Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32010D0439

    2010/439/GBVB: Besluit 2010/439/GBVB van de Raad van 11 augustus 2010 houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan

    PB L 211 van 12.8.2010, p. 17–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/439/oj

    12.8.2010   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 211/17


    BESLUIT 2010/439/GBVB VAN DE RAAD

    van 11 augustus 2010

    houdende verlenging van het mandaat van de speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie in Afghanistan

    DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

    Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 28, artikel 31, lid 2, en artikel 33,

    Gezien het voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Op 22 maart 2010 heeft de Raad Besluit 2010/168/GBVB (1) vastgesteld, waarbij de heer Vygaudas USACKAS werd benoemd tot speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie (hierna „SVEU”) in Afghanistan van 1 april 2010 tot en met 31 augustus 2010.

    (2)

    Het mandaat van de SVEU moet worden verlengd tot en met 31 augustus 2011. Het mandaat van de SVEU kan evenwel eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit ingevolge een voorstel van de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (hierna „HV”) naar aanleiding van de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden.

    (3)

    De SVEU in Afghanistan zal zijn mandaat uitvoeren in een mogelijk verslechterende situatie die de doelstellingen van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid als vervat in artikel 21 van het Verdrag kan schaden,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Speciale vertegenwoordiger van de Europese Unie

    Het mandaat van de heer Vygaudas USACKAS als SVEU in Afghanistan wordt verlengd tot en met 31 augustus 2011. Het mandaat van de SVEU kan eerder worden beëindigd, indien de Raad daartoe besluit ingevolge een voorstel van de HV naar aanleiding van de inwerkingtreding van het besluit betreffende de oprichting van de Europese dienst voor extern optreden.

    Artikel 2

    Beleidsdoelstellingen

    De SVEU vertegenwoordigt de Europese Unie (hierna „de EU” of „de Unie”) en bevordert de beleidsdoelstellingen van de EU in Afghanistan, in nauwe coördinatie met de vertegenwoordigers van de EU-lidstaten in Afghanistan. De SVEU dient:

    a)

    bij te dragen tot de uitvoering van de Gezamenlijke Verklaring van de EU en Afghanistan en leiding te geven aan de uitvoering van het onderdeel „Afghanistan” van het EU-actieplan voor Afghanistan en Pakistan, in samenwerking met de vertegenwoordigers van de EU-lidstaten in Afghanistan;

    b)

    steun te verlenen aan de centrale rol die de VN spelen in Afghanistan, met bijzondere nadruk op het bijdragen tot een beter gecoördineerde internationale bijstand, waarbij de uitvoering van het conferentiecommuniqué van Londen, de „Afghanistan Compact” en de relevante VN-resoluties bevorderd wordt.

    Artikel 3

    Mandaat

    Ter uitvoering van het mandaat zal de SVEU, in nauwe samenwerking met de vertegenwoordigers van de EU-lidstaten in Afghanistan:

    a)

    de standpunten van de EU over het politiek proces en de ontwikkelingen in Afghanistan uitdragen;

    b)

    nauwe contacten onderhouden met en steun verlenen aan de ontwikkeling van de betrokken Afghaanse instellingen, met name de regering, het parlement en de lokale overheden. Er moeten ook contacten onderhouden worden met andere Afghaanse politieke groeperingen en actoren;

    c)

    nauwe contacten onderhouden met de internationale en regionale belanghebbenden in Afghanistan, met name de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN, de hoge civiele vertegenwoordiger van de NAVO en andere belangrijke partners en organisaties;

    d)

    advies geven in verband met de vorderingen in de verwezenlijking van de doelstellingen van de Gezamenlijke Verklaring van de EU en Afghanistan, het onderdeel „Afghanistan” van het EU-actieplan voor Afghanistan en Pakistan, de „Afghanistan Compact” en het conferentiecommuniqué van Londen, met name op de volgende gebieden:

    opbouw van civiele capaciteitsopbouw, met name op subnationaal niveau,

    goed bestuur en de oprichting van instellingen van de rechtsstaat, met name een onafhankelijke rechterlijke macht,

    hervorming van het kiesstelsel,

    hervorming van de veiligheidssector, waaronder de verbetering van het gerechtelijk apparaat, een nationaal leger en een nationale politie,

    groeibevordering, met name door middel van landbouw en plattelandsontwikkeling,

    naleving van Afghanistans internationale verplichtingen inzake mensenrechten, waaronder de eerbiediging van de rechten van personen die deel uitmaken van minderheden, alsmede vrouwen en kinderen,

