EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02012D0035-20120123

Consolidated text: Besluit 2012/35/GBVB van de Raad van 23 januari 2012 houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2012/35(1)/2012-01-23

2012D0035 — NL — 23.01.2012 — 000.001


Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

►B

BESLUIT 2012/35/GBVB VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran

(PB L 019, 24.1.2012, p.22)


Gerectificeerd bij:

►C1

Rectificatie, PB L 031, 3.2.2012, blz. 7  (35/2012)




▼B

BESLUIT 2012/35/GBVB VAN DE RAAD

van 23 januari 2012

houdende wijziging van Besluit 2010/413/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran



DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name artikel 29,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Raad heeft op 27 februari 2007 Gemeenschappelijk Standpunt 2007/140/GBVB betreffende beperkende maatregelen tegen Iran ( 1 ) vastgesteld ter uitvoering van Resolutie 1737 (2006) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties ("VNVR-Resolutie").

(2)

De Raad heeft op 23 april 2007 Gemeenschappelijk Standpunt 2007/246/GBVB ( 2 ) vastgesteld ter uitvoering van VNVR-Resolutie 1747 (2007).

(3)

De Raad heeft op 7 augustus 2008 Gemeenschappelijk Standpunt 2008/652/GBVB ( 3 ) vastgesteld ter uitvoering van VNVR-Resolutie 1803 (2008).

(4)

De Raad heeft op 26 juli 2010 Besluit 2010/413/GBVB ( 4 ) vastgesteld, waarbij VNVR-Resolutie 1929 (2010) ten uitvoer wordt gelegd.

(5)

De Raad heeft op 1 december 2011 herhaald dat hij zich steeds ernstiger zorgen maakt over het karakter van het nucleaire programma van Iran, en in het bijzonder over de bevindingen betreffende de Iraanse activiteiten in verband met de ontwikkeling van nucleaire technologie voor militair gebruik, waarvan gewag wordt gemaakt in het jongste verslag van de Internationale Organisatie voor Atoomenergie (IAEA). In het licht van die bezorgdheid en in overeenstemming met de verklaring van de Europese Raad van 23 oktober 2011, is de Raad overeengekomen om bestaande sancties te verbreden en daartoe, in nauwe coördinatie met de internationale partners, te onderzoeken of aanvullende maatregelen kunnen worden genomen, onder meer maatregelen die het Iraanse financiële stelsel zwaar zullen treffen, maatregelen in de transportsector, in de energiesector, maatregelen tegen de Islamitische Revolutionaire Garde (IRG), alsmede maatregelen op andere gebieden.

(6)

De Europese Raad heeft op 9 december 2011 de conclusies van de Raad van 1 december 2011 onderschreven en de Raad verzocht om bij voorrang verder te werken aan het vergroten van de reikwijdte van de beperkende maatregelen van de Unie tegen Iran.

(7)

In dit verband is het dienstig de levering, de verkoop of de overdracht aan Iran van verdere voorwerpen, materieel, uitrusting, goederen en technologie die een bijdrage zouden kunnen leveren tot de activiteiten van Iran in verband met de verrijking of opwerking van uranium of met zwaar water, tot de ontwikkeling van overbrengingssystemen voor nucleaire wapens, tot de uitoefening van activiteiten in verband met andere punten waarover de IAEA haar bezorgdheid heeft uitgesproken of heeft verklaard dat er nog geen duidelijkheid bestaat, dan wel tot andere programma's voor massavernietigingswapens te verbieden of te controleren. Dit verbod moet goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik omvatten.

(8)

Gezien het mogelijke verband tussen inkomsten van Iran uit zijn energiesector en de financiering van Iraanse proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten, en het feit dat uitrusting en materiaal voor chemische processen in de petrochemische industrie veel gelijkenissen vertonen met de uitrusting en het materiaal voor bepaalde gevoelige splijtstofcyclusactiviteiten, waarop in VNVR-Resolutie 1929 (2010) wordt gewezen, moeten de verkoop, levering of overdracht aan Iran van verdere belangrijke uitrusting en technologie, die kunnen worden gebruikt in sleutelsectoren van de aardolie- en aardgasindustrie, of in de petrochemische industrie, worden verboden. Voorts moeten de lidstaten nieuwe investeringen in deze sectoren in Iran verbieden.

