Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02013D0354-20220701

    Consolidated text: Besluit 2013/354/GBVB van de Raad van 3 juli 2013 betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2013/354/2022-07-01

    02013D0354 — NL — 01.07.2022 — 009.001


    Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

    ►B

    BESLUIT 2013/354/GBVB VAN DE RAAD

    van 3 juli 2013

    betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS)

    (PB L 185 van 4.7.2013, blz. 12)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      nr.

    blz.

    datum

    ►M1

    BESLUIT 2014/447/GBVB VAN DE RAAD van 9 juli 2014

      L 201

    28

    10.7.2014

    ►M2

    BESLUIT (GBVB) 2015/1064 VAN DE RAAD van 2 juli 2015

      L 174

    21

    3.7.2015

    ►M3

    BESLUIT (GBVB) 2016/1108 VAN DE RAAD van 7 juli 2016

      L 183

    65

    8.7.2016

    ►M4

    BESLUIT (GBVB) 2017/1194 VAN DE RAAD van 4 juli 2017

      L 172

    13

    5.7.2017

    ►M5

    BESLUIT (GBVB) 2018/942 VAN DE RAAD van 29 juni 2018

      L 166

    17

    3.7.2018

    ►M6

    BESLUIT (GBVB) 2019/1114 VAN DE RAAD van 28 juni 2019

      L 176

    5

    1.7.2019

    ►M7

    BESLUIT (GBVB) 2020/902 VAN DE RAAD van 29 juni 2020

      L 207

    30

    30.6.2020

    ►M8

    BESLUIT (GBVB) 2021/1066 VAN DE RAAD van 28 juni 2021

      L 229

    13

    29.6.2021

    ►M9

    BESLUIT (GBVB) 2022/1018 VAN DE RAAD van 27 juni 2022

      L 170

    76

    28.6.2022


    Gerectificeerd bij:

    ►C1

    Rectificatie, PB L 287, 1.10.2014, blz.  32 (2014/447/GBVB)




    ▼B

    BESLUIT 2013/354/GBVB VAN DE RAAD

    van 3 juli 2013

    betreffende de politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden (EUPOL COPPS)



    Artikel 1

    Missie

    1.  
    De bij Gemeenschappelijk Optreden 2005/797/GBVB ingestelde politiemissie van de Europese Unie voor de Palestijnse Gebieden, hierna EUPOL COPPS genoemd, wordt vanaf 1 juli 2013 voortgezet.
    2.  
    EUPOLL COPPS functioneert overeenkomstig de taakomschrijving in artikel 2.

    ▼M1

    Artikel 2

    Missieverklaring

    EUPOL COPPS draagt bij tot de totstandbrenging van een duurzame en doeltreffende politiële en bredere strafrechtelijke structuur onder Palestijns gezag die aan de hoogste internationale normen voldoet, in samenwerking met de programma's van de Unie voor institutionele opbouw en andere internationale inspanningen in de ruimere context van de veiligheidssector, met inbegrip van de hervorming van het strafrechtstelsel.

    Daartoe zal EUPOL COPPS:

    — 
    de Palestijnse civiele politie (PCP), conform de strategie voor de veiligheidssector, bijstaan bij de uitvoering van het strategisch plan van de PCP door advies en begeleiding te bieden, in het bijzonder aan hoge functionarissen op het niveau van de districten, het hoofdbureau en het ministerie;
    — 
    door middel van advies en begeleiding, ook op ministerieel niveau, de strafrechtelijke instanties en de Palestijnse orde van advocaten bijstaan bij de uitvoering van de strategie voor de justitiële sector en de verschillende begeleidende institutionele plannen;
    — 
    op gebieden die verband houden met EUPOL COPPS en ter bevordering van de doelstellingen ervan, in voorkomend geval, de bijstand en de projecten in verband met de PCP en strafrechtelijke instanties die door de Unie, de lidstaten en derde staten worden uitgevoerd, coördineren, faciliteren en van advies voorzien en haar eigen projecten omschrijven en uitvoeren.

    ▼B

    Artikel 3

    Beoordeling

    Door middel van een halfjaarlijkse beoordelingsprocedure, in overeenstemming met de beoordelingscriteria in het operatieconcept (CONOPS) en in het operatieplan (OPLAN) en in het licht van de ontwikkelingen op het terrein, kunnen de omvang en het toepassingsgebied van EUPOL COPPS zo nodig worden aangepast.

