Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02001D0080-20080407

    Consolidated text: Besluit van de Raad van 22 januari 2001 houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (2001/80/GBVB)

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2001/80(1)/2008-04-07

    2001D0080 — NL — 07.04.2008 — 002.001


    Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

    ►B

    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 22 januari 2001

    houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie

    (2001/80/GBVB)

    (PB L 027, 30.1.2001, p.7)

    Gewijzigd bij:

     

     

    Publicatieblad

      No

    page

    date

    ►M1

    BESLUIT 2005/395/GBVB VAN DE RAAD van 10 mei 2005

      L 132

    17

    26.5.2005

    ►M2

    BESLUIT 2008/298/GBVB VAN DE RAAD van 7 april 2008

      L 102

    25

    12.4.2008




    ▼B

    BESLUIT VAN DE RAAD

    van 22 januari 2001

    houdende instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie

    (2001/80/GBVB)



    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, inzonderheid op artikel 28, lid 1,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 207, lid 2,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    In het kader van de versterking van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB), en met name van het gemeenschappelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid zoals bepaald in artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, heeft de Europese Raad van Nice tijdens zijn bijeenkomst van 7 tot en met 11 december 2000 een akkoord bereikt over de instelling van de Militaire Staf van de Europese Unie, en diens opdracht en taken uiteengezet.

    (2)

    De Militaire Staf dient ingevolge de richtsnoeren van de Europese Raad operationeel te worden gemaakt,

    BESLUIT:



    Artikel 1

    1.  De lidstaten detacheren militair personeel bij het secretariaat-generaal van de Raad tot samenstelling van de Militaire Staf van de Europese Unie (EUMS).

    2.  De Militaire Staf vormt een onderdeel van het secretariaat-generaal van de Raad.

    ▼M1

    Artikel 2

    Het mandaat en de organisatie van de Militaire Staf van de Europese Unie zijn omschreven in de aan dit besluit gehechte bijlage.

    ▼B

    Artikel 3

    Alle leden van de Militaire Staf zijn onderdanen van lidstaten van de Europese Unie.

    ▼M2

    Artikel 4

    Voor de leden van de Militaire Staf van de Europese Unie gelden de regels die zijn neergelegd in Besluit 2007/829/EG van de Raad van 5 december 2007 betreffende de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd ( 1 ).

    ▼B

    Artikel 5

    Dit besluit wordt van kracht op de dag waarop het wordt aangenomen.

    Het is van toepassing met ingang van de datum die door de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger in overleg met het PVC en het Militair Interimorgaan/Militair Comité wordt vastgesteld en in beginsel vóór eind juni 2001.

    Tot de inwerkingtreding van dit besluit fungeert de directeur-generaal van de Militaire Staf (DGEUMS), die per 1 maart 2001 in dienst treedt ( 2 ), als hoofd van de militaire deskundigen die door de lidstaten bij het Raadssecretariaat worden gedetacheerd ( 3 ).

    Artikel 6

    Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad.

    ▼M2




    BIJLAGE

    MANDAAT EN ORGANISATIE VAN DE MILITAIRE STAF VAN DE EUROPESE UNIE (EUMS) ( 4 )

    1.   Inleiding

    In Helsinki hebben de EU-lidstaten besloten binnen de Raad nieuwe permanente politieke en militaire instanties op te zetten om de EU in staat te stellen haar verantwoordelijkheid te nemen voor het geheel van taken op het gebied van conflictpreventie en crisisbeheersing als omschreven in het VEU. Overeenkomstig het verslag van Helsinki verstrekt de EUMS „binnen de structuren van de Raad militaire expertise en steun voor het GEVDB, met inbegrip van de leiding over door de EU geleide militaire crisisbeheersingsoperaties”.

    De Europese Raad heeft tijdens zijn bijeenkomst op 12 en 13 december 2003 zijn voldoening uitgesproken over het document „Europese defensie: overleg NAVO-EU, planning en operaties”. Op 16 en 17 december 2004 onderschreef de Europese Raad de gedetailleerde voorstellen voor de uitvoering van dit document.