(9)

Het zou bovendien verboden moeten zijn ruwe olie en petroleumproducten alsmede petrochemische producten uit Iran aan te schaffen, in te voeren of te vervoeren.

(10)

Voorts moet een verbod worden ingesteld op de verkoop, de aankoop en het vervoer van en de tussenhandel in goud, edele metalen en diamanten aan, van of voor de regering van Iran.

(11)

Voorts moet de levering van onuitgegeven of nieuw gedrukte of geslagen bankbiljetten en munten in de Iraanse munteenheid aan of ten behoeve van de Centrale Bank van Iran worden verboden.

(12)

Tevens dienen beperkende maatregelen worden opgelegd aan de Centrale Bank van Iran voor haar betrokkenheid bij activiteiten om de sancties tegen Iran te ontduiken.

(13)

De toegangsbeperkingen en de bevriezing van tegoeden en economische middelen moeten worden uitgebreid tot andere personen en entiteiten die de regering van Iran steun verlenen voor proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, met name personen en entiteiten die de Iraanse regering financiële, logistieke of materiële steun verlenen.

(14)

De toegangsbeperkingen en de bevriezing van tegoeden die gelden voor leden van de IRG moeten niet langer worden beperkt tot hooggeplaatste leden maar kunnen ook van toepassing zijn op andere leden van de IRG.

(15)

Bovendien kunnen andere personen en entiteiten worden opgenomen in de lijst van personen en entiteiten die zijn onderworpen aan de beperkende maatregelen als bedoeld in bijlage II van Besluit 2010/413/GBVB.

(16)

Voor de uitvoering van bepaalde maatregelen is nieuw optreden van de Unie nodig,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:



Artikel 1

Besluit 2010/413/GBVB van de Raad wordt als volgt gewijzigd:

1) artikel 1, lid 1, onder e), wordt vervangen door:

"e) andere, niet onder punt a) vallende goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik die zijn opgenomen in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 428/2009 van de Raad van 5 mei 2009 tot instelling van een communautaire regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik ( 5 ), met uitzondering van categorie 5 - deel 1 en categorie 5 - deel 2 in bijlage I bij die verordening.

2) de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 3 bis

1.  Het is verboden om Iraanse ruwe olie of petroleumproducten in te voeren, aan te schaffen, of te vervoeren.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling vallen.

2.  Het is verboden om al dan niet rechtstreeks financiering of financiële dienstverlening te verschaffen, waaronder ook financiële derivaten, alsmede verzekeringen of herverzekeringen, verwant aan de invoer, de aanschaf of het vervoer van Iraanse ruwe olie of petroleumproducten.

Artikel 3 ter

1.  Het is verboden om Iraanse petrochemische producten in te voeren, aan te schaffen of te vervoeren.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.

2.  Het is verboden om al dan niet rechtstreeks financiering of financiële dienstverlening te verschaffen, alsmede verzekeringen of herverzekeringen, verwant aan de invoer, de aanschaf en het vervoer van Iraanse petrochemische producten.

Artikel 3 quater

1.  De in artikel 3 bis bedoelde verboden laten onverlet dat tot en met 1 juli 2012 contracten worden uitgevoerd die vóór 23 januari 2012 zijn gesloten, of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze verplichtingen en die uiterlijk 1 juli 2012 moeten zijn gesloten en uitgevoerd.

2.  De in artikel 3 bis bedoelde verboden laten onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die vóór 23 januari 2012 zijn gesloten of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze verplichtingen indien de levering van ruwe olie en petroleumproducten of de opbrengst van de levering ervan bedoeld is als betaling van uitstaande bedragen in verband met contracten die gesloten zijn voor 23 januari 2012 uit Iran aan personen of entiteiten op het grondgebied of onder de rechtsmacht van de lidstaten.

Artikel 3 quinquies

1.  De in artikel 3 ter bedoelde verboden laten onverlet dat tot en met 1 mei 2012 contracten worden uitgevoerd die vóór 23 januari 2012 zijn gesloten of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze contracten, en die uiterlijk 1 mei 2012 moeten zijn gesloten en uitgevoerd.