    Artikel 4

    Bevelslijn en structuur

    1.  
    EUPOL COPPS heeft, als crisisbeheersingsoperatie, een gemeenschappelijke bevelslijn.
    2.  
    EUPOL COPPS wordt gestructureerd overeenkomstig de desbetreffende planningdocumenten.

    Artikel 5

    Civiele operationele commandant

    1.  
    De directeur van het civiele plannings- en uitvoeringsvermogen (CPCC) is de civiele operationele commandant van EUPOL COPPS.
    2.  
    De civiele operationele commandant voert, onder de politieke controle en strategische leiding van het PVC en onder algemeen gezag van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HV), het bevel over en oefent de controle uit op EUPOL COPPS op strategisch niveau.
    3.  
    De civiele operationele commandant zorgt, met betrekking tot het verloop van de operaties, voor een adequate en doeltreffende uitvoering van de besluiten van de Raad en van het PVC, mede, waar nodig, door aan het hoofd van de missie instructies op strategisch niveau te geven en hem advies en technische ondersteuning te verlenen.
    4.  
    De civiele operationele commandant brengt via de HV verslag uit aan de Raad.
    5.  
    Alle gedetacheerde personeelsleden blijven onder het volledige gezag staan van de nationale autoriteiten van de betrokken zendstaat overeenkomstig nationale regels, van de betrokken instelling van de Unie of van de Europese Dienst voor extern optreden (EDEO). De nationale autoriteiten dragen de operationele controle (OPCON) over hun personeel, teams en eenheden over aan de civiele operationele commandant.
    6.  
    Op de civiele operationele commandant rust de algehele verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de Unie zich naar behoren van haar zorgplicht kwijt.
    7.  
    De civiele operationele commandant en de Speciale Vertegenwoordiger van de Europese Unie (SVEU) voor het vredesproces in het Midden-Oosten plegen, indien nodig, onderling overleg.

    Artikel 6

    Hoofd van de missie

    1.  
    Het hoofd van de missie voert het bevel en oefent de controle op het terrein uit over de missie en legt rechtstreeks verantwoording af aan de civiele operationele commandant.
    2.  
    Het hoofd van de missie vertegenwoordigt de missie. Het hoofd van de missie kan taken in verband met financieel en personeelsbeheer delegeren aan personeelsleden van de missie, met dien verstande dat de algehele verantwoordelijkheid bij hem blijft berusten.
    3.  
    Het hoofd van de missie voert het bevel en oefent de controle uit over het personeel, de teams en de eenheden van de bijdragende staten die door de civiele operationele commandant ter beschikking zijn gesteld, en heeft de administratieve en logistieke verantwoordelijkheid over de aan de missie ter beschikking gestelde activa, middelen en informatie.
    4.  
    Het hoofd van de missie geeft instructies aan alle personeelsleden van de missie, met het oog op de effectieve uitvoering van EUPOL COPPS op het terrein, en zorgt voor de coördinatie en de dagelijkse leiding van de operatie volgens de instructies op strategisch niveau van de civiele operationele commandant.
    5.  
    Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor het tuchtrechtelijk toezicht op het personeel. Voor gedetacheerd personeel wordt het tuchtrecht uitgeoefend door de betrokken nationale autoriteiten, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO.
    6.  
    Het hoofd van de missie vertegenwoordigt EUPOL COPPS in het operatiegebied en zorgt voor passende zichtbaarheid van de missie.
    7.  
    Het hoofd van de missie zorgt, in voorkomend geval, voor coördinatie met andere actoren van de Unie op het terrein. Het hoofd van de missie krijgt, onder volledige eerbiediging van de bevelslijn, ter plaatse politieke aansturing van de SVEU voor het vredesproces in het Midden-Oosten, in overleg met de betrokken delegatiehoofden van de Unie.

    ▼M7

    8.  
    De heer Kauko AALTOMAA is het hoofd van de missie voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 30 september 2020.

