Tento dokument je výňatok z webového sídla EUR-Lex
Dokument 32025R1949
Commission Implementing Regulation (EU) 2025/1949 of 29 September 2025 amending Implementing Regulation (EU) 2018/2019 as regards certain plants for planting of Prunus cerasus and Prunus canescens originating in Ukraine and certain plants for planting of Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa and Prunus persica originating in the United Kingdom and amending Implementing Regulation (EU) 2020/1213 as regards the phytosanitary measures for the introduction into the Union territory of those plants originating in the United Kingdom
Uitvoeringsverordening (EU) 2025/1949 van de Commissie van 29 september 2025 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wat betreft bepaalde voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus cerasus en Prunus canescens afkomstig uit Oekraïne en bepaalde voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wat betreft het binnenbrengen in de Unie van die planten afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk
Uitvoeringsverordening (EU) 2025/1949 van de Commissie van 29 september 2025 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wat betreft bepaalde voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus cerasus en Prunus canescens afkomstig uit Oekraïne en bepaalde voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wat betreft het binnenbrengen in de Unie van die planten afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk
C/2025/6440
PB L, 2025/1949, 30.9.2025, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/1949/oj (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
Účinné
|
Publicatieblad |
NL L-serie |
|
2025/1949 |
30.9.2025 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2025/1949 VAN DE COMMISSIE
van 29 september 2025
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wat betreft bepaalde voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus cerasus en Prunus canescens afkomstig uit Oekraïne en bepaalde voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wat betreft het binnenbrengen in de Unie van die planten afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 42, lid 4, eerste en derde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (2) bevat een lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen met een hoog risico, die op basis van een voorlopige risicobeoordeling is vastgesteld. |
|
(2) |
Op basis van een voorlopige beoordeling zijn 34 geslachten en één soort van voor opplant bestemde planten afkomstig uit derde landen voorlopig opgenomen in de lijst van planten met een hoog risico in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019. In die lijst is het geslacht Prunus L. opgenomen. |
|
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 van de Commissie (3) bevat de fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen die uit de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 zijn geschrapt, maar waarvan de fytosanitaire risico’s nog niet volledig zijn beoordeeld. Dat komt doordat één of meer plaagorganismen waarvoor die planten als waard dienen, die nog niet in de lijst van EU-quarantaineorganismen in Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (4) zijn opgenomen, mogelijk op basis van een volledige risicobeoordeling aan de voorwaarden voor opneming in die lijst voldoen. |
|
(4) |
Op 22 juni 2023 heeft Oekraïne bij de Commissie een verzoek ingediend voor uitvoer naar de Unie van tot twee jaar oude niet-geënte voor opplant bestemde planten zonder blad van hybriden van Prunus cerasus en Prunus canescens (“de betrokken planten uit Oekraïne”). Bij dat verzoek was het relevante technische dossier gevoegd. |
|
(5) |
Op 22 oktober 2024 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risicobeoordeling van voor opplant bestemde planten van de betrokken planten uit Oekraïne (5). De EFSA heeft geen enkel plaagorganisme relevant bevonden voor die planten. |
|
(6) |
Op 28 februari 2024 heeft het Verenigd Koninkrijk (6) bij de Commissie drie verzoeken ingediend voor uitvoer naar de Unie van tot twee jaar oud enthout van Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica met een maximale diameter van 12 mm; tot drie jaar oude voor opplant bestemde geënte planten met naakte wortels van de soorten Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica met een maximale diameter van 40 mm, en tot vijftien jaar oude voor opplant bestemde geënte planten in groeimedium van de soorten Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica met een maximale diameter van 40 mm (“de betrokken planten uit het Verenigd Koninkrijk”). Bij die verzoeken waren de respectieve technische dossiers gevoegd. |
|
(7) |
