond van de relevante technische reguleringsnormen.

(11)

In het licht van de uitzonderlijke omstandigheden en om ESMA, de nationale bevoegde autoriteiten en de belanghebbenden in staat te stellen de operationele implementatie te voltooien, is het passend de datum waarop Verordening (EU) nr. 600/2014 van toepassing wordt, met twaalf maanden uit te stellen tot 3 januari 2018. De verslagen en evaluaties moeten dienovereenkomstig worden uitgesteld.

(12)

Beleggingsondernemingen voeren, voor eigen rekening of namens cliënten, vaak transacties uit in derivaten en in andere financiële instrumenten of activa uit die een aantal onderling verbonden en van elkaar afhankelijke handelstransacties omvatten. Door middel van dergelijke pakkettransacties kunnen beleggingsondernemingen en hun cliënten hun risico's beter beheren, waarbij de prijs van elk onderdeel van de pakkettransactie het totale risicoprofiel van het pakket beter weergeeft dan de geldende marktprijs van elk onderdeel. Pakkettransacties kunnen verschillende vormen aannemen, zoals exchange for physicals, op handelsplatformen uitgevoerde handelsstrategieën, of pakkettransacties op maat, en het is belangrijk deze specifieke kenmerken in aanmerking te nemen bij het afstemmen van de toepasselijke transparantieregeling. Het is derhalve passend om met het oog op Verordening (EU) nr. 600/2014 de specifieke omstandigheden aan te geven waarin de vereisten inzake transparantie vóór de handel niet van toepassing mogen zijn op orders in verband met dergelijke pakkettransacties noch op de afzonderlijke onderdelen van dergelijke orders.

(13)

Het is efficiënt en passend om ESMA, als orgaan met hooggespecialiseerde expertise, te belasten met de uitwerking van ontwerpen van technische reguleringsnormen betreffende een methode om te bepalen voor welke pakketorders er een liquide markt bestaat; die normen mogen geen beleidskeuzen inhouden en moeten worden voorgelegd aan de Commissie. De Commissie moet die ontwikkelde ontwerpen van technische reguleringsnormen vaststellen door middel van gedelegeerde handelingen op grond van artikel 290 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (7).

(14)

Er wordt van uitgegaan dat effectenfinancieringstransacties, zoals bepaald in Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (8), niet bijdragen aan de koersvorming en dat het passend zou zijn om titel II en titel III van Verordening (EU) nr. 600/2014 niet toe te passen op die transacties.

(15)

Bij Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad (9) worden voorschriften inzake het verzamelen van referentiegegevens voor financiële instrumenten vastgesteld. Deze gegevens, die worden verzameld via het FIRDS, worden gebruikt om te bepalen welke financiële instrumenten binnen het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 596/2014 vallen. Verordening (EU) nr. 596/2014 is van toepassing met ingang van 3 juli 2016. Het FIRDS zal echter niet volledig operationeel zijn vóór januari 2018. Het is derhalve passend de datum waarop artikel 4, leden 2 en 3, van Verordening (EU) nr. 596/2014 van toepassing wordt, uit te stellen tot 3 januari 2018.

(16)

Verordening (EU) nr. 596/2014 bevat verwijzingen naar de datum waarop het nieuwe rechtskader van toepassing wordt. Om ervoor te zorgen dat de verwijzingen in Verordening (EU) nr. 596/2014 naar georganiseerde handelsfaciliteiten, groeimarkten voor het midden- en kleinbedrijf (mkb), emissierechten of daarop gebaseerde geveilde producten niet van toepassing zijn tot de datum waarom Verordening (EU) nr. 600/2014 en Richtlijn 2014/65/EU van toepassing worden, dient artikel 39, lid 4, van Verordening (EU) nr. 596/2014, waarin wordt gesteld dat verwijzingen naar die verordening en die richtlijn moeten worden gelezen als verwijzingen naar Richtlijn 2004/39/EG, te worden aangepast om rekening te houden met het uitstel van de datum waarop die handelingen van toepassing worden.

(17)

De afwikkeling van effectentransacties houdt nauw verband met de handel in effecten. Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad (10) bevat dus verwijzingen naar de datum waarop het nieuwe rechtskader van toepassing wordt. Vóór die datum dienen de verwijzingen naar Verordening (EU) nr. 600/2014 en Richtlijn 2014/65/EU te worden gelezen als verwijzingen naar Richtlijn 2004/39/EG. Verordening (EU) nr. 909/2014 creëert voorts een overgangsregeling voor de toepassing van de regels inzake afwikkelingsdiscipline op multilaterale handelsfaciliteiten (multilateral trading facilities — MTF's) die overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU een aanvraag voor registratie als mkb-groeimarkt indienen.

