Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 02022R2576-20231231

Consolidated text: Verordening (EU) 2022/2576 van de Raad van 19 december 2022 inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2576/2023-12-31

02022R2576 — NL — 31.12.2023 — 001.001


Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document

►B

VERORDENING (EU) 2022/2576 VAN DE RAAD

van 19 december 2022

inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen

(PB L 335 van 29.12.2022, blz. 1)

Gewijzigd bij:

 

 

Publicatieblad

  nr.

blz.

datum

►M1

VERORDENING (EU) 2023/2919 VAN DE RAAD  van 21 december 2023

  L 

1

29.12.2023




▼B

VERORDENING (EU) 2022/2576 VAN DE RAAD

van 19 december 2022

inzake de bevordering van solidariteit via een betere coördinatie van de aankoop van gas, betrouwbare prijsbenchmarks en de uitwisseling van gas over de grenzen heen



HOOFDSTUK I

ONDERWERP EN DEFINITIES

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

1.  

Bij deze verordening worden tijdelijke regels vastgesteld voor:

a) 

het versneld opzetten van een dienst voor het bundelen van de vraag en gezamenlijk aankopen van gas door in de Unie gevestigde ondernemingen;

b) 

secundaireboekings- en transparantieplatforms voor lng-installaties en voor gasopslaginstallaties, en

c) 

congestiebeheer in gastransmissienetten.

2.  
Bij deze verordening worden tijdelijke mechanismen ingevoerd om de burgers en de economie te beschermen tegen buitensporig hoge prijzen, door middel van een tijdelijk mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit in het geval van buitensporige prijsbewegingen en een door het Agentschap van de Europese Unie voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) te ontwikkelen ad-hocbenchmark voor lng.
3.  
Bij deze verordening worden tijdelijke maatregelen vastgesteld om in geval van een gasnoodsituatie het gas eerlijk over de grenzen heen te verdelen, gasleveringen voor de meest cruciale afnemers veilig te stellen en grensoverschrijdende solidariteitsmaatregelen te waarborgen.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities:

1) 

“aardgasbedrijf”: natuurlijke persoon of rechtspersoon die ten minste een van de volgende functies vervult: productie, transmissie, distributie, levering, aankoop of opslag van aardgas, met inbegrip van vloeibaar aardgas (lng), en die verantwoordelijk is voor de met deze functies verband houdende commerciële, technische of onderhoudswerkzaamheden, maar die geen eindafnemer is;

2) 

“lng-installatie”: terminal die wordt gebruikt voor het vloeibaar maken van aardgas of de invoer, de verlading en de hervergassing van lng, met inbegrip van ondersteunende diensten en installaties voor tijdelijke opslag die nodig zijn voor de hervergassing en de daaropvolgende doorlevering aan het transmissiesysteem, met uitsluiting van alle gedeelten van de lng-terminals die voor opslag worden gebruikt;

3) 

“gasopslaginstallatie”: installatie die wordt gebruikt voor de opslag van aardgas en die eigendom is van of geëxploiteerd wordt door een aardgasbedrijf, met inbegrip van het gedeelte van lng-installaties dat voor opslag wordt gebruikt, maar met uitzondering van het gedeelte dat in gebruik is voor productiedoeleinden en met uitzondering van installaties die uitsluitend ten dienste staan van transmissiesysteembeheerders bij de uitoefening van hun functies;

4) 

“dienstverlener”: een in de Unie gevestigde onderneming die door de Commissie via een aanbestedingsprocedure overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 is gecontracteerd om de gezamenlijke aankoop te organiseren en de in artikel 7 van deze verordening vastgestelde opgesomde taken te vervullen;

5) 

“IT-instrument”: een IT-instrument aan de hand waarvan de dienstverlener optreedt door de vraag van aardgasbedrijven en ondernemingen die gas verbruiken, te bundelen en offertes van aardgasleveranciers of -producenten aan te vragen om aan die gebundelde vraag tegemoet te komen;

6) 

“handel in lng”: biedingen, aanbiedingen of transacties voor de aankoop of verkoop van lng:

a) 

die levering in de Unie specificeren, of

b) 

die leiden tot levering in de Unie, of

c) 

waarbij één tegenpartij het lng in een terminal in de Unie hervergast;

7) 

“lng-marktgegevens”: registraties van biedingen, aanbiedingen of transacties voor de handel in lng met de bijbehorende informatie als gespecificeerd in artikel 21, lid 1;

8) 

“lng-marktdeelnemer”: elke natuurlijke of rechtspersoon, ongeacht de plaats van oprichting of woonplaats, die zich bezighoudt met de handel in lng;

9) 

“lng-prijsraming”: de bepaling van een dagelijkse referentieprijs voor de handel in lng volgens een door het ACER vast te stellen methode;

10) 

“lng-benchmark”: de bepaling van een spread tussen de dagelijkse lng-prijsraming en de dagelijkse afwikkelingsprijs voor het TTF Gas Futures front month-contract die ICE Endex Markets B.V. dagelijks vaststelt;

11) 

“handelsplatform”: een van de volgende begrippen:

a) 

“gereglementeerde markt” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 21, van Richtlijn 2014/65/EU;

b) 

“multilaterale handelsfaciliteit” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 22, van Richtlijn 2014/65/EU;

c) 

“georganiseerde handelsfaciliteit” zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 23, van Richtlijn 2014/65/EU;

12) 

“energiegerelateerd grondstoffenderivaat”: een grondstoffenderivaat, zoals gedefinieerd in artikel 2, lid 1, punt 30, van Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad ( 1 ), dat op een handelsplatform wordt verhandeld met als onderliggende waarde elektriciteit of gas en waarvan de looptijd niet langer is dan twaalf maanden;

13) 

“bevoegde autoriteit”: tenzij anders bepaald, een bevoegde autoriteit zoals gedefinieerd in artikel 4, lid 1, punt 26, van Richtlijn 2014/65/EU;

14) 

“kritiek gasvolume voor de elektriciteitsvoorzieningszekerheid”: het maximale gasverbruik dat in de elektriciteitssector nodig is om de toereikendheid te waarborgen in een worstcasescenario als gesimuleerd in de wintertoereikendheidsbeoordeling op grond van artikel 9 van Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad ( 2 );

15) 

“beschermde afnemer”: een beschermde afnemer zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5), van Verordening (EU) 2017/1938;

16) 

“door solidariteit beschermde afnemer”: een door solidariteit beschermde afnemer zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 6), van Verordening (EU) 2017/1938.

HOOFDSTUK II

BETERE COÖRDINATIE VAN GASAANKOPEN

AFDELING 1

Coördinatie van gasaankopen in de Unie

Artikel 3

Transparantie en informatie-uitwisseling

1.  
In de Unie gevestigde aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen of autoriteiten van de lidstaten die voornemens zijn een aanbesteding uit te schrijven voor de aankoop van gas of de onderhandelingen te openen met aardgasproducenten of -leveranciers van derde landen over de aankoop van gas met een volume van meer dan 5 TWh/jaar, stellen uitsluitend ter wille van een betere coördinatie de Commissie en, indien van toepassing, de lidstaat waarin die ondernemingen gevestigd zijn in kennis van de sluiting van een gasleveringscontract of memorandum van overeenstemming of van de uitschrijving van een aanbesteding voor de aankoop van gas.