Op 26 februari 2025 heeft de EFSA een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risicobeoordeling van de betrokken planten uit het Verenigd Koninkrijk (7). De EFSA heeft Bemisia tabaci (Europese populatie), aan Candidatus Phytoplasma aurantifolia verwante stammen, Colletotrichum aenigma, Erwinia amylovora, Eulecanium excrescens en Scirtothrips dorsalis geïdentificeerd als plaagorganismen die relevant zijn voor die planten, de in de technische dossiers beschreven risicobeperkende maatregelen geëvalueerd en een inschatting gemaakt van de waarschijnlijkheid dat de betrokken planten vrij zijn van die plaagorganismen. |
|
(8) |
Op grond van het respectieve advies van de EFSA wordt het fytosanitaire risico dat voortvloeit uit het binnenbrengen van de betrokken planten uit Oekraïne op het grondgebied van de Unie aanvaardbaar geacht, mits aan de respectieve invoervoorschriften van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 is voldaan. |
|
(9) |
Aangezien geen enkel plaagorganisme relevant is bevonden voor de betrokken planten uit Oekraïne, is het gerechtvaardigd te concluderen dat het fytosanitaire risico van het binnenbrengen van de betrokken planten uit Oekraïne aanvaardbaar is, mits aan de respectieve invoervoorschriften van bijlage VII bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 is voldaan. |
|
(10) |
Op basis van het respectieve advies van de EFSA wordt het fytosanitaire risico dat voortvloeit uit het op het grondgebied van de Unie binnenbrengen van de betrokken planten uit het Verenigd Koninkrijk geacht tot een aanvaardbaar niveau te zijn teruggebracht als passende maatregelen worden genomen om het risico van plaagorganismen dat die planten met zich meebrengen, te beperken. |
|
(11) |
Aangezien het fytosanitaire risico dat voortvloeit uit het op het grondgebied van de Unie binnenbrengen van oude bomen van Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica (vijftien jaar oud) uit het Verenigd Koninkrijk – het product dat mogelijk het hoogste fytosanitaire risico met zich meebrengt – wordt geacht tot een aanvaardbaar niveau te zijn teruggebracht, is het gerechtvaardigd te concluderen dat het fytosanitaire risico van het binnenbrengen in de Unie van alle voor opplant bestemde planten van die Prunus-soorten uit het Verenigd Koninkrijk, ongeacht hun grootte of leeftijd, met naakte wortels of in groeimedium, al dan niet geënt, aanvaardbaar is, mits passende maatregelen worden genomen om het risico van plaagorganismen dat die planten met zich meebrengen, te beperken. |
|
(12) |
Daarom moeten tot twee jaar oude voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus cerasus en Prunus canescens en hybriden van de twee soorten afkomstig uit Oekraïne en voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk niet langer als planten met een hoog risico worden beschouwd. Zij moeten daarom van de lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen met een hoog risico in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 worden geschrapt. |
|
(13) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(14) |
De door het Verenigd Koninkrijk in de dossiers beschreven maatregelen worden toereikend geacht om het risico dat voortvloeit uit het binnenbrengen van de betrokken planten uit het Verenigd Koninkrijk op het grondgebied van de Unie tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Die maatregelen moeten daarom worden vastgesteld als fytosanitaire invoervoorschriften om de fytosanitaire bescherming van het grondgebied van de Unie te waarborgen. |
|
(15) |
Aan Candidatus Phytoplasma aurantifolia verwante stammen en Scirtothrips dorsalis zijn in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 opgenomen als EU-quarantaineorganismen, en Bemisia tabaci (Europese populatie) en Erwinia amylovora zijn in bijlage III bij die verordening opgenomen als ZP-quarantaineorganismen. |
|
(16) |
Colletotrichum aenigma en Eulecanium excrescens zijn nog niet opgenomen in de lijst van EU-quarantaineorganismen. Er moet een volledige risicobeoordeling van die plaagorganismen beschikbaar komen om te bepalen of zij in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 moeten worden opgenomen en of de betrokken planten uit het Verenigd Koninkrijk bijgevolg samen met de relevante specifieke voorschriften in bijlage VII bij die verordening moeten worden opgenomen. |
|
(17) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 moet daarom worden gewijzigd om ook uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica te onderwerpen aan de respectieve maatregelen betreffende Colletotrichum aenigma en Eulecanium excrescens. |
|
(18) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage I bij deze verordening.
