This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 01998L0024-20240408
Council Directive 98/24/EC of 7 April 1998 on the protection of the health and safety of workers from the risks related to chemical agents at work (fourteenth individual Directive within the meaning of Article 16(1) of Directive 89/391/EEC)
Consolidated text: Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk (14e bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
Richtlijn 98/24/EG van de Raad van 7 april 1998 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk (14e bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
01998L0024 — NL — 08.04.2024 — 004.001
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
RICHTLIJN 98/24/EG VAN DE RAAD van 7 april 1998 (PB L 131 van 5.5.1998, blz. 11) |
Gewijzigd bij:
|
|
Publicatieblad |
||
nr. |
blz. |
datum |
||
RICHTLIJN 2007/30/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2007 |
L 165 |
21 |
27.6.2007 |
|
RICHTLIJN 2014/27/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 26 februari 2014 |
L 65 |
1 |
5.3.2014 |
|
VERORDENING (EU) 2019/1243 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019 |
L 198 |
241 |
25.7.2019 |
|
RICHTLIJN (EU) 2024/869 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 maart 2024 |
L 869 |
1 |
19.3.2024 |
RICHTLIJN 98/24/EG VAN DE RAAD
van 7 april 1998
betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers tegen risico's van chemische agentia op het werk (14e bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG)
DEEL I
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1
Doel en toepassingsgebied
Artikel 2
Definities
In de zin van deze richtlijn wordt verstaan onder:
chemisch agens: elk chemisch element of elke chemische verbinding, in zuivere vorm of in een mengsel, zoals deze in natuurlijke staat voorkomt of het resultaat is van, gebruikt of vrijgekomen is, ook in de vorm van afval, bij een beroepsactiviteit, al dan niet opzettelijk geproduceerd en al dan niet op de markt gebracht;
gevaarlijk chemisch agens:
elk chemisch agens dat voldoet aan de criteria om te worden ingedeeld als gevaarlijk in enige fysische gevarenklasse en/of gezondheidsgevarenklasse als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad ( 5 ), ongeacht of dat chemisch agens krachtens die verordening is ingedeeld;
▼M2 —————
elk chemisch agens dat, hoewel het niet voldoet aan de criteria om overeenkomstig punt b) i) van dit artikel als gevaarlijk te worden ingedeeld, een risico voor de veiligheid en gezondheid van de werknemers kan opleveren door zijn fysisch-chemische, chemische of toxicologische eigenschappen en door de wijze waarop het op de werkplek wordt gebruikt of aanwezig is, met inbegrip van elk chemisch agens waarvoor een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling overeenkomstig artikel 3 geldt.
werkzaamheid waarbij chemische agentia zijn betrokken: elk werk waarbij chemische agentia gebruikt worden of de bedoeling bestaat die te gebruiken in een proces, waaronder productie, behandeling, opslag, vervoer of verwijdering en verwerking, of waarbij chemische agentia worden geproduceerd;
grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling: tenzij anders omschreven, de grenswaarde van de tijdgewogen gemiddelde concentratie van een chemisch agens in de lucht in de individuele ademzone van een werknemer in verhouding tot een bepaalde referentieperiode;
biologische grenswaarde: de grenswaarde van de concentratie in het passende biologische medium van het agens in kwestie, de metabolieten daarvan of een indicator van het effect;
gezondheidskundig toezicht: de beoordeling van de gezondheidstoestand van een afzonderlijke werknemer gerelateerd aan de blootstelling aan specifieke chemische agentia op het werk;
gevaar: de intrinsieke eigenschap van een chemisch agens die schade kan veroorzaken;
risico: de waarschijnlijkheid dat in de omstandigheden waarin het gebruik en/of de blootstelling plaatsvindt, een potentieel schadelijke situatie ontstaat.
Artikel 3
Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling en biologische grenswaarden
De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 12 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen tot aanvulling van deze richtlijn met nieuwe of herziene indicatieve grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling als bedoeld in de eerste alinea van dit lid, rekening houdend met de beschikbaarheid van meettechnieken.
De lidstaten houden werknemers- en werkgeversorganisaties op de hoogte van de op Unieniveau vastgestelde grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling.