De in de eerste alinea bedoelde kennisgeving wordt minstens zes weken voor de voorgenomen sluiting of uitschrijving gedaan, of binnen een kortere termijn voor zover de onderhandelingen korter voor de datum van ondertekening van het contract worden geopend, maar wel uiterlijk twee weken op voorhand. Deze kennisgeving bevat uitsluitend de volgende basisinformatie:

a) 

de identiteit van de contractpartner of -partners of het voorwerp van de aanbesteding voor de aankoop van gas;

b) 

de betrokken volumes;

c) 

de betrokken data, en

d) 

in voorkomend geval, de dienstverlener die deze aankopen of aanbestedingen namens een lidstaat organiseert.

2.  
Indien de Commissie van oordeel is dat verdere coördinatie met betrekking tot het uitschrijven van een aanbesteding voor de aankoop van gas of geplande gasaankopen van in de Unie gevestigde aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen of van autoriteiten van de lidstaten de werking van gezamenlijke aankopen zouden kunnen verbeteren of dat het uitschrijven van een aanbesteding voor de aankoop van gas of geplande gasaankopen negatieve gevolgen zouden kunnen hebben voor de interne markt, de voorzieningszekerheid of de energiesolidariteit, kan de Commissie de in de Unie gevestigde aardgasbedrijven of gasverbruikende ondernemingen of de autoriteiten van de lidstaten aanbevelen passende maatregelen te overwegen. In dat geval stelt de Commissie, indien van toepassing, de lidstaat waar de onderneming is gevestigd daarvan in kennis.
3.  
Voordat de Commissie een in lid 2 bedoelde aanbeveling doet, brengt zij de in artikel 4 bedoelde ad-hocstuurgroep daarvan op de hoogte.
4.  
Een entiteit die overeenkomstig de lid 1 informatie verstrekt aan de Commissie, mag aangeven of er een gedeelte van de informatie, commerciële of andere, waarvan de bekendmaking schade zou toebrengen aan de activiteiten van de betrokken partijen, vertrouwelijk behandeld moet worden en of de verstrekte informatie gedeeld kan worden met andere lidstaten.
5.  
Verzoeken om vertrouwelijke behandeling in het kader van dit artikel houden geen beperking in van de toegang van de Commissie zelf tot vertrouwelijke informatie. De Commissie garandeert dat de toegang tot vertrouwelijke informatie strikt beperkt blijft tot de Commissiediensten die absoluut over deze informatie moeten kunnen beschikken. De vertegenwoordigers van de Commissie behandelen dergelijke informatie met de nodige vertrouwelijkheid.
6.  
Onverminderd artikel 346 VWEU wordt vertrouwelijke informatie alleen met de Commissie en andere bevoegde autoriteiten uitgewisseld wanneer zulks noodzakelijk is voor de toepassing van deze verordening. De uitgewisselde informatie wordt beperkt tot hetgeen relevant is voor en evenredig is met het doel van die uitwisseling. Bij een dergelijke uitwisseling van informatie wordt de vertrouwelijkheid van die informatie gewaarborgd, worden de veiligheids- en de commerciële belangen van de onder deze verordening vallende entiteiten beschermd en wordt gebruikgemaakt van doeltreffende instrumenten om de gegevens fysiek te beschermen. Alle servers en gegevens bevinden zich fysiek en worden opgeslagen op het grondgebied van de Unie.

Artikel 4

Ad-hocstuurgroep

1.  
Er wordt een ad-hocstuurgroep opgericht om de coördinatie van de vraagbundeling en gezamenlijke aankopen te vergemakkelijken.
2.  
De Commissie richt de ad-hocstuurgroep op binnen zes weken na de inwerkingtreding van deze verordening. De groep wordt samengesteld uit één vertegenwoordiger van elke lidstaat en van de Commissie. De vertegenwoordigers van de verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap kunnen op uitnodiging van de Commissie aan de ad-hocstuurgroep deelnemen voor aangelegenheden van wederzijds belang. De ad-hocstuurgroep wordt voorgezeten door de Commissie.
3.  
De ad-hocstuurgroep stelt binnen een maand na haar oprichting met gekwalificeerde meerderheid van stemmen zijn reglement van orde vast.
4.  
De Commissie raadpleegt de ad-hocstuurgroep over de op grond van artikel 3, lid 2, door de Commissie verstrekte ontwerpaanbeveling, met name met betrekking tot de vraag of de betrokken gasaankopen of een aanbesteding voor de aankoop van gas de voorzieningszekerheid in de Unie vergroten en verenigbaar zijn met het beginsel van energiesolidariteit.
5.  
De Commissie stelt de ad-hocstuurgroep in kennis van de gevolgen van de deelname van de ondernemingen aan de door de dienstverlener georganiseerde gezamenlijke aankoop voor de voorzieningszekerheid in de Unie en de energiesolidariteit, indien van toepassing.
6.  
Wanneer vertrouwelijke informatie aan hen wordt toegezonden overeenkomstig artikel 3, lid 6, behandelen de leden van de ad-hocstuurgroep dergelijke informatie met de nodige vertrouwelijkheid. De uitgewisselde informatie wordt beperkt tot de informatie die relevant is voor en evenredig is met het doel van die uitwisseling.

AFDELING 2

Bundeling van de vraag en gezamenlijke aankopen

Artikel 5

Tijdelijk dienstencontract met een dienstverlener

1.  
In afwijking van artikel 176 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 sluit de Commissie via een aanbestedingsprocedure op grond van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 een contract met een in de Unie gevestigde entiteit, die als dienstverlener optreedt om de in artikel 7 van deze verordening genoemde taken uit te voeren.
2.  
Het dienstencontract met de geselecteerde dienstverlener bepaalt de eigendom van de door de dienstverlener verkregen informatie en voorziet in de eventuele overdracht van die informatie aan de Commissie bij de beëindiging of afloop van het dienstencontract.
3.  
De Commissie stelt in het dienstencontract de praktische aspecten vast inzake de activiteiten van de dienstverlener, waaronder het gebruik van het IT-instrument, de beveiligingsmaatregelen, de valuta of valuta’s, de betalingsregeling en de aansprakelijkheid.
4.  
Het dienstencontract met de dienstverlener doet geen afbreuk aan het recht van de Commissie om controles en audits van die contractant te verrichten. Daartoe krijgt de Commissie volledige toegang tot de informatie waarover de dienstverlener beschikt.

▼M1

5.  
De Commissie kan de dienstverlener verzoeken alle informatie te verstrekken die nodig is voor de uitvoering van de in artikel 7 vastgestelde taken.

▼B

Artikel 6

Criteria voor de selectie van de dienstverlener

1.  

De dienstverlener wordt door de Commissie geselecteerd op basis van de volgende toelatingscriteria:

a) 

de dienstverlener is gevestigd en heeft zijn operationele zetel op het grondgebied van een lidstaat;

b) 

de dienstverlener heeft ervaring met grensoverschrijdende transacties;

c) 

de dienstverlener mag niet:

i) 

het voorwerp uitmaken van door de Unie krachtens artikel 215 VWEU vastgestelde beperkende maatregelen, met name beperkende maatregelen die de Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, of met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

ii) 

direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarop beperkende maatregelen van de Unie van toepassing zijn, of

iii) 

direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van de Russische Federatie of haar regering of van een Russische natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Rusland.

2.  

Onverminderd andere zorgvuldigheidsverplichtingen, worden contractuele verplichtingen tussen de Commissie en de dienstverlener vastgesteld om ervoor te zorgen dat de dienstverlener bij de uitvoering van zijn taken overeenkomstig artikel 7 niet op directe of indirecte wijze tegoeden of economische middelen beschikbaar stelt van of ten behoeve van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die:

a) 

het voorwerp uitmaken van door de Unie krachtens artikel 215 VWEU vastgestelde beperkende maatregelen, met name beperkende maatregelen die de Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, of met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

b) 

direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarop beperkende maatregelen van de Unie van toepassing zijn, of

c) 

direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van de Russische Federatie of haar regering of van een Russische natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Rusland.