    Op 19 november 2007 verwelkomde de Raad het rapport van de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger („SG/HV”) over het vermogen van de militaire staf van de EU om de eerste fasen van door de EU geleide operaties op strategisch niveau te plannen, waarom in mei 2007 door de Raad was verzocht, en hechtte zijn goedkeuring aan de aanbevelingen om de vier maatregelen en de in het militaire advies omschreven acties als pakket uit te voeren.

    Het mandaat van de EUMS wordt gedefinieerd zoals hieronder wordt uiteengezet.

    2.   Opdracht

    De Militaire Staf wordt belast met vroegtijdige waarschuwing, situatiebeoordeling en strategische planning voor de in artikel 17, lid 2, VEU bedoelde opdrachten en taken, met inbegrip van die welke zijn omschreven in de Europese veiligheidsstrategie.

    Een en ander omvat ook het aanwijzen van Europese nationale en multinationale strijdkrachten en het geven van uitvoering aan het beleid en de beslissingen van het EUMC.

    3.   Rol

     De EUMS is de bron van militaire expertise voor de Europese Unie.

     Hij is de schakel tussen het EUMC enerzijds, en de militaire middelen die de EU ter beschikking staan anderzijds, en hij verstrekt de EU-organen militaire expertise overeenkomstig de richtlijnen van het EUMC.

     De EUMS heeft drie belangrijke operationele functies: vroegtijdige waarschuwing, situatiebeoordeling en strategische planning.

     Hij verzorgt in een vroege fase reeds voldoende uitgewerkte planning, waardoor onder andere de lidstaten hun eventuele militaire bijdragen kunnen inschatten, waarbij de EUMS tijdens het besluitvormingsproces passende deskundigheid inbrengt.

     Hij verzorgt een vermogen tot vroegtijdige waarschuwing. Hij stelt plannen, evaluaties en aanbevelingen op betreffende het crisisbeheersingsconcept en de algemene militaire strategie en hij geeft uitvoering aan de besluiten en adviezen van het EUMC.

     Voor alle in artikel 17, lid 2, VEU bedoelde opdrachten en taken in het kader van door de EU geleide operaties, met inbegrip van die welke zijn omschreven in de Europese veiligheidsstrategie, ondersteunt hij het EUMC op het gebied van situatiebeoordeling en de militaire aspecten van de strategische planning ( 5 ), ongeacht of de EU gebruikmaakt van NAVO-middelen en -vermogens.

     Hij ondersteunt (op verzoek van de SG/HV of het PVC) tijdelijke missies naar derde landen of internationale organisaties, om op verzoek advies en bijstand te leveren over militaire aspecten van conflictpreventie, crisisbeheersing en postconflictstabilisatie.

     Hij draagt bij aan de opstelling, de evaluatie en de herziening van de vermogensdoelstellingen, rekening houdend met de noodzaak voor de betrokken lidstaten om de samenhang met het DPP van de NAVO en het PARP van het PfP, volgens overeengekomen procedures te verzekeren.

     Hij werkt nauw samen met het Europees Defensieagentschap.

     Hij is verantwoordelijk voor het toezicht op, de evaluatie van en het opstellen van aanbevelingen met betrekking tot opleiding, oefeningen en interoperabiliteit ten aanzien van de strijdkrachten en vermogens die de lidstaten ter beschikking stellen van de EU.

     Hij houdt vermogens beschikbaar ter versterking van het nationale hoofdkwartier dat is aangewezen om een autonome EU-operatie uit te voeren.

     Hij dient het vermogen te leveren om een autonome militaire EU-operatie te plannen en uit te voeren, en houdt het vermogen in stand om voor een specifieke operatie snel een operatiecentrum op te zetten, met name wanneer een gezamenlijke civiele/militaire reactie vereist is en wanneer er geen nationaal hoofdkwartier is aangewezen, zodra de Raad op advies van het EUMC een besluit over die operatie heeft genomen.

    4.   Taken

     De EUMS verstrekt onder leiding van het EUMC militaire expertise aan de SG/HV en aan EU-instanties.

     Hij volgt potentiële crisissen op basis van adequate nationale en multinationale inlichtingenvermogens.