(18)

Om ervoor te zorgen dat in Verordening (EU) nr. 909/2014 naar Richtlijn 2004/39/EG wordt verwezen tot de uitgestelde datum waarop het nieuwe rechtskader van toepassing wordt, en dat de overgangsbepalingen voor MTF's die op grond van Verordening (EU) nr. 909/2014 een aanvraag voor registratie als mkb-groeimarkt indienen, behouden blijven zodat de MTF's voldoende tijd hebben om overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU een dergelijke aanvraag in te dienen, dient Verordening (EU) nr. 909/2014 te worden gewijzigd.

(19)

De Verordeningen (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 596/2014 en (EU) nr. 909/2014 dienen bijgevolg dienovereenkomstig te worden gewijzigd,

HEBBEN DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EU) nr. 600/2014 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 1 wordt het volgende lid ingevoegd:

„5 bis.   Titel II en titel III van deze verordening zijn niet van toepassing op effectenfinancieringstransacties in de zin van artikel 3, punt 11, van Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad (*).

(*)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).”."

2)

In artikel 2, lid 1, worden de volgende punten toegevoegd:

„48.   „exchange for physical”: een transactie in een derivatencontract of ander financieel instrument dat afhankelijk is van de gelijktijdige uitvoering van een equivalente hoeveelheid van een onderliggende materiële waarde;

49.   „pakketorder”: een order die als één enkele eenheid is geprijsd:

a)

met het oog op het uitvoeren van een exchange for physical, of

b)

in twee of meer financiële instrumenten met het oog op het uitvoeren van een pakkettransactie;

50.   „pakkettransactie”:

a)

een exchange for physical, of

b)

een transactie die de uitvoering van twee of meer onderdelentransacties in financiële instrumenten omvat en die aan alle volgende criteria voldoet:

i)

de transactie vindt plaats tussen twee of meer tegenpartijen;

ii)

elk onderdeel van de transactie brengt een belangrijk economisch of financieel risico met zich mee in verhouding tot alle andere onderdelen;

iii)

de uitvoering van elk onderdeel vindt gelijktijdig plaats en is afhankelijk van de uitvoering van alle andere onderdelen.”.

3)

In artikel 4, lid 7, wordt „3 januari 2017” vervangen door „3 januari 2018” en „3 januari 2019” vervangen door „3 januari 2020”.

4)

In artikel 5, lid 8, wordt „3 januari 2016” vervangen door „3 januari 2017”.

5)

In artikel 8, lid 1, wordt de eerste zin vervangen door:

„Marktexploitanten en beleggingsondernemingen die een handelsplatform exploiteren, maken de via hun systemen meegedeelde actuele bied- en laatprijzen en de omvang van de markt tegen deze prijzen openbaar voor op een handelsplatform verhandelde obligaties, gestructureerde financiële producten, emissierechten en derivaten, en voor pakketorders.”.

6)

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 1 worden de volgende punten toegevoegd:

„d)

orders met het oog op het uitvoeren van een exchange for physical;

e)

pakketorders die aan een van de volgende voorwaarden voldoen:

i)

ten minste één van de onderdelen ervan is een financieel instrument waarvoor geen liquide markt bestaat, tenzij een liquide markt bestaat voor de pakketorder als geheel;

ii)

ten minste één van de onderdelen ervan is van aanzienlijke omvang vergeleken met de normale marktomvang, tenzij een liquide markt bestaat voor het pakket als geheel;

iii)

alle onderdelen ervan worden uitgevoerd in een prijsaanvraag (request-for-quote) of voicetradingsysteem, en overtreffen de specifieke omvang van het instrument.”;

b)

het volgende lid wordt ingevoegd:

„2 bis.   De bevoegde autoriteiten hebben de mogelijkheid om ontheffing te verlenen van de in artikel 8, lid 1, bedoelde verplichting voor elke afzonderlijk onderdeel van een pakketorder.”;

c)

het volgende lid wordt toegevoegd:

„6.   Om ervoor te zorgen dat lid 1, onder e), i) en ii), op samenhangende wijze wordt toegepast, ontwikkelt de ESMA ontwerpen van technische reguleringsnormen voor het opstellen van een methode om te bepalen voor welke pakketorders er een liquide markt bestaat. Bij het ontwikkelen van een methode om te bepalen of er voor een pakketorder als geheel een liquide markt bestaat, beoordeelt de ESMA of pakketten gestandaardiseerd zijn en vaak verhandeld worden.

ESMA legt deze ontwerpen van technische reguleringsnormen uiterlijk op 28 februari 2017 voor aan de Commissie.

Aan de Commissie wordt de bevoegdheid toegekend om de in de eerste alinea bedoelde technische reguleringsnormen overeenkomstig de artikelen 10 tot en met 14 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 vast te stellen.”.

7)

Aan artikel 18 wordt het volgende lid toegevoegd:

„11.   Met betrekking tot een pakketorder en onverminderd lid 2 zijn de verplichtingen in dit artikel alleen van toepassing op de pakketorder als geheel en niet op de afzonderlijke onderdelen ervan.”.