3.  
De dienstverlener maakt geen deel uit van een verticaal geïntegreerd bedrijf dat actief is in de productie of levering van aardgas zoals bedoeld in artikel 2, punt 20), van Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad ( 3 ), met uitzondering van een entiteit die ontvlochten is in de zin van hoofdstuk IV van die richtlijn.
4.  

De Commissie stelt haar selectie- en gunningscriteria vast met inachtneming van onder meer de volgende in de aanbesteding te specificeren criteria:

a) 

ervaring met het opzetten en organiseren van aanbestedings- of veilingprocessen voor aardgas of aanverwante diensten, zoals transportdiensten, met behulp van specifieke IT-instrumenten;

b) 

ervaring met het afstemmen van aanbestedings- of veilingprocessen op verschillende behoeften, zoals geografische focus of timing;

c) 

ervaring met de ontwikkeling van IT-instrumenten om de vraag van meerdere deelnemers te bundelen en te koppelen aan het aanbod;

d) 

de kwaliteit van de beveiliging van het informatiesysteem, met name op het gebied van gegevensbescherming en internetbeveiliging, en

e) 

de mogelijkheid om de deelnemers te identificeren en te accrediteren, zowel wat de juridische entiteit als de financiële draagkracht betreft.

Artikel 7

Taken van de dienstverlener

1.  

De dienstverlener organiseert de bundeling van de vraag en de gezamenlijke aankoop en met name:

a) 

bundelt de vraag van aardgasbedrijven en gasverbruikende ondernemingen met de steun van het IT-instrument;

b) 

vraagt offertes van aardgasleveranciers of -producenten aan om, ondersteund door het IT-instrument, tegemoet te komen aan de gebundelde vraag;

c) 

verleent toegangsrechten voor levering, rekening houdend met een evenredige verdeling tussen kleinere en grotere deelnemers van aangeboden gasvolumes over de aardgasbedrijven en gasverbruikende ondernemingen die deelnemen aan de bundeling van de vraag. Wanneer de gebundelde vraag groter is dan de ontvangen leveringsaanbiedingen, staat de toewijzing van toegangsrechten in verhouding tot de vraag die de deelnemende ondernemingen tijdens de fase van bundeling van de vraag voor een bepaalde levertijd en locatie hebben aangegeven;

d) 

verifieert, accrediteert en registreert de gebruikers van het IT-instrument, en

e) 

verleent aan de gebruikers van het IT-instrument alle ondersteunende diensten, met inbegrip van diensten om het sluiten van contracten te faciliteren, of aan de Commissie, alle ondersteunende diensten die nodig zijn voor de correcte uitvoering van de verrichtingen waarin het in artikel 5 bedoelde dienstencontract voorziet.

2.  
De voorwaarden omtrent de taken van de dienstverlener, met name voor registratie van gebruikers, publicatie en rapportage, worden in het in artikel 5 bedoelde dienstencontract vastgelegd.

Artikel 8

Deelname aan de bundeling van de vraag en de gezamenlijke aankoop

1.  

Deelname aan de bundeling van de vraag en de gezamenlijke aankoop staat open en is transparant voor alle aardgasbedrijven en gasverbruikende ondernemingen die in de Unie zijn gevestigd, ongeacht het gevraagde volume. Aardgasbedrijven en gasverbruikende ondernemingen worden uitgesloten van deelname als leverancier, producent of aankoper aan de bundeling van de vraag en de gezamenlijke aankopen indien zij:

a) 

het voorwerp uitmaken van door de Unie krachtens artikel 215 VWEU vastgestelde beperkende maatregelen, met name beperkende maatregelen die de Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, of met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

b) 

direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarop beperkende maatregelen van de Unie van toepassing zijn, of

c) 

direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van de Russische Federatie of haar regering of van een Russische natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Rusland.

2.  

Er worden contractuele verplichtingen vastgesteld om ervoor te zorgen dat geen tegoeden of economische middelen die uit de deelname aan het door de dienstverlener georganiseerde gezamenlijke aankoopproces voortvloeien, direct of indirect ter beschikking worden gesteld van of ten behoeve van natuurlijke personen of rechtspersonen, entiteiten of lichamen die:

a) 

het voorwerp uitmaken van door de Unie krachtens artikel 215 VWEU vastgestelde beperkende maatregelen, met name beperkende maatregelen die de Unie heeft vastgesteld naar aanleiding van acties van Rusland die de situatie in Oekraïne destabiliseren, of met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, de soevereiniteit en de onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen;

b) 

direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van natuurlijke personen, rechtspersonen, entiteiten of lichamen waarop beperkende maatregelen van de Unie van toepassing zijn, of

c) 

direct of indirect eigendom zijn of onder zeggenschap staan van, of handelen namens of onder leiding van de Russische Federatie of haar regering of van een Russische natuurlijke persoon, rechtspersoon, entiteit of lichaam met zetel in Rusland.

3.  
De lidstaten of andere belanghebbenden kunnen aan partijen die aan het door de dienstverlener georganiseerde proces van gezamenlijke aankoop deelnemen liquiditeitssteun, met inbegrip van garanties, verlenen, met inachtneming van de staatssteunregels. Dit kan garanties omvatten ter dekking van zekerheidsbehoeften of ter dekking van het risico van extra kosten na insolventie van andere kopers in het kader van dezelfde gezamenlijke aankoopovereenkomst.
4.  
Aardgasbedrijven en gasverbruikende ondernemingen die in de partijen van de Energiegemeenschap zijn gevestigd, kunnen deelnemen aan de bundeling van de vraag en de gezamenlijke aankoop op voorwaarde dat de nodige maatregelen of regelingen zijn getroffen die hun deelname aan de bundeling van de vraag en de gezamenlijke aankoop op grond van deze afdeling mogelijk maken.

Artikel 9

Van gezamenlijke aankoop uitgesloten aardgasleveringen

Aardgasleveringen vanuit de Russische Federatie vallen niet onder de gezamenlijke aankoop, met inbegrip van aardgasleveringen die de lidstaten of verdragsluitende partijen van de Energiegemeenschap via de volgende entrypunten binnenkomen:

a) 

Greifswald

b) 

Lubmin II

c) 

Imatra

d) 

Narva

e) 

Värska

f) 

Luhamaa

g) 

Sakiai

h) 

Kotlovka

i) 

Kondratki

j) 

Wysokoje

k) 

Tieterowka

l) 

Mozyr

m) 

Kobryn

n) 

Sudzha (RU)/Oekraïne

o) 

Belgorod (RU)/Oekraïne

p) 

Valuyki (RU)/Oekraïne

q) 

Serebryanka (RU)/Oekraïne

r) 

Pisarevka (RU)/Oekraïne

s) 

Sokhranovka (RU)/Oekraïne

t) 

Prokhorovka (RU)/Oekraïne

u) 

Platovo (RU)/Oekraïne

v) 

Strandzha 2 (BG)/Malkoclar (TR)

▼M1 —————

▼B

Artikel 11

Consortium voor gasaankopen

Aardgasbedrijven en gasverbruikende ondernemingen die deelnemen aan de door de dienstverlener georganiseerde bundeling van de vraag kunnen, op transparante wijze, elementen van de voorwaarden van het aankoopcontract coördineren of gebruikmaken van gezamenlijke aankoopcontracten om betere voorwaarden te bedingen bij hun leveranciers, mits zij voldoen aan het Unierecht, met inbegrip van het mededingingsrecht van de Unie, met name de artikelen 101 en 102 VWEU, zoals door de Commissie kan worden gespecificeerd in een besluit overeenkomstig artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1/2003, alsook aan het transparantievereiste uit hoofde van artikel 3 van deze verordening.