2.  De in artikel 3 ter bedoelde verboden laten onverlet dat verplichtingen worden uitgevoerd die voortvloeien uit contracten die voor 23 januari 2012 zijn gesloten, of uit aanvullende contracten die nodig zijn voor de uitvoering van deze verplichtingen, indien de levering van petrochemische producten of de opbrengst van de levering van deze producten bedoeld is als betaling van uitstaande bedragen in verband met contracten die gesloten zijn voor 23 januari 2012 aan personen of entiteiten op het grondgebied of onder de rechtsmacht van de lidstaten, en deze contracten uitdrukkelijk voorzien in deze betaling.";

3) de volgende artikelen worden ingevoegd:

„Artikel 4 bis

1.  De verkoop, levering of overdracht van sleuteluitrusting en sleuteltechnologie aan de petrochemische industrie in Iran of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die sector actief zijn, door onderdanen van de lidstaten of vanaf het grondgebied van de lidstaten - ongeacht of de goederen daar oorspronkelijk vandaan komen - of met gebruik van onder de rechtsmacht van de lidstaten vallende schepen of vliegtuigen, is verboden.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.

2.  Het is verboden om het volgende aan te bieden aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die actief zijn in de Iraanse petrochemische industrie of aan Iraanse ondernemingen of aan ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in die industrie actief zijn:

a) technische bijstand of opleiding of andere diensten met betrekking tot sleuteluitrusting en sleuteltechnologie als bepaald overeenkomstig lid 1;

b) financieringsmiddelen of financiële bijstand voor elke verkoop, levering, overdracht of uitvoer van sleuteluitrusting en technologie als bepaald overeenkomstig lid 1 of voor het aanbieden van daarmee verband houdende technische bijstand of opleiding.

3.  Het is verboden om bewust en opzettelijk deel te nemen aan activiteiten die ertoe strekken of tot gevolg hebben de in de leden 1 en 2 bedoelde verbodsbepalingen worden omzeild.

Artikel 4 ter

1.  Het verbod in artikel 4, lid 1, laat onverlet dat een verplichting in verband met de levering van goederen als bedoeld in contracten die zijn gesloten voor 26 juli 2010, wordt uitgevoerd.

2.  De verboden in artikel 4 laten onverlet dat een verplichting die voortvloeit uit contracten die zijn gesloten voor 26 juli 2010 en die verband houden met investeringen die voor deze datum in Iran zijn verricht door ondernemingen in de lidstaten, wordt uitgevoerd.

3.  Het verbod in artikel 4 bis, lid 1, laat onverlet dat een verplichting in verband met de levering van goederen als bedoeld in contracten die zijn gesloten voor 23 januari 2012, wordt uitgevoerd.

4.  De verboden in artikel 4 bis laten onverlet dat een verplichting die voortvloeit uit contracten die zijn gesloten voor 23 januari 2012 en die verband houden met investeringen die voor die datum in Iran zijn verricht door ondernemingen in de lidstaten, wordt uitgevoerd.

Artikel 4 quater

De rechtstreekse of onrechtstreekse verkoop en aankoop en het vervoer van en de tussenhandel in goud, edele metalen en diamanten aan, van of voor de Iraanse regering, Iraanse overheidsorganen, -bedrijven en -agentschappen, en de Centrale Bank van Iran, alsook aan, van en voor personen en entiteiten die namens hen of op hun aanwijzing handelen, of aan, van en voor entiteiten waarvan de eigendom of de zeggenschap bij hen berust, is verboden.

De Unie neemt de nodige maatregelen om te bepalen welke voorwerpen onder deze bepaling moeten vallen.

