Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020DC0620

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Een Unie van gelijkheid: strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma

COM/2020/620 final

Brussel, 7.10.2020

COM(2020) 620 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Een Unie van gelijkheid:


strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma

{SWD(2020) 530 final}


Waar is de essentie van de mensheid gebleven, als dag na dag Roma van de samenleving worden uitgesloten en anderen in hun mogelijkheden worden belemmerd, gewoon omdat zij een andere huidskleur of religieuze overtuiging hebben.

Commissievoorzitter Von der Leyen, Staat van de Unie 2020

Europa heeft de plicht om zijn minderheden te beschermen tegen racisme en discriminatie. Zigeunerhaat moet plaats maken voor openheid en acceptatie, haatuitingen en haatmisdrijven voor tolerantie en respect voor de menselijke waardigheid, en pesterijen voor voorlichting over de Romaholocaust. Bovenal moeten we diversiteit bevorderen als een prachtig geschenk dat Europa sterk maakt en veerkracht geeft. Daarom roept de Commissie alle lidstaten op zich aan te sluiten bij ons streven om een einde te maken aan het racisme en de discriminatie waarvan onze grote etnische Romaminderheden het slachtoffer zijn. Wij dringen er bij de lidstaten op aan zich in te zetten voor een nieuw strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma, teneinde sociale rechtvaardigheid en verdergaande gelijkheid tot stand te brengen in alle betekenissen van die woorden.

Verklaring van voorzitter Von der Leyen, vicevoorzitter Jourová en commissaris Dalli

aan de vooravond van de herdenkingsdag van de Romaholocaust 2020

I.Inleiding

Totstandbrenging van een Unie van gelijkheid is een van de belangrijkste prioriteiten van de Commissie. De EU beschikt over rechtsinstrumenten en een alomvattend beleid om een echte Unie van gelijkheid op te bouwen. Niettemin is er, zoals in het EU-actieplan tegen racisme 2020-2025 wordt benadrukt 1 , nog steeds sprake van discriminatie op grond van ras en etnische afstamming. Dit geldt met name voor Roma 2 , die vaak gemarginaliseerd blijven. Veel van de naar schatting tien tot twaalf miljoen Roma 3 op het continent worden in hun dagelijks leven nog steeds geconfronteerd met discriminatie, zigeunerhaat 4 en sociaaleconomische uitsluiting.

De Commissie heeft in 2011 een EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020 5 vastgesteld. Dit kader had als voornaamste doel de sociaal-economische uitsluiting en discriminatie van de Roma aan te pakken, zowel in de EU als in uitbreidingslanden, door gelijke toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting te bevorderen. De lidstaten werden ertoe opgeroepen nationale strategieën voor integratie van de Roma op te stellen, nationale contactpunten 6 voor de Roma aan te wijzen en nationale doelstellingen vast te stellen. Twee jaar later nam de Raad een aanbeveling aan over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten. Deze aanbeveling bevatte richtsnoeren voor een betere uitvoering van de nationale strategieën 7 door de lidstaten. De landen van de Westelijke Balkan hebben zich vrijwillig aangesloten bij het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020.

Deze twee instrumenten vervulden een belangrijke rol 8 : zij zetten de integratie van de Roma hoog op de agenda's van de EU en de lidstaten en brachten het beleid, de wetgeving en de financieringsinstrumenten van de EU in beweging. De vooruitgang op het gebied van de integratie van de Roma is de afgelopen tien jaar echter beperkt gebleven, hoewel de situatie voor de verschillende beleidsterreinen en lidstaten aanzienlijke verschillen vertoont 9 . De meeste vooruitgang is geboekt met betrekking tot het onderwijs, met name door het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Ook is de deelname aan voor- en vroegschoolse educatie verbeterd en wordt de leerplicht beter nageleefd. Wat de segregatie van Romaleerlingen in het onderwijs betreft, is de situatie echter verergerd 10 . Wat het armoederisico van de Roma en hun (door henzelf ingeschatte) gezondheidstoestand betreft, is de situatie verbeterd, maar de medische dekking blijft beperkt. De toegang tot werk is niet verbeterd en het percentage jonge Roma dat geen werk heeft en geen onderwijs of opleiding volgt, is zelfs toegenomen. Vooral door ongeschikte en gesegregeerde huisvesting blijft de huisvestingssituatie moeilijk. Er zijn aanwijzingen dat Roma in enige mate minder discriminatie ondervinden en dat de aanvaarding van de Roma door de algemene bevolking verbetert. Zigeunerhaat, haatmisdrijven en de handel in Roma, met name vrouwen en kinderen, blijven echter aanleiding geven tot ernstige bezorgdheid 11 .

De totstandkoming van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma biedt de gelegenheid om meer actie te ondernemen om deze aanhoudende tekortkoming aan te pakken. Dat is des te belangrijker omdat door de COVID-19-pandemie is gebleken dat uitgesloten en gemarginaliseerde Romagemeenschappen in extreme mate zijn blootgesteld aan negatieve gevolgen voor hun gezondheids- en sociaal-economische situatie.

Om meer en sneller vooruitgang te boeken, wordt in deze mededeling een nieuw strategisch EU-kader voor de Roma geschetst, met doeltreffende maatregelen ter bevordering van gelijkheid, sociaal-economische integratie en zinvolle participatie van de Roma. Hoewel de lidstaten het voortouw moeten nemen om echte veranderingen voor de Roma teweeg te brengen, hetgeen een versterkte politieke inzet vereist, kan de EU hen helpen een doeltreffende aanpak te ontwikkelen en hun de juiste instrumenten ter beschikking stellen. Dit strategische kader is gebaseerd op de bevindingen van de evaluatie van het vorige kader, uitgebreide raadplegingen 12 , jaarlijkse beoordelingen van de uitvoering van de nationale strategieën 13 en analyse van de redenen waarom eerdere maatregelen slechts in beperkte mate hun doel hebben getroffen 14 . Hiermee wordt gehoor gegeven aan de oproepen van het Europees Parlement, de Raad en het maatschappelijk middenveld om een versterkt EU-initiatief voor de periode na 2020 15 . Er wordt erkend dat niet alle Roma zich in een situatie van sociale uitsluiting bevinden, maar dat zij wel allen te maken kunnen krijgen met discriminatie en verzwakking van hun positie. Er is gekozen voor een intersectionele aanpak, waarbij aandacht wordt besteed aan het samengaan van etniciteit met andere identiteitsaspecten en aan de manier waarop dergelijke raakvlakken bijdragen aan unieke ervaringen van discriminatie 16 .

Dit strategische EU-kader voor de Roma draagt ook bij aan een aantal andere initiatieven. Het is een rechtstreekse bijdrage aan de uitvoering van het EU-actieplan tegen racisme en de Europese pijler van sociale rechten 17 en aan de verwezenlijking van de VN-Agenda 2030 en de duurzameontwikkelingsdoelstellingen 18 .

Om een rechtvaardige behandeling en integratie te verwezenlijken, moeten de beschikbare middelen beter worden benut en gekanaliseerd, en zijn de betrokkenheid en het partnerschap vereist van de Romagemeenschappen, alle bestuursniveaus, sectoren en belanghebbenden (nationale regeringen, EU-instellingen, internationale organisaties, maatschappelijke organisaties, alsmede het bedrijfsleven en de academische wereld). Nauwe samenwerking tussen het Europees niveau en het nationale niveau is van bijzonder groot belang. Het strategische kader op EU-niveau omvat ambitieuze gemeenschappelijke doelstellingen en streefwaarden. Op nationaal niveau moeten de overheden krachtige nationale strategische kaders voor de Roma ontwikkelen om langetermijnverbintenissen aan te gaan en met de EU-instellingen samen te werken op het gebied van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma. Zoals de Raad in zijn conclusies van 2016 19 heeft voorgesteld, dient de Commissie een voorstel in voor herziening en vervanging van de aanbeveling van de Raad van 2013.

II.Gemeenschappelijke doelstellingen inzake gelijkheid, integratie en participatie van de Roma

Uit de evaluatie van het huidige kader en de daaruit door het Europees Parlement, de Raad en verscheidene Europese en nationale maatschappelijke organisaties getrokken conclusies 20 blijkt de noodzaak om het engagement voor de gelijkheid, de integratie en de participatie van de Roma te vernieuwen en te intensiveren op zowel Europees als nationaal niveau. Versterkte inzet is nodig om de hardnekkige discriminatie, met inbegrip van zigeunerhaat, te bestrijden en de integratie van de Roma in onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting te verbeteren 21 . De Roma moeten daarbij worden betrokken in alle fasen vanaf het ontwerp van de maatregelen tot aan de uitvoering ervan. Tegelijkertijd moet bij de te ondernemen actie rekening worden gehouden met de diversiteit en de behoeften van specifieke groepen binnen de Romabevolking.

De Commissie stelt daarom voor de periode tot 2030 zeven doelstellingen op EU-niveau vast. Bij drie daarvan betreft het horizontale doelstellingen op het gebied van gelijkheid, integratie en participatie. De overige vier zijn sectorale doelstellingen op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting en gezondheid. Om deze doelstellingen daadwerkelijk te kunnen verwezenlijken, moet het mogelijk zijn om de vooruitgang te meten. Om die reden stelt de Commissie voor het eerst kwantitatieve EU-kerndoelen voor om de verwezenlijking van deze doelstellingen te monitoren. Hoewel voor dergelijke doelen uiterlijk in 2030 een minimum aan vooruitgang moet zijn geboekt, blijft de langetermijndoelstelling gericht op het verwezenlijken van daadwerkelijke gelijkheid en het dichten van de kloof tussen de Roma en de bevolking in het algemeen. Deze streefwaarden zijn het resultaat van de ervaring met in de Romagemeenschappen uitgevoerde enquêtes. Zij zijn opgesteld op basis van een diepgaande raadpleging met de medewerking van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), de lidstaten en maatschappelijke organisaties van en voor de Roma 22 . De onderstaande afbeeldingen geven de zeven doelstellingen, de streefwaarden op EU-niveau, de te bereiken vooruitgang en de huidige situatie weer 23 .

Andere indicatoren worden momenteel onderzocht 24 .



III.Hernieuwing en versterking van de nationale maatregelen voor gelijkheid, integratie en participatie

Om de doelstellingen van dit strategische kader te verwezenlijken, moet zowel op EU- als op nationaal niveau actie worden ondernomen. Deze complementaire aanpak is de enige manier om in de praktijk verandering teweeg te brengen. De belangrijkste bevoegdheden op de gebieden die onder dit kader vallen, berusten bij de lidstaten. Er is daarom een gestructureerde aanpak nodig. De situatie van de Roma verschilt van land tot land; om in het dagelijks leven van de Roma reële verandering te brengen, moeten engagement en verantwoording op nationaal niveau worden versterkt. Dit houdt in dat maatschappelijke organisaties en alle relevante belanghebbenden moeten worden betrokken bij het opzetten van nationale strategische kaders voor de Roma.

Nationale maatregelen stimuleren via de nationale strategische kaders voor de Roma

De lidstaten wordt verzocht nationale strategische kaders voor de Roma te ontwikkelen, vast te stellen en uit te voeren. Deze dienen te omvatten:

ogemeenschappelijke kenmerken;

ominimumverplichtingen voor iedereen;

omogelijke aanvullende verbintenissen, afhankelijk van de nationale context;

oambitieuzere verbintenissen voor lidstaten met een grote Romabevolking.

Voorstellen voor deze elementen worden hieronder uiteengezet. Waar mogelijk moeten specifieke nationale streefwaarden worden vastgesteld. De Commissie zal dit proces ondersteunen met het nodige advies. Zij zal nationale maatregelen bovendien ondersteunen door de gelijkheidswetgeving ter handhaven, gelijkheid, integratie en participatie van de Roma te mainstreamen in EU-beleidsinitiatieven, EU-middelen voor de Roma in te zetten en zigeunerhaat te bestrijden.

De lidstaten wordt verzocht de ontwikkeling van deze nationale kaders uiterlijk in september 2021 af te ronden en deze aan de Commissie mee te delen.

Tegelijk met deze mededeling dient de Commissie een voorstel in voor een aanbeveling van de Raad inzake gelijkheid, integratie en participatie van de Roma, met een lijst van specifieke maatregelen die de lidstaten moeten nemen om de EU-doelstellingen te verwezenlijken. Beide zijn dus complementair. De voorgestelde aanbeveling is ook bedoeld als leidraad voor capaciteitsopbouw en partnerschappen tussen belanghebbenden, waaronder de nationale Romacontactpunten, organen voor gelijke behandeling, maatschappelijke organisaties en regionale en lokale actoren. Daarnaast biedt de aanbeveling richtsnoeren voor een beter gebruik van nationale en EU-middelen en voor doeltreffende nationale monitoring, rapportage en evaluatie inzake de nationale strategische kaders voor de Roma.

III.1.Richtsnoeren voor nationale maatregelen volgens een gemeenschappelijke, maar gedifferentieerde aanpak

De Commissie stelt een reeks gemeenschappelijke kenmerken voor om de lidstaten te assisteren bij de ontwikkeling van zinvolle en doeltreffende nationale strategische kaders voor de Roma. Daarnaast stelt zij minimumverbintenissen voor die in alle nationale strategische kaders voor de Roma moeten worden opgenomen. Aangezien het aandeel van de Roma in de totale bevolkingsomvang en de nationale context aanzienlijk verschillen van lidstaat tot lidstaat, stelt de Commissie aanvullende en meer gerichte verbintenissen voor. Daarmee wordt de verscheidenheid aan situaties in de lidstaten erkend en een gemeenschappelijke, maar gedifferentieerde aanpak mogelijk gemaakt.