AFDELING 3

Maatregelen om het gebruik van lng-installaties, gasopslaginstallaties en pijpleidingen te bevorderen

Artikel 12

Secundair boekingsplatform voor gebruikers van lng-installaties en gasopslaginstallaties

Gebruikers van lng-installaties en gasopslaginstallaties die hun gecontracteerde capaciteit wensen door te verkopen op de secundaire markt, als gedefinieerd in artikel 2, punt 6, van Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad ( 4 ), hebben het recht dat te doen. Uiterlijk op 28 februari 2023 zetten beheerders van lng-installaties en gasopslaginstallaties, afzonderlijk of op regionaal niveau, een transparant en niet-discriminerend boekingsplatform op of gebruiken een bestaand platform voor gebruikers van lng-installaties en gasopslaginstallaties om hun gecontracteerde capaciteit op de secundaire markt door te verkopen.

Artikel 13

Transparantieplatforms voor lng-installaties en gasopslaginstallaties

1.  
Uiterlijk op 28 februari 2023 publiceren beheerders van lng-installaties en gasopslaginstallaties op transparante en gebruikersvriendelijke wijze alle overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 715/2009 vereiste informatie over respectievelijk een Europees lng-transparantieplatform en een Europees transparantieplatform voor opslag. Regelgevende instanties kunnen die beheerders verzoeken aanvullende informatie die relevant is voor systeemgebruikers te publiceren.
2.  
Lng-installaties die overeenkomstig artikel 36 van Richtlijn 2009/73/EG zijn vrijgesteld van de regels inzake de toegang voor derden en beheerders van gasopslaginstallaties in het kader van de in artikel 33, lid 3, van die richtlijn bedoelde regeling voor de toegang van derden op basis van onderhandelingen maken definitieve infrastructuurtarieven uiterlijk op 31 januari 2023 openbaar.

Artikel 14

Doeltreffender gebruik van transmissiecapaciteit

1.  
Transmissiesysteembeheerders bieden onderbenutte gecontracteerde vaste capaciteit op interconnectiepunten en virtuele interconnectiepunten aan als maandcapaciteitsproduct en als dagcapaciteits- en within-day-capaciteitsproduct voor die maand in geval van onderbenutting overeenkomstig lid 2.
2.  
Gecontracteerde vaste capaciteit wordt als onderbenut beschouwd als een netgebruiker de voorgaande kalendermaand op een interconnectiepunt of een virtueel interconnectiepunt gemiddeld minder dan 80 % van de geboekte vaste capaciteit heeft gebruikt of aangeboden. De transmissiesysteembeheerder monitort de ongebruikte capaciteit en stelt de netgebruiker uiterlijk vóór de kennisgeving van de hoeveelheid capaciteit die zal worden aangeboden voor de komende doorlopende maandcapaciteitsveiling overeenkomstig Verordening (EU) 2017/459 in kennis van de hoeveelheid capaciteit die op het betrokken interconnectiepunt of virtueel interconnectiepunt moet worden ingetrokken.
3.  
De hoeveelheid capaciteit die moet worden aangeboden is gelijk aan het verschil tussen de gemiddelde benuttingsgraad in de voorgaande kalendermaand en 80 % van de vaste capaciteit die voor een periode van meer dan een maand is gecontracteerd.
4.  
Beschikbare capaciteit die overeenkomstig Verordening (EU) 2017/459 op een veiling wordt aangeboden, heeft bij de toewijzing van capaciteit voorrang op onderbenutte capaciteit die op grond van het in lid 2 bedoelde veiling is opgenomen.
5.  
Indien de door de transmissiesysteembeheerder aangeboden onderbenutte capaciteit wordt verkocht, wordt deze aan de oorspronkelijke houder van de gecontracteerde capaciteit onttrokken. De oorspronkelijke houder mag de ingetrokken vaste capaciteit op afschakelbare basis gebruiken.
6.  
De netgebruiker behoudt zijn rechten en verplichtingen overeenkomstig het capaciteitscontract totdat de capaciteit door de transmissiesysteembeheerder wordt geheralloceerd en voor zover de capaciteit door de transmissiesysteembeheerder niet is geheralloceerd.
7.  

Alvorens overeenkomstig dit artikel onderbenutte vaste capaciteit aan te bieden, analyseert de transmissiesysteembeheerder op elk interconnectiepunt dat hij exploiteert de potentiële effecten en stelt hij de bevoegde nationale regelgevende instantie daarvan in kennis. In afwijking van de leden 1 tot en met 6 van dit artikel kunnen nationale regelgevende instanties besluiten om voor alle interconnectiepunten, ongeacht of die overbelast zijn, een van de volgende mechanismen in te voeren:

a) 

een “use-it-or-lose-it”-mechanisme voor vaste day-aheadcapaciteit overeenkomstig Verordening (EU) 2017/459, rekening houdend met punt 2.2.3 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009;

b) 

een overboekings- en terugkoopregeling overeenkomstig punt 2.2.2 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 715/2009, waarbij ten minste 5 % extra capaciteit wordt geboden ten opzichte van de technische capaciteit op het betrokken interconnectiepunt, of

c) 

ten minste aanvankelijk niet-nominale capaciteit op day-ahead- en within-daybasis aanbieden om als afschakelbare capaciteit te worden toegewezen.

De leden 1 tot en met 6 van dit artikel zijn automatisch van toepassing indien een van de alternatieve mechanismen uit hoofde van de eerste alinea niet uiterlijk op 31 maart 2023 wordt toegepast.

8.  
Alvorens het in lid 7 bedoelde besluit te nemen, raadpleegt de nationale regelgevende instantie de nationale regelgevende instantie van de aangrenzende lidstaat en houdt zij rekening met de adviezen van die instantie. Indien het entry-exitsysteem betrekking heeft op meer dan één lidstaat waar meer dan één transmissiesysteembeheerder actief is, nemen de nationale regelgevende instanties van de betrokken lidstaten gezamenlijk een besluit over de toepassing van lid 7.

HOOFDSTUK III

MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN BUITENSPORIGE GASPRIJZEN EN BUITENSPORIGE DAGELIJKSE VOLATILITEIT OP DE MARKTEN VOOR ENERGIEDERIVATEN

AFDELING 1

Tijdelijk intra-day-instrument voor het beheer van buitensporige volatiliteit op de markten voor energiederivaten