Artikel 4 quinquies

De levering van onuitgegeven of nieuw gedrukte of geslagen bankbiljetten en munten in de Iraanse munteenheid aan of ten behoeve van de Centrale Bank van Iran is verboden.”;

4) de volgende artikelen worden ingevoegd:

"Artikel 6 bis

Het volgende wordt verboden:

a) de verstrekking van een financiële lening of krediet aan ondernemingen in Iran die actief zijn in de Iraanse petrochemische industrie of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in deze industrie actief zijn;

b) de verwerving of de uitbreiding van een deelneming in ondernemingen in Iran die actief zijn in de Iraanse petrochemische industrie, of aan Iraanse ondernemingen of ondernemingen in Iraans bezit die buiten Iran in deze industrie actief zijn, waaronder de volledige verwerving van deze ondernemingen en de verwerving van aandelen en effecten die een deelnemingsrecht vertegenwoordigen;

c) het oprichten van een joint venture met ondernemingen in Iran die actief zijn in de Iraanse petrochemische industrie met een dochteronderneming of filiaal onder hun zeggenschap.";

5) artikel 7 wordt vervangen door:

"Artikel 7

1.  De verboden in de artikelen 6 bis en 6 ter:

i) laten onverlet dat een verplichting die voortvloeit uit contracten die zijn uitgevoerd voor 26 juli 2010, wordt uitgevoerd;

ii) staat niet in de weg aan de uitbreiding van een deelneming, indien deze deelneming een verplichting vormt krachtens een contract dat is gesloten voor 26 juli 2010.

2.  De verboden in de artikelen 6 bis, onder a) en b):

i) laten onverlet dat een verplichting die voortvloeit uit contracten die zijn uitgevoerd voor 23 januari 2012 wordt uitgevoerd;

ii) belet niet dat een deelneming wordt uitgebreid, indien deze deelneming een verplichting vormt krachtens een contract dat is gesloten voor 23 januari 2012.";

6) artikel 19, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

a) punt b) wordt vervangen door:

"b) andere personen die niet onder bijlage I vallen en die zich bezighouden met, rechtstreeks betrokken zijn bij, dan wel steun verlenen aan de proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, mede doordat zij betrokken zijn bij de aanschaf van verboden voorwerpen, goederen, uitrusting, materialen en technologie, of personen die handelen namens hen of op hun aanwijzing, of personen die op een lijst geplaatste personen of entiteiten hebben geholpen bij het ontwijken of schenden van de bepalingen van VN-Resoluties 1737 (2006), 1747 (2007), 1803 (2008) en 1929 (2010) of van dit besluit, alsmede andere leden van de IRG, als vermeld in bijlage II.";

b) het volgende punt wordt toegevoegd:

"c) andere, niet onder bijlage I vallende personen die de regering van Iran ondersteunen en personen die banden met hen hebben, die op de lijst in bijlage II vermeld zijn.";

7) artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

a) lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i) punt b) wordt vervangen door:

"b) personen en entiteiten die niet onder bijlage I vallen en die zich bezig houden met, rechtsreeks betrokken zijn bij, dan wel steun verlenen aan de proliferatiegevoelige nucleaire activiteiten van Iran of de ontwikkeling van systemen voor de overbrenging van kernwapens, mede doordat zij betrokken zijn bij de aanschaf van verboden voorwerpen, goederen, uitrusting, materialen en technologie, of personen of entiteiten die handelen namens hen of op hun aanwijzing, of entiteiten waarvan zij de eigendom of de zeggenschap hebben, ook op illegale wijze, dan wel personen of entiteiten die op een lijst geplaatste personen of entiteiten hebben bijgestaan bij het ontwijken of schenden van de bepalingen van VNVR-Resoluties 1737 (2006), UNSCR 1747 (2007), 1803 (2008) en 1929 (2010) of van dit besluit, alsmede andere leden en entiteiten van de IRG en IRISL en entiteiten die hun eigendom zijn of die onder hun zeggenschap staan of die namens hen handelen, zoals genoemd in bijlage II.";

ii) het volgende punt wordt toegevoegd:

"c) andere, niet onder bijlage I vallende personen en entiteiten die de regering van Iran ondersteunen en personen en entiteiten die banden met hen hebben, die op de lijst in bijlage II vermeld zijn.";

b) het volgende lid wordt ingevoegd:

"4 bis.  Tevens kunnen met betrekking tot op de lijst in bijlage II vermelde personen en entiteiten uitzonderingen worden toegestaan voor tegoeden en economische middelen die gestort zullen worden op of betaald zullen worden van een rekening van een diplomatieke of consulaire missie of een internationale organisatie die bescherming geniet op grond van het internationaal recht, voor zover die betalingen bestemd zijn voor de officiële doelen van de diplomatieke of consulaire missie of de internationale organisatie.";

c) de volgende leden worden toegevoegd:

