EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 02008D0425-20120605
Commission Decision of 25 April 2008 laying down standard requirements for the submission by Member States of national programmes for the eradication, control and monitoring of certain animal diseases and zoonoses for Community financing (notified under document number C(2008) 1585) (Text with EEA relevance) (2008/425/EC)
Consolidated text: Beschikking van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van standaardvoorschriften voor de indiening door de lidstaten van door de Gemeenschap te financieren nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1585) (Voor de EER relevante tekst) (2008/425/EG)
Beschikking van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van standaardvoorschriften voor de indiening door de lidstaten van door de Gemeenschap te financieren nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1585) (Voor de EER relevante tekst) (2008/425/EG)
No longer in force
)
2008D0425 — NL — 05.06.2012 — 001.001
Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE van 25 april 2008 tot vaststelling van standaardvoorschriften voor de indiening door de lidstaten van door de Gemeenschap te financieren nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen (Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1585) (Voor de EER relevante tekst) (PB L 159, 18.6.2008, p.1) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
No |
page |
date |
||
L 145 |
1 |
5.6.2012 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 25 april 2008
tot vaststelling van standaardvoorschriften voor de indiening door de lidstaten van door de Gemeenschap te financieren nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2008) 1585)
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/425/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Beschikking 90/424/EEG van de Raad van 26 juni 1990 betreffende bepaalde uitgaven op veterinair gebied ( 1 ), en met name op artikel 24, lid 10,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Beschikking 90/424/EEG stelt de procedures vast voor de financiële bijdrage van de Gemeenschap aan programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van dierziekten en zoönosen. Krachtens die beschikking moet een financiële maatregel van de Gemeenschap worden vastgesteld om de kosten van de lidstaten voor de financiering van nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van de in de bijlage bij die beschikking vermelde dierziekten en zoönosen te vergoeden. |
(2) |
Beschikking 90/424/EEG bepaalt dat de lidstaten jaarlijks uiterlijk 30 april bij de Commissie de jaar- of meerjarenprogramma’s moeten indienen die het volgende jaar beginnen en waarvoor zij een financiële bijdrage van de Gemeenschap wensen te ontvangen. |
(3) |
Op grond van artikel 3 van Beschikking 90/424/EEG, gewijzigd bij Beschikking 2006/965/EG, kunnen programma’s voor endemische runderleukose (EBL) en de ziekte van Aujeszky tot en met 31 december 2010 worden gefinancierd. |
(4) |
Beschikking 2004/450/EG van de Commissie van 29 april 2004 tot vaststelling van standaardvoorschriften voor de inhoud van aanvragen tot financiële steunverlening van de Gemeenschap voor programma’s voor de uitroeiing van en de controle op dierziekten ( 2 ) bepaalt dat de lidstaten die een financiële bijdrage van de Gemeenschap wensen te ontvangen voor programma’s voor de uitroeiing van en de controle op dierziekten, een aanvraag moeten indienen die de in die beschikking gespecificeerde informatie bevat. |
(5) |
Bij Beschikking 2008/341/EG van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van communautaire criteria voor nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van bepaalde dierziekten en zoönosen ( 3 ) zijn criteria vastgesteld waaraan de nationale programma’s moeten voldoen om in het kader van de financiële maatregel van de Gemeenschap als bedoeld in artikel 24, lid 1, van Beschikking 90/424/EEG door de Commissie te worden goedgekeurd. |
(6) |
Na de vaststelling van Beschikking 2008/341/EG en met het oog op de verdere verbetering van de werkwijze voor de indiening, goedkeuring en voortgangsbeoordeling tijdens de uitvoering van de programma’s moeten de standaardvoorschriften voor de aanvragen van de lidstaten tot financiële steunverlening van de Gemeenschap voor nationale programma’s worden geactualiseerd en met die criteria in overeenstemming gebracht. Ter wille van de duidelijkheid moet Beschikking 2004/450/EG worden ingetrokken en door deze beschikking worden vervangen. |
(7) |
De in deze beschikking vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De lidstaten die een financiële bijdrage van de Gemeenschap wensen te ontvangen voor nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van de in de bijlage bij Beschikking 90/424/EEG vermelde dierziekten en zoönosen, dienen een aanvraag in die ten minste de informatie bevat als gespecificeerd in:
— rundertuberculose,
— runderbrucellose,
— schapen- en geitenbrucellose (B. melitensis),
— blauwtong in endemische of hoogrisicostreken,
— Afrikaanse varkenspest,
— vesiculaire varkensziekte,
— klassieke varkenspest,
— miltvuur,
— besmettelijke runderperipneumonie,
— rabiës,
— echinokokkose,
— trichinellose,
— verocytotoxine-producerende E. coli,
— endemische runderleukose (EBL) en de ziekte van Aujeszky;
b) bijlage II bij deze beschikking voor salmonellose (zoönotische salmonella);
c) bijlage III bij deze beschikking voor overdraagbare spongiforme encefalopathieën (TSE’s) (boviene spongiforme encefalopathie (BSE), scrapie en chronic wasting disease (CWD));
d) bijlage IV bij deze beschikking voor aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels;
— infectieuze hematopoëtische necrose,
— infectieuze zalmanemie,
— voorjaarsviremie van de karper (SVC),
— virale hemorragische septikemie (VHS),
— koi-herpesvirus (KHV),
— besmetting met Bonamia ostreae,
— besmetting met Marteilia refringens,
— white spot disease bij schaaldieren.
Artikel 1 bis
Vanaf 1 januari 2013 worden de in artikel 1, onder a) tot en met d), bedoelde aanvragen online door de lidstaten ingediend onder gebruikmaking van de door de Commissie verstrekte overeenkomstige elektronische standaardtemplates.
Artikel 2
Beschikking 2004/450/EG wordt ingetrokken.