     Hij werkt met het gemeenschappelijke situatiecentrum samen bij de uitwisseling van informatie volgens de SIAC-regeling (Single Intelligence Analysis Capacity — capaciteit op het gebied van inlichtingenanalyse).

     Hij verricht de eerste fasen van de militaire planning op strategisch niveau.

     Hij verzorgt in een vroege fase reeds voldoende uitgewerkte planning, waardoor onder andere de lidstaten hun eventuele militaire bijdragen kunnen inschatten, waarbij de EUMS tijdens het besluitvormingsproces passende deskundigheid inbrengt.

     In coördinatie met de NAVO stelt hij een lijst op van de Europese nationale en multinationale strijdkrachten voor door de EU geleide operaties.

     Hij draagt bij tot de ontwikkeling en voorbereiding (met inbegrip van opleiding en oefeningen) van de door de lidstaten ter beschikking van de EU gestelde nationale en multinationale strijdkrachten. De regels voor de betrekkingen met de NAVO worden in de desbetreffende documenten bepaald.

     Hij organiseert en coördineert de procedures met de nationale, multinationale en NAVO-hoofdkwartieren die de EU ter beschikking staan, waarbij hij zoveel mogelijk zorgt voor verenigbaarheid met de NAVO-procedures.

     Hij draagt bij tot de militaire aspecten van de EVDB-dimensie van terrorismebestrijding.

     Hij draagt bij tot de ontwikkeling van concepten, doctrine, plannen en procedures voor het gebruik van militaire middelen en vermogens voor operaties ter beheersing van de gevolgen van door de natuur of door de mens veroorzaakte rampen.

     Hij programmeert, plant, leidt en evalueert de militaire aspecten van de EU-crisisbeheersingsprocedures, inclusief het valideren van EU-NAVO-procedures.

     Hij neemt deel aan de financiële raming van operaties en oefeningen.

     Hij onderhoudt contacten met de nationale hoofdkwartieren en met de multinationale hoofdkwartieren van de multinationale strijdkrachten.

     Hij gaat, overeenkomstig de permanente regelingen tussen de EU en de NAVO, permanente betrekkingen met de NAVO aan.

     Hij ontvangt permanent een verbindingsteam van de NAVO en verzorgt een EU-cel bij SHAPE, overeenkomstig het verslag van het voorzitterschap over het EVDB dat op 13 december 2004 door de Raad is goedgekeurd.

     Hij onderhoudt passende betrekkingen met de aangewezen correspondenten bij de Verenigde Naties en andere internationale organisaties, waaronder de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) en de Afrikaanse Unie (AU), afhankelijk van de instemming van deze organisaties.

     Hij draagt bij aan het noodzakelijke alomvattende leerervaringsproces.

     Hij houdt zich op initiatief van de SG/HV of het PVC bezig met strategische noodplanning.

     Hij draagt bij tot de ontwikkeling van doctrines/concepten en trekt daarbij lering uit civiele/militaire operaties en oefeningen.

     Hij bereidt de concepten en procedures voor het operatiecentrum van de Europese Unie voor en zorgt ervoor dat het personeel, de faciliteiten en de uitrusting van het operatiecentrum beschikbaar en gereed zijn voor operaties, oefeningen en opleiding.

     Hij zorgt voor het onderhoud, de actualisering en de vervanging van de uitrusting van het operatiecentrum van de Europese Unie en onderhoudt de gebouwen en het terrein.

    a)   Aanvullende taken in crisisbeheersingssituaties

     De EUMS vraagt en verwerkt specifieke informatie van de inlichtingenorganisaties en andere relevante informatie uit alle beschikbare bronnen.

     Hij steunt het EUMC bij diens bijdragen tot de initiële planningsleidraad en de planningsrichtlijnen van het PVC.

     Hij ontwikkelt militaire strategische opties als basis voor het militaire advies van het EUMC aan het PVC en bepaalt de prioriteiten daarvan, door:

     

     globale initiële opties te definiëren;

     in voorkomend geval voort te bouwen op de planningssteun uit externe bronnen, die deze opties nader zullen analyseren en verder ontwikkelen;

     de resultaten van deze uitvoeriger werkzaamheden te beoordelen en eventueel vereiste verdere werkzaamheden te gelasten;

     het EUMC een algemene beoordeling voor te leggen, in voorkomend geval met opgave van prioriteiten en voorzien van aanbevelingen.