Artikel 15

Mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit

1.  
Elk handelsplatform waarop energiegerelateerde gondstoffenderivaten worden verhandeld, zet zo snel mogelijk, maar niet later dan 31 januari 2023 voor elk energiegerelateerd grondstoffenderivaat dat op het handelsplatform wordt verhandeld een mechanisme op voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit op basis van een boven- en onderprijsgrens (“prijslimieten”) dat de prijzen definieert waaronder en waarboven geen orders mogen worden uitgevoerd (“mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit”). Handelsplatforms zorgen ervoor dat het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit voor energiegerelateerde grondstoffenderivaten buitensporige prijsbewegingen binnen een handelsdag voorkomt. Bij het opzetten van het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit zorgen handelsplatformen er ook voor dat de uitvoering van die maatregelen de vorming van betrouwbare slotkoersen aan het einde van de dag niet in de weg staat.
2.  
Voor elk energiegerelateerd grondstoffenderivaat dat op die handelsplatforms wordt verhandeld, bepalen die platforms de toepasselijke berekeningsmethode om de prijslimieten ten opzichte van een referentieprijs te bepalen. De eerste referentieprijs van de dag is gelijk aan de prijs die bij de opening van de desbetreffende handelssessie is bepaald. Daarna is de referentieprijs de laatste marktprijs die met regelmatige tussenpozen wordt genoteerd. In het geval dat de handel tijdens de handelsdag wordt onderbroken, is de eerste referentieprijs na de onderbreking de openingsprijs bij de hervatting van de handel.
3.  
De prijslimieten worden uitgedrukt in absolute waarde of in relatieve termen als procentuele afwijking ten opzichte van de referentieprijs. Handelsplatforms passen die berekeningsmethode aan aan de specifieke kenmerken van elk energiegerelateerd grondstoffenderivaat, aan het liquiditeitsprofiel van de markt voor dat derivaat en aan het volatiliteitsprofiel daarvan. Het handelsplatform stelt de bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van die methode.
4.  
Handelsplatforms herzien de prijslimieten met regelmatige tussenpozen tijdens de handelstijden, op basis van de referentieprijs.
5.  
Handelsplatforms maken onverwijld de kenmerken openbaar van het door hen ingestelde mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit, alsook latere wijzigingen daaraan.
6.  
Handelsplatforms voeren het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit uit door het op te nemen in hun bestaande handelsonderbrekers die reeds overeenkomstig Richtlijn 2014/65/EU zijn ingesteld of als een aanvullend mechanisme.
7.  
Wanneer een handelsplatform voornemens is de berekeningsmethode voor de prijslimieten die van toepassing zijn op een bepaald energiegerelateerd grondstoffenderivaat te wijzigen, stelt het de bevoegde autoriteit onverwijld in kennis van de voorgenomen wijzigingen.
8.  
Indien uit de overeenkomstig artikel 16, lid 3, door de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) verzamelde informatie blijkt dat verdere samenhang bij de uitvoering van het mechanisme nodig is om te zorgen voor een efficiënter beheer van buitensporige prijsvolatiliteit in de Unie, kan de Commissie uitvoeringshandelingen vaststellen tot nadere bepaling van de eenvormige beginselen voor de toepassing van het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit, rekening houdend met de specifieke kenmerken van elk energiegerelateerd grondstoffenderivaat, het liquiditeitsprofiel van de markt voor dat derivaat en het volatiliteitsprofiel daarvan. Met name kan de Commissie, om de soepele werking van handelsplatforms waarop energiegerelateerde grondstoffenderivaten worden verhandeld te waarborgen, bepalen met welke intervallen de prijslimieten worden herzien of welke maatregelen moeten worden genomen indien de handel die prijslimieten overschrijdt, alsook voorzien in bepalingen om de vorming van betrouwbare slotkoersen te waarborgen. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 29 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.

Artikel 16

Rol van de bevoegde autoriteiten

1.  
De bevoegde autoriteiten houden toezicht op de uitvoering van de mechanismes voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit. De bevoegde autoriteiten zorgen ervoor dat verschillen in de toepassing van de mechanismen voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit door in hun lidstaat gevestigde handelsplatforms naar behoren worden gerechtvaardigd door de specifieke kenmerken van de betrokken handelsplatforms of van de betrokken energiegerelateerde grondstoffenderivaten.
2.  
Totdat het in artikel 15, lid 1, derde zin, bedoelde mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit is opgezet, zorgen de bevoegde autoriteiten ervoor dat handelsplatforms passende voorlopige mechanismen invoeren om ervoor te zorgen dat buitensporige volatiliteit in de markten voor energiegerelateerde grondstoffenderivaten wordt beperkt.
3.  
De bevoegde autoriteiten brengen binnen drie weken na de in artikel 15, lid 1, genoemde datum en ten minste eenmaal per kwartaal aan de ESMA verslag uit over de toepassing van het mechanisme voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit door handelsplatforms waarop zij toezicht uitoefenen.

Artikel 17

Coördinerende rol van de ESMA

1.  
De ESMA coördineert en monitort de toepassing van de mechanismen voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit op basis van de verslagen die de bevoegde autoriteiten overeenkomstig artikel 16, lid 3, hebben ingediend.
2.  
De ESMA documenteert alle verschillen in de toepassing van de mechanismen voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit tussen rechtsgebieden in de Unie op basis van de verslagen van de bevoegde autoriteiten. Uiterlijk op 30 juni 2023 dient de ESMA bij de Commissie een verslag in waarin de efficiency van de mechanismen voor de beheersing van de dagelijkse volatiliteit wordt geëvalueerd. Op basis van dat verslag bekijkt de Commissie of een voorstel tot wijziging van deze verordening moet worden ingediend bij de Raad.

AFDELING 2

Het ACER in staat stellen objectieve prijsgegevens te verzamelen en te publiceren

Artikel 18

Taken en bevoegdheden van het ACER om prijsramingen en benchmarks uit te voeren

1.  
Bij hoogdringendheid worden dagelijkse lng-prijsramingen verricht en gepubliceerd door het ACER, vanaf uiterlijk 13 januari 2023. Met het oog op de raming van de lng-prijs verzamelt en verwerkt het ACER systematisch lng-marktgegevens over transacties. Bij de prijsraming wordt in voorkomend geval rekening gehouden met regionale verschillen en marktomstandigheden.
2.  
Uiterlijk op 31 maart 2023 wordt door het ACER een dagelijkse lng-benchmark opgesteld en gepubliceerd die wordt bepaald door de spread tussen de dagelijkse lng-prijsraming en de afwikkelingsprijs voor het TTF Gas Futures front month-contract die ICE Endex Markets B.V. dagelijks vaststelt. Met het oog op de lng-benchmark verzamelt en verwerkt het ACER systematisch lng-marktgegevens.
3.  
In afwijking van artikel 3, lid 4, punt b), van Verordening (EU) nr. 1227/2011, zijn de in die verordening opgenomen verplichtingen en verbodsbepalingen voor marktdeelnemers van toepassing op lng-marktdeelnemers. De bij Verordening (EU) nr. 1227/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014 aan ACER verleende bevoegdheden zijn ook van toepassing op lng-marktdeelnemers, ook de bepalingen over vertrouwelijkheid.

Artikel 19

Publicatie van de lng-prijsraming en de lng-benchmark

1.  
De lng-prijsraming wordt dagelijks gepubliceerd, uiterlijk om 18.00 uur MET, voor de raming van de prijzen van rechtstreekse transacties. Uiterlijk op 31 maart 2023, bovenop de publicatie van de lng-prijsraming, publiceert het ACER ook dagelijks de lng-benchmark, uiterlijk om 19.00 uur MET, dan wel zo snel als technisch mogelijk.
2.  
Voor de toepassing van dit artikel kan het ACER een beroep doen op de diensten van een derde partij.

Artikel 20

Verstrekking van lng-marktgegevens aan het ACER

1.  
Lng-marktdeelnemers verstrekken het ACER dagelijks lng-marktgegevens overeenkomstig de specificaties van artikel 21, in een gestandaardiseerd formaat, middels een hoogwaardig transmissieprotocol en zo dicht mogelijk bij realtime als technologisch haalbaar is vóór de publicatie van de dagelijkse lng-prijsraming (18.00 uur MET).
2.  
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen tot nadere bepaling van het tijdstip waarop lng-marktgegevens moeten worden ingediend vóór de dagelijkse publicatie van de in lid 1 bedoelde lng-prijsraming. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 29 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
3.  

