EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32008R1356

Verordening (EG) nr. 1356/2008 van de Commissie van 23 december 2008 houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (Voor de EER relevante tekst)

PB L 350 van 30.12.2008, p. 46–55 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/03/2014; opgeheven door 32014R0319

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2008/1356/oj

30.12.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 350/46


VERORDENING (EG) Nr. 1356/2008 VAN DE COMMISSIE

van 23 december 2008

houdende wijziging van Verordening (EG) nr. 593/2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (1), en met name artikel 64, lid 1,

Na raadpleging van de raad van beheer van het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De regels voor het berekenen van de vergoedingen en rechten die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 593/2007 van de Commissie van 31 mei 2007 betreffende de door het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart geheven vergoedingen en rechten (2), moeten periodiek worden herzien teneinde te garanderen dat het bedrag van de door de aanvrager te betalen vergoedingen en rechten in verhouding staat tot de complexiteit van de door het Agentschap uitgevoerde taken en de werkbelasting die de aanvraag met zich meebrengt. Bij toekomstige wijzigingen van die verordening zullen de regels worden verfijnd, onder meer op basis van de gegevens waarover het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (hierna „het agentschap” genoemd) zal beschikken ten gevolge van de tenuitvoerlegging van zijn systeem voor enterprise resource planning.

(2)

De in artikel 12, lid 1, van Verordening (EG) nr. 216/2008 bedoelde overeenkomsten moeten de basis vormen voor de beoordeling van de werkbelasting die de certificering van producten van derde landen met zich meebrengt. In beginsel is het proces waarbij het agentschap certificaten valideert die zijn afgegeven door derde landen waarmee de Gemeenschap een passende overeenkomst heeft gesloten, beschreven in deze overeenkomsten en veroorzaakt dit proces een andere werkbelasting dan die welke vereist is voor de certificeringsactiviteiten van het agentschap.

(3)

Er moet worden gezorgd voor een evenwicht tussen het totale bedrag dat het agentschap besteedt aan certificeringstaken en de totale inkomsten uit de vergoedingen en rechten die het in rekening brengt, maar de regels voor het berekenen van die vergoedingen en rechten moeten duidelijk en billijk zijn voor alle aanvragers. Dit geldt ook voor de berekening van de reiskosten buiten het grondgebied van de lidstaten. De huidige formule moet worden verfijnd, zodat ze uitsluitend betrekking heeft op de directe kosten voor dergelijke reizen.

(4)

Uit de ervaring die is opgedaan met de toepassing van Verordening (EG) nr. 593/2007 is gebleken dat het noodzakelijk is te specificeren wanneer het agentschap de verschuldigde vergoeding mag factureren en dat een methode moet worden vastgesteld voor de berekening van het bedrag dat moet worden terugbetaald in het geval een certificeringstaak wordt onderbroken. Soortgelijke regels moeten worden opgesteld in de gevallen dat afstand wordt gedaan van een certificaat of dat een certificaat wordt opgeschort.

(5)

Om technische redenen moeten wijzigingen worden aangebracht in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 593/2007 teneinde sommige definities of classificaties te verbeteren.

(6)

Verordening (EG) nr. 593/2007 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 65 van Verordening (EG) nr. 216/2008 ingestelde comité,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 593/2007 wordt als volgt gewijzigd:

1.

Artikel 6 wordt vervangen door:

„Artikel 6

Onverminderd artikel 4 omvat, voor zover de certificeringswerkzaamheid geheel of gedeeltelijk buiten het grondgebied van de lidstaten plaatsvindt, de aan de aanvrager gefactureerde vergoeding de overeenkomstige reiskosten buiten het grondgebied van de lidstaten, overeenkomstig de formule:

d = f + v + h – e

waarbij:

d

=

verschuldigde vergoeding

f

=

vergoeding overeenkomstig de uitgevoerde werkzaamheid, als opgenomen in de bijlage

v

=

reiskosten

h

=

door deskundigen in het vervoermiddel doorgebrachte tijd, gefactureerd aan het in deel II vermelde uurtarief

e

=

gemiddelde reiskosten op het grondgebied van de lidstaten, inclusief de gemiddelde tijd die in het vervoermiddel wordt doorgebracht op het grondgebied van de lidstaten, vermenigvuldigd met het in deel II vermelde uurtarief.”

2.

Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt vervangen door:

„2.   Een certificaat wordt pas afgegeven, gehandhaafd of gewijzigd wanneer de verschuldigde vergoeding volledig is betaald, tenzij tussen het agentschap en de aanvrager anders is overeengekomen. Het agentschap mag de vergoeding in een keer factureren nadat het de aanvraag heeft ontvangen, of bij het begin van de jaarlijkse of de toezichtsperiode. Wanneer de vergoeding niet wordt betaald, kan het agentschap weigeren het certificaat af te geven of het certificaat intrekken na de aanvrager hiervan formeel in kennis te hebben gesteld.”.

b)

lid 3 wordt geschrapt.

c)

lid 7 wordt vervangen door:

„7.   Indien een certificeringswerkzaamheid door het agentschap moet worden onderbroken omdat de aanvrager over onvoldoende middelen beschikt of niet aan de geldende eisen voldoet, of omdat de aanvrager besluit om af te zien van zijn aanvraag of om zijn project uit te stellen, dient het saldo van alle vervallen vergoedingen, die berekend worden op uurbasis voor de lopende periode van twaalf maanden maar de toepasselijke vaste vergoeding niet overschrijden, volledig betaald te worden op het moment dat het agentschap de werkzaamheid stopzet, samen met alle andere op dat ogenblik verschuldigde bedragen. Het relevante aantal uren wordt gefactureerd tegen de in deel II van de bijlage vastgestelde uurvergoeding. Wanneer het agentschap op verzoek van de aanvrager eerder onderbroken certificeringswerkzaamheden hervat, wordt deze werkzaamheid als een nieuw project aangerekend.”.

d)

de volgende leden 8 en 9 worden toegevoegd:

„8.   Als de certificaathouder afstand doet van het corresponderende certificaat of het agentschap het certificaat intrekt, dient het saldo van alle verschuldigde vergoedingen, die berekend worden op uurbasis maar de toepasselijke vaste vergoeding niet overschrijden, volledig betaald te worden op het ogenblik dat de afstand of de intrekking plaatsvindt, samen met alle andere op dat ogenblik verschuldigde bedragen. Het relevante aantal uren wordt gefactureerd tegen de in deel II van de bijlage vastgestelde uurvergoeding.

9.   Als het agentschap een certificaat opschort, dient het saldo van alle verschuldigde vergoedingen, die pro rata temporis worden berekend, volledig te worden betaald op het ogenblik van de opschorting, samen met alle andere op dat ogenblik verschuldigde bedragen. Als de opschorting van het certificaat vervolgens wordt opgeheven, begint een nieuwe periode van twaalf maanden op de datum waarop het certificaat opnieuw geldig wordt.”.

3.

In artikel 12 wordt lid 5 geschrapt.

4.

In artikel 14 wordt lid 3 geschrapt.

5.

De bijlage wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2009.

Zij is van toepassing onder de volgende voorwaarden:

a)

de vergoedingen in de tabellen 1 tot en met 5 van deel I van de bijlage zijn van toepassing op elke na 1 januari 2009 ontvangen aanvraag voor een certificeringwerkzaamheid;

b)

de vergoedingen in tabel 6 van deel I van de bijlage zijn van toepassing op de na 1 januari 2009 geheven jaarvergoedingen.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 december 2008.

Voor de Commissie

Antonio TAJANI

Vicevoorzitter


(1)  PB L 79 van 19.3.2008, blz. 1.

(2)  PB L 140 van 1.6.2007, blz. 3.


BIJLAGE

De bijlage bij Verordening (EG) nr. 593/2007 wordt als volgt gewijzigd:

(1)

Toelichting 7 wordt vervangen door:

„(7)

Onder „afgeleide” wordt verstaan een gewijzigd typecertificaat zoals gedefinieerd en toegepast door de houder van het typecertificaat.”

(2)

Toelichting 9 wordt vervangen door:

„(9)

In de tabellen 3 en 4 van deel I verwijzen „Eenvoudig”, „Standaard” en „Complex” naar het volgende:

 

Eenvoudig

Standaard

Complex

Aanvullend typecertificaat (EASA) (STC)

Grote ontwerpwijzigingen (EASA)

Grote reparaties (EASA)

STC, grote ontwerpwijziging, of reparatie, waarbij enkel actuele en beproefde rechtvaardigingsmethodes worden gevolgd, waarvoor bij de aanvraag een compleet pakket gegevens (beschrijving, conformiteitschecklist en -documenten) kan worden overgelegd, waarvoor de aanvrager ervaring heeft aangetoond, en die door de projectcertificeringsbeheerder alleen of met beperkte hulp van één specialist kan worden beoordeeld.

Alle andere STC's, grote ontwerpwijzigingen of reparaties

Belangrijk (1) STC of grote ontwerpwijziging.