Eén. De Commissie stelt voor om in alle nationale strategische kaders voor de Roma de volgende gemeenschappelijke kenmerken op te nemen:

üMeer nadruk op gelijkheid als aanvulling op de integratieaanpak. Essentieel voor de integratie van de Roma blijft een geïntegreerde aanpak van de vier beleidsterreinen (onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting), maar er is ook behoefte aan een duidelijke focus op gelijkheid. Met name moet de bestrijding van discriminatie en zigeunerhaat een hoofddoelstelling en horizontale prioriteit zijn binnen elk beleidsterrein, ter aanvulling van de integratieaanpak. Deze gezamenlijke focus moet ervoor zorgen dat de Roma daadwerkelijk toegang krijgen tot economische en sociale rechtvaardigheid en gelijke kansen.

üParticipatie bevorderen door versterking van de positie van de Roma, samenwerking en vertrouwen. In alle stadia van de beleidsvorming moet zinvolle participatie van de Roma gewaarborgd worden. De politieke, economische en culturele betrokkenheid van de Roma moet worden bevorderd, zodat zij het gevoel hebben volwaardig deel uit te maken van de samenleving. Er moet worden gezorgd voor positieversterking en capaciteitsopbouw bij de Roma, het maatschappelijk middenveld en overheidsinstanties. De samenwerking en het vertrouwen tussen belanghebbenden onderling en tussen Roma- en niet-Romagemeenschappen moeten worden opgebouwd.

üRecht doen aan de diversiteit onder de Roma. De lidstaten moeten erop toezien dat hun strategische kaders gelden voor alle Roma op hun grondgebied. Met een intersectionele aanpak moet rekening worden gehouden met de behoeften van de verschillende groepen. De lidstaten moeten erbij stilstaan dat een combinatie van verschillende aspecten van identiteit discriminatie kan versterken. Zij moeten kwantitatieve en/of kwalitatieve streefwaarden vaststellen om diversiteit qua leeftijd, gender, seksuele oriëntatie, mobiliteit en andere persoonlijke kenmerken in aanmerking te nemen.

üCombineren van mainstreaming met uitdrukkelijke maar niet exclusieve gerichtheid op de Roma 25 . De nationale strategische kaders voor de Roma moeten mainstreaming combineren met een uitdrukkelijke maar niet exclusieve gerichtheid op de Roma; daarbij wordt gezorgd voor inclusiviteit van mainstreamdiensten en wordt aanvullende gerichte steun verleend om de effectieve gelijke toegang van Roma tot rechten en diensten te bevorderen. De kaders moeten dienen als planningsinstrumenten voor het gebruik van nationale en EU-middelen voor op Roma gerichte maatregelen en inclusieve mainstreamhervormingen.

üVerbetering van vaststelling van doelen, verzameling van gegevens, monitoring en verslaglegging. Het streven naar verwezenlijking van de kerndoelen op EU-niveau en de bijbehorende kwantitatieve en/of kwalitatieve nationale streefwaarden kan reële vooruitgang brengen op het gebied van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma. Er moeten regelmatig gegevens worden verzameld, zodat ze kunnen worden verwerkt in de rapportage en monitoring ter verbetering van transparantie en verantwoording en ter bevordering van beleidsoverdracht en beleidsleren 26 .

Twee. Op basis van de ervaring die is opgedaan met het huidige kader en de brede raadplegingen 27 die de afgelopen twee jaar zijn gehouden, verzoekt de Commissie alle lidstaten om in hun nationale strategische kaders voor de Roma ten minste de volgende verbintenissen op te nemen:

Het nationale strategische kader moet het volgende omvatten:

a)nationale uitgangs- en streefwaarden die moeten worden nagestreefd om de EU-doelstellingen en -streefwaarden te realiseren, op basis van een brede behoefteanalyse;

b)streefwaarden en maatregelen voor specifieke Romagroepen (kinderen, vrouwen, jongeren, ouderen en personen met een beperking, mobiele EU-burgers, onderdanen van derde landen, staatlozen) zodat rekening wordt gehouden met de diversiteit van de Roma, met inbegrip van genderresponsieve en kind- en leeftijdsgevoelige maatregelen;

c)maatregelen ter bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie (bijvoorbeeld nationale actieplannen tegen racisme);

d)maatregelen voor de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde Roma, met name op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheid en huisvesting;

e)een combinatie van gerichte en algemene maatregelen die specifieke lokale problemen in aanmerking nemen en uitdrukkelijk de hindernissen aanpakken waardoor het reguliere beleid Roma geen gelijke toegang biedt 28 ;

f)een specifiek budget voor uitvoering en monitoring 29 dat ten volle gebruikmaakt van sociale innovatie en particulier kapitaal;

g)mechanismen voor rapportage, monitoring en evaluatie inzake de vooruitgang bij het bereiken van de streefwaarden;

h)een regeling voor beleidsrelevante raadpleging van en samenwerking met maatschappelijke organisaties van en voor de Roma, verantwoordelijke ministeries, organen voor gelijke behandeling, andere nationale mensenrechteninstellingen en overige belanghebbenden;

i)capaciteitsopbouw om de actieve participatie van het maatschappelijk middenveld in alle stadia van de beleidsvorming te bevorderen en het te betrekken bij nationale en EU-platformprocessen 30 .

De nationale Romacontactpunten (NRCP) moeten:

a)een mandaat, toereikende middelen en voldoende personeel krijgen om voor permanente coördinatie en monitoring te zorgen;

b)regelmatig een voortgangsverslag indienen en deelnemen aan de kernactiviteiten van het NRCP-netwerk dat door de Commissie wordt beheerd 31 .

Drie. Naast deze gemeenschappelijke kenmerken en minimumverbintenissen kunnen aanvullende nationale inspanningen afhankelijk van de specifieke nationale context belangrijk zijn. De problemen op het gebied van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma lopen uiteen. Zij hangen af van de omvang van de Romabevolking en hun aandeel in de totale bevolking. Ook de bredere economische context en de erfenis van uitsluiting en discriminatie zijn van belang. De problemen verschillen ook afhankelijk van waar en hoe de Roma leven (op het platteland, in de steden, in gesegregeerde gebieden; mobiel of sedentair) en van specifieke aspecten zoals transnationale mobiliteit, migratie of problemen met identiteitsdocumenten. Al deze verschillende uitdagingen kunnen tot uiting komen in de nationale strategische kaders voor de Roma. De doelstellingen, investeringsniveaus en soorten beleidsoplossingen moeten eraan zijn aangepast. In overeenstemming met de nationale context (zoals de opties voor het verzamelen van gegevens, het gebruik van gerichte of algemene EU-financiering, de relatieve omvang en de specifieke behoeften van de Romabevolking) zouden de lidstaten de volgende aanvullende verbintenissen moeten aangaan:

Het nationale strategische kader moet ook omvatten:

a)nationale kwantitatieve en kwalitatieve streefwaarden voor alle zeven EU-doelstellingen en de bijbehorende streefwaarden (afhankelijk van de beschikbaarheid van gegevens);

b)de wijze waarop nationale en EU-middelen en financiële instrumenten zullen worden ingezet voor de Roma; en

c)de wijze waarop institutionele of administratieve hervormingen zullen bijdragen tot gelijkheid en integratie.

De NRCP’s zouden ook een tussentijdse evaluatie en herziening van het nationale strategische kader moeten verrichten.

Vier. Wanneer de Roma een aanzienlijk deel van de bevolking uitmaken (d.w.z. ruim boven de 1 %) 32 , is het bevorderen van gelijkheid en integratie niet alleen belangrijk wat de grondrechten betreft, maar duidelijk ook in economisch opzicht. In landen met een groter aandeel Roma vertegenwoordigt deze groep een groeiend deel van de bevolking in de schoolgaande leeftijd en de toekomstige beroepsbevolking. In tijden van ongunstige demografische ontwikkelingen biedt vooruitgang op het gebied van de sociaal-economische integratie van de Roma mogelijkheden om de tekorten aan arbeidskrachten en vaardigheden te verminderen en de sociale uitgaven te verlagen. Investeringen in beter onderwijs en bijscholing van een voorheen uitgesloten beroepsbevolking kunnen een positief effect hebben op de productiviteitsgroei. Door ervoor te zorgen dat de Roma hun potentieel kunnen inzetten in de economie en de samenleving in het algemeen, zullen de sociale en economische resultaten voor iedereen verbeteren.

Dit betekent dat ruimere toezeggingen en EU-steun nodig zijn, met name wat betreft het inzetten van EU-fondsen voor gerichte maatregelen en inclusieve algemene hervormingen. In dit verband wordt de lidstaten met een aanzienlijke Romabevolking verzocht om ten volle gebruik te maken van de voorgestelde specifieke doelstelling van het ESF+ om de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma te bevorderen. Die lidstaten worden ook aangemoedigd om meer te doen om ervoor te zorgen dat de beschikbare middelen de Roma daadwerkelijk bereiken. Ter ondersteuning van het ontwerp, de monitoring en de herziening van het beleid moeten de verzamelde gegevens ook worden uitgesplitst naar etnische afkomst en geslacht.

De Commissie verzoekt de lidstaten met een aanzienlijke Romabevolking dan ook om naast de minimumverbintenissen en de verbintenissen die uit de nationale context voortvloeien, in hun nationaal strategisch kader voor de Roma ambitieuzere verbintenissen op te nemen.

Het nationale strategische kader moet ook:

a)een plan of een pakket van maatregelen bevatten ter voorkoming en bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie, segregatie in onderwijs en huisvesting, en vooroordelen en stereotypen over Roma (ook online);

b)gelijkheid en integratie van de Roma op regionaal en lokaal niveau mainstreamen; en

c)aangeven hoe nationale en EU-fondsen en financiële instrumenten zullen worden ingezet voor inclusieve algemene beleidshervormingen en gerichte maatregelen.

De rol van de NRCP’s moet worden versterkt, zodat deze:

a)de beschikking krijgen over een vast team en een specifiek institutioneel mandaat dat zorgt voor politiek gewicht, doeltreffende sectoroverschrijdende coördinatie en mainstreaming van de gelijkheid en integratie van de Roma op regionaal en lokaal niveau;

b)worden betrokken (door de instanties die de EU-fondsen beheren) bij de coördinatie van intergouvernementele besprekingen over de verdeling van EU-middelen voor Roma en bij de systematische monitoring van het gebruik ervan (bv. via toezichtcomités, effectbeoordelingen voor de integratie van de Roma);

c)zorgen voor overleg en dialoog op nationaal niveau om de positie van de Roma (met name jongeren en vrouwen) te versterken; en

d)garanderen dat het overheidsbeleid en de universele dienstverlening de Roma daadwerkelijk bereiken, ook in afgelegen plattelandsgebieden (bv. noodmaatregelen en maatregelen voor de middellange termijn in tijden van crisis, wetgevingshervorming, beleidsplanning op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg, huisvesting, andere gebieden met betrekking tot sociaal-economische integratie, sociale dienstverlening, vervoer, minimuminkomensstelsels, antidiscriminatiewetgeving).

Tot slot wordt de lidstaten aangeraden om bij het ontwerpen en uitvoeren van de nationale strategische kaders voor de Roma rekening te houden met de gemeenschappelijke basisbeginselen voor de integratie van de Roma 33 . In bijlage 1 34 zijn aanvullende richtsnoeren opgenomen voor beleidsplanning en -uitvoering bij het bestrijden van zigeunerhaat en overgeërfde armoede 35 en het bevorderen van participatie en positieversterking van de Roma. Daarbij moet de diversiteit van de Roma worden weerspiegeld en moeten gerichte en algemene benaderingen worden gecombineerd. De bijlage bevat ook richtsnoeren om beter het hoofd te kunnen bieden aan nieuwe uitdagingen, zoals het aanpakken van de onevenredige impact op de Roma van crises zoals de COVID-19-pandemie, het waarborgen van digitale integratie en het verwezenlijken van milieurechtvaardigheid. Daarnaast bevat de bijlage richtsnoeren voor het bevorderen van (de bekendheid met) kunst, geschiedenis en cultuur van de Roma en sociale innovatie en beleidsexperimenten.

De Commissie zal de lidstaten steun bieden bij het ontwikkelen en uitvoeren van hun nationale strategische kaders voor de Roma, niet alleen met financiële ondersteunings- en coördinatiemaatregelen, zoals wederzijds leren of capaciteitsopbouw, maar ook met methodologische ondersteuning 36 en bijstand via het programma voor structurele hervormingen en ondersteuning (SRSP) voor de ontwikkeling van monitoring- en evaluatiesystemen 37 . De lidstaten kunnen ook ondersteuning krijgen van het FRA, organen voor gelijke behandeling en andere nationale mensenrechteninstanties en nationale bureaus voor de statistiek. Doel daarvan is het waarborgen/vergroten van de capaciteit voor het regelmatig verzamelen van gegevens op nationaal niveau 38 . De EU-steun zal worden gedifferentieerd volgens de omvang van de verbintenissen van de lidstaten.

III.2Rapportage en monitoring inzake nationale maatregelen en vooruitgang bij het realiseren van streefwaarden

Om ervoor te zorgen dat het verzamelen van gegevens en het rapporteren over en monitoren van de vooruitgang met betrekking tot zowel de EU-doelstellingen als de hierboven voorgestelde nationale streefwaarden doeltreffender verloopt, stelt de Commissie, nu voor het eerst, voor om een reeks indicatoren te gebruiken (zie bijlage 2). Dit zou van reële waarde zijn voor het wederzijds leren tussen de lidstaten. De reeks indicatoren is ontwikkeld door een werkgroep indicatoren en verslaglegging betreffende de Roma, die gecoördineerd wordt door het FRA en waarbij NRCP’s, nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie betrokken zijn. Het zal hierdoor ook mogelijk worden om verslag uit te brengen over de maatregelen die in het voorstel voor een aanbeveling van de Raad zijn uiteengezet.

Er wordt gezorgd voor rapportage over en monitoring van de nationale maatregelen, zowel op nationaal als op EU-niveau. In 2022 zal de Commissie de balans opmaken van de nationale strategische kaders voor de Roma, de verbintenissen van de lidstaten beoordelen en richtsnoeren geven voor mogelijk noodzakelijke verbeteringen.