In voorkomend geval verstrekt het ACER, na raadpleging van de Commissie, richtsnoeren over:

a) 

de bijzonderheden van de te rapporteren informatie, naast de huidige bijzonderheden van te rapporteren transacties en fundamentele gegevens uit hoofde van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014, met inbegrip van biedingen en aanbiedingen, en

b) 

de procedure, het standaardformaat en het elektronisch formaat en de technische en organisatorische vereisten voor het indienen van gegevens die moeten worden gebruikt om de vereiste lng-marktgegevens te verstrekken.

4.  
Lng-marktdeelnemers verstrekken het ACER de vereiste lng-marktgegevens kosteloos en via de door het ACER opgezette rapportagekanalen, waar mogelijk met gebruikmaking van reeds bestaande en beschikbare procedures.

Artikel 21

Kwaliteit van lng-marktgegevens

1.  

De lng-marktgegevens omvatten:

a) 

de partijen bij het contract, met inbegrip van de aan-/verkoopindicator;

b) 

de rapporterende partij;

c) 

de transactieprijs;

d) 

het contractuele volume;

e) 

de waarde van het contract;

f) 

het aankomstvenster voor de lng-lading;

g) 

de leveringsvoorwaarden;

h) 

de leveringspunten;

i) 

de tijdstempelinformatie op alle volgende punten:

i) 

de datum en het tijdstip waarop de bieding of de aanbieding wordt gedaan;

ii) 

de datum en het tijdstip van de transactie;

iii) 

de datum en het tijdstip van melding van de bieding, de aanbieding of de transactie;

iv) 

de ontvangst van lng-marktgegevens door het ACER.

2.  

Lng-marktdeelnemers verstrekken het ACER lng-marktgegevens in de volgende eenheden en valuta’s:

a) 

de transactie-, bied- en eenheidsprijzen worden gerapporteerd in de in het contract gespecificeerde valuta en in EUR/MWh en omvatten, indien van toepassing, de toegepaste omrekenings- en wisselkoersen;

b) 

de contractuele volumes worden gerapporteerd in de eenheden als gespecificeerd in de contracten en in MWh;

c) 

aankomstvensters worden gerapporteerd als leveringsdata, uitgedrukt in UTC-formaat;

d) 

een geldige in de lijst van het ACER opgenomen identificatiecode voor het leveringspunt (zoals vermeld in de lijst van lng-installaties die onderworpen zijn aan rapportage op grond van Verordening (EU) nr. 1227/2011 en Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1348/2014); de tijdstempelinformatie wordt gerapporteerd in UTC-formaat;

e) 

indien relevant, wordt de prijsformule in het langetermijncontract waarvan de prijs is afgeleid, integraal vermeld.

3.  
Het ACER verstrekt richtsnoeren met betrekking tot de criteria op grond waarvan één indiener een aanzienlijk deel van de binnen een bepaalde referentieperiode ingediende lng-marktgegevens voor zijn rekening neemt en hoe die situatie moet worden aangepakt in zijn dagelijkse lng-prijsraming en lng-benchmarks.

Artikel 22

Bedrijfscontinuïteit

Het ACER evalueert, actualiseert en publiceert regelmatig zijn methode voor de raming van de lng-referentieprijzen en voor de vaststelling van de lng-benchmark, alsook de methode die wordt gebruikt voor de rapportage van lng-marktgegevens en de publicatie van zijn lng-prijsramingen en lng-benchmarks, rekening houdend met de standpunten van de partijen die marktgegevens verstrekken.

HOOFDSTUK IV

MAATREGELEN IN GEVAL VAN EEN GASNOODSITUATIE

AFDELING 1

Gassolidariteit voor de elektriciteitsvoorziening, essentiële sectoren en beschermde afnemers

Artikel 23

Uitbreiding van de solidariteitsbescherming tot kritieke gasvolumes voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening

1.  

In afwijking van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1938 is een solidariteitsmaatregel uit hoofde van artikel 13, leden 1 en 2, van die verordening alleen van toepassing als de om solidariteit verzoekende lidstaat niet in staat was:

a) 

het tekort in de gaslevering aan zijn door solidariteit beschermde afnemers te dekken of, indien een lidstaat tijdelijke maatregelen heeft genomen om het niet-essentiële verbruik van beschermde afnemers te verminderen overeenkomstig artikel 24 van deze verordening, te voorzien in de essentiële volumes van het gasverbruik voor zijn door solidariteit beschermde afnemers;

b) 

het kritieke gasvolume voor de continuïteit van de elektriciteitsvoorziening te dekken, ondanks de toepassing van de in artikel 11, lid 3, van Verordening (EU) 2017/1938 bedoelde maatregel. De voorwaarden van artikel 13, lid 3, punten b), c) en d), van Verordening (EU) 2017/1938 zijn van toepassing.

2.  

De lidstaten die op grond van lid 1 verplicht zijn solidariteit te verstrekken, kunnen het volgende uitsluiten van het solidariteitsaanbod:

a) 

leveringen aan hun door solidariteit beschermde afnemers indien deze leveringen deel uitmaken van de essentiële volumes of, indien een lidstaat overeenkomstig artikel 24 tijdelijke maatregelen heeft genomen om het niet-essentiële verbruik van beschermde afnemers te verminderen, leveringen uit de essentiële volumes van het gasverbruik van zijn door solidariteit beschermde afnemers;

b) 

leveringen van kritieke gasvolumes voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening;

c) 

leveringen van gasvolumes voor de elektriciteit die nodig is voor de productie en het transport van gas, en

d) 

gasvolumes die nodig zijn voor de exploitatie van voor de voorzieningszekerheid kritieke infrastructuur als bedoeld in bijlage II, en van andere installaties die van cruciaal belang zijn voor het functioneren van militaire, nationale veiligheids- en humanitaire hulpdiensten.

3.  
De in lid 1, punt b), en lid 2, punten b) en d), bedoelde kritieke gasvolumes voor de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening mogen niet groter zijn dan de in bijlage I vermelde volumes. Indien een lidstaat kan aantonen dat een groter gasvolume nodig is om een elektriciteitscrisis van een lidstaat te voorkomen, kan de Commissie in antwoord op een naar behoren gemotiveerd verzoek besluiten om de uitsluiting van grotere volumes toe te staan.
4.  
Indien lidstaten waarvan het elektriciteitssysteem alleen synchroon gekoppeld is aan het elektriciteitssysteem van een derde land, wordt verzocht solidariteitsmaatregelen te treffen, kunnen zij bij wijze van uitzondering grotere gasvolumes uitsluiten wanneer het elektriciteitssysteem wordt losgekoppeld van het systeem van dat derde land zolang de beheerder van het elektriciteitstransmissiesysteem diensten voor geïsoleerde elektriciteitssystemen of andere diensten nodig heeft om de veilige en betrouwbare werking van het elektriciteitssysteem te waarborgen.