„7.  De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op een betaling door of via de Centrale Bank van Iran van tegoeden of economische middelen die zijn ontvangen of bevroren na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst of op een betaling van tegoeden of economische middelen aan of via de Centrale Bank van Iran na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, indien deze betaling verband houdt met een betaling door een niet op de lijst geplaatste financiële instelling en verschuldigd is in verband met een specifiek handelscontract, mits de betrokken lidstaat van geval tot geval heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks is ontvangen door een persoon of entiteit bedoeld in lid 1.

8.  Lid 1 is niet van toepassing op een betaling door of via de Centrale Bank van Iran van bevroren tegoeden of economische middelen, indien deze betaling bedoeld is om liquiditeiten te verschaffen aan financiële instellingen die onder de rechtsmacht van lidstaten vallen, met het oog op de financiering van de handel, op voorwaarde dat de betaling is goedgekeurd door de betrokken lidstaat.;

9.  Lid 2 laat onverlet dat betalingen worden gedaan aan de Centrale Bank van Iran in verband met de uitvoering van contracten overeenkomstig de artikelen 3 bis, 3 ter, 3 quater of 3 quinquies.

10.  Lid 1 laat onverlet dat de in bijlage II genoemde Bank Tejarat gedurende een periode van 2 maanden na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, een betaling verricht van tegoeden of economische middelen die zijn ontvangen en bevroren na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, of een betaling ontvangt na de datum waarop zij op de lijst is geplaatst, indien deze betaling is verschuldigd in verband met een specifiek handelscontact, op voorwaarde dat de betrokken lidstaat van geval tot geval heeft vastgesteld dat de betaling niet rechtstreeks of onrechtstreeks is ontvangen door een persoon of entiteit bedoeld in lid 1.

11.  De punten 7, 8 en 9 laten de leden 3, 4, 4 bis, 5 en 6 van dit artikel en artikel 10, lid 3, onverlet.”;

8) artikel 24, lid 2, wordt vervangen door:

"2.  Wanneer de Raad besluit een persoon of entiteit te onderwerpen aan de in artikel 19, lid 1, onder b) en onder c), en artikel 20, lid 1, onder b) en onder c), bedoelde maatregelen, wijzigt hij bijlage II dienovereenkomstig.";

9) artikel 25, lid 2, wordt vervangen door:

"2.  De bijlagen I en II bevatten, wanneer beschikbaar, informatie die wat betreft bijlage I door de Veiligheidsraad of het Comité is verstrekt, en die nodig is om de betrokken personen of entiteiten te kunnen identificeren. Met betrekking tot personen kan die informatie bestaan uit namen, inclusief aliassen, geboortedatum en geboorteplaats, nationaliteit, paspoort- en identiteitskaartnummers, geslacht, adres (indien bekend) en functie of beroep. Met betrekking tot entiteiten kan die informatie namen, plaats en datum van registerinschrijving, registratienummer en de plaats van vestiging omvatten. De bijlagen I en II vermelden tevens de datum van plaatsing op een lijst.";

10) in artikel 26 worden de leden 2 en 3 vervangen door:

"2.  De in artikel 3 bis vervatte maatregelen betreffende het verbod op de invoer, de aankoop of het vervoer van Iraanse ruwe olie of petroleumproducten worden uiterlijk 1 mei 2012 opnieuw bezien, in het bijzonder rekening houdend met de beschikbaarheid en de financiële voorwaarden voor de levering van ruwe olie en petroleumproducten die worden geproduceerd in andere landen dan Iran, met het oog op het verzekeren van de continuïteit van de energievoorziening van de lidstaten.

3.  De in artikel 19, lid 1, onder b) en onder c), en in artikel 20, lid 1, onder b) en onder c), bedoelde maatregelen worden met regelmatige tussenpozen en ten minste om de 12 maanden opnieuw bezien. Zij zijn niet meer van toepassing ten aanzien van de betrokken personen of entiteiten indien de Raad volgens de in artikel 24 bedoelde procedure vaststelt dat de voorwaarden voor de toepassing ervan niet langer vervuld zijn.".