De lidstaten wordt verzocht om vanaf 2023 elke twee jaar verslag uit te brengen over de uitvoering van de nationale strategische kaders voor de Roma, met inbegrip van de maatregelen ter bevordering van gelijkheid, integratie en participatie, en daarbij ten volle gebruik te maken van de reeks indicatoren. De rapportage moet worden toegespitst op de uitvoering van de verbintenissen die in de nationale kaders zijn vastgelegd, met inbegrip van gerealiseerde nationale streefwaarden. Om transparantie te vergroten en beleidsleren te bevorderen, moeten de verslagen openbaar worden gemaakt. De strategische kaders en de voltooide verslagen zouden ook in de nationale parlementen moeten worden besproken.

De Commissie verzoekt het FRA om op basis van cycli van vier jaar, te beginnen in 2020, regelmatig onderzoek te doen naar de Roma om de gegevens te verstrekken die nodig zijn voor de uitgangswaarden en de tussentijdse en eindresultaten, teneinde de veranderingen te meten 39 . Het FRA wordt ook verzocht de inspanningen van de lidstaten voor het verzamelen van gegeven en voor rapportage te ondersteunen, onder meer via de werkgroep indicatoren en verslaglegging betreffende de Roma, en zo de gegevens te leveren voor monitoring en analyse van de nationale vooruitgang door de Commissie.

De nationale verslagen zullen samen met de input van maatschappelijke organisaties en het FRA als basis dienen voor de periodieke monitoringverslagen die de Commissie om de twee jaar uitbrengt. De Commissie zal ook tussentijds en achteraf een evaluatie verrichten van het strategisch EU-kader voor de Roma.

IV.Actie op EU-niveau

De lidstaten zijn belangrijke actoren als het erop aankomt op praktisch vlak veranderingen voor de Roma mogelijk te maken. Het optreden en de steun van de EU zullen een aanvulling vormen op de inspanningen van de lidstaten om de EU-doelstellingen en -streefwaarden in 2030 te bereiken.

IV.1.Handhaving van de EU-wetgeving

Er bestaat voor de bestrijding van zigeunerhaat en tegen Roma gerichte discriminatie een vast EU-rechtskader. Daartoe behoren ook de algemene beginselen van non-discriminatie en gelijkheid, die zijn vastgelegd in de Verdragen en bevestigd in het Handvest van de grondrechten van de EU 40 , alsmede de richtlijn rassengelijkheid 41 en het kaderbesluit van de Raad betreffende racisme en vreemdelingenhaat 42 . Zoals in het EU-actieplan tegen racisme 2020–2025 is benadrukt, vereist een alomvattend systeem van bescherming tegen discriminatie in de eerste plaats dat het rechtskader doeltreffend wordt gehandhaafd, om ervoor te zorgen dat individuele rechten en plichten in de praktijk worden geëerbiedigd. Deze werkzaamheden betreffen niet alleen de Roma, maar zullen de Romagemeenschappen rechtstreeks ten goede komen.

De Commissie blijft de toepassing van de richtlijn rassengelijkheid monitoren en handhaven. Daartoe zal zij discriminatie stelselmatig onderzoeken en zo nodig inbreukprocedures inleiden om nationale wetgeving en nationaal beleid te doen wijzigen. De afgelopen jaren is bijzondere aandacht besteed aan discriminatie van Romakinderen in het onderwijs. De Commissie zal richtsnoeren en opleiding verstrekken en financiële steun bieden voor het verzamelen van gegevens over gelijkheid en voor een doeltreffende uitvoering en handhaving van de richtlijn, ook door de belangen van slachtoffers te behartigen. Zoals in het EU-actieplan tegen racisme aangekondigd, zal de Commissie in 2021 verslag uitbrengen over de toepassing van de richtlijn 43 en naar aanleiding daarvan tegen 2022 eventueel wetgeving vaststellen. Bovendien zal de Commissie steun blijven verlenen aan de werkzaamheden van organen voor gelijke behandeling, die hoge prioriteit toekennen 44 aan het streven naar verbetering van de situatie en de ervaringen van de Roma. De Commissie zal de uitvoering van de aanbeveling van de Commissie inzake normen voor organen voor gelijke behandeling monitoren 45 . De rol en de onafhankelijkheid van de organen voor gelijke behandeling en de mogelijke noodzaak van nieuwe wetgeving om de rol van deze organen te versterken, zullen in het verslag van 2021 uitvoerig aan de orde komen.

De Commissie zal ook blijven werken aan het voorkomen en bestrijden van racisme en vreemdelingenhaat, met name door de registratie en melding van haatmisdrijven met de steun van het FRA te op te voeren, de opleidingsstrategieën voor rechtshandhaving te verbeteren en de steun voor slachtoffers van haatmisdrijven te intensiveren. Volgens het FRA 46 worden Roma vaak (30 % van de respondenten van Roma-afkomst) geconfronteerd met door haat ingegeven intimidatie. De Commissie bevestigt opnieuw dat zij vastbesloten is te zorgen voor een volledige en correcte omzetting en uitvoering van het kaderbesluit van de Raad betreffende racisme en vreemdelingenhaat, en dat zij waar nodig inbreukprocedures zal inleiden 47 . Om zigeunerhaat te kunnen bestrijden, is het noodzakelijk dat de minimumnormen voor de strafbaarstelling van haatuitingen en het ontkennen, vergoelijken of bagatelliseren van de Holocaust volledig en correct in de wetgeving van de lidstaten zijn omgezet. Net als andere mensen met een etnische of raciale minderheidsachtergrond worden Roma geconfronteerd met haatuitingen op internet, en zigeunerhaat is een van de meest gemelde vormen van haatzaaien. De Commissie zal blijven samenwerken met IT-bedrijven om illegale haatuitingen op internet te bestrijden, en zal haar inspanningen uitbreiden tot socialemediaplatforms 48 . Het kaderbesluit wordt aangevuld door de richtlijn slachtofferrechten 49 , die onder meer gericht is op gerechtigheid voor en bescherming en ondersteuning van slachtoffers van haatmisdrijven en haatuitingen. De EU-strategie inzake de rechten van slachtoffers (2020–2025) is gericht op de specifieke behoeften van slachtoffers van haatmisdrijven, waaronder Roma 50 .

IV.2.Mainstreaming van gelijkheid van de Roma in EU-beleidsinitiatieven en mobilisering van EU-fondsen voor de Roma 51

Mainstreaming van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma in alle relevante initiatieven van de Commissie is van cruciaal belang voor de verwezenlijking van de doelstellingen van dit strategische kader. Bij de ontwikkeling van beleid, van sociaal-economische inclusie tot aan kunstmatige intelligentie, van de Green Deal tot aan digitale inclusie en van de bestrijding van haatuitingen tot aan het migratiebeleid, moet de integratie van de gelijkheidsdimensie tevens garanderen dat de EU en het nationale beleid de belangen van alle Roma dienen. In het kader van haar activiteiten ter bevordering van gelijkheid voor iedereen en in alle betekenissen zal de interne Commissietaskforce Gelijkheid ernaar streven dat de bestrijding van discriminatie op grond van ras of etnische afstamming en de raakvlakken daarvan met andere discriminatiegronden in alle beleidsmaatregelen, wetgeving en financieringsprogramma’s van de EU worden geïntegreerd. Bij de uitvoering van het EU-actieplan tegen racisme 2020–2025 zal altijd rekening worden gehouden met het perspectief van de Roma. In richtsnoeren en opleidingen inzake mainstreaming zal ondersteuning worden geboden aan iedereen die betrokken is bij de integratie van een gelijkheidsperspectief in elk stadium van EU-interventies. Actievere raadpleging van organisaties die de Roma vertegenwoordigen, zal gedurende de gehele beleidscyclus van de Commissie worden bevorderd.

De interne Romataskforce 52 van de Commissie zal diverse diensten van de Commissie op verschillende niveaus blijven betrekken bij belangrijke prioriteitsgebieden, zoals doeltreffend gebruik van EU-fondsen om de gelijkheid en integratie van de Roma te bevorderen.

De nieuwe Faciliteit voor herstel en veerkracht, die onderdeel is van Next Generation EU, zal steun verlenen aan investeringen en hervormingen die essentieel zijn voor een duurzaam herstel en de economische en sociale veerkracht en samenhang stimuleren. Om steun te ontvangen, moeten de lidstaten herstel- en veerkrachtplannen opzetten om de economische en sociale gevolgen van de crisis, de digitale en de groene transitie en de relevante prioriteiten die in de landspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester zijn vastgesteld, aan te pakken. Met deze steun worden de lidstaten in de gelegenheid gesteld om de integratie van gemarginaliseerde groepen te bevorderen, waaronder Roma en andere personen die tot een raciale of etnische minderheid behoren. De voorstellen van de Commissie voor het meerjarig financieel kader bevorderen de integratie van de Roma en de bestrijding van discriminatie. Daarvoor worden met name het Europees Sociaal Fonds Plus (ESF+), het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (Elfpo) ingezet. In 2019 heeft de Commissie in verschillende landspecifieke verslagen van het Europees Semester gewezen op het belang van integratie van de Roma 53 ; de programma’s voor 2021–2027 moeten daarmee in overeenstemming zijn.

De voorstellen van de Commissie voor verordeningen betreffende gemeenschappelijke bepalingen, het ESF+, het EFRO en de Elfpo 54 :

üvoorzien in financiële steun voor de uitvoering van de nationale strategische kaders en maatregelen voor de Roma, met inbegrip van activiteiten op het gebied van menselijke capaciteit, infrastructuur en capaciteitsopbouw;

übepalen dat bij de voorbereiding, de uitvoering, de monitoring en de evaluatie van de programma’s en concrete acties gelijke kansen voor iedereen worden bevorderd, zonder discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele oriëntatie;

üeisen dat gedurende de gehele periode 2021–2027 wordt voldaan aan de thematische randvoorwaarden (nationaal strategisch beleidskader voor de Roma, nationaal strategisch beleidskader voor sociale integratie en armoedebestrijding) en horizontale randvoorwaarden (Handvest van de grondrechten);

üeisen dat ten minste 25 % van de ESF+-middelen sociale integratie bevordert, waarbij voor de meest behoeftigen in een minimumbedrag wordt voorzien; en

übenadrukken het “partnerschapsbeginsel”, d.w.z. dat alle relevante belanghebbenden, met inbegrip van organen ter bevordering van sociale integratie, non-discriminatie en de grondrechten, alsook maatschappelijke organisaties, worden betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van programma’s en partnerschapsovereenkomsten en zitting hebben in comités van toezicht.

De lidstaten spelen een sleutelrol bij het uitzetten van overheidsbeleid en het optimale gebruik van financieringsprogramma’s ter ondersteuning van de Roma, aangezien het grootste deel van de EU-begroting door de lidstaten in gedeeld beheer wordt uitgevoerd. De Commissie verzoekt de lidstaten daarom middelen in het kader van het meerjarig financieel kader 2021–2027 en Next Generation EU aan te wenden om de uitdagingen aan te nemen en in de behoeften van de Roma te voorzien. Zo kunnen zij de verbintenissen nakomen die zij in hun nationale strategische kaders voor de Roma zijn aangegaan. De Commissie wil verzekeren dat de landspecifieke uitdagingen die in het Europees Semester zijn vastgesteld naar behoren worden aangepakt in de komende partnerschapsovereenkomsten, en dat via operationele programma’s maatregelen ter bevordering van gelijkheid en integratie worden uitgevoerd. De Commissie zal er nauwlettend op toezien dat er in die lidstaten een tweeledige strategie bestaat om enerzijds dienstverlening inclusief te maken en anderzijds gerichte programma’s voor gemarginaliseerde Romagemeenschappen uit te voeren. Die strategie moet ook in aanmerking worden genomen in de programmeringsdocumenten voor 2021–2027. De door de Commissie voorgestelde randvoorwaarden voor specifieke EU-fondsen in 2021–2027 moeten de eerbiediging van de grondrechten en de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma waarborgen.

Om de maatregelen in verband met de Roma doelmatiger en doeltreffender te maken, zal de Commissie steun verlenen aan initiatieven voor transnationaal leren op het gebied van beleid en financiering, zoals het EURoma-netwerk 55 van beheersautoriteiten en NRCP’s.

Het programma InvestEU 56 kan in het kader van het onderdeel voor sociale investeringen en vaardigheden ook bijdragen tot de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde groepen, zoals de Roma. Dit kan door middel van innovatieve financieringsmethoden zoals obligaties met sociale impact en resultaatgerichte projecten, al dan niet gecombineerd met EU-subsidies en/of financieringsinstrumenten van sectorale programma’s of een combinatie van verschillende EU-financieringsstromen. De Commissie zal gerichte proefinitiatieven uitvoeren om werkbenaderingen voor concrete integratieaspecten (huisvesting, werkgelegenheid, sociale zekerheid) te testen en te demonsteren met behulp van innovatieve financieringsmethoden, die kunnen worden overgenomen/uitgebreid of nagevolgd via meer grootschalige programma’s op nationaal of EU-niveau. De lidstaten zullen via het instrument voor technische ondersteuning technische bijstand kunnen vragen om gelijkheid van de Roma te integreren in hun beleidsvorming en hervormingsprocessen.

IV.3.EU-maatregelen en -steun ter bevordering van de participatie, integratie en diversiteit van de Roma

In het kader van het EU-actieplan tegen racisme 2020–2025 heeft de Commissie zich ertoe verbonden om als instelling het goede voorbeeld te geven door stappen te zetten om de representativiteit van haar personeelsbestand aanzienlijk te verbeteren door maatregelen op het gebied van werving en selectie. Bij het uitvoeren van deze maatregelen zal de Commissie erop toezien dat zij van toepassing zijn op de Roma. De Commissie dringt er bij de andere EU-instellingen op aan stappen te zetten om diversiteit en integratie in hun eigen institutionele structuur te bevorderen.

De Commissie zal regelmatig bijeenkomsten organiseren met vertegenwoordigers van de lidstaten 57 en maatschappelijke organisaties en internationale organisaties in de EU, en voor een krachtiger mandaat inzake wederzijds leren zorgen. Zij zal ook zorgen voor regelmatige contacten tussen belanghebbenden. De Commissie zal in de periode 2021–2027 bijeenkomsten over het cohesiebeleid blijven organiseren met maatschappelijke organisaties (de zogeheten “gestructureerde dialoog”). Zij zal met maatschappelijke organisaties van de Roma besloten dialoogbijeenkomsten houden over de ontwikkelingen op het gebied van het cohesiebeleid.