Artikel 3
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE I
Standaardvoorschriften voor de indiening van nationale programma’s voor de uitroeiing, bestrijding en bewaking van de in artikel 1, onder a) ( 4 ), vermelde dierziekten en zoönosen
1. Identificatie van het programma
Lidstaat:
Ziekte(n) ( 5 ):
Aanvraag om medefinanciering door de Unie voor ( 6 ):
Referentie van dit document:
Contactpersoon (naam, telefoon, fax, e-mail):
Datum van indiening bij de Commissie:
2. |
Historische gegevens over de epidemiologische ontwikkeling van de ziekte(n) ( 7 ): |
3. |
Beschrijving van het ingediende programma ( 8 ): |
4. |
Maatregelen van het ingediende programma
4.1. Samenvatting van de maatregelen van het programma Looptijd van het programma:
|
5. |
Voordelen van het programma ( 15 ): |
6. |
Gegevens over de epidemiologische ontwikkeling tijdens de laatste vijf jaar (
16
) 6.1. Ontwikkeling van de ziekte ( 17 )
6.2. Gestratificeerde gegevens over surveillance en laboratoriumtests 6.2.1. Gestratificeerde gegevens over surveillance en laboratoriumtests Jaar:
6.3. Gegevens over besmetting (één tabel per jaar) Jaar:
6.4. Gegevens over de status van de beslagen aan het eind van elk jaar ( 18 ) Jaar:
6.5. Gegevens over vaccinatie- of behandelingsprogramma’s ( 19 ) Jaar:
6.6. Gegevens over in het wild levende dieren ( 20 ) 6.6.1. Schatting van de populatie in het wild levende dieren Jaar:
6.6.2. Surveillance van ziekte en andere tests bij in het wild levende dieren (één tabel per jaar) Jaar:
6.6.3. Gegevens over vaccinatie of behandeling van in het wild levende dieren Jaar:
|
7. |
Streefcijfers
7.1. Streefcijfers voor tests (één tabel per uitvoeringsjaar ( 21 )) 7.1.1. Streefcijfers voor diagnostische tests
7.1.2. Streefcijfers voor tests op beslagen en dieren ( 22 )
7.1.2.1. Streefcijfers voor tests op beslagen ()
7.1.2.2. Streefcijfers voor tests op dieren
7.2. Streefcijfers voor de kwalificatie van beslagen en dieren (één tabel per uitvoeringsjaar)
7.3. Streefcijfers voor vaccinatie of behandeling (één tabel per uitvoeringsjaar) 7.3.1. Streefcijfers voor vaccinatie of behandeling ( 23 )
7.3.2. Streefcijfers voor de vaccinatie of behandeling ( 24 ) van in het wild levende dieren
|
8. |
Gedetailleerde analyse van de kosten van het programma (één tabel per uitvoeringsjaar (
25
))
|
BIJLAGE II
Standaardvoorschriften voor de indiening van nationale programma's ter bestrijding van salmonellose (zoönotische salmonella) als bedoeld in artikel 1, onder b) ( 26 )
DEEL A
Algemene voorschriften voor het nationale programma ter bestrijding van salmonella
Lidstaat
a) |
Doel van het programma. |
b) |
Dierpopulatie en productiefasen die door de bemonstering moeten worden bestreken ( 27 ). Toon aan dat het programma voldoet aan de minimumbemonsteringsvoorschriften die zijn vastgesteld in deel B van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad ( 28 ), onder vermelding van de relevante dierpopulatie en de productiefasen die door de bemonstering moeten worden bestreken. Vermeerderingskoppels van Gallus gallus:
Legkippen:
Vleeskuikens — dieren die worden afgevoerd voor de slacht. Kalkoenen — dieren die worden afgevoerd voor de slacht. Beslagen van:
|
c) |
Specifieke eisen: Toon aan dat het programma voldoet aan de specifieke eisen die zijn vastgesteld in de delen C, D en E van bijlage II bij Verordening (EG) nr. 2160/2003. |
d) |
Specificatie van de volgende punten: 1. Algemeen 1.1. Een korte samenvatting waarin melding wordt gemaakt van het vóórkomen van salmonellose [zoönotische salmonella] in de lidstaat, onder specifieke verwijzing naar de resultaten die werden verkregen in het kader van de bewaking overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 29 ), waarbij met name aandacht wordt geschonken aan de prevalentiewaarden van de salmonellaserotypen waarop de programma's ter bestrijding van salmonella gericht zijn. 1.2. De structuur en organisatie van de betrokken bevoegde autoriteiten. Geef aan hoe de informatiestroom verloopt tussen de instanties die bij de uitvoering van het programma betrokken zijn. 1.3. De erkende laboratoria waar de in het kader van het programma verzamelde monsters worden onderzocht. 1.4. De methoden die worden gebruikt bij het onderzoek van de monsters in het kader van het programma. 1.5. De officiële controles (inclusief bemonsteringsschema's) van diervoeders, koppels en/of beslagen. 2. Levensmiddelenbedrijven en diervoederbedrijven waarop het programma van toepassing is 2.1. De productiestructuur voor de betrokken soort en de producten daarvan. 2.2. De productiestructuur voor diervoeders. 2.3. Relevante richtsnoeren voor goede veehouderijpraktijken of andere richtsnoeren (bindende of facultatieve) inzake bioveiligheidsmaatregelen waarin ten minste worden omschreven: — het hygiënebeheer op bedrijven, — maatregelen om de insleep via dieren, voedermiddelen, drinkwater, of op het bedrijf werkend personeel te voorkomen, en — de hygiëne bij het transport van dieren van en naar het bedrijf. 2.4. Veterinair routinetoezicht op de bedrijven. 2.5. Registratie van de bedrijven. 2.6. Door de bedrijven te registreren gegevens. 2.7. Documenten waarvan de dieren bij verzending vergezeld moeten gaan. 2.8. Andere relevante maatregelen om de traceerbaarheid van dieren te garanderen. |
DEEL B
1. Identificatie van het programma
Lidstaat:
Ziekte: besmetting van dieren met zoönotische Salmonella spp.