Artikel 2

1.  De in bijlage I bij dit besluit genoemde personen en entiteiten worden toegevoegd aan de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB.

2.  De in bijlage II bij dit besluit genoemde entiteit wordt geschrapt van de lijst in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB.

3.  De vermeldingen in bijlage II bij Besluit 2010/413/GBVB worden gewijzigd zoals aangegeven in bijlage III bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.




BIJLAGE I

Lijst van in artikel 2, lid 1, bedoelde personen en entiteiten

I.    Personen en entiteiten die betrokken zijn bij nucleaire activiteiten of activiteiten in verband met ballistische raketten



B.  Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Central Bank of Iran (ook bekend als Central Bank of the Islamic Republic of Iran)

Postal Address: Mirdamad Blvd., NO.144, Tehran, Islamic Republic of IranP.O. Box: 15875 / 7177Switchboard: +98 21 299 51Cable Address: MARKAZBANKTelex: 216 219-22MZBK IR SWIFT Address: BMJIIRTHWeb Site: http://www.cbi.irE-mail: G.SecDept@cbi.ir

Betrokkenheid bij activiteiten om sancties tegen Iran te ontwijken.

23.1.2012

2.

Bank Tejarat

Postal Address: Taleghani Br. 130, Taleghani Ave.P.O.Box: 11365 - 5416, TehranTel.: 88826690Tlx.: 226641 TJTA IR.Fax: 88893641Website: http://www.tejaratbank.ir

De Bank Tejarat is een staatsbank. Zij heeft de nucleaire inspanningen van Iran rechtstreeks gefaciliteerd. Zo heeft de Bank Tejarat in 2011 het verkeer van tientallen miljoenen dollar gefaciliteerd om de op de VN-lijst geplaatste Atomic Energy Organisation of Iran bij te staan in haar inspanningen om uraniumconcentraat (gele koek) te verwerven. De AEOI is de belangrijkste Iraanse organisatie voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van nucleaire technologie, en beheert programma's voor de productie van splijtstof.

De Bank Tejarat heeft ook een verleden inzake het bijstaan van op de lijst geplaatste Iraanse banken om internationale sancties te ontwijken, bijvoorbeeld door tussenbeide te komen in zaken met dekmantelbedrijven van de door de VN op de lijst geplaatste Shahid Hemmat Industrial Group.

Via haar financiële dienstverlening aan door de EU op de lijst geplaatste Bank Mellat en de Export Development Bank of Iran (EDBI) in de voorbije jaren heeft de Bank Tejarat ook de activiteiten ondersteund van afdelingen en ondergeschikten van de Iraanse Revolutionaire Garde, de door de VN op de lijst geplaatste Defense Industries Organisation en het door de VN op de lijst geplaatste MODAFL.

23.1.2012

3.

Tidewater (ook bekend als Tidewater Middle East Co.)

Postal address: No. 80, Tidewater Building, Vozara Street, Next to Saie Park, Tehran, Iran

In eigendom of onder zeggenschap van de IRGC.

23.1.2012

4.

Turbine Engineering Manufacturing (TEM) (ook bekend als T.E.M. Co.)

Postal address: Shishesh Mina Street, Karaj Special Road, Tehran, Iran

Gebruikt als dekmantelbedrijf door het op de lijst geplaatste Iran Aircraft Industries (IACI) voor verholen aanbestedingswerkzaamheden.

23.1.2012

5.

Sad Export Import Company (ook bekend als SAD Import & Export Company)

Postal address: Haftom Tir Square, South Mofte Avernue, Tour Line No; 3/1, Tehran, Iran

P.O. Box 1584864813 Tehran, Iran

Gebruikt als dekmantelbedrijf door het op de lijst geplaatste Defence Industries Organization (DIO). Betrokken bij wapenoverdracht naar Syrië. Het bedrijf was ook betrokken bij illegale wapenoverdracht aan boord van de M/V Monchegorsk.

23.1.2012

6.