Zoals door het Europees Parlement voorgesteld 58 , zal de Commissie een nieuwe cyclus inzake capaciteitsopbouw van maatschappelijke Romaorganisaties starten. Deze faciliteert gecoördineerde onafhankelijke civiele monitoring en rapportage op basis van de lering die is getrokken uit het project Roma Civil Monitor (2017–2020). Er zijn gecoördineerde onafhankelijke civiele monitoringverslagen gepland in tweejarige cycli, om te beginnen in 2022.

De Commissie zal ernaar streven de invloed van het Europese Romaplatform 59 te maximaliseren door de nationale overheden, de EU, internationale organisaties en vertegenwoordigers van maatschappelijke Romaorganisaties samen te brengen en samenwerking en uitwisseling van ervaringen te stimuleren. Zij zal thematische, nationale en regionale evaluaties van nationale strategische kaders organiseren op basis van de bevindingen van het monitoringproject voor maatschappelijke Romaorganisaties en de nationale monitoringverslagen.

Door middel van de financiering van de nationale Romaplatforms bevordert de Commissie hervorming van deze platforms 60 , met name door hun representativiteit voor de nationale Romabevolking te versterken. Bij de platforms moeten ook andere belanghebbenden worden betrokken (zoals kinderrechtenorganisaties en de particuliere sector) om nieuwe lessen mogelijk te maken, het potentieel van sociale innovatie te benutten, een mentaliteitsverandering te weeg te brengen en voor duurzame sociale veranderingen te zorgen. Om de actieve betrokkenheid van Roma, met name vrouwen en jongeren, aan te moedigen, moet een vertegenwoordiger van het platform worden gekozen, die zal zorgen voor transnationale contacten tussen nationale en Europese Romaplatforms. Aan Romajongeren moeten specifieke stages of beginnersfuncties worden aangeboden binnen de nationale structuren die met het opzetten van de nationale Romaplatforms verband houden. Door middel van synergie met andere nationale, internationale of EU-initiatieven, met name het project voor civiele monitoring, moeten wederzijds leren en beleidsoverdracht worden bevorderd.

IV.4.EU-maatregelen en -steun ter bevordering van gelijkheid en ter bestrijding van zigeunerhaat

Om de gelijkheid van de Roma te bevorderen en zigeunerhaat te bestrijden, zal de Commissie ondersteuning bieden voor activiteiten om een positief discours over de Roma en Romarolmodellen te bevorderen, negatieve stereotypen te bestrijden, het bewustzijn van geschiedenis en cultuur van de Roma te versterken en waarheid en verzoening te bevorderen. Zij zal dit doen in het kader van het programma Burgers, gelijkheid, rechten en waarden.

De Commissie zal samen met de Unesco campagne voeren tegen desinformatie, haatuitingen en samenzweringstheorieën, onder meer met betrekking tot de Roma. Zij zal de particuliere sector blijven ondersteunen via het EU-platform van diversiteitshandvesten en nagaan hoe met de media kan worden samengewerkt om een positief discours en gelijkheid en diversiteit op alle gebieden te bevorderen. Op basis van de opgedane ervaring 61 zal de Commissie een reeks seminars ontwikkelen over (onder meer tegen Roma gerichte) raciale en etnische stereotypering. De doelgroep bestaat uit journalisten, maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van personen die tot een raciale of etnische minderheid behoren.

De Commissie zal met haar communicatieactiviteiten de voordelen van gelijkheid en diversiteit onder de aandacht brengen 62 . Zij zal een aantal bewustmakingsevenementen organiseren die gericht zijn op lidstaten met grote Romagemeenschappen. Het doel is daarvan is bestrijding van stereotypen, bevordering van culturele diversiteit, versterking van de positie van Romakinderen, ‑jongeren en ‑vrouwen en benadrukking van hun functie als rolmodellen in door diversiteit gekenmerkte gemeenschappen, en versterking van de banden tussen de gemeenschappen.

De bewustmaking over de gevolgen van meervoudige discriminatie van Romavrouwen zal worden afgestemd op de EU-brede voorlichtingscampagne ter bestrijding van genderstereotypen, die als onderdeel van de strategie inzake gendergelijkheid een intersectionele aanpak toepast op alle aspecten van het leven.

De Commissie zal:

de bestaande EU-wetgeving ter bescherming van de Roma tegen discriminatie en racisme handhaven en waar nodig lacunes wegwerken;

de gelijkheid van de Roma integreren in EU-beleidsinitiatieven en EU-fondsen mobiliseren ter bevordering van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma;

stappen ondernemen om de diversiteit van het personeel van de Commissie te versterken;

een nieuwe cyclus van capaciteitsopbouw voor maatschappelijke Romaorganisaties lanceren en de Europese en nationale Romaplatforms versterken;

een positief discours over en positieve rolmodellen van de Roma bevorderen, negatieve stereotypen bestrijden, het bewustzijn van de geschiedenis en de cultuur van de Roma vergroten en waarheid en verzoening bevorderen.

V.Bevordering van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma buiten de EU

De EU en de lidstaten zouden ook in het kader van hun externe optreden de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma moeten bevorderen, met name in het kader van het uitbreidingsbeleid, het nabuurschapsbeleid, het ontwikkelingsbeleid en het humanitaire beleid.

De Westelijke Balkan is voor de EU een geostrategische prioriteit. In de mededeling van de Commissie van februari 2020 63 werd aanpassing aan het EU-beleid bepleit, onder meer ter ondersteuning van de meest kansarmen. De landen van de Westelijke Balkan hadden zich al vrijwillig aangesloten bij het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020. Zij hebben op dat gebied aanmerkelijke vooruitgang geboekt. Tijdens de top EU-Westelijke Balkan in Zagreb in mei 2020 bevestigden de EU-leiders hun steun voor het Europese perspectief van de Westelijke Balkan en hun vastberadenheid om de politieke, economische en sociale transformatie ervan te ondersteunen 64 . Zij waren ingenomen met de sterke gehechtheid van de partners van de Westelijke Balkan aan de democratie en de rechtsstaat, met inbegrip van de mensenrechten, gendergelijkheid en de rechten van minderheden 65 .

De landen van de Westelijke Balkan kennen grote Romagemeenschappen, vergelijkbaar met die van de EU-lidstaten met een significante Romabevolking. Er zijn goede argumenten om op de Westelijke Balkan de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma op dezelfde manier na te streven als in de EU, en voor de periode tot 2030 dezelfde doelstellingen te hanteren. In juli 2019 hebben de regeringsleiders van de Westelijke Balkan een verklaring aangenomen over de integratie van de Roma in het uitbreidingsproces van de EU, waarin zij zich ertoe verbinden om bij hun toetreding de situatie van de Roma op het gebied van onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg, huisvesting, bevolkingsregistratie en non-discriminatie concreet te verbeteren 66 . De EU zal steun blijven verlenen aan de uitvoering van de verklaring en aan de werkzaamheden op het gebied van gegevensverzameling, Romaresponsieve budgettering en het in kaart brengen van de huisvesting van Roma. Voor alle landen die tot de EU willen toetreden, blijft de geleidelijke afstemming op de doelstellingen en methodologie van de EU onderdeel van het Europese perspectief.

De partners van de Westelijke Balkan presenteren, net zoals de EU-lidstaten in het kader van het Europees Semester, jaarlijkse economische hervormingsprogramma’s (ERP’s), met inbegrip van hervormingen om het concurrentievermogen te versterken en de voorwaarden voor inclusieve groei en werkgelegenheid te verbeteren. In de ERP’s wordt verslag uitgebracht over sociale integratie, armoedebestrijding en gelijke kansen, ook wat de Roma betreft. Het instrument voor pretoetredingssteun 2021–2027 zal, zodra het is aangenomen, ondersteuning blijven bieden voor hervorming en afstemming op de EU-voorschriften op regionaal en nationaal niveau. In het economisch en investeringsplan voor de Westelijke Balkan worden prioritaire investeringsgebieden aangewezen voor stimulering van convergentie, groei en concurrentievermogen in de regio, met name ter ondersteuning van gemarginaliseerde groepen en minderheden, waaronder de Romagemeenschappen 67 . Om de integratie van de Roma te bevorderen, zullen ook aanvullende relevante EU-middelen in verband met het herstel als gevolg van de COVID-19-pandemie worden gemobiliseerd, alsook andere ondersteuningsmaatregelen op het gebied van externe betrekkingen, zoals het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking (NDICI) 68 .

De EU zal overal ter wereld actie blijven ondernemen tegen discriminatie en voor gelijkheid. Zij doet dat op basis van haar strategische kader 69 en actieplannen inzake mensenrechten en democratie (2020–2024) 70 en haar genderactieplannen 71 . Kwesties in verband met de Roma komen ook aan de orde bij de uitvoering van de uit 2019 daterende EU-mensenrechtenrichtsnoeren inzake non-discriminatie in het extern optreden 72 Het optreden van de EU zal nationale initiatieven aanvullen en ondersteuning bieden aan het maatschappelijk middenveld. Gelijkheid en integratie van de Roma zullen regelmatig op de agenda staan in het kader van de dialogen over mensenrechten en andere politieke dialogen met niet-EU-landen met een aanzienlijke Romagemeenschap. In regionale en multilaterale fora, met name de Raad van Europa, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Verenigde Naties, zal de EU zich actief blijven inzetten voor de gelijkheid van de Roma.

VI.Conclusie

De Roma dragen al eeuwenlang bij aan de culturele rijkdom, diversiteit, economie en gemeenschappelijke geschiedenis van Europa. De EU heeft de plicht haar Romaminderheid te beschermen tegen discriminatie, zigeunerhaat en sociale uitsluiting. Om de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma te verwezenlijken, moeten alle EU-instellingen, nationale overheden en EU-agentschappen, organen voor gelijke behandeling en andere mensenrechteninstellingen samenwerken en actie ondernemen, in partnerschap met het maatschappelijk middenveld en internationale organisaties en met de volwaardige inzet van de Roma zelf. De Commissie verzoekt het Europees Parlement dit strategische kader te steunen en roept de Raad op te streven naar snelle goedkeuring van de voorgestelde aanbeveling inzake gelijkheid, integratie en participatie van de Roma, en ervoor te zorgen dat de lidstaten en de Commissie goed samenwerken. Samen kunnen we tegen 2030 echte vooruitgang boeken om een Europa tot stand te brengen waarin de Roma, zowel individueel als in gemeenschapsverband, in al hun diversiteit gelijke kansen hebben op alle gebieden van het leven, sociaal-economisch kunnen integreren en op basis van gelijkheid kunnen deelnemen aan de samenleving.