Dierpopulatie waarop het programma van toepassing is:
Uitvoeringsjaar/-jaren:
Referentie van dit document:
Contactpersoon (naam, telefoon, fax, e-mail):
Datum van indiening bij de Commissie:
2. |
Historische gegevens over de epidemiologische ontwikkeling van zoönotische salmonellose als gespecificeerd in punt 1 ( 30 ): |
3. |
Beschrijving van het ingediende programma ( 31 ): |
4. |
Maatregelen van het ingediende programma
De maatregelen die door de bevoegde autoriteiten zijn genomen met betrekking tot dieren of producten waarbij Salmonella spp. is gedetecteerd, met name ter bescherming van de volksgezondheid, alsmede preventieve maatregelen zoals vaccinatie. 4.1. Samenvatting van de maatregelen van het programma Looptijd van het programma:
|
5. |
Algemene beschrijving van de kosten en baten ( 38 ): |
6. |
Gegevens over de epidemiologische ontwikkeling tijdens de laatste vijf jaar (
39
) 6.1. Ontwikkeling van zoönotische salmonellose 6.1.2. Gegevens over de ontwikkeling van zoönotische salmonellose Jaar:
6.2. Gestratificeerde gegevens over surveillance en laboratoriumtests 6.2.1. Gestratificeerde gegevens over surveillance en laboratoriumtests (één tabel per jaar) Jaar:
6.3. Gegevens over besmetting (één tabel per jaar) Jaar:
6.4. Gegevens over vaccinatieprogramma's ( 40 ) Jaar: Beschrijving van de toegepaste vaccinatie
|
7. |
Streefcijfers
7.1. Streefcijfers voor tests (één tabel per uitvoeringsjaar) 7.1.1. Streefcijfers voor diagnostische tests
7.1.2. Streefcijfers voor tests op koppels ( 41 ) Jaar:
7.2. Streefcijfers voor vaccinatie (één tabel per uitvoeringsjaar) 7.2.1. Streefcijfers voor vaccinatie ( 42 )
|
8. |
Gedetailleerde analyse van de kosten van het programma (één tabel per uitvoeringsjaar)
|
BIJLAGE III
Standaardvoorschriften voor de indiening van nationale programma's voor de uitroeiing en bewaking van TSE's ( 43 )als bedoeld in artikel 1, onder c)
1. Identificatie van het programma
Lidstaat:
Ziekte(n) ( 44 ):
Uitvoeringsjaar:
Referentie van dit document:
Contactpersoon (naam, telefoon, fax, e-mail):
Datum van indiening bij de Commissie:
2. Beschrijving van het programma
3. Beschrijving van de epidemiologische situatie van de ziekte
4. Maatregelen van het programma
4.1. |
Aanwijzing van de centrale autoriteit die belast is met het toezicht op en de coördinatie van de voor de uitvoering van het programma bevoegde diensten: |
4.2. |
Beschrijving en afbakening van de geografische en administratieve gebieden waarvoor het programma geldt: |
4.3. |
Bestaand systeem voor de registratie van bedrijven: |
4.4. |
Bestaand systeem voor de identificatie van dieren: |
4.5. |
Maatregelen voor kennisgeving van de ziekte: |
4.6. |
Tests
4.6.1. Snelle tests bij runderen
4.6.2. Snelle tests bij schapen Populatie ooien en gedekte ooilammeren in de lidstaat
4.6.3. Snelle tests bij geiten Populatie geiten die al hebben gelammerd en gedekte geiten in de lidstaat
4.6.4. Bevestigende tests, anders dan snelle tests ( 45 ), als bedoeld in hoofdstuk C van bijlage X bij Verordening (EG) nr. 999/2001
4.6.5. Discriminatoire tests
4.6.6. Genotypering van positief bevonden en bij steekproef geselecteerde dieren
|
4.7. |
Uitroeiing
|
5. Kosten
5.1. |
Gedetailleerde analyse van de kosten: |
5.2. |
Samenvatting van de kosten:
|
BIJLAGE IV
Standaardvoorschriften voor de indiening van nationale surveillanceprogramma's voor aviaire influenza bij pluimvee en in het wild levende vogels als bedoeld in artikel 1, onder d)
1. Identificatie van het programma
Lidstaat:
Ziekte:
Uitvoeringsjaar:
Referentie van dit document:
Contactpersoon (naam, telefoon, fax, e-mail):
Datum van indiening bij de Commissie:
2. Beschrijving en uitvoering van het surveillanceprogramma bij pluimvee
2.1. Aanwijzing van de centrale autoriteit die belast is met het toezicht op en de coördinatie van de voor de uitvoering van het programma bevoegde diensten
2.2. Bestaand systeem voor de registratie van bedrijven
2.3. Opzet (risicogebaseerde surveillance of gebaseerd op representatieve bemonstering)
2.3.1. Korte beschrijving van de belangrijkste pluimveepopulatie en soorten pluimveeproductie
2.3.2. Criteria en risicofactoren voor risicogebaseerde surveillance ( 47 )
2.3.3. Doelpopulaties ( 48 )
Tabel 2.2.1
Te bemonsteren pluimveebedrijven () (met uitzondering van eenden, ganzen en gekweekt vederwild (watervogels zoals wilde eenden))
Serologisch onderzoek overeenkomstig bijlage I bij Besluit 2010/367/EU in bedrijven met legkippen/legkippen met vrije uitloop/fokkippen/fokkalkoenen/mestkalkoenen/gekweekt vederwild (hoenderachtigen), loopvogels en slachtkuikens/hobbykoppels (alleen wanneer een risico bestaat) (doorhalen wat niet van toepassing is)
GEBRUIK ÉÉN FORMULIER PER PLUIMVEECATEGORIE
NUTS 2-code () |
Totaal aantal bedrijven () |
Totaal aantal te bemonsteren bedrijven |
Aantal monsters per bedrijf |
Totaal aantal tests |
Methode laboratoriumanalyse |
Totaal |
|||||
(1) Bedrijven, beslagen, koppels of inrichtingen, naargelang van het geval. (2) Verwijst naar de locatie van het bedrijf van oorsprong. Indien geen NUTS 2-code kan worden gebruikt, moet de regio worden opgegeven zoals zij door de lidstaat in het programma wordt omschreven. (3) Totaal aantal bedrijven voor een categorie pluimvee in de desbetreffende NUTS 2-regio. |
Tabel 2.2.2.