Indien, in naar behoren gemotiveerde en uitzonderlijke gevallen van onmiddellijke, rechtstreekse en ernstige risico’s voor de lichamelijke gezondheid en veiligheid van werknemers en andere personen, om dwingende redenen van urgentie binnen een zeer kort tijdsbestek actie vereist is, is de in artikel 12 ter neergelegde procedure van toepassing op overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen.
DEEL II
VERPLICHTINGEN VAN DE WERKGEVERS
Artikel 4
Bepaling en beoordeling van het risico van gevaarlijke chemische agentia
Bij de uitvoering van de verplichtingen uit hoofde van artikel 6, lid 3, en artikel 9, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG gaat de werkgever eerst na of er gevaarlijke chemische agentia op de werkplek aanwezig zijn. Is dat het geval, dan beoordeelt hij de eventuele risico's voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers die het gevolg zijn van de aanwezigheid op de werkplek van die chemische agentia; hij houdt daarbij rekening met het volgende:
De werkgever zal van de leverancier of uit andere makkelijk toegankelijke bronnen de aanvullende informatie verkrijgen die noodzakelijk is voor de risico-evaluatie. Waar nodig behelst deze informatie ook de specifieke evaluatie van de risico's voor de gebruikers, die op basis van de communautaire wetgeving inzake chemische agentia is uitgevoerd.
Artikel 5
Algemene beginselen voor de preventie van risico's verbonden aan gevaarlijke chemische agentia en toepassing van de richtlijn in verband met de risico-evaluatie
De risico's voor de gezondheid en de veiligheid van werknemers bij werkzaamheden waarbij gevaarlijke chemische agentia betrokken zijn, moeten worden opgeheven of tot een minimum verkleind:
Praktische richtsnoeren voor preventiemaatregelen voor risicobeheersing worden ontwikkeld overeenkomstig artikel 12, lid 2.
Artikel 6
Bijzondere beschermings- en preventiemaatregelen
Wanneer het wegens de aard van de activiteit niet mogelijk is het risico door vervanging van het chemisch agens weg te nemen, rekening houdend met de werkzaamheid en de in artikel 4 bedoelde risico-evaluatie, zorgt de werkgever ervoor dat het risico tot een minimum wordt verkleind door de toepassing van beschermings- en preventiemaatregelen, in overeenstemming met de risico-evaluatie die krachtens artikel 4 is gemaakt. Deze maatregelen omvatten in orde van voorrang:
het ontwerpen van passende werkprocessen en technische maatregelen en het gebruiken van passende uitrusting en passend materiaal om het vrijkomen van gevaarlijke chemische agentia die een risico kunnen opleveren voor de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op de werkplek, te voorkomen of te beperken;
het toepassen van collectieve beschermingsmaatregelen bij de bron van het risico, zoals voldoende ventilatie en passende organisatorische maatregelen;
wanneer blootstelling niet met andere middelen kan worden voorkomen, de toepassing van individuele beschermingsmaatregelen, met inbegrip van persoonlijke beschermingsmiddelen.
Praktische richtlijnen voor beschermings- en preventiemaatregelen voor risicobeheersing worden ontwikkeld overeenkomstig artikel 12, lid 2, van deze richtlijn.
Indien op het grondgebied van een lidstaat een effectief vastgestelde grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling is overschreden, dient de werkgever in elk geval onmiddellijk stappen te ondernemen om de situatie te verhelpen door preventie- en beschermingsmaatregelen te nemen.
Op basis van de algemene evaluatie van de risico's en de algemene beginselen betreffende de preventie van risico's in de artikelen 4 en 5 neemt de werkgever technische en/of organisatorische maatregelen die zijn afgestemd op de aard van de activiteiten, waaronder begrepen opslag, behandeling en scheiding van onverenigbare chemische agentia die de werknemers beschermen tegen de gevaren van de fysisch-chemische eigenschappen van chemische agentia. Met name neemt hij maatregelen om, in orde van voorrang:
de aanwezigheid van gevaarlijke concentraties van ontvlambare stoffen of gevaarlijke hoeveelheden chemisch onstabiele stoffen op de werkplek te voorkomen of, wanneer dat gezien de aard van de werkzaamheden niet mogelijk is;
ervoor te zorgen dat er geen ontbrandingsbronnen aanwezig zijn die brand en explosies kunnen veroorzaken, of om ongunstige omstandigheden te vermijden die ertoe kunnen leiden dat chemisch onstabiele stoffen of mengsels van stoffen ongelukken met ernstige fysieke gevolgen veroorzaken; en
de schadelijke gevolgen voor de gezondheid en de veiligheid van de werknemers als gevolg van brand en explosies ten gevolge van het ontbranden van ontvlambare stoffen, of ernstige fysieke gevolgen ten gevolge van ongelukken veroorzaakt door chemisch onstabiele stoffen of mengsels van stoffen te verminderen.