Rosmachin

Postal address: Haftom Tir Square, South Mofte Avenue, Tour Line No; 3/1, Tehran, Iran

P.O. Box 1584864813 Tehran, Iran

Dekmantelbedrijf van Sad Export Import Company. Betrokken bij illegale wapenoverdracht aan boord van de M/V Monchegorsk.

23.1.2012

II.    Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC)



A.  Personen

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Ali Ashraf NOURI

 

Plaatsvervangend bevelhebber bij de IRGC. Hoofd Politiek bureau van de IRGC.

23.1.2012

2.

Hojatoleslam Ali SAIDI (alias Hojjat- al-Eslam Ali Saidi of Saeedi

 

Vertegenwoordiger van de opperste leider bij de IRGC.

23.1.2012

3.

Amir Ali Haji ZADEH (alias Amir Ali Hajizadeh)

 

Bevelhebber bij de luchtmacht van de IRGC, brigade-generaal.

23.1.2012



B.  Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Behnam Sahriyari Trading Company

Postal address: Ziba Buidling, 10th Floor, Northern Sohrevardi Street, Tehran, Iran

Heeft in mei 2007 twee containers met vuurwapens van verschillende types van Iran naar Syrië verscheept, hetgeen een schending betekent van punt 5 van Resolutie 1747 (2007) van de VN-Veiligheidsraad

23.1.2012

III.    Islamic Republic of Iran Shipping Lines (IRISL)



B.  Entiteiten

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

BIIS Maritime Limited

Postal address: 147/1 St. Lucia, Valletta, Malta

In eigendom van of onder zeggenschap van het op de lijst geplaatste Irano Hind.

23.1.2012

2.

Darya Delalan Sefid Khazar Shipping Company (Iran) (alias Khazar Sea Shipping Lines of Darya-ye Khazar Shipping Company of Khazar Shipping Co. of KSSL of Daryaye Khazar (Caspian Sea) Co. of Darya-e-khazar shipping Co.

Postal address: M. Khomeini St., Ghazian, Bandar Anzil, Gilan, IranNo. 1, End of Shahid Mostafa Khomeini St., Tohid Square, Bandar Anzali, 1711-324, Iran

In eigendom van of onder zeggenschap van IRISL.

23.1.2012




BIJLAGE II

In artikel 2, lid 2, bedoelde entiteit

Syracuse S.L




BIJLAGE III



In artikel 2, lid 3, bedoelde vermeldingen

 

Naam

Identificatiegegevens

Redenen

Datum van plaatsing op de lijst

1.

Hanseatic Trade Trust & Shipping (HTTS) GmbH

Postal address: Schottweg 7, 22087 Hamburg, Duitsland; Opp 7th Alley, Zarafshan St, Eivanak St, Qods Township; HTTS GmbH,

Onder zeggenschap van en/of handelend namens IRISL. HTTS staat geregistreerd op hetzelfde adres als IRISL Europe GmbH in Hamburg, waarvan de zaakvoerder, Naser Baseni, eerder in dienst was bij IRISL.

►C1  26.7.2010 ◄

2

Oasis Freight Agency

Postal address: Al Meena Street, Opposite Dubai Ports & Customs, 2nd Floor, Sharaf Building, Dubai UAE; Sharaf Building, 1st Floor, Al Mankhool St., Bur Dubai, P.O. Box 5562, Dubai, United Arab Emirates; Sharaf Building, No. 4, 2nd Floor, Al Meena Road, Opposite Customs, Dubai, United Arab Emirates, Kayed Ahli Building, Jamal Abdul Nasser Road (Parallel to Al Wahda St.), P.O. Box 4840, Sharjah, United Arab Emirates

Handelde namens IRISL in de VAE. Is vervangen door Good Luck Shipping Company, die ook op de lijst is geplaats omdat die namens IRISL handelde.

►C1  26.7.2010 ◄



( 1 ) PB L 61 van 28.2.2007, blz. 49.

( 2 ) PB L 106 van 24.4.2007, blz. 67.

( 3 ) PB L 213 van 8.8.2008, blz. 58.

( 4 ) PB L 195 van 27.7.2010, blz. 39.

( 5 ) PB L 134 van 29.5.2009, blz. 1.";

Top