Te bemonsteren bedrijven () voor eenden, ganzen en gekweekt vederwild (watervogels zoals wilde eenden)
Serologisch onderzoek overeenkomstig bijlage I bij Besluit 2010/367/EU in bedrijven met fokeenden, mesteenden, fokganzen, mestganzen en gekweekt vederwild (watervogels zoals wilde eenden) (doorhalen wat niet van toepassing is)
NUTS 2-code () |
Totaal aantal bedrijven met eenden, ganzen en gekweekt vederwild |
Totaal aantal te bemonsteren bedrijven met eenden, ganzen en gekweekt vederwild |
Aantal monsters per bedrijf |
Totaal aantal tests |
Methode laboratoriumanalyse |
Totaal |
|||||
(1) Bedrijven, beslagen, koppels of inrichtingen, naargelang van het geval. (2) Verwijst naar de locatie van het bedrijf van oorsprong. Indien geen NUTS 2-code kan worden gebruikt, moet de regio worden opgegeven zoals hij door de lidstaat in het programma wordt omschreven. |
2.3. Bemonsteringsprocedures, bemonsteringsperioden en frequentie van de tests
2.4. Laboratoriumtests: beschrijving van de gebruikte laboratoriumtests en vervolgonderzoeken
3. Beschrijving en uitvoering van het surveillanceprogramma bij in het wild levende vogels:
3.1. |
Beschrijving van de centrale bevoegde autoriteit die is belast met het toezicht op en de coördinatie van de diensten die voor de uitvoering van het programma verantwoordelijk zijn en de desbetreffende medewerkende partners (zoals epidemiologen, ornithologen, vogelobservatie- en jagersorganisaties). |
3.2. |
Beschrijving en afbakening van de geografische en administratieve gebieden waarin het programma moet worden toegepast. |
3.3. |
Schatting van de populatie in het wild levende stand- en trekvogels. |
3.4. |
Opzet, criteria, risicofactoren en doelpopulatie ( 49 ).
Tabel 3.2.1. In het wild levende vogels, gericht op doelsoorten Onderzoeken overeenkomstig het surveillanceprogramma, als vastgesteld in deel 2 van bijlage II bij Besluit 2010/367/EU
|
3.5. |
Bemonsteringsprocedures en bemonsteringsperioden |
3.6. |
Laboratoriumtests: beschrijving van de gebruikte laboratoriumtests |
4. Beschrijving van de epidemiologische situatie van de ziekte bij pluimvee in de laatste vijf jaar
5. Beschrijving van de epidemiologische situatie van de ziekte bij in het wild levende vogels in de laatste vijf jaar
6. Genomen maatregelen voor de kennisgeving van de ziekte
7. Kosten
7.1. Gedetailleerde analyse van de kosten:
7.1.1. Pluimvee
7.1.2. In het wild levende vogels
7.2. Overzicht van de kosten:
7.2.1. Surveillance van pluimvee
Gedetailleerde analyse van de kosten van het programma — pluimvee |
|||
Laboratoriumtests |
|||
Methode laboratoriumanalyse |
Aantal tests |
Kosten per test (per methode) |
Totale kosten |
Serologische prescreening (1) |
|||
Hemagglutinatieremmingstest (HI) voor H5/H7 (2) |
|||
Virusisolatietest |
|||
PCR-test |
|||
Bemonstering |
|||
Aantal monsters |
Kosten per monster |
Totale kosten |
|
Andere maatregelen |
|||
Aantal |
Kosten per maatregel |
Totale kosten |
|
Andere (geef aan welke) |
|||
Totaal |
|||
(1) Geef de te gebruiken laboratoriumtest aan. (2) Geef het aantal tests voor H5 en voor H7 aan. |
7.2.2. Surveillance van in het wild levende vogels
Gedetailleerde analyse van de kosten van het programma — in het wild levende vogels |
|||
Laboratoriumtests |
|||
Methode laboratoriumanalyse |
Aantal tests |
Kosten per test (per methode) |
Totale kosten |
Virusisolatietest |
|||
PCR-test |
|||
Bemonstering |
|||
Aantal monsters |
Kosten per monster |
Totale kosten |
|
Andere maatregelen |
|||
Aantal |
Kosten per maatregel |
Totale kosten |
|
Andere (geef aan welke) |
|||
Totaal |
|||
Totale kosten pluimvee en in het wild levende vogels |
BIJLAGE V
Standaardvoorschriften voor de indiening van nationale programma’s voor de uitroeiing van de in artikel 1, onder e), vermelde ziekten bij aquacultuurdieren
Voorschriften/vereiste informatie |
Informatie/nadere toelichting en rechtvaardiging |
|
1. |
Identificatie van het programma |
|
1.1. |
Declarerende lidstaat |
|
1.2. |
Bevoegde autoriteit (adres, fax, e-mail) |
|
1.3. |
Referentie van dit document |
|
1.4. |
Datum van verzending aan de Commissie |
|
2. |
Wijze van mededeling |
|
2.1. |
Aanvraag voor uitroeiingsprogramma |
|
3. |
Nationale wetgeving () |
|
4. |
Aanvraag om medefinanciering |
|
4.1. |
Het jaar (de jaren) aangeven waarvoor medefinanciering wordt aangevraagd |
|
4.2 |
Instemming van de beheersautoriteit van het operationele programma () (handtekening en stempel) |
|
5. |
Ziekten |
|
5.1. |
Vis |
VHS IHN SVC ISA KHV |
5.2. |
Weekdieren |
Marteilia refringens Bonamia ostrae |
5.3. |
Schaaldieren |
White spot disease |
6. |
Algemene informatie over het programma |
|
6.1. |
Bevoegde autoriteit () |
|
6.2. |
Organisatie van en toezicht op alle bij het programma betrokken belanghebbenden () |
|
6.3. |
Overzicht van de structuur van de aquacultuursector in het gebied in kwestie, met inbegrip van productievormen, gehouden soorten, enz. |
|
6.4. |
Sinds wanneer is het verplicht de bevoegde autoriteit in kennis te stellen van het vermoeden en de bevestiging van de ziekte(n) in kwestie? |
|
6.5. |
Sinds wanneer beschikt de gehele lidstaat over een systeem voor vroegtijdige opsporing waardoor de bevoegde autoriteit op doeltreffende wijze ziektegevallen kan onderzoeken en melden? () |
|
6.6. |
Herkomst van aquacultuurdieren van voor de ziekte in kwestie gevoelige soorten die worden binnengebracht in de lidstaat, het kweekgebied of de kweekcompartimenten |
|
6.7. |
Richtsnoeren inzake goede hygiënische praktijken () |
|
6.8. |
Epidemiologische situatie van de ziekte in ten minste de vier jaren voorafgaand aan de start van het programma () |
|
6.9. |
Geraamde kosten en verwachte voordelen van het programma () |
|
6.10. |
Beschrijving van het ingediende programma () |
|
6.11. |
Looptijd van het programma |
|
7. |
Bestreken gebied () |
|
7.1. |
lidstaat |
|
7.2. |
Gebied (volledig stroomgebied) () |
|
7.3. |
Gebied (deel van een stroomgebied) () Benoem en beschrijf de kunstmatige of natuurlijke barrière waardoor het gebied wordt begrensd, en verklaar hoe zij de opwaartse migratie van waterdieren van lager gelegen gedeelten van het stroomgebied belet. |
|
7.4. |
Gebied (meer dan één stroomgebied) () |
|
7.5. |