    ▼B

    Artikel 7

    EUPOL COPPS-personeel

    1.  
    De getalsterkte en het competentieniveau van het EUPOL COPPS-personeel zijn in overeenstemming met de in artikel 2 vastgelegde taakomschrijving en met de in artikel 4 beschreven structuur.
    2.  
    EUPOL COPPS bestaat voornamelijk uit personeel dat door de lidstaten, de instellingen van de Unie of de EDEO wordt gedetacheerd. Elke lidstaat, elke instelling van de Unie of de EDEO draagt de kosten in verband met elk door hem of haar gedetacheerd personeelslid, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, reiskosten van en naar het gebied van de missie en andere vergoedingen dan dagvergoedingen, alsmede ongemakken- en gevarentoeslagen.
    3.  
    EUPOL COPPS kan eveneens internationaal en lokaal personeel aanwerven op contractbasis indien de vereiste functies niet worden vervuld door personeel dat is gedetacheerd door de lidstaten, de instellingen van de Unie of de EDEO.
    4.  
    De arbeidsvoorwaarden en de rechten en plichten van het internationale en het plaatselijke tijdelijke personeel worden neergelegd in contracten tussen EUPOL COPPS en het betrokken personeelslid.
    5.  
    Derde staten kunnen, in voorkomend geval, eveneens personeel bij de missie detacheren. Elke detacherende derde staat draagt de kosten in verband met het door hem gedetacheerde personeel van de missie, met inbegrip van salarissen, ziektekosten, vergoedingen, verzekering tegen grote risico's en reiskosten van en naar het gebied van de missie.

    Artikel 8

    Status van het personeel van EUPOL COPPS

    1.  
    Indien noodzakelijk wordt over de status van het personeel van EUPOL COPPS, in voorkomend geval inclusief de voorrechten en immuniteiten en overige waarborgen die nodig zijn voor de uitvoering en de soepele werking van EUPOL COPPS, volgens de procedure van artikel 218 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie een overeenkomst krachtens artikel 37 VEU gesloten.
    2.  
    Elke lidstaat, elke instelling van de Unie of de EDEO is verantwoordelijk voor de afhandeling van de schade-eisen van of betreffende het door hem of haar gedetacheerde personeelslid die met de detachering verband houden. De betrokken lidstaat, de betrokken instelling van de Unie of de EDEO stelt in voorkomend geval vorderingen tegen het gedetacheerde personeelslid in.

    Artikel 9

    Politieke controle en strategische leiding

    1.  
    Het PVC oefent, onder de verantwoordelijkheid van de Raad en de HV, de politieke controle en strategische leiding van de missie uit. De Raad machtigt het PVC om de voor dit doel passende besluiten te nemen, overeenkomstig artikel 38, derde alinea, VEU. Deze machtiging omvat de bevoegdheid om, op voordracht van de HV, een hoofd van de missie te benoemen en het CONOPS en het OPLAN te wijzigen. Zij omvat ook de bevoegdheid om, in het licht van het voorgaande, besluiten te nemen betreffende de benoeming van het hoofd van de missie. De beslissingsbevoegdheid met betrekking tot de doelstellingen en de beëindiging van de missie blijft berusten bij de Raad.
    2.  
    Het PVC brengt op gezette tijden verslag uit aan de Raad.
    3.  
    Het PVC ontvangt in voorkomend geval op geregelde tijdstippen door de civiele operationele commandant en het hoofd van de missie opgestelde verslagen over aangelegenheden die onder hun respectieve bevoegdheden vallen.

    Artikel 10

    Deelneming van derde staten

    1.  
    Onder volledige eerbiediging van de beslissingsautonomie van de Unie en het ene institutionele kader van de Unie kunnen derde staten worden uitgenodigd om bij te dragen aan EUPOL COPPS, met dien verstande dat zij de kosten dragen van het uitzenden van het door hen gedetacheerde personeel, waaronder de salarissen, vergoedingen en reiskosten van en naar het gebied van de missie, en dat zij in voorkomend geval in de bedrijfskosten van EUPOL COPPS bijdragen.
    2.  
    Derde staten die aan EUPOL COPPS bijdragen, hebben bij de dagelijkse leiding van de missie dezelfde rechten en verplichtingen als de lidstaten.
    3.  
    De Raad machtigt het PVC om de passende besluiten betreffende de aanvaarding van de voorgestelde bijdragen te nemen en een comité van contribuanten in te stellen.
    4.  
    De nadere regelingen betreffende de deelneming van derde staten worden vastgesteld in een overeenkomstig artikel 37 VEU te sluiten overeenkomst en, voor zover nodig, in aanvullende technische regelingen. Wanneer de Unie en een derde staat een overeenkomst sluiten tot vaststelling van een kader voor de deelneming van die derde staat aan crisisbeheersingsoperaties van de Unie, zijn in het kader van EUPOL COPPS de bepalingen van die overeenkomst van toepassing.