     Hij bepaalt in coördinatie met de nationale planningsstaven en, indien nodig, de NAVO welke strijdkrachten aan eventuele door de EU geleide operaties zouden kunnen deelnemen.

     Hij staat de operationele commandant bij in technische uitwisselingen met derde landen die militaire bijdragen aan een door de EU geleide operatie aanbieden, alsook in de voorbereiding van de conferentie voor de vorming van strijdkrachten.

     Hij houdt crisissituaties voortdurend in het oog.

     Hij verleent, naar aanleiding van een verzoek van DGE aan de DGEUMS, bijstand bij de politiek-militaire strategische planning van de reactie op een crisis onder de verantwoordelijkheid van DGE (voorbereiding van een CMC (crisisbeheersingsconcept), gezamenlijk optreden enz.).

     Hij verleent, naar aanleiding van een verzoek van DGE aan de DGEUMS, bijstand bij de planning op strategisch niveau (onderzoeksmissies, crisisbeheersingsconcepten) van de reactie op een crisis onder de verantwoordelijkheid van DGE.

     Hij draagt bij tot de strategische planning van de reactie op een crisis voor gezamenlijke civiele/militaire operaties door de ontwikkeling van strategische opties als voorzien in de crisisbeheersingsprocedures. Deze planning valt onder de rechtstreekse verantwoordelijkheid van de DGEUMS en de DCPCC en onder het algehele gezag van de SG/HV.

     Hij verleent, naar aanleiding van een verzoek van de DCPCC aan de DGEUMS, bijstand bij de planning op strategisch en operationeel niveau van civiele missies die onder verantwoordelijkheid van de DCPCC worden uitgevoerd.

    b)   Aanvullende taken tijdens operaties

     De EUMS verzorgt, in de vorm van het „wachtdienstvermogen”, een permanent operationele dienst die alle EVDB-missies en -operaties monitort teneinde op systematische wijze het doorkomen van operatiespecifieke informatie te verzekeren.

     De EUMS houdt onder leiding van het EUMC voortdurend toezicht op alle militaire aspecten van de operaties. Hij maakt in overleg met de aangewezen operationele commandant strategische analyses om het EUMC te steunen in zijn rol als adviseur van het PVC, dat de strategische leiding in handen heeft.

     Hij reikt in het licht van de politieke en operationele ontwikkelingen aan het EUMC nieuwe opties aan als basis voor het militaire advies van het EUMC aan het PVC.

     Hij draagt bij tot de versterkte kernstaf en, indien nodig, tot de verdere uitbreiding van het operatiecentrum van de Europese Unie.

     Hij stelt de vaste kernstaf van het operatiecentrum van de Europese Unie ter beschikking.

     Hij draagt bij tot de coördinatie van civiele operaties. Deze operaties worden gepland en uitgevoerd onder het gezag van de DCPCC. Hij verleent bijstand bij de planning, de ondersteuning (inclusief het mogelijke gebruik van militaire middelen) en de leiding van civiele operaties (het strategische niveau blijft onder DGE IX vallen).

    5.   Organisatie

     De EUMS werkt onder de militaire leiding van het EUMC, waaraan hij rapporteert.

     De EUMS is een afdeling van het secretariaat-generaal van de Raad die rechtstreeks aan de secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger is toegevoegd, en die nauw met de andere afdelingen van het Raadssecretariaat samenwerkt.

     De EUMS wordt geleid door de DGEUMS, een driesterrenvlagofficier.

     Hij bestaat uit door de lidstaten gedetacheerd personeel dat in internationaal verband optreedt overeenkomstig de regeling die van toepassing is op nationale deskundigen en militairen die bij het secretariaat-generaal van de Raad zijn gedetacheerd, alsmede uit ambtenaren van het Raadssecretariaat en door de Commissie gedetacheerde ambtenaren. Teneinde de selectieprocedure van de EUMS te verbeteren, worden de lidstaten aangemoedigd om voor elke aangevraagde betrekking meer dan één kandidaat voor te dragen.