Compartiment dat niet afhangt van de omringende gezondheidsstatus () |
|
Benoem en beschrijf voor elke kwekerij de watervoorziening (a) b)) |
Put, boorgat of bron Waterzuiveringsinstallatie waarin het desbetreffende pathogeen geïnactiveerd wordt () |
|
Benoem en beschrijf voor elke kwekerij de natuurlijke of kunstmatige barrières en verklaar hoe zij waterdieren beletten om vanuit de aangrenzende waterlopen in de kwekerijen van een compartiment binnen te komen |
||
Benoem en beschrijf voor elke kwekerij de bescherming tegen overstromingen en het binnendringen van water uit de aangrenzende waterlopen |
||
7.6. |
Compartiment dat afhangt van de omringende gezondheidsstatus () |
|
Eén epizoötiologische eenheid op grond van de geografische ligging ervan en de afstand ten opzichte van andere kwekerijen of kweekgebieden () |
||
Voor alle kwekerijen van het compartiment geldt een gemeenschappelijk bioveiligheidssysteem () |
||
Aanvullende voorschriften () |
||
7.7. |
Kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren die onder het programma vallen (registratienummers en geografische ligging) |
|
8. |
Maatregelen van het ingediende programma |
|
8.1. |
Samenvatting van de maatregelen van het programma |
|
Eerste jaar Tests Verzamelen voor menselijke consumptie of verdere verwerking Onmiddellijk Later Verwijdering en vernietiging Onmiddellijk Later Vaccinatie Andere maatregelen (specificeren) |
Laatste jaar Tests Verzamelen voor menselijke consumptie of verdere verwerking Onmiddellijk Later Verwijdering en vernietiging Onmiddellijk Later Andere maatregelen (specificeren) |
|
8.2. |
Beschrijving van de maatregelen van het programma (): |
|
Doelpopulatie/-soort |
||
Gebruikte tests en bemonsteringsschema’s. Bij het programma betrokken laboratoria () |
||
Voorschriften inzake verplaatsingen van dieren |
||
Gebruikte vaccins en vaccinatieschema’s |
||
Maatregelen in geval van een positief resultaat () |
||
Regeling voor de vergoeding van eigenaars |
||
Controle en toezicht op de uitvoering van het programma en rapportering |
||
(1) Geldende nationale wetgeving van toepassing op de aanvraag voor een uitroeiingsprogramma. (2) Overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EG) nr. 498/2007 van de Commissie van 26 maart 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad inzake het Europees Visserijfonds (PB L 120 van 10.5.2007, blz. 1). (3) Beschrijving van de structuur, de competenties, de taken en de bevoegdheden van de betrokken bevoegde autoriteit(en). (4) Beschrijving van de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op en de coördinatie van het programma en de diverse betrokkenen. (5) De systemen voor vroegtijdige opsporing moeten er met name voor zorgen dat klinische symptomen van een ziekte, nieuwe ziekte of van onverklaarde sterfte in kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren en bij in het wild levende dieren snel worden herkend en snel bij de bevoegde autoriteit worden gemeld, om zo snel mogelijk diagnostisch onderzoek te laten plaatsvinden. Het systeem voor vroegtijdige opsporing moet ten minste het volgende omvatten: a) algemene alertheid van het personeel van aquacultuurbedrijven of dat bij de verwerking van aquacultuurdieren betrokken is, op symptomen die op de aanwezigheid van een ziekte duiden, en scholing van dierenartsen of specialisten op het terrein van de gezondheid van waterdieren in het opsporen en melden van ongebruikelijke ziektegevallen; b) medewerking van dierenartsen of specialisten op het terrein van de gezondheid van waterdieren, die geschoold zijn in het herkennen en melden van verdachte ziektegevallen; c) de beschikking van de bevoegde autoriteit over laboratoria met voorzieningen voor het diagnosticeren en onderscheiden van in de lijst opgenomen en nieuwe ziekten. (6) Beschrijving overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren (PB L 328 van 24.11.2006, blz. 14). (7) De informatie wordt verstrekt aan de hand van de tabel in bijlage V, punt 10, bij deze beschikking. (8) Beschrijving van de voordelen voor de producenten en de samenleving in het algemeen. (9) Korte beschrijving van het programma met de belangrijkste doelstellingen, de belangrijkste maatregelen, de doelpopulatie, de gebieden waar het wordt uitgevoerd, en de definitie van een positief geval. (10) Het bestreken gebied moet duidelijk worden aangegeven en beschreven op een kaart die als bijlage bij de aanvraag wordt gevoegd. (11) Een volledig stroomgebied van de bron tot het estuarium ervan. (12) Deel van een stroomgebied van de bron(nen) tot aan een natuurlijke of kunstmatige barrière die waterdieren belet om van lager gelegen gedeelten van het stroomgebied stroomopwaarts te migreren. (13) Meer dan één stroomgebied, met inbegrip van de estuaria ervan, als gevolg van de verbinding die er in epizoötiologisch opzicht via de estuaria tussen de stroomgebieden bestaat. (14) Uit één of meer kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren bestaande compartimenten waarvan de gezondheidsstatus wat een specifieke ziekte betreft niet afhangt van die van de omringende natuurlijke wateren. (15) Een compartiment dat niet afhangt van de gezondheidsstatus van de omringende wateren wordt van water voorzien: a) via een waterzuiveringsinstallatie waarin het desbetreffende pathogeen geïnactiveerd wordt, om het risico op de insleep van de ziekte tot een aanvaardbaar niveau te beperken, of b) rechtstreeks uit een put, een boorgat of een bron. Wanneer de bron van de watervoorziening op enige afstand van de kwekerij gelegen is, moet het water rechtstreeks via buizen ernaartoe geleid worden. (16) Er moet technische informatie worden verstrekt waaruit blijkt dat het desbetreffende pathogeen wordt geïnactiveerd om het risico op de insleep van de ziekte tot een aanvaardbaar niveau te beperken. (17) Uit één of meer kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren bestaande compartimenten waarvan de gezondheidsstatus wat een specifieke ziekte betreft afhangt van die van de omringende natuurlijke wateren. (18) Beschrijving van de geografische ligging en de afstand van andere kwekerijen/kweekgebieden waardoor het compartiment als één epizoötiologische eenheid kan worden beschouwd. (19) Beschrijving van het gemeenschappelijke