    Artikel 11

    Beveiliging

    1.  
    Overeenkomstig artikel 5 stuurt de civiele operationele commandant de planning van de beveiligingsmaatregelen door het hoofd van de missie aan en zorgt hij voor een adequate en efficiënte uitvoering daarvan door EUPOL COPPS.
    2.  
    Het hoofd van de missie is verantwoordelijk voor de veiligheid van EUPOL COPPS en voor de naleving van de minimumbeveiligingseisen die op EUPOL COPPS van toepassing zijn, conform het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V VEU en de daarvan afgeleide teksten in een operationele hoedanigheid wordt ingezet buiten de Unie.
    3.  
    Het hoofd van de missie wordt bijgestaan door een speciaal voor de missie bestemde hoge veiligheidsfunctionaris, die aan het hoofd van de missie rapporteert en die tevens nauwe, functionele betrekkingen onderhoudt met de EDEO.
    4.  
    De personeelsleden van EUPOL COPPS volgen, overeenkomstig het OPLAN, vóór hun indiensttreding een verplichte veiligheidsopleiding. Zij krijgen tevens regelmatig ter plaatse herhalingscursussen, die worden georganiseerd door de hoge veiligheidsfunctionaris.

    ▼M1

    5.  
    Het hoofd van de missie waarborgt de bescherming van gerubriceerde EU-informatie overeenkomstig Besluit 2013/488/EU van de Raad ( 1 ).

    ▼M1

    Artikel 11 bis

    Wettelijke regelingen

    EUPOL COPPS heeft de bevoegdheid diensten en leveringen aan te besteden, contracten en administratieve regelingen te sluiten, personeel in dienst te nemen, bankrekeningen te bezitten, eigendommen te verkrijgen of te vervreemden en haar schulden te vereffenen, en in rechte op te treden, zoals vereist om uitvoering te geven aan dit besluit.

    ▼M1

    Artikel 12

    Financiële regelingen

    ▼M2

    1.  
    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2013 tot en met 30 juni 2014 bedraagt 9 570 000  EUR.

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2014 tot en met 30 juni 2015 bedraagt 9 820 000  EUR.

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2016 bedraagt 9 175 000  EUR.

    ▼M3

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2016 tot en met 30 juni 2017 bedraagt 10 320 000  EUR.

    ▼M4

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2017 tot en met 30 juni 2018 bedraagt 12 372 000  EUR.

    ▼M5

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2018 tot en met 30 juni 2019 bedraagt 12 666 633  EUR.

    ▼M6

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2019 tot en met 30 juni 2020 bedraagt 12 430 000  EUR.

    ▼M7

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2020 tot en met 30 juni 2021 bedraagt 12 651 893,91 EUR.

    ▼M8

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2021 tot en met 30 juni 2022 bedraagt 12 600 000  EUR.

    ▼M9

    Het financiële referentiebedrag ter dekking van de uitgaven in verband met EUPOL COPPS voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 30 juni 2023 bedraagt 11 660 000  EUR.

    ▼M1

    2.  
    Alle uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Europese Unie. Onderdanen van derde landen mogen inschrijven op aanbestedingen. Met goedkeuring van de Commissie mag EUPOL COPPS technische regelingen sluiten met lidstaten, ontvangende partijen, deelnemende derde staten en andere internationale actoren over het leveren van uitrusting, diensten en lokalen aan EUPOL COPPS.
    3.  
    EUPOL COPPS is verantwoordelijk voor de uitvoering van zijn begroting. Daartoe ondertekent EUPOL COPPS een overeenkomst met de Commissie.
    4.  
    EUPOL COPPS is met ingang van 1 juli 2014 verantwoordelijk voor eventuele vorderingen en verplichtingen die uit de uitvoering van het mandaat voortvloeien, met uitzondering van eventuele vorderingen die verband houden met ernstig wangedrag van het hoofd van de missie, waarvoor hij/zij de verantwoordelijkheid draagt.
    5.  
    De uitvoering van de financiële regelingen laat de commandostructuur vastgelegd in de artikelen 4, 5 en 6, alsmede de operationele vereisten van EUPOL COPPS, met inbegrip van de verenigbaarheid van uitrusting en de interoperabiliteit van haar teams, onverlet.