     Om alle opdrachten en taken volledig te kunnen beheersen, wordt de EUMS georganiseerd volgens het schema in aanhangsel A.

     In crisisbeheersingssituaties of -oefeningen kan de EUMS, steunend op eigen expertise, personeel en infrastructuur, plannings- en beheersteams instellen. Tevens kan hij de EU-lidstaten, indien nodig, via het EUMC om personeel verzoeken voor een tijdelijke uitbreiding.

     Het EUMC zal via de DGEUMS leiding geven aan de militaire activiteiten die de EUMS in het kader van civiele crisisbeheersing ontplooit. Wat de bijdragen van de EUMS ten behoeve van de civiele aspecten van crisisbeheersing betreft, blijft DGE IX functioneel verantwoordelijk voor alle activiteiten (planning, onderzoeksmissies en dergelijke) tot en met de ontwikkeling van het crisisbeheersingsconcept en in voorkomend geval CSO's en PSO's (civiel- en politieel-strategische opties). Vanaf het moment dat het besluit om een missie uit te sturen genomen is, vallen deze bijdragen onder de functionele verantwoordelijkheid van de DCPCC. Aan het CIVCOM wordt gerapporteerd overeenkomstig de vastgelegde procedures inzake de civiele aspecten van crisisbeheersing.

    6.   Betrekkingen met derde landen

    De betrekkingen tussen de EUMS en de Europese NAVO-landen die geen EU-lidstaat zijn, andere derde staten en de kandidaat-lidstaten van de Europese Unie worden omschreven in de desbetreffende documenten over de betrekkingen van de Europese Unie met derde landen.




    Aanhangsel A

    SCHEMA ORGANISATIE EUMS

    DGEUMS ***DGEUMS PERSONAL STAFFLEGAL ADVISOR (1)DDG PERSONAL STAFFDDG **LIAISON OFFICER TO UN (3)EU CELL (SHAPE)EXECUTIVE OFFICEDIRECTOR CONCEPTS & CAPABILITIES *DIRECTOR INTELIGENCE *DIRECTOR OPERATIONS *DIRECTOR CIV/MIL CELL *DIRECTOR LOGISTICS *DIRECTOR COMMS & IS *CONCEPTSINT POLICYCRISIS RESPONSE/CURRENT OPSCIV/MIL STRAT PLANLOG POLICYCIS POL/REQFORCE CAPABILITYINT REQOP CENTRE PERMSTAFF (2)MIL ASSESSMENT & PLANNINGRESOURCES SUPPORTIT SUPPORTEXE / TRAINING ANALYSISINT PRODUCTIONWATCHKEEPING CAPABILITYADMIN(1) Lid van de Juridische dienst van de Raad.(2) Indien geactiveerd is dit onafhankelijk.(3) Functionaris van de EUMS die werkzaam is bij het verbindingsbureau van het secretariaat-generaal van de Raad bij de VN in New York.




    Aanhangsel B

    AFKORTINGEN

    A

    ADMIN Onderafdeling Administratie (Administration Branch)

    AU Afrikaanse Unie

    C

    CEUMC Voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie (Chairman of the European Union Military Committee)

    CPCC Civiel plannings- en uitvoeringsvermogen (Civilian Planning and Conduct Capability)

    CIS Afdeling Communicatie- en informatiesystemen (Communications and Information Systems Division)

    CIS POL/REQ Beleid en behoeften inzake communicatie- en informatiesystemen (Communications and Information Systems Policy and Requirements)

    CIV/MIL CELL Civiele/Militaire Cel

    CIV/MIL STRAT PLAN Onderafdeling strategische planning van de Civiele/Militaire Cel (Civilian Military Cell Strategic Planning Branch)

    CIVCOM Comité voor de civiele aspecten van crisisbeheersing (Committee for Civilian Aspects of Crisis Management)

    CMC Crisisbeheersingsconcept (Crisis Management Concept)