Krachtens een bilaterale regeling gevalideerd aanvullend typecertificaat

Fundamenteel (2)

Niet-fundamenteel (2)

Niet-fundamenteel aanvullend typecertificaat (2) wanneer de certificeringsautoriteit de wijziging als „significant” (1) heeft geclassificeerd

Krachtens een bilaterale regeling gevalideerde grote ontwerpwijziging

Grote ontwerpwijzigingen van niveau 2 (2) wanneer niet automatisch aanvaard. (3).

Niveau 1 (2)

Grote ontwerpwijziging van niveau 1 (2) wanneer de certificeringsautoriteit (2) de wijziging als „significant” (1) heeft geclassificeerd

Krachtens een bilaterale regeling gevalideerde grote reparatie

n.v.t.

(automatische aanvaarding)

Reparaties aan kritieke onderdelen (2)

n.v.t.

(3)

In deel I worden de tabellen 1 tot en met 6 vervangen door:

„Tabel 1:   Typecertificaten en beperkte typecertificaten (bedoeld in subdeel B en subdeel O van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003) (4))

(EUR)

 

Vaste vergoeding

Vliegtuigen met vaste vleugels

Meer dan 150 000 kg

2 600 000

Meer dan 50 000 kg en hoogstens 150 000 kg

1 330 000

Meer dan 22 000 kg en hoogstens 50 000 kg

1 060 000

Meer dan 5 700 kg en hoogstens 22 000 kg

410 000

Meer dan 2 000 kg en hoogstens 5 700 kg

227 000

Tot 2 000 kg

12 000

Heel lichte vliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen, zweefvliegtuigen

6 000

Draagschroefvliegtuigen

Groot

525 000

Middelgroot

265 000

Klein

20 000

Andere

Luchtballons

6 000

Voortstuwing

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht van meer dan 25 KN of een opstijgvermogen van meer dan 2 000 kW

365 000

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht tot 25 KN of een opstijgvermogen tot 2 000 kW

185 000

Niet-turbinemotoren

30 000

Niet-turbinemotoren CS 22 H, CS VLR App. B

15 000

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa van meer dan 5 700 kg

10 250

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa tot 5 700 kg

2 925

Onderdelen

Waarde meer dan 20 000 EUR

2 000

Waarde tussen 2 000 en 20 000 EUR

1 000

Waarde minder dan 2 000 EUR

500


Tabel 2:   Afgeleiden bij typecertificaten of beperkte typecertificaten

(EUR)

 

Vaste vergoeding (5)

Vliegtuigen met vaste vleugels

Meer dan 150 000 kg

1 000 000

Meer dan 50 000 kg en hoogstens 150 000 kg

500 000

Meer dan 22 000 kg en hoogstens 50 000 kg

400 000

Meer dan 5 700 kg en hoogstens 22 000 kg

160 000

Meer dan 2 000 kg en hoogstens 5 700 kg

80 000

Tot 2 000 kg

2 800

Heel lichte vliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen, zweefvliegtuigen

2 400

Draagschroefvliegtuigen

Groot

200 000

Middelgroot

100 000

Klein

6 000

Andere

Luchtballons

2 400

Voortstuwing

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht van meer dan 25 KN of een opstijgvermogen van meer dan 2 000 kW

100 000

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht tot 25 KN of een opstijgvermogen tot 2 000 kW

50 000

Niet-turbinemotoren

10 000

Niet-turbinemotoren CS 22 H, CS VLR App. B

5 000

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa van meer dan 5 700 kg

2 500

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa tot 5 700 kg

770

Onderdelen

Waarde meer dan 20 000 EUR

1 000

Waarde tussen 2 000 en 20 000 EUR

600

Waarde minder dan 2 000 EUR

350


Tabel 3:   Aanvullende typecertificaten (bedoeld in subdeel E van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003)

(EUR)

 

Vaste vergoeding (6)

Complex

Standaard

Eenvoudig

Vliegtuigen met vaste vleugels

Meer dan 150 000 kg

25 000

6 000

3 000

Meer dan 50 000 kg en hoogstens 150 000 kg

13 000

5 000

2 500

Meer dan 22 000 kg en hoogstens 50 000 kg

8 500

3 750

1 875

Meer dan 5 700 kg en hoogstens 22 000 kg

5 500

2 500

1 250

Meer dan 2 000 kg en hoogstens 5 700 kg

3 800

1 750

875

Tot 2 000 kg

1 600

1 000

500

Heel lichte vliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen, zweefvliegtuigen

250

250

250

Draagschroefvliegtuigen

Groot

11 000

4 000

2 000

Middelgroot

5 000

2 000

1 000

Klein

900

400

250

Andere

Luchtballons

800

400

250

Voortstuwing

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht van meer dan 25 KN of een opstijgvermogen van meer dan 2 000 kW