Door de werkgever voor de bescherming van de werknemers verstrekte werkuitrusting en beschermingssystemen moeten voldoen aan de relevante communautaire bepalingen betreffende ontwerp, vervaardiging en levering met betrekking tot gezondheid en veiligheid. Door de werkgever genomen technische en/of organisatorische maatregelen moeten rekening houden en verenigbaar zijn met de indeling van de groepen apparaten in categorieën in bijlage I van Richtlijn 94/9/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 maart 1994 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende apparaten en beveiligingssystemen bedoeld voor gebruik op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen ( 7 ).
De werkgever neemt maatregelen om een voldoende controle van de installatie, de uitrusting en de machines te waarborgen of voorziet in een inrichting voor het onderdrukken van explosies, dan wel in voorzieningen voor het afvoeren van de explosiedruk.
Artikel 7
Maatregelen bij ongevallen, voorvallen en noodsituaties
Teneinde de normale situatie te herstellen:
Onbeschermde personen mogen niet in de getroffen zone verblijven.
De werkgever draagt er zorg voor dat informatie over noodmaatregelen terzake van gevaarlijke chemische agentia beschikbaar is. De bij ongevallen en noodsituaties toepasselijke interne en externe diensten hebben toegang tot deze informatie. Deze informatie omvat:
Artikel 8
Voorlichting en opleiding van de werknemers
Onverminderd de artikelen 10 en 12 van Richtlijn 89/391/EEG draagt de werkgever er zorg voor dat de werknemers en/of hun vertegenwoordigers worden voorzien van:
en dat deze voorlichting:
DEEL III
DIVERSE BEPALINGEN
Artikel 9
Verboden
De lidstaten kunnen in de volgende omstandigheden vrijstellingen toestaan van het bepaalde in lid 1:
De blootstelling van werknemers aan de in lid 1 bedoelde chemische agentia moet worden voorkomen, met name door te bepalen dat de productie en het vroegst mogelijke gebruik van deze chemische agentia als tussenproducten in één gesloten systeem moeten plaatsvinden, waar deze chemische agentia slechts uitgenomen mogen worden voorzover dat nodig is voor de controle op het proces of voor het onderhoud van het systeem.
De lidstaten kunnen in een systeem van individuele vergunningen voorzien.
Wanneer overeenkomstig lid 2 ontheffingen worden toegestaan, verzoekt de bevoegde autoriteit de werkgever de volgende gegevens te verstrekken:
Artikel 10
Gezondheidskundig toezicht
Gezondheidskundig toezicht, waarvan de resultaten in aanmerking zullen worden genomen bij de toepassing van preventieve maatregelen op de specifieke werkplek, is passend wanneer:
Voorts moeten er deugdelijke technieken voor het opsporen van indicaties voor de ziekte of de invloed bestaan.
Wanneer een bindende biologische grenswaarde is vastgesteld zoals bepaald in bijlage II, is het gezondheidskundig toezicht verplicht voor het werken met het betrokken agens, overeenkomstig de in die bijlage bepaalde procedures. Werknemers moeten van die verplichting op de hoogte worden gebracht, alvorens hun de taak wordt opgedragen die een risico op blootstelling aan het vermelde gevaarlijke chemisch agens inhoudt.
Gezondheids- en blootstellingsdossiers worden in een passende vorm bewaard om latere raadpleging mogelijk te maken, met inachtneming van het medisch geheim.
De bevoegde instantie ontvangt desgevraagd een afschrift van de dossiers. Elke werknemer heeft op zijn verzoek toegang tot de gezondheids- en blootstellingsdossiers die op hem persoonlijk betrekking hebben.