    CMC SPT Ondersteuning van de voorzitter van het Militair Comité van de Europese Unie (Support to Chairman of the European Union Military Committee)

    COMMS & IS Directoraat communicatie- en informatiesystemen (Communications and Information Systems Directorate)

    CONOPS Operationeel concept (Concept of Operations)

    CRISIS RESP/CURRENT OPS Onderafdeling reactie op een crisis en lopende operaties (Crisis Response and Current Operations Branch)

    CSO Civiele strategische optie (Civilian Strategic Option)

    D

    DDG Adjunct-directeur-generaal (Deputy Director-General)

    DGEUMS Directeur-generaal van de Militaire Staf van de Europese Unie (Director General of the European Union Military Staff)

    DCPCC Directeur van het civiele plannings- en uitvoeringsvermogen (Director Civilian Planning and Conduct Capability)

    DPP Defensieplanningsproces (Defence Planning Process)

    E

    EVDB Europees veiligheids- en defensiebeleid

    EUMC Militair Comité van de Europese Unie (European Union Military Committee)

    EUMS Militaire Staf van de Europese Unie (European Union Military Staff)

    EU CELL (SHAPE) Cel van de Europese Unie bij SHAPE

    EX/TRN/ANL Onderafdeling Analyse van oefeningen en opleiding (Exercises and Training Analysis Branch)

    G

    GEVDB Gemeenschappelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid

    I

    INT POLICY Onderafdeling inlichtingenbeleid (Intelligence Policy Branch)

    INT PRODUCTION Onderafdeling inlichtingenproductie (Intelligence Production Branch)

    INT REQ Inlichtingenbehoefte (Intelligence Requirement)

    IT SUPPORT Onderafdeling IT-ondersteuning (Information Technology Support Branch)

    L

    LEGAL Juridisch adviseur (Legal Adviser)

    LOG POLICY Onderafdeling logistiek beleid (Logistics Policy Branch)

    M

    MAP Onderafdeling militaire beoordeling en planning (Military Assessment and Planning Branch)

    O

    OCPS Vast Personeel van het operatiecentrum (Operations Centre Permanent Staff)

    OHQ Operationeel hoofdkwartier (Operations Headquarters)

    OP CENTRE PERM STAFF Vast personeel van het operatiecentrum (Operations Centre Permanent Staff)

    OPLAN Operatieplan (Operations Plan)

    OPSCEN Operatiecentrum (Operations Centre)

    OVSE Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa

    P

    PARP Plannings- en herzieningsproces (Planning and Revue Process)

    PfP Partnerschap voor de vrede (Partnership for Peace)

    POL Onderafdeling beleid (Policy Branch)

    PVC Politiek en Veiligheidscomité

    PSO Politieel-strategische optie (Police Strategic Option)

    V

    VEU Verdrag betreffende de Europese Unie



    ( 1 ) PB L 327 van 13.12.2007, blz. 10.

    ( 2 ) Besluit van de Raad van 22 december 2000.

    ( 3 ) Besluit 2000/145/GBVB van de Raad van 14 februari 2000 betreffende de detachering van nationale deskundigen op militair gebied bij het secretariaat-generaal van de Raad gedurende een interimperiode (PB L 49 van 22.2.2000, blz. 3).

    ( 4 ) Zie voor de afkortingen Aanhangsel B.

    ( 5 ) Definities:

    Strategische planning: planningsactiviteiten die van start gaan zodra een potentiële crisis is opgemerkt of een crisis uitbreekt en die eindigen wanneer de politieke instanties van de EU gekozen hebben voor één of voor een reeks militaire strategische opties. Het strategische proces omvat de beoordeling van de militaire situatie, de definitie van een politiek-militair kader en de ontwikkeling van militaire strategische opties.

    Militaire strategische optie: een mogelijke militaire actie om de in het politiek-militaire kader vastgestelde politiek-militaire doelstellingen te bereiken. Een militaire strategische optie omschrijft de militaire oplossing, de vereiste middelen en de beperkingen, en geeft aanbevelingen voor de keuze van de bevelhebber van de operaties en het operationele hoofdkwartier.

    Top