bioveiligheidssysteem. (20) Voor alle kwekerijen en kweekgebieden van weekdieren binnen een compartiment dat van de gezondheidsstatus van de omringende wateren afhangt, gelden aanvullende maatregelen, die worden opgelegd door de bevoegde autoriteit, indien zij dit noodzakelijk acht ter voorkoming van de insleep van ziekten. Dergelijke maatregelen kunnen het instellen van een buffergebied rond het compartiment waar een bewakingsprogramma wordt uitgevoerd, en het vaststellen van aanvullende beschermingsmaatregelen tegen de insleep van mogelijke ziekteverwekkers omvatten. (21) Er moet een volledige beschrijving worden gegeven, tenzij naar communautaire wetgeving kan worden verwezen. Vermeld de nationale wetgeving waarin de maatregelen zijn vastgesteld. (22) Beschrijf de diagnosemethoden en de bemonsteringsschema’s. Indien OIE- of EU-normen worden toegepast, vermeld deze dan. Zo niet, geef dan een beschrijving. Noem de bij het programma betrokken laboratoria (nationaal referentielaboratorium of aangewezen laboratoria). (23) Beschrijving van de maatregelen betreffende positief bevonden dieren (onmiddellijk of later verzamelen voor menselijke consumptie, onmiddellijke of latere verwijdering en vernietiging, maatregelen om de verspreiding van de pathogeen bij het verzamelen, de verdere verwerking of de verwijdering en vernietiging te vermijden, procedure voor de desinfectie van besmette kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren, procedure om geruimde kwekerijen en kweekgebieden weer met gezonde dieren te bevolken, en instelling van een surveillancegebied rond de besmette kwekerij of het besmette kweekgebied, enz.). |
10. Gegevens over de epidemiologische situatie/ontwikkeling van de ziekte in de laatste vier jaar (één tabel per uitvoeringsjaar)
10.1. Gegevens over het testen van dieren
Lidstaat, gebied of compartiment ()
Ziekte: |
Jaar |
||||||||
Kwekerij of kweekgebied van weekdieren |
Aantal bemonsteringen |
Aantal klinische inspecties |
Watertemperatuur bij bemonstering/inspectie |
Soorten bij bemonstering |
Bemonsterde soort |
Aantal bemonsterde dieren (totaal en per soort) |
Aantal tests |
Positieve resultaten van laboratoriumonderzoek |
Positieve resultaten van klinische inspecties |
Totaal |
|||||||||
(1) Lidstaat, gebied of compartiment als gedefinieerd in bijlage V, punt 7. |
10.2. Gegevens over het testen van kwekerijen of kweekgebieden
Ziekte: |
Jaar |
||||||||||
Lidstaat, gebied of compartiment () |
Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren () |
Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waarop het programma van toepassing is |
Totaal aantal gecontroleerde kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren () |
Aantal positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren () |
Aantal nieuwe positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren () |
Aantal geruimde kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren |
Percentage geruimde positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren |
Verwijderde en vernietigde dieren () |
Streefcijferindicatoren |
||
Percentage dekking kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren |
Percentage positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren Prevalentie bij kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren in de periode in kwestie |
Percentage nieuwe positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren Incidentie bij kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren |
|||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 = |
9 |
10 = |
11 = (5/4) × 100 |
12 = (6/4) × 100 |
Totaal |
|||||||||||
(1) Lidstaat, gebied of compartiment als gedefinieerd in bijlage V, punt 7. (2) Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren in de lidstaat, het gebied of het compartiment als gedefinieerd in bijlage V, punt 7. (3) Met controleren wordt bedoeld het testen (in het kader van het programma) van een kwekerij/kweekgebied van weekdieren op de desbetreffende ziekte, om de gezondheidsstatus van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren te verhogen. In deze kolom mag een kwekerij/kweekgebied van weekdieren slechts eenmaal worden meegeteld, ook al is zij/het meer dan eens gecontroleerd. (4) Kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waar ten minste één dier positief heeft gereageerd in de periode in kwestie, ongeacht het aantal keer dat de kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren zijn gecontroleerd. (5) Kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waarvan de gezondheidsstatus in de vorige periode overeenkomstig bijlage III, deel A, bij Richtlijn 2006/88/EG categorie I, categorie II, categorie III of categorie IV was en waar ten minste één dier in de periode in kwestie positief heeft gereageerd. (6) Dieren × 1 000 of totaal gewicht van de verwijderde en vernietigde dieren. |
11. Streefcijfers (één tabel per uitvoeringsjaar)
11.1. Streefcijfers voor het testen van dieren
Lidstaat, gebied of compartiment ()
Ziekte: |
Jaar |
||||||
Kwekerij of kweekgebied van weekdieren |
Aantal bemonsteringen |
Aantal klinische inspecties |
Watertemperatuur bij bemonstering/inspectie |
Soorten bij bemonstering |
Bemonsterde soort |
Aantal bemonsterde dieren (totaal en per soort) |
Aantal tests |
Totaal |
|||||||
(1) Lidstaat, gebied of compartiment als gedefinieerd in bijlage V, punt 7. |
11.2. Streefcijfers voor het testen van kwekerijen of kweekgebieden
Ziekte: |
Jaar |
|||||||||
Lidstaat, gebied of compartiment () |
Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren () |
Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waarop het programma van toepassing is |
Verwacht aantal te controleren kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren () |
Verwacht aantal positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren () |
Verwacht aantal nieuwe positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren () |
Verwacht aantal te ruimen kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren |
Verwacht percentage te ruimen positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren |
Streefcijferindicatoren |
||
Verwacht percentage dekking kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren |
Percentage positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren Verwachte prevalentie bij kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren in de periode in kwestie |
Percentage nieuwe positieve kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren Verwachte incidentie bij kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren |
||||||||
1 |
2 |
3 |
4 |
5 |
6 |
7 |
8 = (7/5) × 100 |
9 = (4/3) × 100 |
10 = (5/4) × 100 |
11 = (6/4) × 100 |
Totaal |
||||||||||
(1) Lidstaat, gebied of compartiment als gedefinieerd in bijlage V, punt 7. (2) Totaal aantal kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren in de lidstaat, het gebied of het compartiment als gedefinieerd in bijlage V, punt 7. (3) Met controleren wordt bedoeld het testen (in het kader van het programma) van een kwekerij/kweekgebied van weekdieren op de desbetreffende ziekte, om de gezondheidsstatus van de kwekerij/het kweekgebied van weekdieren te verhogen. In deze kolom mag een kwekerij/kweekgebied van weekdieren slechts eenmaal worden meegeteld, ook al is zij/het meer dan eens gecontroleerd. (4) Kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waarbij ten minste één dier positief heeft gereageerd in de periode in kwestie, ongeacht het aantal keer dat de kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren zijn gecontroleerd. (5) Kwekerijen of kweekgebieden van weekdieren waarvan de gezondheidsstatus in de vorige periode overeenkomstig bijlage III, deel A, bij Richtlijn 2006/88/EG categorie I, categorie II, categorie III of categorie IV was en waar ten minste één dier in de periode in kwestie positief heeft gereageerd. |
12. Gedetailleerde analyse van de kosten van het programma (één tabel per uitvoeringsjaar)
Kosten inzake |
Specificatie |
Aantal eenheden |
Eenheidskosten in EUR |
Totaalbedrag in EUR |
Communautaire steun () gevraagd (ja/neen) |
|
1. |
Tests |
|||||
1.1. |
Kosten van de analyse |
Test: |
||||
Test: |
||||||
Test: |
||||||
1.2. |
Kosten van de bemonstering |
|||||
1.3. |
Andere kosten |
|||||
2. |
Vaccinatie of behandeling |
|||||
2.1. |
Aankoop van het vaccin/de behandeling |
|||||
2.2. |
Distributiekosten |
|||||
2.3. |
Toedieningskosten |
|||||
2.4. |
Controlekosten |
|||||
3. |
Verwijdering en vernietiging van de aquacultuurdieren |
|||||
3.1. |
Vergoeding voor dieren |
|||||
3.2. |
Vervoerskosten |
|||||
3.3. |
Vernietigingskosten |
|||||
3.4. |
Verlies in geval van verwijdering |
|||||
3.5. |
Kosten van de behandeling van producten |
|||||
4. |
Reiniging en ontsmetting |
|||||
5. |
Salarissen (alleen personeel dat voor het programma in dienst is genomen) |
|||||
6. |
Verbruiksgoederen en specifieke uitrusting |
|||||
7. |
Andere kosten |
|||||
Totaal |
||||||
(1) Betreft ofwel veterinaire fondsen, ofwel het Europees Visserijfonds (Verordening (EG) nr. 1198/2006 van de Raad). |
( 1 ) PB L 224 van 18.9.1990, blz. 19. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2006/965/EG (PB L 397 van 30.12.2006, blz. 22).
( 2 ) PB L 155 van 30.4.2004, blz. 90; gerectificeerde versie: PB L 193 van 1.6.2004, blz. 71. Beschikking laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/268/EG (PB L 115 van 3.5.2007, blz. 3).
( 3 ) PB L 115 van 29.4.2008, blz. 44.
( 4 ) Voor het tweede en de daaropvolgende jaren van een meerjarenprogramma dat reeds bij een besluit van de Commissie is goedgekeurd, hoeven alleen de punten 1, 6 (alleen voor de ontwikkeling van de ziekte in het voorafgaande jaar), 7 en 8 te worden ingevuld.
( 5 ) Er wordt één document per ziekte gebruikt, tenzij alle maatregelen van het programma voor de doelpopulatie gebruikt worden voor de bewaking, bestrijding en uitroeiing van verschillende ziekten.
( 6 ) Het jaar (de jaren) aangeven waarvoor medefinanciering wordt aangevraagd.
( 7 ) Korte beschrijving met gegevens over de doelpopulatie (soort, aantal aanwezige en onder het programma vallende beslagen en dieren), de belangrijkste maatregelen (bemonsterings- en testregelingen, toegepaste uitroeiingsmaatregelen, kwalificatie van beslagen en dieren, vaccinatieschema’s) en de belangrijkste resultaten (incidentie, prevalentie, kwalificatie van beslagen en dieren). De informatie wordt voor verschillende perioden verstrekt indien de maatregelen aanzienlijk werden gewijzigd. De informatie wordt gedocumenteerd met relevante samenvattende epidemiologische tabellen (als vastgesteld in punt 6), aangevuld met grafieken of kaarten (als bijlage bij te voegen).
( 8 ) Korte beschrijving van het programma met de belangrijkste doelstelling(en) (bewaking, bestrijding, uitroeiing, kwalificatie van beslagen en/of regio’s, verlaging van prevalentie en incidentie), de belangrijkste maatregelen (bemonsterings- en testregelingen, toe te passen uitroeiingsmaatregelen, kwalificatie van beslagen en dieren, vaccinatieschema’s), de doelpopulatie en het (de) gebied(en) waar het programma wordt uitgevoerd en de definitie van een positief geval.
( 9 ) Beschrijving van de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op en de coördinatie van de diensten die voor de uitvoering van het programma verantwoordelijk zijn, en de diverse betrokkenen. Beschrijf de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen.
( 10 ) Te vermelden zijn de naam en aanduiding, de administratieve grenzen, en de oppervlakte van de administratieve en geografische gebieden waarin het programma moet worden uitgevoerd. Illustreer met kaarten.
( 11 ) Volledige beschrijving van alle maatregelen, tenzij naar EU-wetgeving kan worden verwezen. Vermeld ook de nationale wetgeving waarin de maatregelen zijn vastgesteld.
( 12 ) Alleen vermelden indien van toepassing.
( 13 ) Korte beschrijving van de maatregelen betreffende positief bevonden dieren (beschrijving van het slachtbeleid, bestemming van de karkassen, gebruik of behandeling van dierlijke producten, vernietiging van alle producten die de ziekte kunnen overbrengen of behandeling van deze producten om mogelijke besmetting te vermijden, procedure voor desinfectie van besmette bedrijven, de gekozen therapeutische of preventieve behandeling, procedure om geruimde bedrijven weer met gezonde dieren te bevolken en de instelling van een toezichtsgebied rond het besmette bedrijf).