Artikel 24

Vraagreductiemaatregelen met betrekking tot beschermde afnemers

1.  
De lidstaten kunnen bij wijze van uitzondering tijdelijke maatregelen nemen om het niet-essentiële verbruik van beschermde afnemers, zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 5, van Verordening (EU) 2017/1938, te verminderen, met name wanneer een van de crisisniveaus overeenkomstig artikel 11, lid 1, en artikel 12 van die verordening of het Unie-alarm uit hoofde van Verordening (EU) 2022/1369 is afgekondigd. Dergelijke maatregelen mogen uitsluitend betrekking hebben op niet-essentieel gebruik van gas en moeten rekening houden met de elementen van artikel 6, lid 2, van Verordening (EU) 2022/1369. Dergelijke uitzonderlijke maatregelen mogen alleen worden genomen nadat de bevoegde instanties zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 7, van Verordening (EU) 2017/1938 de voorwaarden voor het bepalen van dergelijke niet-essentiële gasvolumes hebben beoordeeld.
2.  
Als gevolg van de in lid 1 van dit artikel bedoelde maatregelen wordt het verbruik van kwetsbare afnemers, zoals door de lidstaten gedefinieerd overeenkomstig artikel 3, lid 3, van Richtlijn 2009/73/EG in geen geval verminderd en mogen de lidstaten beschermde afnemers niet loskoppelen als gevolg van de toepassing van lid 1 van dit artikel.

Artikel 25

Waarborgen voor grensoverschrijdende stromen

In het geval dat de Commissie op grond van artikel 12, lid 6, eerste alinea, van Verordening (EU) 2017/1938 verzoekt om een einde te maken aan onnodige beperkingen van grensoverschrijdende gasstromen of van toegang tot gasinfrastructuur, of aan maatregelen die de gaslevering in een andere lidstaat in gevaar brengen, wijzigt de bevoegde instantie zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 7, van Verordening (EU) 2017/1938 of de betrokken lidstaat, zoals bedoeld in artikel 12, lid 6, eerste alinea, van die verordening, in plaats van de procedure van artikel 12, lid 6, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/1938 te volgen, haar of zijn maatregelen of neemt zij of hij maatregelen om ervoor te zorgen dat artikel 12, lid 5, van die verordening wordt nageleefd.

AFDELING 2

Regels voor de toepassing van solidariteitsmaatregelen

Artikel 26

Tijdelijke uitbreiding van solidariteitsverplichtingen tot lidstaten met lng-installaties

1.  
De verplichting om solidariteitsmaatregelen toe te passen overeenkomstig artikel 13, lid 1, van Verordening (EU) 2017/1938 geldt niet alleen voor lidstaten die rechtstreeks verbonden zijn met de om solidariteit verzoekende lidstaat, maar ook voor lidstaten met lng-installaties, mits de nodige capaciteit in de relevante infrastructuur, met inbegrip van lng-vaartuigen en -tankers, beschikbaar is.
2.  
Artikel 13, leden 2 tot en met 9, van Verordening (EU) 2017/1938 is van toepassing op lidstaten met lng-installaties, tenzij in deze verordening anders is bepaald.
3.  
Lidstaten met lng-installaties die niet rechtstreeks verbonden zijn met een om solidariteit verzoekende lidstaat kunnen bilateraal met andere lidstaten afspraken maken over de nodige technische, juridische en financiële solidariteitsregelingen die van toepassing zijn op het verstrekken van solidariteit.
4.  
De standaardregels voor de toepassing van solidariteitsmaatregelen overeenkomstig artikel 27 zijn ook van toepassing op de niet-verbonden lidstaten, voor zover die op het tijdstip van ontvangst van een solidariteitsverzoek geen bilaterale overeenkomst hebben gesloten.

Artikel 27

Standaardregels voor solidariteitsmaatregelen

1.  
Als twee lidstaten geen overeenstemming bereiken over de nodige technische, juridische en financiële regelingen overeenkomstig artikel 13, lid 10, van Verordening (EU) 2017/1938 (“solidariteitsovereenkomst”), is de levering van gas uit hoofde van de verplichting van artikel 13, lid 1, van die verordening in geval van een noodsituatie onderworpen aan de voorwaarden van dit artikel.
2.  

De compensatie voor de solidariteitsmaatregel mag niet meer bedragen dan de redelijke kosten en omvat, in afwijking van artikel 13, lid 8, van Verordening (EU) 2017/1938, in elk geval:

a) 

de prijs voor gas in de solidariteit verstrekkende lidstaat;

b) 

de kosten voor opslag en transport, met inbegrip van mogelijke kosten voor het omleiden van lng-ladingen naar het gevraagde interconnectiepunt;

c) 

proceskosten voor daarmee verband houdende gerechtelijke of arbitrageprocedures waarbij de solidariteit verstrekkende lidstaat betrokken is;

d) 

andere indirecte kosten die niet door de gasprijs worden gedekt, zoals de vergoeding van financiële of andere schade als gevolg van gedwongen afschakeling van afnemers in verband met het verstrekken van solidariteit, mits die indirecte kosten niet hoger zijn dan 100 % van de gasprijs.

3.  
Indien een lidstaat overeenkomstig lid 2, punt d), verzoekt om compensatie voor indirecte kosten van meer dan 100 % van de gasprijs, besluit de Commissie na raadpleging van de relevante bevoegde autoriteiten, of een hogere compensatie passend is, rekening houdend met de specifieke contractuele en nationale omstandigheden van het geval en het beginsel van energiesolidariteit.
4.  
Tenzij de om solidariteit verzoekende lidstaat en de solidariteit verstrekkende lidstaat een andere prijs overeenkomen, komt de prijs voor het aan de om solidariteit verzoekende lidstaat geleverde gas overeen met de day-aheadmarktprijs in de solidariteit verstrekkende lidstaat op de dag voorafgaand aan het verzoek om solidariteit of de overeenkomstige day-aheadmarktprijs op het dichtstbijzijnde toegankelijke virtuele handelspunt, of op een overeengekomen hub op de dag voorafgaand aan het verzoek om solidariteit.
5.  
De compensatie voor de gasvolumes die worden geleverd in het kader van een solidariteitsverzoek overeenkomstig artikel 28 wordt rechtstreeks door de om solidariteit verzoekende lidstaat betaald aan de solidariteit verstrekkende lidstaat of aan de entiteit die beide lidstaten vermelden in hun antwoord op het solidariteitsverzoek en in de bevestiging van ontvangst en van het af te nemen volume.
6.  

De lidstaat waaraan het verzoek om een solidariteitsmaatregel is gericht, verstrekt de solidariteitsmaatregelen zo spoedig mogelijk en uiterlijk drie dagen na het verzoek. Een lidstaat kan alleen weigeren solidariteit te verstrekken aan een om solidariteit verzoekende lidstaat indien hij aantoont dat:

a) 

hij niet voldoende gas heeft voor de in artikel 23, lid 2, bedoelde volumes, of

b) 

hij niet over voldoende interconnectiecapaciteit beschikt, zoals bepaald in artikel 13, lid 7, van Verordening (EU) 2017/1938, en hij niet in staat is voldoende volumes lng te leveren.

7.  
Naast de standaardregels waarin dit artikel voorziet, kunnen lidstaten afspraken maken over technische regelingen en coördinatie van het verstrekken van solidariteit.
8.  
Dit artikel doet geen afbreuk aan de bestaande regelingen voor de veilige en betrouwbare werking van het gassysteem.

Artikel 28

Procedure voor solidariteitsmaatregelen als er geen solidariteitsovereenkomst is gesloten

1.  

De lidstaat die om toepassing van de solidariteitsmaatregelen verzoekt, richt een solidariteitsverzoek aan een andere lidstaat; in dat verzoek wordt ten minste de volgende informatie vermeld:

a) 

de contactgegevens van de bevoegde autoriteit van de lidstaat;

b) 

de contactgegevens van de betrokken transmissiesysteembeheerders van de lidstaat (indien van toepassing);

c) 

de contactgegevens van de derde partij die namens de lidstaat optreedt (indien van toepassing);

d) 

de leveringstermijn, het moment van de eerst mogelijke levering en de verwachte duur van de leveringen;

e) 

de leverings- en interconnectiepunten;

f) 

het gasvolume in kWh voor elk interconnectiepunt;

g) 

de gaskwaliteit.