    eerbiediging van de democratische beginselen en de rechtsstaat,

    aanmoediging van de deelname van vrouwen aan het openbaar bestuur en de civiele samenleving,

    eerbiediging van Afghanistans internationale verplichtingen, met inbegrip van samenwerking in de internationale inspanningen ter bestrijding van terrorisme, illegale drugshandel, mensenhandel en de verspreiding van massavernietigingswapens en daarmee verband houdende materialen,

    bevordering van humanitaire hulp en de vreedzame terugkeer van vluchtelingen en binnenlands ontheemden,

    verbetering van de doeltreffendheid van de EU-aanwezigheid en -activiteiten in Afghanistan, en bijdragen tot de opstelling van de halfjaarlijkse verslagen over de uitvoering van het EU-actieplan waarom de Raad verzocht heeft;

    e)

    actief deelnemen aan de lokale coördinatieorganen zoals de gemeenschappelijke coördinatie- en bewakingsraad en daarbij de niet-deelnemende lidstaten volledig op de hoogte houden van de besluiten die op deze niveaus genomen worden;

    f)

    adviseren over de deelname aan de internationale conferenties over Afghanistan en de standpunten die de EU daar moet innemen, en bijdragen tot de bevordering van regionale samenwerking.

    Artikel 4

    Uitvoering van het mandaat

    1.   De SVEU is onder het gezag van de HV verantwoordelijk voor de uitvoering van het mandaat.

    2.   Het Politiek en Veiligheidscomité (hierna „PVC”) onderhoudt een bevoorrechte relatie met de SVEU en vormt het eerste contactpunt van de SVEU met de Raad. Onverminderd de bevoegdheden van de HV zorgt het PVC binnen het kader van het mandaat voor strategische aansturing en politieke leiding ten behoeve van de SVEU.

    Artikel 5

    Financiering

    1.   Het financieel referentiebedrag ter dekking van de kosten in verband met het mandaat van de SVEU voor de periode van 1 september 2010 tot en met 31 augustus 2011 bedraagt 4 515 000 EUR.

    2.   De uitgaven worden beheerd volgens de procedures en voorschriften die van toepassing zijn op de algemene begroting van de Unie.

    3.   Voor het uitgavenbeheer wordt een overeenkomst gesloten tussen de SVEU en de Commissie. De SVEU legt voor alle uitgaven verantwoording af aan de Commissie.

    Artikel 6

    Vorming en samenstelling van het team

    1.   Binnen de grenzen van zijn mandaat en de daartoe vrijgemaakte financiële middelen is de SVEU verantwoordelijk voor de vorming van zijn team. In het team dient de door het mandaat vereiste deskundigheid inzake specifieke beleidsvraagstukken aanwezig te zijn. De SVEU houdt de Raad en de Commissie onmiddellijk op de hoogte van de samenstelling van zijn team.

    2.   De lidstaten en de instellingen van de Europese Unie kunnen voorstellen personeel te detacheren bij de SVEU. De bezoldiging van het personeel dat door een lidstaat of een instelling van de Unie bij de SVEU wordt gedetacheerd, komt ten laste van de betrokken lidstaat of instelling van de Unie. Door de lidstaten bij het secretariaat-generaal van de Raad gedetacheerde deskundigen kunnen ook ter beschikking van de SVEU worden gesteld. Internationaal aangeworven personeel moet de nationaliteit van een EU-lidstaat hebben.

    3.   Al het gedetacheerde personeel blijft onder het administratieve gezag van de detacherende lidstaat of instelling van de Unie en voert zijn taken uit en handelt in het belang van de missie van de SVEU.

    Artikel 7

    Voorrechten en immuniteiten van de SVEU en zijn medewerkers

    De voorrechten, immuniteiten en andere garanties die noodzakelijk zijn voor de uitvoering en het goede verloop van de missie van de SVEU en van zijn medewerkers, worden met de ontvangende partij(en) naargelang het geval overeengekomen. De lidstaten en de Commissie verlenen daartoe alle nodige steun.

    Artikel 8

    Beveiliging van gerubriceerde EU-gegevens

    De SVEU en de leden van zijn team leven de beveiligingsbeginselen en -minimumnormen na die zijn vastgelegd in Besluit 2001/264/EG van de Raad van 19 maart 2001 tot vaststelling van beveiligingsvoorschriften van de Raad (2), met name wanneer zij gerubriceerde EU-gegevens behandelen.