    ▼C1

    6.  
    De uitgaven komen voor financiering in aanmerking vanaf 1 juli 2014.

    ▼M2

    Artikel 12a

    Projectcel

    1.  
    EUPOL COPPS beschikt over een projectcel voor het vaststellen en uitvoeren van projecten die stroken met de doelstellingen van de missie en bijdragen aan het vervullen van de opdracht van de missie. Op gebieden die verband houden met de missie en ter ondersteuning van de doelstellingen ervan, worden projecten die door de lidstaten en derde landen onder hun verantwoordelijkheid worden uitgevoerd, in voorkomend geval door EUPOL COPPS gefaciliteerd en van advies voorzien.
    2.  

    Onverminderd lid 3 is EUPOL COPPS gemachtigd financiële bijdragen van de Unie en de lidstaten of van derde staten aan te wenden voor de uitvoering van projecten die als consistente aanvulling op andere acties van EUPOL COPPS zijn aangemerkt, op voorwaarde dat:

    a) 

    de projecten zijn opgenomen in het financieel memorandum bij dit besluit, of

    b) 

    de projecten tijdens het mandaat door middel van een wijziging op verzoek van het hoofd van de missie worden opgenomen in het financieel memorandum.

    Zodra de Commissie of de betrokken staten formeel hebben voorgesteld dat hun financiële bijdragen wordt beheerd door EUPOL COPPS, sluit EUPOL COPPS met de Commissie of die staten een regeling waarin met name wordt vastgelegd welke concrete procedures van toepassing zijn op klachten van derden betreffende schade die is opgelopen als gevolg van handelingen of nalatigheden van EUPOL COPPS bij de besteding van de middelen die door de betrokken staten zijn verstrekt.

    In geen geval kan de Unie of de HV door de bijdragende staten aansprakelijk worden gesteld voor handelingen of nalatigheden van EUPOL COPPS in verband met de besteding van de door die staten verstrekte middelen.

    3.  
    Financiële bijdragen van de Unie, de lidstaten of derde staten voor de projectcel moeten worden aanvaard door het PVC.

    ▼B

    Artikel 13

    Vrijgeven van informatie

    1.  
    De HV is gemachtigd om, naargelang van de behoeften van de missie en met inachtneming van ►M1  Besluit 2013/488/EU ◄ , ten behoeve van de missie gegenereerde gerubriceerde informatie en documenten van de EU tot op het niveau „'RESTREINT UE” vrij te geven aan de bij dit besluit betrokken derde staten.
    2.  
    Indien er sprake is van een concrete, onmiddellijke operationele behoefte, is de HV voorts gemachtigd om, met inachtneming van ►M1  Besluit 2013/488/EU ◄ , ten behoeve van de missie gegenereerde gerubriceerde informatie en documenten van de EU tot op het niveau „RESTREINT UE” vrij te geven aan de plaatselijke autoriteiten. Daartoe worden regelingen tussen de HV en de bevoegde plaatselijke autoriteiten opgesteld.
    3.  
    De HV is gemachtigd niet-gerubriceerde documenten van de EU betreffende de beraadslagingen van de Raad over EUPOL COPPS die onder de geheimhoudingsplicht van artikel 6, lid 1, van het reglement van orde van de Raad ( 2 ) vallen, vrij te geven aan de bij dit besluit betrokken derde staten en aan de plaatselijke autoriteiten.
    4.  
    De HV kan de in de leden 1, 2 en 3 bedoelde bevoegdheden, alsmede de bevoegdheid om de in lid 2 bedoelde regelingen te sluiten, delegeren aan personen die onder haar gezag staan, aan de civiele operationele commandant en/of aan het hoofd van de missie.

    Artikel 14

    Wachtdienst

    De wachtdienst wordt in werking gesteld voor EUPOL COPPS.

    Artikel 15

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Het is van toepassing met ingang van 1 juli 2013.

    ▼M9

    Het verstrijkt op 30 juni 2023.



    ( 1 ) Besluit 2013/488/EU van de Raad van 23 september 2013 betreffende de beveiligingsvoorschriften voor de bescherming van gerubriceerde EU-informatie (PB L 274 van 15.10.2013, blz. 1).

    ( 2 ) Besluit 2009/937/EU van de Raad van 1 december 2009 houdende vaststelling van zijn reglement van orde (PB L 325 van 11.12.2009, blz. 35).

    Top