(1)    Een Unie van gelijkheid: EU-actieplan tegen racisme 2020-2025 – COM(2020) 565 final .
(2)    “Roma” is een overkoepelende term voor een breed scala verschillende groepen mensen van Roma-afkomst, zoals Roma, Sinti, Kale, Romanichels en Boyash/Rudari. De term omvat ook groepen zoals Ashkali, “Egyptenaren”, Jenische, Dom, Lom, Rom en Abdal, alsook rondtrekkende bevolkingsgroepen zoals etnische Travellers en bevolkingsgroepen die met de administratieve term “gens du voyage” worden aangeduid, en mensen die zich identificeren als Zigeuners, Tsiganes of Tziganes, zonder de specifieke kenmerken van deze groepen te ontkennen.
(3)     Schattingen van de Raad van Europa uit 2012 .
(4)    Zigeunerhaat (een vorm van racisme jegens Roma) is een structureel verschijnsel met historische wortels dat zich op institutioneel, sociaal en interpersoonlijk niveau voordoet. Het vindt zijn oorsprong in de wijze waarop mensen die als “zigeuners” worden beschouwd, door de meerderheid worden bekeken en behandeld. De oorsprong ligt in een proces van “othering” (het tot “de ander” maken) dat gebaseerd is op zowel negatieve als positieve exotiserende stereotypen. Hoewel er een consensus bestaat onder degenen die de noodzaak zien om de strijd tegen zigeunerhaat op te voeren, bestaat er onenigheid over de term. Zigeunerhaat is erkend als een verschijnsel dat integratie verhindert en dus moet worden bestreden – door het Europees Parlement (in zijn resolutie van 2015 , zijn verslag van 2017 , zijn ontwerpresolutie van 2019 en zijn resolutie van 2020 ), de Commissie (in haar jaarlijkse mededelingen van 2015 tot 2019 en haar conclusies van 2018), de Raad (in zijn aanbeveling van 2013 en zijn conclusies van 2016 ) en de Raad van Europa . De Commissie gebruikt de Engelse term “antigypsyism”, in de spelling die de Alliance against Antigypsyism voorstelt, maar beseft dat in de verschillende nationale contexten andere termen geschikt kunnen zijn.
(5)     COM(2011) 173 final .
(6)    De nationale vertegenwoordigers die als contactpunt voor de nationale Romastrategie werden aangewezen, kregen de bevoegdheid om de ontwikkeling en uitvoering ervan op nationaal niveau te coördineren. Na de vaststelling van het EU-kader werden nationale vertegenwoordigers aangewezen in alle lidstaten, met uitzondering van Malta, dat geen Romagemeenschap heeft.
(7)    Aanbeveling van de Raad van 9 december 2013 over doeltreffende maatregelen voor integratie van de Roma in de lidstaten ( PB C 378 van 24.12.2013, blz. 1 ).
(8)    Zoals is gebleken bij de evaluatie van het EU-kader: COM(2018) 785 final en SWD(2018) 480 final .
(9)    Verslag inzake de evaluatie van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020, COM(2018) 785 final .
(10)    De Commissie heeft uit hoofde van Richtlijn 2000/43/EG van de Raad van 29 juni 2000 houdende toepassing van het beginsel van gelijke behandeling van personen ongeacht ras of etnische afstamming (de “richtlijn rassengelijkheid”) inbreukprocedures ingeleid tegen drie landen (Tsjechië, Hongarije en Slowakije) wegens segregatie van Romakinderen op school.
(11)    Verslag inzake de evaluatie van het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma tot 2020, COM(2018) 785 final.
(12)    Zie het begeleidende werkdocument SWD(2020) 530 final, bijlage 1.
(13)     COM(2019) 406 , SWD(2019)320 , en alle jaarverslagen .
(14)     A meta-evaluation of interventions for Roma inclusion .
(15)    Zie resolutie van 2020 en ontwerpresolutie van 2019 van het Europees Parlement , conclusies van de Raad , maatschappelijk middenveld .
(16)    Artikel 10 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) bepaalt: “Bij de bepaling en de uitvoering van haar beleid en optreden streeft de Unie naar bestrijding van iedere discriminatie op grond van geslacht, ras of etnische afkomst, godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele gerichtheid”. Het Europees Instituut voor gendergelijkheid definieert “intersectionaliteit” als een “analytisch instrument voor het bestuderen van, inzicht krijgen in en reageren op de manieren waarop sekse en gender overlap vertonen met andere persoonlijke kenmerken/identiteiten en hoe deze raakvlakken bijdragen aan unieke ervaringen van discriminatie”. Deze definitie is van toepassing op elke vorm van discriminatie.
(17)    De beginselen 1 (hoogwaardige en inclusieve voorzieningen voor onderwijs), 3 (gelijke kansen) en 20 (toegang tot essentiële diensten) zijn van bijzonder belang voor de Roma en vormen een leidraad voor het inzetten van EU-middelen voor gerichte en algemene maatregelen.
(18)    Gezien het feit dat de agenda als doel heeft niemand aan zijn lot over te laten, is er heel wat te verbeteren aan de situatie van de Roma in Europa. Door de situatie van de Roma aan te pakken, kan de EU vooruitgang boeken in de richting van verwezenlijking van de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s). Van bijzonder belang als uitgangspunt zijn de SDG’s 1 & 2 (bestrijding van armoede en honger), 3 & 4 (ondersteuning van gezondheid en welzijn en hoogwaardig onderwijs voor iedereen), 6 & 7 (toegang tot schoon water en sanitaire voorzieningen, en betaalbare en schone energie), 10 & 11 (vermindering van ongelijkheid binnen en tussen landen, en inclusieve en duurzame steden en gemeenschappen) en 16 (inclusieve samenlevingen, toegang tot de rechter voor iedereen en doeltreffende, verantwoordingsplichtige en inclusieve instellingen).
(19)    In de conclusies van de Raad van 2016 werd de Commissie verzocht een initiatief voor de periode na 2020 voor te stellen en daarin een voorstel op te nemen voor herziening van de aanbeveling van de Raad van 2013 Het proces van integratie van de Roma versnellen .
(20)    Resolutie van het Europees Parlement van 17 september 2020 over de uitvoering van de nationale strategieën voor integratie van de Roma: bestrijding van een negatieve houding jegens personen met een Roma-achtergrond in Europa ( P9_TA(2020)0229 ); Resolutie van het Europees Parlement van 12 februari 2019 over de behoefte aan een versterkt strategisch EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma voor de periode na 2020 en intensivering van de bestrijding van zigeunerhaat ( P8_TA(2019)0075 ); Conclusies van de Epsco-Raad van 24 oktober 2019 over de economie van het welzijn ( 13432/19 ), met het verzoek aan de Commissie om opnieuw in te zetten op de integratie van de Roma. Bovendien hebben de deelnemers aan de conferentie op hoog niveau over het EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma, die op 4 en 5 maart 2019 in Boekarest is gehouden, de Commissie opgeroepen om een ambitieus nieuw EU-kader voor de periode na 2020 voor te stellen, en de lidstaten en de uitbreidingslanden opgeroepen hun verbintenissen voor de integratie van de Roma te versterken. Informatie van het voorzitterschap ( 7003/19 van 14.3.2019).
(21)    Wat betreft de noodzaak van een duidelijkere focus op de bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie in het EU-kader voor de periode na 2020, zie de aanbevelingen van deskundigen die zijn ontwikkeld naar aanleiding van de conferentie over het aanpakken van zigeunerhaat binnen een EU-kader voor de Roma voor de periode na 2020 (Wenen, 27.11.2018).
(22)    Zie het begeleidende werkdocument SWD(2020) 530 final.
(23)    Meer informatie over de indicatorlabels en gegevensbronnen is opgenomen in bijlage 2 en het verslag Monitoring framework for a post-2020 EU initiative on Roma equality, inclusion and participation van de werkgroep indicatoren en verslaglegging betreffende de Roma (gecoördineerd door het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA), met de medewerking van de nationale Romacontactpunten, nationale bureaus voor de statistiek en de Commissie).
(24)    Andere indicatoren worden momenteel bekeken door de werkgroep indicatoren en verslaglegging betreffende de Roma, gecoördineerd door het FRA. Deze betreffen bijvoorbeeld materiële en sociale deprivatie, toegang tot gezondheidszorg en sociale dienstverlening en segregatie op het gebied van huisvesting.
(25)    Zie de gemeenschappelijke basisbeginselen . Beginsel 2 (uitdrukkelijke maar niet-exclusieve gerichtheid) houdt in dat de nadruk wordt gelegd op de Roma als doelgroep, maar zonder andere mensen in vergelijkbare sociaal-economische omstandigheden uit te sluiten. Beginsel 4 (gerichtheid op de mainstream) verwijst naar het doel Roma in de reguliere samenleving te integreren (reguliere onderwijsinstellingen, banen en huisvesting). Daar waar onderwijs of huisvesting nog geheel of gedeeltelijk gesegregeerd is, moet het beleid voor integratie van de Roma erop gericht zijn een eind te maken aan deze erfenis van het verleden. De ontwikkeling van kunstmatige en afzonderlijke arbeidsmarkten voor de Roma moet worden vermeden.
(26)    Voor een op de mensenrechten gebaseerde aanpak van het verzamelen van gegevens kunnen de nationale autoriteiten het handboek voor gegevens over gelijkheid ( European handbook on equality data (editie 2016) ), de richtsnoeren om gegevens over gelijkheid beter te verzamelen en te gebruiken ( Guidelines on improving the collection and use of equality data (2018) ) en het verslag Data collection in the field of ethnicity (2017) raadplegen. De lidstaten wordt aangeraden de nodige middelen voor het verzamelen van deze gegevens toe te wijzen en met de steun van het FRA hun capaciteit op dit gebied te versterken.
(27)    Zie het begeleidende werkdocument SWD(2020) 530 final.
(28)    De gemeenschappelijke basisbeginselen voor de integratie van de Roma bieden een kader voor de succesvolle opzet en uitvoering van acties ter ondersteuning van de integratie van de Roma. De beginselen 2 en 4 betreffen het combineren van gerichte en algemene maatregelen.
(29)    De lidstaten die een specifieke ESF+-doelstelling programmeren ter bevordering van de sociaal-economische integratie van gemarginaliseerde gemeenschappen zoals de Roma, moeten voldoen aan alle vereisten van bijlage IV bij het voorstel van de Commissie voor de verordening gemeenschappelijke bepalingen 2021–2027 betreffende de thematische randvoorwaarden voor nationale strategische kaders voor de Roma. Er zijn ook diverse andere financieringsinstrumenten van de EU, zoals de cohesiefondsen, die kunnen worden ingezet voor de gelijkheid en integratie van de Roma.
(30)    Deze platforms brengen belanghebbenden uit de overheid en het maatschappelijk middenveld samen. Zij hebben tot doel samenwerking en uitwisseling van ervaringen op het gebied van succesvolle integratie van de Roma te stimuleren.
(31)    Al in de periode 2011–2020 is een netwerk van NRCP’s opgezet voor het uitwisselen van informatie en ervaringen tussen de lidstaten op Europees niveau.
(32)    Er zijn vier EU-landen met grote Romagemeenschappen (Bulgarije 9,94%, Roemenië 9,02%, Slowakije 8,63%, Hongarije 7,49 %) Er zijn kleinere Romagemeenschappen in Tsjechië (1,90 %), Griekenland (1,63 %) en Spanje (1,55 %). Zie de schattingen van de Raad van Europa uit 2012 .
(33)     Gemeenschappelijke basisbeginselen .
(34)    Bij het opstellen van bijlage 1 is gebruikgemaakt van de ervaring die is opgedaan met de evaluatie van het EU-kader, de input van drie deskundigenverslagen en civiele standpunten die ten grondslag liggen aan de reflectie over het Romabeleid voor na 2020 , en de expertise van de diensten van de Commissie.
(35)    In het kader van een lopend project van de Commissie dat eind 2020 moet zijn afgerond, worden de onderliggende oorzaken van intergenerationele armoede en uitsluiting geanalyseerd en maatregelen voorgesteld om dit probleem aan te pakken. Bij een ander lopend project van de Commissie en het Bureau voor de grondrechten worden gegevens geanalyseerd om meer inzicht te krijgen in het verband tussen discriminatie en kwetsbaarheid in Europa op subnationaal niveau, de mate waarin discriminatie een rol speelt bij het relatieve risico op sociaal-economische uitsluiting en de vraag of Roma in specifieke territoriale contexten zwaarder getroffen zijn door en kwetsbaarder zijn voor de COVID-19-pandemie. De bevindingen hiervan kunnen een empirische basis vormen voor brede maatregelen om zowel sociaal-economische achterstand als discriminatie aan te pakken.
(36)    Met name verleent het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek van de Commissie steun voor gerandomiseerde effectbeoordelingen van geselecteerde gerichte of mainstream-vlaggenschipinterventies, maar ook het Bureau voor de grondrechten verleent steun voor het beoordelen van de relevantie van voorgenomen maatregelen.
(37)    In het kader van het steunprogramma voor structurele hervormingen krijgt Roemenië bijvoorbeeld momenteel technische ondersteuning voor de ontwikkeling van een monitoring- en evaluatiesysteem voor de uitvoering van de strategie voor de integratie van de Roma.
(38)    Voor het vaststellen van het beginsel van zelfidentificatie in gegevensverzamelingen die op individuen zijn gebaseerd, bijvoorbeeld volkstellingen, grootschalige enquêtes en administratieve gegevens.
(39)    In 2021 zal het onderzoek worden uitgebreid tot Servië en Noord-Macedonië.
(40)    Zie met name artikel 2 en artikel 3, lid 3, van het Verdrag betreffende de Europese Unie ( VEU ), de artikelen 8, 10 en 19 en artikel 67, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ( VWEU ) en de artikelen 20 en 21 van het Handvest .
(41)     Richtlijn 2000/43/EG
(42)     Kaderbesluit 2008/913/JBZ
(43)    Het verslag zal ook betrekking hebben op de toepassing van Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep (PB L 303 van 2.12.2000, blz. 16 ) .
(44)    Equinet, 28 juli 2020: Roma and Traveller inclusion: towards a new EU framework, learning from the work of equality bodies .
(45)     Aanbeveling (EU) 2018/951 van de Commissie betreffende normen voor organen voor gelijke behandeling (C(2018) 3850) .
(46)    FRA, Tweede Europese enquête naar minderheden en discriminatie, 2017.
(47)    EU-actieplan tegen racisme 2020-2025, COM(2020) 565 final .
(48)    Vgl. de werkzaamheden in verband met de gedragscode voor de bestrijding van illegale haatuitingen op internet , C(2018) 1177 final .
(49)    Richtlijn 2012/29/EU.
(50)     COM(2020) 258 final .
(51)    Zie bijlage 3 bij het SWD-document voor meer informatie over relevante mainstreambeleidsinitiatieven van de EU en het gebruik van EU-fondsen.
(52)    De taskforce is opgericht in 2010 en bestaat uit vertegenwoordigers van de DG’s JUST, EMPL, EAC, SANTE, NEAR, HOME, REGIO en AGRI.
(53)    Zie de landverslagen over Bulgarije, Hongarije, Roemenië, Slowakije, Spanje en Tsjechië, en met name bijlage D.
(54)     COM(2018) 375 final , COM(2018) 382 final , COM(2018) 392 final .
(55)    Dit netwerk is in 2007 opgericht door de ESF-beheersautoriteit van Spanje.
(56)    Programma InvestEU (2021–2027), zie ook bijlage 3 bij het werkdocument van de diensten van de Commissie.
(57)    In het kader van het netwerk van NRCP’s.
(58)     Voorbereidende actie — Civiele monitor van Roma — Versterking van de capaciteit en betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld van en voor Roma bij beleidscontrole en -evaluatie .
(59)     https://ec.europa.eu/info/policies/justice-and-fundamental-rights/combatting-discrimination/roma-and-eu/european-platform-roma-inclusion_en .
(60)    Nationale Romaplatforms zorgen voor participatie en consultatie. Het initiatief daartoe en het beheer is voor rekening van de nationale Romacontactpunten. Doel is bevordering van dialoog, wederzijds leren, samenwerking en betrokkenheid bij de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van de nationale strategische kaders, met steun van de Commissie, die daartoe regelmatig oproepen tot het indienen van financieringssteun zal doen. De nationale Romaplatforms moeten een bijdrage leveren aan ontwerp, uitvoering, monitoring en beleidsevaluatie. De hoofdtaak van de platforms is drieledig: verbreding van de beleidsdiscussies over de uitvoering van de nationale strategische kaders voor de Roma, verdieping van de binnenlandse verantwoordingsstructuren en versterking van de banden tussen het lokale en het nationale niveau.
(61)    Zie Media seminars – Stopping discrimination against Roma .
(62)    Bijvoorbeeld vanuit het perspectief van een Romavrouw: Equal opportunities — let’s make it a reality for all .
(63)    Bevordering van het toetredingsproces – Een geloofwaardig EU-perspectief voor de Westelijke Balkan, COM(2020) 57 final .
(64)    Top van de EU en de Westelijke Balkan, 5–6 mei 2020, conclusies van de Raad en COM(2020) 315 final . 
(65)     Verklaring van Zagreb .
(66)    Verhoging van de arbeidsparticipatie van de Roma (van 16,5 naar 25 %), voldoen aan de leerplicht (van 51 % naar 90 %), aanbieding van ziektekostenverzekering (voor ten minste 95 %), legalisering van huisvesting, preventie van discriminatie en zorgen voor volledige registratie in het bevolkingsregister ( verklaring van Poznań ).
(67)    COM(2020) 641 final van 6 oktober 2020.
(68)    Mededeling van de Commissie: Steun aan de Westelijke Balkan voor de bestrijding van COVID-19 en het herstel na de pandemie ( COM(2020) 315 final ).
(69)    Document 11855/12, bijlage II, van de Raad van de Europese Unie, 25 juni 2012.
(70)    EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2012-2014 en 2015-2019; Gezamenlijke mededeling aan het Europees Parlement en de Raad: Het EU-actieplan inzake mensenrechten en democratie 2020–2024 , zoals goedgekeurd door het college op 25 maart 2020. De Raad zal het actieplan waarschijnlijk goedkeuren in het vierde kwartaal 2020.
(71)    Gender Equality and Women’s Empowerment: Transforming the Lives of Girls and Women through EU External Relations 2016-2020, SWD(2015) 182 en de geplande opvolger daarvan.
(72)     EU-mensenrechtenrichtsnoeren inzake non-discriminatie in het extern optreden .
Top