8)

In artikel 19, lid 1, wordt „3 januari 2019” vervangen door „3 januari 2020”.

9)

In artikel 26, lid 10, wordt „3 januari 2019” vervangen door „3 januari 2020”.

10)

In artikel 35, lid 5, wordt „3 januari 2017” vervangen door „3 januari 2018” en „3 juli 2019” vervangen door „3 juli 2020”.

11)

In artikel 37, lid 2, wordt „3 januari 2017” vervangen door „3 januari 2018”.

12)

Artikel 52 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 1 wordt „3 maart 2019” vervangen door „3 maart 2020”;

b)

in lid 4 wordt „3 maart 2019” vervangen door „3 maart 2020”;

c)

in lid 5 wordt „3 maart 2019” vervangen door „3 maart 2020”;

d)

in lid 6 wordt „3 maart 2019” vervangen door „3 maart 2020”;

e)

in lid 7 wordt „3 juli 2019” vervangen door „3 juli 2020”;

f)

in lid 8 wordt „3 juli 2019” vervangen door „3 juli 2020”;

g)

in lid 9, eerste alinea, wordt „3 juli 2019” vervangen door „3 juli 2020”;

h)

in lid 9, tweede alinea, wordt „3 juli 2021” vervangen door „3 juli 2022”;

i)

in lid 10, eerste alinea, wordt „3 juli 2019” vervangen door „3 juli 2020”;

j)

in lid 11 wordt „3 juli 2019” vervangen door „3 juli 2020”;

k)

in lid 12, tweede alinea, wordt „3 januari 2017” vervangen door „3 januari 2018”.

13)

In artikel 54, lid 2, eerste alinea, wordt „3 juli 2019” vervangen door „3 juli 2020”;

14)

Artikel 55 wordt als volgt gewijzigd:

a)

de tweede alinea wordt vervangen door:

„Deze verordening is van toepassing met ingang van 3 januari 2018.”;

b)

de vierde alinea wordt vervangen door:

„Niettegenstaande de tweede alinea is artikel 37, leden 1, 2 en 3, van toepassing met ingang van 3 januari 2020.”.

Artikel 2

Artikel 39 van Verordening (EU) nr. 596/2014 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Zij is van toepassing met ingang van 3 juli 2016, met uitzondering van:

a)

artikel 4, leden 2 en 3, die van toepassing zijn met ingang van 3 januari 2018, en

b)

artikel 4, leden 4 en 5, artikel 5, lid 6, artikel 6, leden 5 en 6, artikel 7, lid 5, artikel 11, leden 9, 10 en 11, artikel 12, lid 5, artikel 13, leden 7 en 11, artikel 16, lid 5, artikel 17, lid 2, derde alinea, artikel 17, leden 3, 10 en 11, artikel 18, lid 9, artikel 19, leden 13, 14 en 15, artikel 20, lid 3, artikel 24, lid 3, artikel 25, lid 9, artikel 26, lid 2, tweede, derde en vierde alinea, artikel 32, lid 5, en artikel 33, lid 5, die van toepassing zijn met ingang van 2 juli 2014.”;

b)

in lid 4, eerste alinea, wordt „3 januari 2017” vervangen door „3 januari 2018”;

c)

in lid 4, tweede alinea, wordt „3 januari 2017” vervangen door „3 januari 2018”.

Artikel 3

Artikel 76 van Verordening (EU) nr. 909/2014 wordt als volgt gewijzigd:

a)

in lid 5, tweede alinea, onder b), wordt „13 juni 2017” vervangen door „13 juni 2018”;

b)

in lid 7 wordt „3 januari 2017” vervangen door „3 januari 2018”.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 juni 2016.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

M. SCHULZ

Voor de Raad

De voorzitter

A.G. KOENDERS


(1)  Advies van 29 april 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(2)  Advies van 26 mei 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  Standpunt van het Europees Parlement van 7 juni 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 17 juni 2016 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(4)  Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

(5)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

(6)  Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad (PB L 145 van 30.4.2004, blz. 1).

(7)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84).

(8)  Verordening (EU) 2015/2365 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende de transparantie van effectenfinancieringstransacties en van hergebruik en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 337 van 23.12.2015, blz. 1).

(9)  Verordening (EU) nr. 596/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 16 april 2014 betreffende marktmisbruik (de „verordening marktmisbruik”) en houdende intrekking van Richtlijn 2003/6/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijnen 2003/124/EG, 2003/125/EG en 2004/72/EG van de Commissie (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 1).

(10)  Verordening (EU) nr. 909/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen en tot wijziging van Richtlijnen 98/26/EG en 2014/65/EU en Verordening (EU) nr. 236/2012 (PB L 257 van 28.8.2014, blz. 1).


Top