Artikel 2
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 september 2025.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/2031/oj.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie van 18 december 2018 tot vaststelling van een voorlopige lijst van planten, plantaardige producten of andere materialen met een hoog risico in de zin van artikel 42 van Verordening (EU) 2016/2031 en een lijst van planten waarvoor geen fytosanitair certificaat is vereist voor het binnenbrengen in de Unie in de zin van artikel 73 van die verordening (PB L 323 van 19.12.2018, blz. 10, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2018/2019/oj).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 van de Commissie van 21 augustus 2020 betreffende de fytosanitaire maatregelen voor het binnenbrengen in de Unie van bepaalde planten, plantaardige producten en andere materialen die uit de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 zijn geschrapt (PB L 275 van 24.8.2020, blz. 5, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2020/1213/oj).
(4) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2019/2072/oj).
(5) EFSA-panel inzake de gezondheid van gewassen, 2024, “Commodity risk assessment of Prunus cerasus × Prunus canescens hybrid plants from Ukraine”, EFSA Journal, 22(11), e9089, https://doi.org/10.2903/j.efsa.2024.9089.
(6) Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Windsor-kader (zie Gezamenlijke Verklaring nr. 1/2023 van de Unie en het Verenigd Koninkrijk in het bij het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie ingestelde Gemengd Comité (PB L 102 van 17.4.2023, blz. 87)), in samenhang met bijlage 2 bij dat kader, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze verordening niet voor Noord-Ierland.
(7) EFSA-panel inzake de gezondheid van gewassen, 2025, “Commodity risk assessment of Prunus spp. plants from United Kingdom”, EFSA Journal, 23(4), e9306, https://doi.org/10.2903/j.efsa.2025.9306.
BIJLAGE I
In de tweede kolom “Omschrijving” van de tabel in punt 1 van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wordt de vermelding voor Prunus L. vervangen door:
“ Prunus L., met uitzondering van:
|
— |
uit Oekraïne afkomstige, op onderstammen van planten van de soort Prunus cerasifera geënte, voor opplant bestemde planten, met naakte wortels, in rusttoestand en zonder blad, van de soort Prunus domestica; |
|
— |
uit Turkije afkomstige, tot twee jaar oude stekken zonder wortels, in rusttoestand, zonder blad, van de soorten Prunus persica en Prunus dulcis; |
|
— |
uit Turkije afkomstige, tot twee jaar oude voor opplant bestemde planten, met naakte wortels, in rusttoestand, zonder blad, van de soorten Prunus persica, Prunus dulcis, Prunus armeniaca en Prunus davidiana; |
|
— |
uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige, voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus avium, Prunus canescens, Prunus cerasus en Prunus pseudocerasus; |
|
— |
uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige, tot één jaar oud oculatiehout/enthout van de soort Prunus spinosa met een maximale diameter van 12 mm; |
|
— |
uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige, tot zeven jaar oude niet-geënte voor opplant bestemde planten van de soort Prunus spinosa met een maximale diameter aan de voet van de stam van 40 mm; |
|
— |
uit Moldavië afkomstige, tot twee jaar oude voor opplant bestemde planten met naakte wortels, zonder blad van de soorten Prunus armeniaca, Prunus avium, Prunus canescens, Prunus cerasifera, Prunus cerasus, Prunus davidiana, Prunus domestica, Prunus dulcis, Prunus fontanesiana, Prunus persica, Prunus salicina, Prunus tomentosa en hybriden van de bovengenoemde soorten, met een maximale diameter aan de voet van de stam van 17 mm; |
|
— |
uit Oekraïne afkomstige, tot twee jaar oude niet-geënte voor opplant bestemde planten zonder blad van de soorten Prunus cerasus en Prunus canescens en hybriden van bovengenoemde soorten, en |
|
— |
uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige, voor opplant bestemde planten van de soorten Prunus armeniaca, Prunus cerasifera, Prunus domestica, Prunus incisa en Prunus persica.”. |
BIJLAGE II
In de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1213 wordt in de tabel in de eerste kolom “Planten, plantaardige producten en andere materialen” de vermelding “Voor opplant bestemde planten van Prunus avium, Prunus canescens, Prunus cerasus en Prunus pseudocerasus ” vervangen door:
“Voor opplant bestemde planten van Prunus armeniaca, Prunus avium, Prunus canescens, Prunus cerasifera, Prunus cerasus, Prunus domestica, Prunus incisa, Prunus persica en Prunus pseudocerasus ”.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2025/1949/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)