Brussel, 7.10.2020

COM(2020) 620 final

BIJLAGE

bij

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
EN DE RAAD

Een Unie van gelijkheid:



strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma

{SWD(2020) 530 final}


Bijlage 1: Richtsnoeren voor de planning en uitvoering van de nationale strategische kaders voor de Roma

Bestrijding van zigeunerhaat

Dankzij het werk van de Alliance against Antigypsyism, het Europees Parlement en de Raad van Europa 1 is er een groeiende consensus dat zigeunerhaat (een specifieke vorm van racisme gericht tegen de Roma) bijdraagt aan de aanhoudende uitsluiting van de Roma. Aangezien zigeunerhaat en uitsluiting tot een vicieuze cirkel leiden, moeten ze samen worden aangepakt. De bestrijding van discriminatie en zigeunerhaat draagt bij tot het succes van integratiemaatregelen, die op hun beurt een grotere openheid en acceptatie in de samenleving bevorderen. De bestrijding van zigeunerhaat en de bevordering van diversiteit en integratie vereisen de deelname van de samenleving als geheel, zowel van Roma- als van niet-Romagemeenschappen. Daarbij moet de positie van de Roma worden versterkt en moeten wijdverspreide (waaronder institutionele) attitudes en gedragingen worden aangepakt. Bij het opstellen van uitvoeringsnormen en het bepleiten van een sterkere nadruk op bestrijding van discriminatie in de strategieën, kunnen organen voor gelijke behandeling geprivilegieerde partners voor de nationale Romacontactpunten (NRCP’s) zijn.

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·een op zichzelf staande focus op de bestrijding van zigeunerhaat te omvatten, teneinde:

1)    zigeunerhaat te erkennen en de verantwoordelijkheid te nemen om daartegen op te treden;

2)    de historische dimensies van de zigeunerhaat te erkennen, met name de Romaholocaust; het bewustzijn van de geschiedenis van de Roma te vergroten en verzoening te bevorderen;

3)    het bewustzijn van de wederzijdse voordelen van diversiteit en inclusie te vergroten; een positief discours te creëren; rolmodellen te stimuleren; steun te verlenen aan ontmoetingen tussen gemeenschappen en aan intercultureel leren om stereotypen en verkeerde informatie over de Roma in het onderwijs, de media, de kunst, de cultuur en de geschiedenis te bestrijden;

4)    discriminatie als uiting van zigeunerhaat te bestrijden;

5)    haatuitingen en haatmisdrijven te bestrijden als uitingen van zigeunerhaat, en het melden van door vooroordelen ingegeven misdrijven, intimidatie en geweld te bevorderen;

6)    de toegang tot de rechter voor slachtoffers van zigeunerhaat en discriminatie te bevorderen;

7)    de Roma bewust te maken van hun rechten; en

8)    systemische/institutionele/structurele discriminatie 2 van de Roma te voorkomen en uit te bannen;

·zigeunerhaat te voorkomen en te bestrijden als een horizontale prioriteit op alle sectorale beleidsterreinen, teneinde:

1)    segregatie, pesten en intimidatie in het onderwijs te bestrijden; onderwijspersoneel bewust te maken;

2)    discriminatie op het gebied van (toegang tot) werkgelegenheid te bestrijden en werkgevers bewust te maken;

3)    discriminatie bij de toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg te bestrijden; parallelle, gesegregeerde diensten uit te bannen; mensenrechtenschendingen (zoals gedwongen abortus en gedwongen sterilisatie) te voorkomen; gezondheidswerkers bewust te maken;

4)    ruimtelijke segregatie te bestrijden; gedwongen huisuitzettingen zonder alternatieve huisvesting te voorkomen; autoriteiten bewust te maken; en

5)    regelmatig gegevens over gelijkheid te verzamelen (bijvoorbeeld gegevens over ervaringen met discriminatie en gegevens van organen voor gelijke behandeling over gevallen van discriminatie).

Bestrijding van multigenerationele armoede 
(met een focus op de bescherming van kinderen en een beter gebruik van EU-middelen)

Het aanpakken van multigenerationele armoede en uitsluiting is van cruciaal belang om de situatie van gemarginaliseerde Roma te verbeteren. Uitsluiting en discriminatie bij de toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg en huisvesting hebben een negatieve invloed op de ontwikkeling van kinderen, hetgeen op zijn beurt van invloed is op hun toekomstige ouderschap en zo verdere achterstanden voor hun eigen kinderen in de hand werkt. De vicieuze cirkel van uitsluiting en discriminatie zet zich op die manier voort, tenzij er een significante interventie plaatsvindt om deze dynamiek grondig aan te pakken en een betere toekomst voor de volgende generatie te plannen. Daarom moet de focus op kinderen liggen en moet die focus over lange tijd worden volgehouden.

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·relevante deskundigheid op alle bestuursniveaus te mobiliseren om maatregelen voor de bescherming van kinderen te formuleren; voldoende middelen toe te wijzen voor voor- en vroegschools onderwijs, kinderopvang en onderwijs (studiebeurzen, mentorschap, naschoolse opvang), voeding, persoonlijke ontwikkeling en werk met gezinnen;

·deelname aan voor- en vroegschools onderwijs en kinderopvang aan te moedigen;

·vrouwen, kinderen en jongeren te beschermen door middel van strategieën ter bestrijding van misdrijven zoals mensenhandel, met inbegrip van alle eventueel daarmee gepaard gaande vormen van uitbuiting (seksuele uitbuiting, arbeidsuitbuiting, gedwongen bedelarij en uitbuiting van criminele activiteiten voor schijnhuwelijken die gepaard gaan met dwang en uitbuiting), en hun toegang tot bijstand, ondersteuning en bescherming mogelijk te maken;

·de toegang tot zorg in gezins- en gemeenschapsverband te verbeteren voor mensen met een handicap en kinderen zonder ouderlijke zorg; de maatregelen ter voorkoming van opname in een instelling te versterken door steun te verlenen aan gezinnen in precaire situaties en aan mensen met een handicap;

·de voortzetting op de lange termijn van de steunmaatregelen voor kinderen en hun gezinnen te waarborgen, zodat de omstandigheden voor de volgende generatie kunnen worden verbeterd;

·de planning van financiële steun en investeringen te baseren op een nauwkeurige analyse van de onderliggende oorzaken van de marginalisering (sociaal-economische uitsluiting en discriminatie); gegevens op een meer granulair niveau te verzamelen door het uitvoeren van systematische evaluaties en analyses van de soorten nationale, regionale en lokale interventies die (niet) werken, met inbegrip van de redenen daarvoor, ten behoeve van een beter begrip van de belemmeringen voor integratie; alle belanghebbenden (lokale autoriteiten, maatschappelijk middenveld, Roma-/niet-Romabelanghebbenden met mogelijk uiteenlopende standpunten) bij de analysewerkzaamheden te betrekken;

·het gebruik van EU-middelen in samenwerking met de beheersautoriteiten te analyseren en indien uit de monitoringverslagen blijkt dat de middelen niet doeltreffend zijn gebruikt om de integratiedoelstellingen te bereiken, met de plaatselijke/beheersautoriteiten en belanghebbenden te overleggen om te begrijpen waarom dat het geval is en om gesignaleerde belemmeringen aan te pakken; en

·te zorgen voor een nauwe band tussen de NRCP’s en de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de EU-middelen; ervoor te zorgen dat het gebruik van EU-middelen voor de Roma reële mogelijkheden tot participatie creëert en de beoogde impact voor hen heeft in hun dagelijkse leven, in plaats van andere belangen te dienen.



Bevordering van de participatie van de Roma

De deelname van de Roma aan de invulling van overheidsbeleid is een voorwaarde voor gelijkheid en integratie en bevordert een democratisch en efficiënt bestuur. Bij het versterken van de participatie en de positie van de Roma gaat het erom mensen een stem te geven en hen in staat te stellen om op een nieuwe, levensbevestigende manier te handelen. Inclusie opent de weg voor actie en geeft mensen de kans om te participeren. Participatie en het versterken van de positie van de Roma zijn beginselen en processen om de leefomstandigheden en de levenskwaliteit van mensen te verbeteren. Ondersteuning van een zinvolle deelname van de Roma aan beleidsvorming op lokaal, nationaal en EU-niveau is een voorafgaande voorwaarde voor het aanpakken van uitsluiting. Vooral door de Roma geleide maatschappelijke organisaties en maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de Roma zijn belangrijke actoren. Bij de coördinatie van de ontwikkeling van nationale strategische kaders worden de NRCP’s aangemoedigd om participatieve modellen te bevorderen, bijvoorbeeld door het faciliteren van thematische werkgroepen die behoefteanalyses, prioriteiten, streefwaarden en maatregelen op belangrijke gebieden ontwikkelen, nationale, regionale, lokale en niet-gouvernementele actoren bij elkaar brengen en zorgen voor de participatie van de Roma. Deze modellen en structuren kunnen vervolgens worden gebruikt voor het monitoren en evalueren van de uitvoering.

De nationale strategische kaders dienen:

·de verplichte minimumaspecten en -kanalen voor participatie van de Roma bij het ontwikkelen, uitvoeren en monitoren van het beleid en het programmeren van de EU-middelen vast te stellen, onder meer door middel van schriftelijke participatieprotocollen waarin het mandaat (reikwijdte en aard van de betrokkenheid), de samenstelling (beginselen voor de selectie van de leden), de werkmethoden en de verwachte resultaten van de raadplegings- en participatieorganen worden uiteengezet, met het oog op een doeltreffende samenwerking, vertrouwen en verantwoordingsplicht 3 ;

·kansen te creëren om de positie van Romagemeenschappen op lokaal niveau te versterken zodat wat er daar gebeurt, een zaak van deze gemeenschappen wordt en maatregelen worden genomen die uitdrukkelijk gericht zijn op het teweegbrengen van sociale en politieke veranderingen. Het mobiliseren van gemeenschappen moet worden gezien als een doelbewust inclusief en participatief proces waarbij de Romabevolking, lokale autoriteiten en organisaties worden betrokken;

·ervoor te zorgen dat de Roma in al hun diversiteit (met inbegrip van eigen onderdanen en buitenlanders, gemarginaliseerde en geïntegreerde personen, vrouwen, kinderen en jongeren) vertegenwoordigd zijn in beleids- en raadplegingsprocessen;

·lokale acties te verbeteren door een groter aantal professioneel gekwalificeerde Roma in te schakelen om als bemiddelaar op te treden en het aanhoudende gebrek aan vertrouwen tussen de Roma en de meerderheidsgemeenschappen te helpen overwinnen;

·de samenwerking tussen op Roma gerichte en algemene maatschappelijke organisaties te bevorderen, met name organisaties die zich richten op de rechten van kinderen, jongeren en vrouwen;

·gebruik te maken van EU- en andere middelen voor een regelmatige ondersteuning van capaciteitsopbouw (bij onderzoeken naar gelijkheid, participatie, enz.), met name voor maatschappelijke organisaties aan de basis en voor lokale organisaties; en

·in landen met een aanzienlijke Romabevolking:

opositieve actie te bevorderen om de deelname van de Roma aan het nationale en lokale bestuur te vergroten op het gebied van gelijkheid en integratie, onderzoek, enz.; en

ote overwegen om nationale overkoepelende Romaorganisaties op te richten voor duurzame raadpleging over en deelname aan beleidsdiscussies. Deze organisaties zouden institutionele basissubsidies moeten ontvangen van nationale overheden of reguliere steunfondsen voor maatschappelijke organisaties.



Weerspiegeling van de diversiteit

Het is van cruciaal belang om bij het ontwerpen van de nationale strategische kaders de diversiteit binnen de Romabevolking en -gemeenschappen te erkennen. Het strategisch kader van de EU voor de Roma bevordert het versterken van de positie van Romavrouwen, -jongeren en -kinderen (en Roma met een handicap, oudere Roma, LHBTI+-Roma en Romaburgers die mobiel zijn binnen de EU) teneinde hen in staat te stellen sociaal-economische verschillen te overbruggen, hun rechten ten volle uit te oefenen, hun potentieel te verwezenlijken en actief mee te werken aan verandering.