2.  
Het solidariteitsverzoek wordt tegelijkertijd gericht aan de lidstaten die potentieel solidariteitsmaatregelen kunnen toepassen, aan de Commissie en aan de overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt g), van Verordening (EU) 2017/1938 aangewezen crisismanagers.
3.  
De lidstaten die een solidariteitsverzoek ontvangen, sturen een antwoord waarin zij de in lid 1, punten a), b) en c), bedoelde contactgegevens vermelden en aangeven welk volume en kwaliteit zij aan de interconnectiepunten en op het in lid 1, punten d) tot en met g), bedoelde gevraagde tijdstip kunnen leveren. Het antwoord vermeldt het volume dat het gevolg is van een eventuele beperking of, waar dat strikt noodzakelijk is, de vrijgave van strategische voorraden indien het volume dat met vrijwillige maatregelen kan worden geleverd, ontoereikend is.
4.  
Solidariteitsverzoeken worden ten minste 72 uur vóór de aangegeven leveringstermijn ingediend. Solidariteitsverzoeken worden binnen 24 uur beantwoord. De ontvangstbevestiging en het door de om solidariteit verzoekende lidstaat af te nemen volume worden binnen 24 uur na de benodigde leveringstermijn gedaan.
5.  
Het verzoek kan worden ingediend voor een periode van één dag of meerdere dagen, en het antwoord komt overeen met de gevraagde duur.
6.  
Indien er verscheidene solidariteit verstrekkende lidstaten zijn en er met één of meer daarvan bilaterale regelingen bestaan, prevaleren die regelingen tussen de lidstaten die een bilaterale regeling hebben gesloten. De standaardregels waarin dit artikel voorziet, zijn alleen van toepassing op de andere solidaire lidstaten.
7.  
De Commissie kan de uitvoering van solidariteitsovereenkomsten faciliteren, met name door middel van een model dat toegankelijk is op een beveiligd onlineplatform waarmee verzoeken en aanbiedingen in realtime kunnen worden verzonden.

HOOFDSTUK V

SLOTBEPALINGEN

Artikel 29

Comitéprocedure

1.  
De Commissie wordt bijgestaan door een comité. Dat comité is een comité in de zin van Verordening (EU) nr. 182/2011.
2.  
Wanneer naar dit lid wordt verwezen, is artikel 5 van Verordening (EU) nr. 182/2011 van toepassing.

Artikel 30

Evaluatie

Uiterlijk 1 oktober 2023 voert de Commissie een evaluatie uit van deze verordening in het licht van de algemene stand van de gasleveringen aan de Unie en brengt zij verslag uit aan de Raad van de belangrijkste bevindingen van die evaluatie. Op basis van dat verslag kan de Commissie voorstellen de geldigheidsduur van deze verordening te verlengen.

Artikel 31

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

▼M1

Zij is van toepassing tot en met 31 december 2024.

▼B

Artikel 14 wordt van toepassing met ingang van 31 maart 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.




BIJLAGE I

a) 

Maximale kritieke gasvolumes voor elektriciteitsvoorzieningszekerheid uit hoofde van artikel 23 voor de periode van december 2022 tot en met maart 2023 (waarden in miljoen kubieke meter) ( 5 )



Lidstaat

December 2022

Januari 2023

Februari 2023

Maart 2023

AT

74,24

196,83

152,20

139,35

BE

399,05

458,77

382,76

398,99

BG

61,49

71,26

61,55

63,29

CY

CZ

17,26

49,64

34,80

28,28

DE

2 090,53

2 419,56

2 090,59

1 863,77

DK

249,48

295,56

254,87

268,09

EE

5,89

5,78

5,00

1,05

EL

209,95

326,68

317,18

232,80

ES

1 378,23

1 985,66

1 597,27

1 189,29

IE

372,76

375,29

364,26

375,74

FI

28,42

39,55

44,66

12,97

FR

876,37

875,58

802,53

771,15

HR

10,95

66,01

59,99

48,85

HU

82,13

133,97

126,44

93,72

IT

2 166,46

3 304,99

3 110,79

2 774,67

LV

89,26

83,56

84,96

66,19

LT

16,13

20,22

18,81

4,21

LU

MT

32,88

34,84

31,43

33,02

NL

684,26

762,31

556,26

480,31

PL

158,14

158,64

136,97

148,64

PT

409,97

415,22

368,54

401,32

RO

130,35

179,35

162,41

159,71

SI

12,98

15,15

13,35

12,80

SK

33,99

47,26

34,80

34,76

SE

18,05

18,61

17,71

15,76

b) 

►M1  Maximale kritieke gasvolumes voor elektriciteitsvoorzieningszekerheid uit hoofde van artikel 23 voor de periode van april 2023 tot en met december 2024 (waarden in miljoen kubieke meter): ◄



Lidstaat

Maandelijkse waarde

AT

140,66

BE

409,89

BG

64,40

CY

CZ

32,50

DE

2 116,11

DK

267,00

EE

4,43

EL

271,65

ES

1 537,61

IE

372,01

FI

31,40

FR

831,41

HR

46,45

HU

109,06

IT

2 839,23

LV

80,99

LT

14,84

LU

MT

33,03

NL

620,79

PL

150,60

PT

398,76

RO

157,96

SI

13,57

SK

37,70

SE

17,53




BIJLAGE II

Voor de voorzieningszekerheid kritieke infrastructuur overeenkomstig artikel 23, lid 2, punt d)



Sector

Deelsector

I. Energie

1.  Elektriciteit

Infrastructuren en voorzieningen voor elektriciteitsproductie en -transmissie, met het oog op elektriciteitsvoorziening

2.  Olie

Olieproductie, -raffinage, -behandeling, -opslag en -transmissie via pijpleidingen

3.  Gas

Gasproductie, -raffinage, -behandeling, -opslag en -transmissie via pijpleidingen

Lng-terminals

II. Vervoer

4.  Wegvervoer

5.  Spoorvervoer

6.  Luchtvervoer



( 1 ) Verordening (EU) nr. 600/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten in financiële instrumenten en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 84).

( 2 ) Verordening (EU) 2019/941 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector en tot intrekking van Richtlijn 2005/89/EG (PB L 158 van 14.6.2019, blz. 1).

( 3 ) Richtlijn 2009/73/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas en tot intrekking van Richtlijn 2003/55/EG (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 94).

( 4 ) Verordening (EG) nr. 715/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende de voorwaarden voor de toegang tot aardgastransmissienetten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1775/2005 (PB L 211 van 14.8.2009, blz. 36).

( 5 ►M1  De cijfers in bijlage I, punten a) en b), zijn gebaseerd op gegevens van de wintertoereikendheidsbeoordeling uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EU) 2019/941 door het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (ENTSB-E), behalve voor Malta dat niet over aanzienlijke opslagcapaciteit beschikt en waar de elektriciteitsopwekking volledig afhankelijk is van lng-leveringen. Gezien de specifieke kenmerken van laagcalorisch gas moeten de waarden voor Nederland in deze tabel worden vermenigvuldigd met een omrekeningsfactor van 37,89 gedeeld door 35,17. Bijlage I, punt a), geeft de individuele maandelijkse volumes weer die door ENTSB-E zijn berekend voor de maanden december 2022 tot en met maart 2023; de cijfers in bijlage I, punt b), voor de maanden april 2023 tot en met december 2024 geven het gemiddelde weer van de waarden in de periode tussen december 2022 en maart 2023. ◄

Top