12 000

5 000

2 500

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht tot 25 KN of een opstijgvermogen tot 2 000 kW

5 800

2 500

1 250

Niet-turbinemotoren

2 800

1 250

625

Niet-turbinemotoren CS 22 H, CS VLR App. B

1 400

625

300

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa van meer dan 5 700 kg

2 000

1 000

500

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa tot 5 700 kg

1 500

750

375


Tabel 4:   Grote wijzigingen en grote reparaties (bedoeld in de subdelen D en M van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003)

(EUR)

 

Vaste vergoeding (7)  (8)

Complex

Standaard

Eenvoudig

Vliegtuigen met vaste vleugels

Meer dan 150 000 kg

20 000

6 000

3 000

Meer dan 50 000 kg en hoogstens 150 000 kg

9 000

4 000

2 000

Meer dan 22 000 kg en hoogstens 50 000 kg

6 500

3 000

1 500

Meer dan 5 700 kg en hoogstens 22 000 kg

4 500

2 000

1 000

Meer dan 2 000 kg en hoogstens 5 700 kg

3 000

1 400

700

Tot 2 000 kg

1 100

500

250

Heel lichte vliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen, zweefvliegtuigen

250

250

250

Draagschroefvliegtuigen

Groot

10 000

4 000

2 000

Middelgroot

4 500

2 000

1 000

Klein

850

400

250

Andere

Luchtballons

850

400

250

Voortstuwing

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht van meer dan 25 KN of een opstijgvermogen van meer dan 2 000 kW

5 000

2 000

1 000

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht tot 25 KN of een opstijgvermogen tot 2 000 kW

2 500

1 000

500

Niet-turbinemotoren

1 300

600

300

Niet-turbinemotoren CS 22 H, CS VLR App. B

600

300

250

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa van meer dan 5 700 kg

250

250

250

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa tot 5 700 kg

250

250

250


Tabel 5:   Kleine wijzigingen en kleine reparaties (bedoeld in de subdelen D en M van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003)

(EUR)

 

Vaste vergoeding (9)  (10)

Vliegtuigen met vaste vleugels

Meer dan 150 000 kg

500

Meer dan 50 000 kg en hoogstens 150 000 kg

500

Meer dan 22 000 kg en hoogstens 50 000 kg

500

Meer dan 5 700 kg en hoogstens 22 000 kg

500

Meer dan 2 000 kg en hoogstens 5 700 kg

250

Tot 2 000 kg

250

Heel lichte vliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen, zweefvliegtuigen

250

Draagschroefvliegtuigen

Groot

500

Middelgroot

500

Klein

250

Andere

Luchtballons

250

Voortstuwing

Turbinemotoren

500

Niet-turbinemotoren

250

Propeller

250


Tabel 6:   Jaarvergoedingen voor houders van typecertificaten en beperkte typecertificaten van EASA en andere typecertificaten die geacht worden te worden aanvaard krachtens Verordening (EG) nr. 1592/2002

(EUR)

 

Vaste vergoeding (11)  (12)  (13)

 

EU-ontwerp

Niet-EU-ontwerp

Vliegtuigen met vaste vleugels

Meer dan 150 000 kg

270 000

90 000

Meer dan 50 000 kg en hoogstens 150 000 kg

150 000

50 000

Meer dan 22 000 kg en hoogstens 50 000 kg

80 000

27 000

Meer dan 5 700 kg en hoogstens 22 000 kg

17 000

5 700

Meer dan 2 000 kg en hoogstens 5 700 kg

4 000

1 400

Tot 2 000 kg

2 000

670

Heel lichte vliegtuigen, gemotoriseerde zweefvliegtuigen, zweefvliegtuigen

900

300

Draagschroefvliegtuigen

Groot

65 000

21 700

Middelgroot

30 000

10 000

Klein

3 000

1 000

Andere

Luchtballons

900

300

Voortstuwing

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht van meer dan 25 KN of een opstijgvermogen van meer dan 2 000 kW

40 000

13 000

Turbinemotoren met een opstijgstuwkracht tot 25 KN of een opstijgvermogen tot 2 000 kW

6 000

2 000

Niet-turbinemotoren

1 000

350

Niet-turbinemotoren CS 22 H, CS VLR App. B

500

250

Propeller voor gebruik op een luchtvaartuig met een maximale opstijgmassa van meer dan 5 700 kg

750

250

Onderdelen

Waarde meer dan 20 000 EUR

2 000

700

Waarde tussen 2 000 en 20 000 EUR

1 000

350

Waarde minder dan 2 000 EUR

500

250

(4)

In deel II komt punt 2 als volgt te luiden:

„2.