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·de behoeften en de situatie van alle (ook niet-nationale, niet-EU- en staatloze) Roma in kaart te brengen;

·meervoudige en intersectionele discriminatie aan te pakken, aangezien dat soort discriminatie de ernst van de uitsluiting nog vergroot;

·te worden gericht op de meest gemarginaliseerde groepen Roma (aan de hand van integratiemaatregelen en armoedebestrijdingsmaatregelen – zonder andere groepen in een vergelijkbare situatie uit te sluiten), op alle Roma (aan de hand van maatregelen ter bevordering van de participatie) en op Roma en niet-Roma (aan de hand van maatregelen ter voorkoming en bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie);

·specifieke doelstellingen en gerichte maatregelen vast te stellen voor Romavrouwen, -kinderen en -jongeren, Romapersonen met een handicap, oudere Roma, Romaburgers die mobiel zijn binnen de EU, staatloze Roma en Roma uit niet-EU-landen (voor zover relevant) en de indicatoren uit te splitsen naar geslacht en leeftijd;

·op alle terreinen rekening te houden met de genderdimensie, met name voor onderwijs, werkgelegenheid, gezondheidszorg, kinderopvang en het bestrijden van (meervoudige) discriminatie, waaronder (huiselijk) geweld en uitbuiting; de participatie te bevorderen en ervoor te zorgen dat de genderdimensie wordt geïntegreerd in de maatregelen;

·de toegang van Romavrouwen tot de rechter te ondersteunen om huiselijk geweld en andere mensenrechtenschendingen te voorkomen/aan te pakken;

·transnationale samenwerking aan te gaan om de uitdagingen en kansen die voortvloeien uit de transnationale mobiliteit van de Roma doeltreffender aan te pakken, waarbij de toegang tot onderwijs, werkgelegenheid, huisvesting, gezondheidszorg en andere sociale diensten dient te worden gewaarborgd; en

·een eind te maken aan de staatloosheid onder de Roma door te zorgen voor universele geboorteregistratie en toegang tot identiteitsdocumenten, formele procedures voor het vaststellen van de staatloosheid en universele toegang tot diensten.



Combinatie van algemene en gerichte benaderingen

Hoewel discriminatie tegen en uitsluiting van Roma een voortgezette doelgerichte aanpak rechtvaardigen, is het de bedoeling om de daadwerkelijke integratie en gelijkheid van de Roma op alle gebieden van het leven te bevorderen. Dat veronderstelt een inclusieve hervorming van het algemene beleid, waarvoor een slimme combinatie van gerichte en algemene benaderingen nodig is. Gericht beleid moet tijdelijk zijn en moet de extra nadelen en discriminatie waarmee de Roma te maken hebben verzachten. Het doel moet expliciet zijn (hoewel niet noodzakelijkerwijs op basis van etniciteit), maar niet exclusief, d.w.z. dat niet-Roma in dezelfde situatie niet mogen worden uitgesloten.

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·te beschrijven hoe de specifieke gerichte maatregelen (waarborgen) worden ingezet om de factoren die de toegang van de Roma tot het algemene beleid en de daaraan verbonden voordelen belemmeren, aan te pakken, en hoe het overheidsbeleid inclusiever wordt gemaakt ten aanzien van de Roma;

·de toegang tot rechten en algemene diensten voor de Roma te bevorderen met extra gerichte steun, maar zonder permanente parallelle structuren te creëren;

·de interventie geografisch te richten om ervoor te zorgen dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden; geografische en op een sociale groep gerichte maatregelen (bijvoorbeeld om extreme armoede aan te pakken) te combineren en ervoor te zorgen dat deze de Romabevolking bereiken;

·in landen met een aanzienlijke Romabevolking:

obelangrijke algemene beleidsmaatregelen te onderwerpen aan een screening/audit om het effect ervan op de gelijkheid en de integratie van de Roma te beoordelen;

ouiteen te zetten hoe de EU-middelen zullen worden gebruikt voor een inclusieve hervorming van algemeen beleid (bijvoorbeeld desegregatie in het onderwijs of op het gebied van huisvesting) en voor gerichte actie; en

oregelingen te treffen voor het opnemen van gelijkheid, integratie en participatie van de Roma in het algemene beleid op regionaal en lokaal niveau.



Schaalvergroting van de maatregelen om de onevenredige gevolgen van crises voor de Roma te voorkomen/beperken

Alle belangrijke uitdagingen waarmee de EU momenteel wordt geconfronteerd (met inbegrip van de COVID-19-pandemie, klimaatverandering en de groene en digitale transities) hebben een impact op het gebied van de gelijkheid en integratie van de Roma. Met name dient ervoor te worden gezorgd dat gediscrimineerde en gemarginaliseerde groepen, met name bij de Roma, niet gedwongen worden een onevenredig groot deel van de last van crises en transities te dragen en dat noodmaatregelen en groeistrategieën op de langere termijn gerichte extra integratiesteun omvatten. Belangrijk is dat er lering wordt getrokken uit de COVID-19-pandemie, die gemarginaliseerde Romagemeenschappen onevenredig zwaar heeft getroffen en heeft blootgesteld aan uitermate ernstige gevolgen op het vlak van gezondheid (op korte termijn) en de economie (op de middellange en lange termijn). De nationale strategische kaders voor de Roma moeten helpen om de gevolgen van de COVID-19-pandemie te beperken en ons beter uit te rusten om in de toekomst met een dergelijke situatie om te gaan.

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·een doelmatige gegevensverzameling en monitoring van sociaal-economische effecten (naar leeftijd, geslacht en medische behoefte) te plannen om te zorgen voor doeltreffende en op maat gesneden beleidsmaatregelen die een respons bieden op de bestaande/toekomstige pandemieën;

·rekening te houden met de behoeften op korte, middellange en lange termijn en de belanghebbenden te betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van maatregelen;

·de inspanningen van de lokale autoriteiten te ondersteunen om de onmiddellijke behoeften van Romagemeenschappen aan te pakken (bijvoorbeeld toegang tot onderdak, met inbegrip van voedsel en water, toegang tot kosteloze gezondheidsdiensten en financiële steun voor Romagezinnen in een precaire economische situatie);

·voorrang te geven aan inspanningen om de structurele ongelijkheden en het gebrek aan toegang tot basisdiensten en infrastructuur voor de Romagemeenschappen aan te pakken;

·ervoor te zorgen dat de maatregelen en/of acties met behulp van EU-middelen en nationale financiering de meest gemarginaliseerde en achtergestelde gemeenschappen bereiken en tegemoetkomen aan hun behoeften;

·de toegang tot veilig en schoon drinkwater voor de Roma te bevorderen 4 ;

·de toegang tot sanitaire voorzieningen te verbeteren en de continuïteit van de basisnutsvoorzieningen in geval van een pandemie te waarborgen;

·de kennis op het gebied van gezondheid te bevorderen onder de Romabevolking;

·de verspreiding van nauwkeurige, duidelijke en op feiten gebaseerde informatie en bewustmakingscampagnes te bevorderen als doeltreffende instrumenten tegen discriminatie en vreemdelingenhaat;

·te voorzien in een regelmatige monitoring van de milieuomstandigheden en -risico’s die specifiek van invloed zijn op achtergestelde Romagemeenschappen, en maatregelen te nemen om gevaarlijke of onhygiënische omstandigheden te verhelpen; en

·de samenhang te bevorderen tussen nood- en herstelmaatregelen en algemene initiatieven zoals de “Green Deal”, digitalisering, de Europese pijler van sociale rechten, de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling, het Europees Semester en algemene strategieën, programma’s en hervormingen.



Zorgen voor digitale inclusie

Toen scholen, universiteiten en kantoren dicht gingen door de COVID-19-pandemie, werd het internet een reddingsboei. De massale verschuiving naar onlineonderwijs en telegeneeskunde, enz. was gebaseerd op de veronderstelling dat iedereen toegang tot internet had. De crisis heeft echter schokkende wereldwijde verschillen in online en afstandsonderwijs aan het licht gebracht. De Roma wonen vaak in plattelandsgebieden, gebieden die nog steeds achterlopen wat toegang tot zeer snelle breedbandinfrastructuur betreft. Voor gemarginaliseerde Roma die nauwelijks of helemaal geen toegang tot IT-infrastructuur of digitale vaardigheden hebben, heeft de impact van de pandemie diepgewortelde structurele ongelijkheden aan de oppervlakte gebracht, die zich vertalen in het risico dat Romakinderen onderpresteren en achterblijven in hun schoolwerk en dat volwassenen verstoken blijven van realtime-informatie en baankansen. De onderliggende uitdagingen die verband houden met ongelijkheid, discriminatie en uitsluiting in het digitale tijdperk moeten worden aangepakt om ervoor te zorgen dat niemand achterblijft. De succesvolle invoering van digitale technologieën en de veerkracht en sociale rechtvaardigheid van Europa zijn afhankelijk van de toegang tot de noodzakelijke infrastructuur en digitale vaardigheden.

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·de digitale uitsluiting van de Roma aan te pakken door toegang te bieden tot digitale technologieën, met name toegang tot en ondersteuning voor online en afstandsonderwijs wanneer onderwijs- en opleidingsinstellingen gesloten zijn, zoals tijdens de COVID-19-pandemie;

·synergieën te stimuleren met andere beleidsinitiatieven (met name op het gebied van online openbare diensten, e-overheidsdiensten en commerciële diensten) teneinde de bruikbaarheid van openbare diensten te verbeteren en een inclusieve e-overheid te bevorderen, met behulp van specifieke maatregelen om openbare diensten aan de Roma te verlenen en de Roma met die diensten te verbinden, met bijzondere aandacht voor plattelandsgebieden;

·de digitale vaardigheden en competenties 5 van de Roma te vergroten door:

1)    de toegang tot digitale apparatuur en netwerkverbindingen (bv. openbare internettoegangspunten in achterstandsgebieden) te verbeteren;

2)    de digitale basisvaardigheden en -competenties te stimuleren in het kader van een leven lang leren, en de desbetreffende opleiding aan te bieden;

3)    de kwaliteit van het gebruik van en de participatie van de Roma in de informatiemaatschappij te verbeteren; en

4)    te bevorderen dat discriminerende praktijken bij de toegang tot en het gebruik van onlinediensten worden gemeld;

5) initiatieven op het gebied van digitale geletterdheid in te bedden in de lokale sociaal-economische context en deze initiatieven aan te passen aan de specifieke behoeften en omstandigheden van de Romagemeenschappen;

6) initiatieven op het gebied van digitale geletterdheid 6 aan te moedigen en te ondersteunen:

-die de motivatie en het bewustzijn met betrekking tot het gebruik van het internet stimuleren;

-die betaalbaar en duurzaam zijn;

-waarvan de inhoud en werkwijze zijn aangepast aan de Roma (nieuwe onderwijsmethoden, informeel leren, enz.); en

-die toegankelijk en bruikbaar zijn;

·het gebruik van digitale oplossingen voor de gezondheidszorg te stimuleren, zowel voor patiënten als voor zorgverleners, om de continuïteit van de zorg en veilige behandelmethoden te waarborgen; en

·de strategische kaders voor digitale inclusie opnieuw bekijken om de door de Roma ervaren belemmeringen te beoordelen.



Zorgen voor milieurechtvaardigheid

De milieudiscriminatie 7 waarmee talrijke Romagemeenschappen worden geconfronteerd krijgt inmiddels publieke aandacht. De onevenredige gevolgen van deze lang verwaarloosde realiteit hebben zich gemanifesteerd tijdens de COVID-19-pandemie, toen gemarginaliseerde gemeenschappen kwetsbaarder bleken te zijn voor besmetting en andere daarmee samenhangende gezondheidsrisico’s. Die gezondheidsrisico’s worden nog verergerd door gebrekkige levensomstandigheden en segregatie, waardoor de sociaal-economische uitsluiting van de Roma nog verder verscherpt.

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·milieudiscriminatie te erkennen en aan te pakken, met name omdat deze discriminatie gemarginaliseerde Romagemeenschappen in gesegregeerde gebieden treft (als uiting van zigeunerhaat); inzicht te verschaffen in de wijze waarop milieudiscriminatie en een gebrek aan milieudiensten gemarginaliseerde Roma dwingen te leven in gebieden waar het milieu is aangetast;

·te focussen op toegang tot water, adequate sanitaire voorzieningen, afvalinzameling en -beheer, en in te gaan tegen de aanhoudende ruimtelijke segregatie, als oorzaak van milieudiscriminatie op het gebied van huisvesting en essentiële voorzieningen;

·de ontoereikende toegang van de Roma tot groene woongebieden met een recreatieve waarde aan te pakken;

·milieugerelateerde gezondheidsrisico’s te voorkomen en de impact van blootstelling aan vervuiling en verontreiniging op de gezondheid aan te pakken; en

·de gezondheid en veiligheid op het werk te waarborgen voor Roma die in minder gunstige milieuomstandigheden werken.



Bevordering van (bewustmaking van) de kunst, de geschiedenis en de cultuur van de Roma

De kunst, geschiedenis en cultuur van de Roma vormen een integraal onderdeel van onze Europese en nationale landschappen. Door de eeuwen heen is het beeld van de cultuur en de identiteit van de Roma echter geromantiseerd en stereotiep weergegeven, waardoor de Romagemeenschappen maatschappelijk nog meer zijn vervreemd. Culturele erkenning moet worden opgebouwd op basis van een Romadiscours.

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·de bijdrage van de kunst en cultuur van de Roma aan het nationale en Europese erfgoed, alsook de aanspraken van de Roma daarop, te erkennen en onder de aandacht te brengen:

·ondersteuning te verlenen aan platforms die contacten tussen Roma en niet-Roma op lokaal niveau bevorderen via het stimuleren van traditionele en moderne Romakunst, -ambachten en -cultuur en kennis over de geschiedenis van de Roma bevorderen;

·in samenwerking met mediabedrijven bewustmakingsactiviteiten te bevorderen ter ondersteuning van een identiteit en cultureel erfgoed van de Roma die door hen zelf zijn gecreëerd;

·vooroordelen en stereotypen met betrekking tot de Roma te bestrijden;

·de datum 2 augustus aan te wijzen als Europese dag voor de herdenking van de Romaholocaust, als eerbetoon aan de slachtoffers van de genocide op de Roma in de Tweede Wereldoorlog;

·een geïntegreerde aanpak van de herdenking van de holocaust te bevorderen door het lot van de Roma te herdenken op de internationale herdenkingsdag van de holocaust (27 januari, de dag waarop het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau werd bevrijd);

·Romagemeenschappen te integreren in het nationale culturele discours door Romakunst, -geschiedenis en -cultuur op te nemen in collecties van nationale archieven, musea en permanente tentoonstellingen; passende middelen toe te wijzen voor de bescherming, het behoud en de ontwikkeling van kunst en cultuur van de Roma, onder meer door de bevordering van festivals;

·de taal en de geschiedenis van de Roma op te nemen in de schoolcurricula en schoolboeken voor zowel Roma- als niet-Romastudenten; multiculturele bewustmakingsactiviteiten en -campagnes op scholen te bevorderen; en

·lokale Romaondernemers en -zelfstandigen die de tradities en de cultuur van de Roma kansen te geven om hun positie te versterken, en hen te ondersteunen.