( 14 ) Beschrijving van het proces en de controle die zal worden uitgevoerd om te zorgen voor de behoorlijke bewaking van de uitvoering van het programma.
( 15 ) Beschrijving van de voordelen voor de veehouders en de samenleving in het algemeen uit volks- en diergezondheids- en economisch oogpunt.
( 16 ) Gegevens over de ontwikkeling van de ziekte volgens de hieronder vermelde tabellen, voor zover van toepassing.
( 17 ) Geen gegevens vermelden in geval van rabiës.
( 18 ) Er hoeven alleen gegevens te worden verstrekt over rundertuberculose, runderbrucellose, schapen- en geitenbrucellose (B. melitensis).
( 19 ) Gegevens alleen te verstrekken indien vaccinatie heeft plaatsgevonden.
( 20 ) Gegevens alleen te verstrekken indien het programma maatregelen met betrekking tot in het wild levende dieren omvat of indien de gegevens epidemiologisch relevant zijn voor de ziekte.
( 21 ) Voor de daaropvolgende jaren van goedgekeurde meerjarenprogramma’s mag voor het desbetreffende jaar slechts één tabel worden ingevuld.
( 22 ) Geen gegevens vermelden in geval van rabiës.
( 23 ) Gegevens alleen te verstrekken indien van toepassing.
( 24 ) Gegevens alleen te verstrekken indien van toepassing.
( 25 ) Voor de daaropvolgende jaren van goedgekeurde meerjarenprogramma’s mag voor het desbetreffende jaar slechts één tabel worden ingevuld.
( 26 ) Voor het tweede en de daaropvolgende jaren van een meerjarenprogramma dat reeds bij een besluit van de Commissie is goedgekeurd, hoeven alleen deel B, punten 6 (alleen voor de ontwikkeling van de ziekte in het voorafgaande jaar), 7 en 8 te worden ingevuld.
( 27 ) Voor verschillende dierpopulaties moet een volledig afzonderlijk document per populatie overeenkomstig deze bijlage voor de indiening van de programma's worden ingevuld.
( 28 ) PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1.
( 29 ) PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31.
( 30 ) Korte beschrijving met gegevens over de doelpopulatie (soort, aantal aanwezige en onder het programma vallende koppels/beslagen en dieren), de belangrijkste maatregelen (tests, tests en slacht, tests en doding, kwalificatie van koppels/beslagen en dieren, vaccinatie) en de belangrijkste resultaten (incidentie, prevalentie, kwalificatie van koppels/beslagen en dieren). De informatie wordt voor verschillende perioden verstrekt indien de maatregelen aanzienlijk werden gewijzigd. De informatie wordt gestaafd met relevante samenvattende epidemiologische tabellen, grafieken of kaarten.
( 31 ) Korte beschrijving van het programma met de belangrijkste doelstelling(en) (bewaking, bestrijding, uitroeiing, kwalificatie van koppels/beslagen en/of regio's, verlagen van prevalentie en incidentie), de belangrijkste maatregelen (tests, tests en slacht, tests en doding, kwalificatie van koppels/beslagen en dieren, vaccinatie), de doelpopulatie en de gebieden waar het programma is uitgevoerd, en de definitie van een positief geval.
( 32 ) Beschrijving van de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op en de coördinatie van de diensten die voor de uitvoering van het programma verantwoordelijk zijn, en de diverse betrokkenen. Beschrijf de verantwoordelijkheden van alle betrokkenen.
( 33 ) Te vermelden zijn de naam en aanduiding, de administratieve grenzen, en de oppervlakte van de administratieve en geografische gebieden waarin het programma moet worden uitgevoerd. Illustreer met kaarten.
( 34 ) Indien van toepassing wordt de EU-wetgeving vermeld. Anders de nationale wetgeving vermelden.
( 35 ) Niet van toepassing op pluimvee.
( 36 ) Korte beschrijving van de maatregelen betreffende positieve dieren (slacht, bestemming van de karkassen, gebruik of behandeling van dierlijke producten, vernietiging van alle producten die de ziekte kunnen overbrengen of behandeling van deze producten om besmetting te vermijden, procedure voor desinfectie van besmette bedrijven, procedure om geruimde bedrijven weer met gezonde dieren te bevolken).
( 37 ) Korte beschrijving van de controleprocedures, met name de voorschriften inzake verplaatsingen van de mogelijk door een bepaalde ziekte getroffen of ermee besmette dieren en inzake de regelmatige inspectie van de betrokken bedrijven of gebieden.
( 38 ) Beschrijving van alle kosten voor de autoriteiten en de samenleving en van de voordelen voor de producenten en de samenleving in het algemeen.
( 39 ) Gegevens over de ontwikkeling van zoönotische salmonellose volgens de tabellen voor zover van toepassing.
( 40 ) Gegevens alleen te verstrekken indien vaccinatie heeft plaatsgevonden.
( 41 ) Geef indien nodig de typen koppels aan (fokdieren, legkippen, vleeskuikens).
( 42 ) Gegevens alleen te verstrekken indien van toepassing.
( 43 ) Boviene spongiforme encefalopathie (BSE) en scrapie.
( 44 ) Er wordt één document per ziekte gebruikt, tenzij alle maatregelen van het programma betreffende de doelpopulatie gebruikt worden voor de bestrijding en uitroeiing van verschillende ziekten.
( 45 ) Als bevestigende tests gebruikte snelle tests moeten worden vermeld in tabel 4.6.1 Snelle tests bij runderen.
( 46 ) Beschrijving van het programma overeenkomstig de minimumeisen van bijlage VII, hoofdstuk B, bij Verordening (EG) nr. 999/2001.
( 47 ) Waaronder kaarten waarop de doelbemonsteringslocaties zijn aangegeven waar een bijzonder groot risico bestaat dat het aviaire-influenzavirus er wordt binnengebracht, rekening houdend met de criteria, vastgesteld in punt 4 van bijlage I bij Besluit 2010/367/EU van de Commissie (PB L 166 van 1.7.2010, blz. 22) betreffende een risicogebaseerde surveillancemethode.
( 48 ) Zoals beschreven in punt 3 van bijlage I bij Besluit 2010/367/EU.
( 49 ) Risicogebieden (zoals waterrijke gebieden, met name gelegen in de nabijheid van pluimveepopulaties met hoge dichtheid), vorige positieve bevindingen.