Indien een onderneming haar werkzaamheden staakt, worden de gezondheids- en blootstellingsdossiers ter beschikking van de bevoegde instantie gesteld.
Indien uit het gezondheidskundig toezicht blijkt
wordt de werknemer door de arts of een ander naar behoren gekwalificeerd persoon op de hoogte gesteld van de uitslag die op hem persoonlijk betrekking heeft, en krijgt hij informatie en advies over het gezondheidskundig toezicht dat hij na beëindiging van de blootstelling zou moeten ondergaan, en
treft de werkgever de volgende maatregelen:
Artikel 11
Raadpleging en deelneming van de werknemers
De raadpleging en deelneming van werknemers en/of hun vertegenwoordigers met betrekking tot de gebieden die onder de werkingssfeer van deze richtlijn en de bijlagen ervan vallen, vinden plaats overeenkomstig artikel 11 van Richtlijn 89/391/EEG.
Artikel 12
Aanpassing van de bijlagen, opstelling en goedkeuring van technische begeleiding
Indien, in naar behoren gemotiveerde en uitzonderlijke gevallen van onmiddellijke, rechtstreekse en ernstige risico’s voor de lichamelijke gezondheid en veiligheid van werknemers en andere personen, om dwingende redenen van urgentie binnen een zeer kort tijdsbestek actie vereist is, is de in artikel 12 ter neergelegde procedure van toepassing op overeenkomstig dit artikel vastgestelde gedelegeerde handelingen.
Overeenkomstig Besluit 74/325/EEG raadpleegt de Commissie eerst het Raadgevend Comité voor de veiligheid, de hygiëne en de gezondheidsbescherming op de arbeidsplaats.
In de context van de toepassing van deze richtlijn houden de lidstaten bij het opstellen van hun nationaal beleid inzake de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers zoveel mogelijk rekening met deze richtsnoeren.
Artikel 12 bis
Uitoefening van de bevoegdheidsdelegatie
Artikel 12 ter
Spoedprocedure
Artikel 13
Intrekking en wijziging van eerdere richtlijnen
Richtlijn 83/477/EEG van de Raad van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (tweede bijzondere richtlijn in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG) ( 9 ) wordt als volgt gewijzigd:
in artikel 1, lid 1, wordt de volgende zinsnede geschrapt: „, die de tweede bijzondere richtlijn is in de zin van artikel 8 van Richtlijn 80/1107/EEG,”;
artikel 9, lid 2, wordt vervangen door:
in artikel 15, punt 1, tweede alinea, wordt de zinsnede „overeenkomstig de in artikel 10 van Richtlijn 80/1107/EEG vastgestelde procedure” vervangen door „volgens de procedure van artikel 17 van Richtlijn 89/391/EEG.”.
Richtlijn 86/188/EEG van de Raad van 12 mei 1986 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan lawaai op het werk ( 10 ) wordt als volgt gewijzigd:
in artikel 1, lid 1, wordt de zinsnede „, die de derde bijzondere richtlijn is in de zin van Richtlijn 80/1107/EEG,” geschrapt;
artikel 12, lid 2, tweede alinea, wordt vervangen door:
„De bijlagen I en II worden aan de technische vooruitgang aangepast volgens de procedure van artikel 17 van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk ( *2 ).
AFDELING IV
SLOTBEPALINGEN
Artikel 14
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
▼M1 —————
Artikel 16
Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen.
Artikel 17
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.
BIJLAGE I
LIJST VAN BINDENDE GRENSWAARDEN VOOR BEROEPSMATIGE BLOOTSTELLING
Naam van het agens |
EG- nr. (1) |
CAS-nr. (2) |
Grenswaarden |
Notatie |
Overgangsmaatregelen |
|||||
8 uur (3) |
Korte termijn (4) |
|||||||||
μg/m3 (5) |
ppm (6) |
f/ml (7) |
μg/m3 (5) |
ppm (6) |
f/ml (7) |
|||||
Diisocyanaten (gemeten als NCO (10)) |
|
|
6 |
|
|
12 |
|
|
Huid (8) Sensibilisatie van de huid en de luchtwegen (9) |
Een grenswaarde van 10 μg NCO/m3 met betrekking tot een referentieperiode van acht uur en een grenswaarde voor kortstondige blootstelling van 20 μg NCO/m3 zijn van toepassing tot en met 31 december 2028. |
(1)
Het EG-nummer (d.w.z. het Einecs-, Elincs- of NLP-nummer) is het officiële nummer van de stof binnen de Europese Unie, als gedefinieerd in punt 1.1.1.2 van deel 1 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008.