Uurbasis overeenkomstig de betrokken werkzaamheden:

Bewijs van ontwerpbekwaamheid door middel van alternatieve procedures

Werkelijk aantal uren

Productie zonder erkenning

Werkelijk aantal uren

Alternatieve methoden om de luchtwaardigheidsvoorschriften na te leven

Werkelijk aantal uren

Valideringsondersteuning (aanvaarding van EASA-certificaten door buitenlandse overheden)

Werkelijk aantal uren

Door buitenlandse overheden gevraagde technische bijstand

Werkelijk aantal uren

Aanvaarding door EASA van MRB-rapporten

Werkelijk aantal uren

Overdracht van certificaten

Werkelijk aantal uren

Erkenning van vluchtcondities voor vliegvergunning

3 uur

Administratieve heruitreiking van documenten

1 uur

Exportcertificaat van luchtwaardigheid (E-CoA) voor CS 25-luchtvaartuigen

6 uur

Exportcertificaat van luchtwaardigheid (E-CoA) voor andere luchtvaartuigen

2 uur”


(1)  „Belangrijk” is gedefinieerd in paragraaf 21A.101 (b) van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003.

(2)  Zie voor de definities van „fundamenteel”, „niet-fundamenteel”, „niveau 1”, „niveau 2”, „kritiek onderdeel” en „certificeringsautoriteit” de toepasselijke bilaterale overeenkomst krachtens dewelke de validering plaatsvindt.

(3)  De criteria voor automatische aanvaarding door EASA van grote ontwerpwijzigingen van niveau 2 zijn gedefinieerd in „Executive Director Decision 2004/04/CF” van EASA of in de toepasselijke bilaterale overeenkomst krachtens dewelke de validering plaatsvindt.”

(4)  PB L 243 van 27.9.2003, blz. 6.

(5)  Voor afgeleiden die belangrijke grote wijzigingen van het typeontwerp omvatten, als beschreven in subdeel B van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003, is de respectieve vergoeding voor typecertificaten of beperkte typecertificaten, als vastgelegd in tabel 1, van toepassing.

(6)  Voor aanvullende typecertificaten die belangrijke grote wijzigingen omvatten, als beschreven in subdeel B van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003, is de respectieve vergoeding voor typecertificaten of beperkte typecertificaten, als vastgelegd in tabel 1, van toepassing.

(7)  Voor significante grote wijzigingen die belangrijke grote wijzigingen omvatten, als beschreven in subdeel B van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003, is de respectieve vergoeding voor typecertificaten of beperkte typecertificaten, als vastgelegd in tabel 1, van toepassing.

(8)  Wijzigingen en reparaties aan hulpaggregaten (APU) worden aangerekend als wijzigingen en reparaties aan motoren met hetzelfde vermogen.

(9)  De vergoedingen in deze tabel zijn niet van toepassing op kleine wijzigingen en reparaties die door ontwerporganisaties worden uitgevoerd in overeenstemming met deel 21A.263(c)(2) van subdeel J van de bijlage bij Verordening (EG) nr. 1702/2003.

(10)  Wijzigingen en reparaties aan een hulpaggregaten worden aangerekend als wijzigingen en reparaties aan motoren met hetzelfde vermogen.

(11)  Voor vrachtversies van een luchtvaartuig met een eigen typecertificaat wordt een coëfficiënt van 0,85 toegepast op de vergoeding voor de equivalente passagiersversie.

(12)  Voor houders van meerdere typecertificaten en/of meerdere beperkte typecertificaten wordt een korting op de jaarvergoeding toegepast voor het tweede en elk daaropvolgend typecertificaat of beperkt typecertificaat in dezelfde productcategorie als aangegeven in onderstaande tabel:

Product in identieke categorie

Korting op de vaste vergoeding

1ste

0 %

2de

10 %

3de

20 %

4de

30 %

5de

40 %

6de

50 %

7de

60 %

8ste

70 %

9de

80 %

10de

90 %

11de en volgende producten

100 %

(13)  Voor luchtvaartuigen waarvan wereldwijd minder dan 50 exemplaren zijn geregistreerd, worden permanente-luchtwaardigheidsactiviteiten in rekening gebracht op uurbasis, tegen de in deel II van de bijlage vastgestelde uurvergoeding, tot maximaal de vergoeding voor de relevante luchtvaartuigproductcategorie. Voor producten, onderdelen en uitrustingsstukken die geen luchtvaartuig zijn, heeft de beperking betrekking op het aantal luchtvaartuigen waarop het product, onderdeel of uitrustingsstuk in kwestie is geïnstalleerd.”


Top