    Artikel 9

    Toegang tot informatie en logistieke steun

    1.   De lidstaten, de Commissie en het secretariaat-generaal van de Raad zorgen ervoor dat de SVEU toegang krijgt tot alle relevante informatie.

    2.   De delegaties van de Unie en/of de lidstaten, naargelang van het geval, verlenen logistieke steun in de regio.

    Artikel 10

    Veiligheid

    Overeenkomstig het beleid van de Unie inzake de veiligheid van personeel dat op grond van titel V van het Verdrag wordt ingezet in operaties buiten de Unie, neemt de SVEU alle redelijkerwijs haalbare maatregelen voor de beveiliging van het personeel dat rechtstreeks onder zijn rechtstreeks gezag staat, in overeenstemming met zijn mandaat en de veiligheidssituatie in het gebied waarvoor hij verantwoordelijk is; met name:

    a)

    stelt hij op basis van de richtsnoeren van het secretariaat-generaal van de Raad een missiespecifiek veiligheidsplan op, dat onder meer missiespecifieke fysieke, organisatorische en procedurele beveiligingsmaatregelen voor het beheer van personeelsbewegingen naar en binnen het missiegebied, het beheer van veiligheidsincidenten en een nood- en evacuatieplan van de missie behelst;

    b)

    zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette personeelsleden gedekt zijn door een op de omstandigheden in het missiegebied afgestemde verzekering tegen grote risico's;

    c)

    zorgt hij ervoor dat alle buiten de Unie ingezette leden van zijn team, ook het ter plaatse aangeworven personeel, voor of bij aankomst in het missiegebied een passende beveiligingsopleiding hebben genoten waarvan de inhoud is bepaald op basis van de risicoklasse waarin het secretariaat-generaal van de Raad het missiegebied heeft ingedeeld;

    d)

    zorgt hij ervoor dat alle naar aanleiding van geregelde beveiligingsbeoordelingen overeengekomen aanbevelingen worden opgevolgd, en brengt hij aan de HV, de Raad en de Commissie schriftelijk verslag uit over de uitvoering daarvan en over andere veiligheidskwesties in het kader van zijn tussentijds verslag en zijn verslag over de uitvoering van het mandaat.

    Artikel 11

    Rapportage

    De SVEU brengt geregeld mondeling en schriftelijk verslag uit aan de HV en aan het PVC. De SVEU brengt zo nodig tevens verslag uit aan de werkgroepen van de Raad. De geregelde schriftelijke verslagen worden verspreid via het COREU-netwerk. Op aanbeveling van de HV en het PVC kan de SVEU ook verslag uitbrengen aan de Raad Buitenlandse Zaken.

    Artikel 12

    Coördinatie

    1.   De SVEU bevordert de algehele politieke coördinatie van de Unie. Hij helpt ervoor te zorgen dat alle instrumenten van de Unie ter plaatse op coherente wijze worden ingezet om de beleidsdoelstellingen van de Unie te verwezenlijken. Daartoe worden de activiteiten van de SVEU gecoördineerd met die van de Commissie, en met die van de SVEU voor Centraal-Azië en de vertegenwoordiging van de Unie in Pakistan. De SVEU brengt regelmatig verslag uit aan de missies van de lidstaten en de delegaties van de Unie.

    2.   Er worden nauwe contacten onderhouden met de hoofden van de delegaties van de Unie en met de missiehoofden van de lidstaten op het terrein. Zij doen alles wat in hun vermogen ligt om de SVEU bij te staan in de uitvoering van zijn mandaat. De SVEU geeft het hoofd van de politiemissie van de Europese Unie in Afghanistan (EUPOL AFGHANISTAN) plaatselijke politieke sturing. De SVEU en de civiele operationele commandant plegen, indien nodig, overleg. De SVEU onderhoudt eveneens contacten met andere internationale en regionale actoren ter plaatse.

    Artikel 13

    Evaluatie

    De toepassing van dit besluit en de samenhang ervan met andere bijdragen van de Unie in de regio worden op gezette tijden geëvalueerd. De SVEU legt de HV, de Raad en de Commissie eind februari 2011 een voortgangsverslag, en aan het eind van zijn mandaat een uitvoerig verslag over de uitvoering van het mandaat voor.

    Artikel 14

    Inwerkingtreding

    Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het wordt vastgesteld.

    Gedaan te Brussel, 11 augustus 2010.

    Voor de Raad

    De voorzitter

    S. VANACKERE


    (1)  PB L 75 van 23.3.2010, blz. 22.

    (2)  PB L 101 van 11.4.2001, blz. 1.


    Top