(2)
CAS-nr.: registratienummer van de Chemical Abstract Service.
(3)
Gemeten of berekend in verhouding tot een referentieperiode van acht uur als tijdgewogen gemiddelde (TGG).
(4)
Grenswaarde voor kortstondige blootstelling (Short-term exposure limit — STEL). Een grenswaarde voor blootstelling die niet mag worden overschreden en die geldt voor een periode van 15 minuten tenzij anders is vermeld.
(5)
μg/m3 = microgram per kubieke meter lucht bij 20 °C en 101,3 kPa (760 mm kwikdruk).
(6)
ppm = aantal deeltjes per miljoen (parts per million) naar volume in de lucht (ml/m3).
(7)
f/ml = vezels per milliliter (fibres per millilitre).
(8)
Dermale blootstelling kan aanzienlijk bijdragen tot de totale belasting van het lichaam.
(9)
De stof kan sensibilisatie van de huid en van de luchtwegen veroorzaken.
(10)
Met NCO worden de functionele isocyanaatgroepen van de diisocyanaatverbindingen bedoeld. |
BIJLAGE III
VERBODEN
Het produceren, vervaardigen of gebruiken op het werk van de onderstaande chemische agentia en de hierna vermelde werkzaamheden waarbij chemische agentia worden gebruikt, zijn verboden. Het verbod geldt niet indien het chemisch agens aanwezig is in een ander chemisch agens of deel uitmaakt van een afvalproduct, mits de individuele concentratie daarin beneden de vastgestelde grenswaarde blijft.
a) Chemische agentia
Einecs (1) Nr. |
CAS (2) Nr. |
Naam van het agens |
Concentratielimiet voor vrijstelling |
202-080-4 |
91-59-8 |
2-naftylamine en de zouten daarvan |
0,1 % w/w |
202-177-1 |
92-67-1 |
4-aminodifenyl en de zouten daarvan |
0,1 % w/w |
202-199-1 |
92-87-5 |
Benzidine en de zouten daarvan |
0,1 % w/w |
202-204-7 |
92-93-3 |
4-nitrodifenyl |
0,1 % w/w |
(1)
Einecs: European Inventory of Existing Commercial Chemical Substances (Europese Inventaris van bestaande chemische handelsstoffen).
(2)
CAS: Chemical Abstracts Service. |
b) Werkzaamheden
Geen.
( 1 ) PB L 196 van 26.7.1990, blz. 1.
( 2 ) Richtlijn 94/55/EG van de Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (PB L 319 van 12.12.1994, blz. 7). Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 96/86/EG van de Commissie (PB L 335 van 24.12.1996, blz. 43).
( 3 ) Richtlijn 96/49/EG van de Raad van 23 juli 1996 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen per spoor (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 25). Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 96/87/EG van de Commissie (PB L 335 van 24.12.1996, blz. 45).
( 4 ) Richtlijn 93/75/EG van de Raad van 13 september 1993 betreffende de minimumeisen voor schepen die gevaarlijke of verontreinigende goederen vervoeren en die naar of uit de zeehavens van de Gemeenschap varen (PB L 247 van 5.10.1993, blz. 19). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 97/34/EG van de Commissie (PB L 158 van 17.6.1997, blz. 40).
( 5 ) Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels, tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB L 353 van 31.12.2008, blz. 1).
( 6 ) Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).
( 7 ) PB L 100 van 19.4.1994, blz. 1.
( 8 ) PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1.
( 9 ) PB L 263 van 24.9.1983, blz. 25. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 91/382/EEG (PB L 206 van 29.7.1991, blz. 16).
( *1 ) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.”;
( 10 ) PB L 137 van 24.5.1986, blz. 28.
( *2 ) PB L 183 van 29.6.1989, blz. 1.”.