Bevordering van sociale innovatie en beleidsexperimenten

Sociale innovatie en beleidsexperimenten zijn nieuwe benaderingen op het gebied van sociale verandering. Deze benaderingen richten zich op ideeën, praktijken en initiatieven die op de verschillende niveaus van een systeem werken als katalysator om een diepgaande verschuiving en blijvende positieve effecten teweeg te brengen. Dit maakt ze geschikt als instrumenten om de gelijkheid, inclusie en participatie van de Roma te bevorderen en de positie van de Roma te versterken.

In het EU-beleid wordt onder "sociale innovatie” verstaan: activiteiten waarvan zowel de doelstellingen als de middelen sociaal zijn en die verband houden met de ontwikkeling en uitvoering van nieuwe ideeën (met betrekking tot producten, diensten en modellen) die in sociale behoeften voorzien en tegelijk nieuwe sociale betrekkingen of samenwerkingsverbanden creëren en zo de samenleving ten goede komen en haar handelingscapaciteit vergroten 8 . Met "sociale experimenten” wordt gedoeld op beleidsmaatregelen die innovatieve oplossingen voor sociale behoeften aandragen en op kleine schaal worden uitgevoerd onder omstandigheden die het mogelijk maken de effecten ervan te meten, alvorens ze – wanneer de resultaten overtuigend zijn – onder andere omstandigheden of op grotere schaal worden uitgevoerd 9 .

De nationale strategische kaders voor de Roma dienen:

·het ontstaan van nationale allianties voor leren en innovatie met het oog op integratie te ondersteunen – door actoren uit het hele ecosysteem samen te brengen (relevante beroepsorganisaties van Roma in samenwerking met het bedrijfsleven/de industrie, sociale starterscentra en netwerken van veranderaars, ambassades, onderzoeksorganisaties);

·gezamenlijke co-creatieprocessen op te zetten met nationale/regionale belanghebbenden, filantropen en organisaties met een maatschappelijk doel, om de behoeften, de beschikbare middelen en de mogelijkheden voor gezamenlijke systematische actie vast te stellen (onder meer met beschikbare adviesondersteuning van de EU);

·steun te verlenen voor het opstarten van resultaatgerichte projecten op belangrijke gebieden van sociale dienstverlening (toegang tot huisvesting, nutsvoorzieningen, openbare basisinfrastructuur en -diensten, enz.);

·de kennis over werkbenaderingen met betrekking tot de verschillende thema’s/sectoren te verzamelen en als katalysator te gebruiken, en daarbij belangrijke actoren uit de verschillende sectoren (overheid, particuliere sector maatschappelijk middenveld) aanzetten tot en uitrusten voor gezamenlijke samenwerking;

·te experimenteren met sociaal beleid (bv. het aanbieden van een gegarandeerd basisinkomen) om modellen te genereren en alternatieve mechanismen voor de verstrekking van sociale uitkeringen te testen;

·onderzoek te doen naar de mobilisering van particulier kapitaal en de bundeling van middelen met bijvoorbeeld filantropische organisaties via mogelijke matchingregelingen, om tegemoet te komen aan behoeften van de meest kwetsbare personen waaraan nog niet is tegemoetgekomen;

·de mogelijkheden na te gaan van nieuwe diensten- of leveringsmodellen en van uitgebreidere voorziening door middel van resultaatgerichte partnerschappen;

·het bundelen en integreren van gerichte en flexibele financiering te ondersteunen; en

·de oprichting van kenniscentra voor sociale innovatie te ondersteunen (in het kader van transnationale ESF+-activiteiten) en deze centra opdracht te geven om de behoeften op het gebied van integratie van de Roma te ondersteunen.

(1)

      Antigypsyism — a reference paper , Berlijn/Boedapest, 2017, resolutie van het Europees Parlement van 15 april 2015 over de Internationale Dag van Roma – zigeunerhaat in Europa en erkenning door de EU van de herdenkingsdag van de genocide op de Roma tijdens de Tweede Wereldoorlog , verslag van het Europees Parlement over de grondrechtelijke aspecten bij de integratie van de Roma in de EU – bestrijding van zigeunerhaat (2017/2038(INI)) , resolutie van het Europees Parlement van 12 februari 2019 over de behoefte aan een versterkt strategisch EU-kader voor de nationale strategieën voor integratie van de Roma voor de periode na 2020 en intensivering van de bestrijding van zigeunerhaat , ECRI 2012 General Policy Recommendation No. 13 on combating anti-gypsyism and discrimination against Roma ,  Raad van Europa, Verklaring van het Comité van Ministers over de toename van zigeunerhaat en racistisch geweld tegen Roma in Europa .

(2)

     Systematische discriminatie is het gevolg van ongelijkheden die ingebed zijn in de wetgeving, het beleid en de praktijk, vaak niet met opzet, maar als gevolg een reeks institutionele factoren bij het formuleren, uitvoeren en herzien van wetgeving, beleid en praktijk. Zie Roma and traveller inclusion: towards a new EU framework, learning from the work of equality bodies .

(3)

          Violetta Zentai, Georgeta Munteanu en Simona Torotcoi, The quality of participation in a post-2020 EU initiative for Roma equality and inclusion , deskundigenverslagen die voortbouwen op de toekomstgerichte aspecten van de evaluatie van het EU-kader voor nationale strategieën voor de integratie van de Roma, 2020, blz. 41, 59-60.

(4)

          De drinkwaterrichtlijn (overweging 31; artikel 16) verplicht de lidstaten rekening te houden met de specifieke situatie van minderheidsculturen, zoals Roma en Travellers, ook als zij sedentair leven, door de nodige maatregelen te nemen om hun toegang tot voor menselijke consumptie bestemd water te verbeteren.

(5)

   Het kader inzake digitale competenties voor burgers  onderscheidt vijf componenten van digitale competentie: informatie- en datageletterdheid, communicatie en samenwerking, het creëren van digitale inhoud, veiligheid en probleemoplossing.

(6)

   Het  kader inzake digitale competenties voor burgers  definieert informatie- en datageletterdheid of digitale geletterdheid als de capaciteit om informatiebehoeften duidelijk te omschrijven, digitale data, informatie en inhoud te lokaliseren en op te vragen, de relevantie van de bron en de inhoud ervan te beoordelen, en digitale data, informatie en inhoud op te slaan, te beheren en te organiseren.

(7)

     De Roma worden gediscrimineerd op milieugebied omdat zij in gesegregeerde nederzettingen leven onder ecologisch gevaarlijke omstandigheden (naast afvalstortplaatsen, op verlaten industrieterreinen of in overstromingsgevoelige gebieden) en verstoken zijn van elementaire milieubehoeften, zoals water en afvalbeheer. Zie Pushed to the wastelands: environmental racism against Roma communities in central and Eastern Europe . Voor een toelichting van de concepten en documenten, zie de website van het Energy Justice Network.

(8)

   Artikel 2, punt 16, van het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende het Europees Sociaal Fonds+ (2018/0206 COD), ( COM(2018) 382 final van 30.5.2018).

(9)

   Zie artikel 2, punt 17, van het reeds genoemde voorstel.

Top

Brussel, 7.10.2020

COM(2020) 620 final

BIJLAGE

bij

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
EN DE RAAD

Een Unie van gelijkheid:

strategisch EU-kader voor gelijkheid, integratie en participatie



{SWD(2020) 530 final}


De reeks indicatoren

Het algemene doel van deze reeks indicatoren is om de vooruitgang te toetsen aan de doelstellingen en streefwaarden van het strategisch EU-kader voor de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma. Om deze algemene doelstelling te bereiken, moeten de lidstaten een aantal maatregelen op prioritaire gebieden uitvoeren, waarbij elk van deze maatregelen zijn eigen horizontale of sectorale doelstelling heeft.

De reeks indicatoren voor het meten van de vooruiting richting deze doelstellingen is ontwikkeld in het kader van de werkgroep inzake indicatoren en verslaglegging op het gebied van de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma, onder de coördinatie van het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA). De leden van de werkgroep zijn de nationale Romacontactpunten van twintig lidstaten en vertegenwoordigers van de bureaus voor de statistiek en de Europese Commissie. Bovendien is de reeks afgestemd op de indicatoren en streefwaarden die in het kader van de relevante EU-initiatieven voor de periode tot 2030 zijn ontwikkeld, en op de doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s). Het volledige verslag is beschikbaar op  https://fra.europa.eu/en/news/2020/roma-working-party-consultations-roma-inclusion-monitoring-framework .

De reeks indicatoren is gebaseerd op het S-P-O-indicatormodel (structuur-proces-uitkomst) dat door het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) wordt aanbevolen voor het beoordelen van de naleving van mensenrechtennormen. Dit model maakt een beoordeling mogelijk van:

a)wettelijke en beleidskaders (structurele indicatoren);

b)specifieke interventies om deze uit te voeren (procesindicatoren);

c)resultaten – zoals ervaren door de rechthebbenden (uitkomstindicatoren).

Structurele indicatoren: EU- en nationale wettelijke kaders en strategieën die worden ingevoerd om te voldoen aan het EU-Handvest van de grondrechten (voor de Roma, een strategisch EU-kader voor de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma).

Procesindicatoren: De specifieke interventies en acties (bv. programma’s, projecten, maatregelen) die zijn opgezet om de doelstellingen en streefwaarden van de nationale strategische kaders voor de Roma te verwezenlijken door de genoemde wettelijke en beleidsbepalingen uit te voeren.

Uitkomst- of resultaatindicatoren: De situatie ter plaatse en eventuele veranderingen in de uitoefening van grondrechten voor personen met specifieke kenmerken, zoals etnische afkomst in het geval van de Roma. Dit zijn veelal standaardindicatoren, met gegevens die kunnen worden uitgesplitst naar verschillende categorieën van etnische afkomst, geslacht en leeftijd. In lidstaten waar dergelijke gegevens niet beschikbaar zijn kunnen de beschikbare sociaal-economische gegevens als proxy worden gebruikt. De indicatoren moeten in overeenstemming zijn met de indicatoren inzake armoede en sociale uitsluiting van Europa 2020 of voor de periode na 2020, alsook met de sectorale beleidsterreinen die gericht zijn op de doelstellingen van de Europese pijler van de sociale rechten, zoals onderwijs, gezondheid en werkgelegenheid.

Doelstellingen, kernindicatoren, streefwaarden en maatregelen

Het monitoringkader is uitdrukkelijk bedoeld om de vooruitgang bij de verwezenlijking van de beleidsdoelstellingen te volgen. De doelstellingen worden weerspiegeld in de resultaatindicatoren (kern- en secundaire indicatoren) en de streefwaarden zouden een weergave kunnen zijn van de stand van zaken die de lidstaten in 2030 op elk gebied van de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma willen bereiken. Het kader is gebaseerd op de richtsnoeren voor betere regelgeving van de Commissie 1 , het strategisch EU-kader voor de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma en het voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma. 

De meeste resultaatindicatoren zijn gebaseerd op enquêtes, maar dienen te worden aangevuld met administratieve gegevens, bijvoorbeeld over infrastructuur, huisvestingssegregatie, enz.

Kernindicatoren: Dit zijn resultaatindicatoren die gebaseerd zijn op enquêtes en verplicht zijn voor alle lidstaten waarvoor dergelijke gegevens beschikbaar zijn of in de toekomst kunnen worden verzameld. Landen die geen kwantitatieve gegevens (etnisch uitgesplitst of als proxy) verzamelen, moeten overwegen om kwalitatieve gegevens te verzamelen en streefwaarden te formuleren met het oog op procesindicatoren (zie hieronder).

Secundaire resultaatindicatoren: Dit zijn contextuele indicatoren. Ze vormen een aanvulling op de kernindicatoren van de doelstelling. De lidstaten kunnen zelf beslissen om ze al dan niet te gebruiken.

Er is een verschil tussen de verplichting om gegevens in de indicatoren in te voeren en de verplichting om gegevens voor indicatoren te verzamelen. Zo zijn de thema’s segregatie in onderwijs, toegang tot leidingwater of geboorteakten in sommige landen relevanter dan in andere. Ook zouden bepaalde secundaire indicatoren kernindicatoren kunnen worden als ze in een bepaald land bijzonder relevant zijn, bijvoorbeeld de dekking van ziektekostenverzekeringen.

Procesindicatoren: een combinatie van juridische en economische feiten, soorten maatregelen, capaciteit van de uitvoerende actoren, mate van contact met de Romagemeenschappen en maatschappelijke organisaties. De lidstaten kunnen binnen hun strategisch kader zelf de indicatoren en beleidsinterventiegebieden kiezen.

Tabel 1: Overzicht van kerndoelstellingen en kernindicatoren van de EU voor de gelijkheid, integratie en participatie van de Roma

 

Horizontale doelstellingen

 

EU-kernindicatoren

SDG-relevantie

1

Bestrijden en voorkomen van zigeunerhaat en discriminatie 2

1

Percentage van de mensen die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd hebben gevoeld op een van de in de enquête genoemde gebieden vanwege hun Roma-zijn

SDG 10.3.1

SDG 16.b.1

2

Percentage van de algemene bevolking dat zich niet op zijn gemak voelt om Roma als buren te hebben

2

Bestrijden van armoede en sociale uitsluiting 

3

Armoederisicocijfer (minder dan 60 % van het mediane inkomen na sociale overdrachten)

SDG 1.2.1

3.1

Kinderen < 18 in armoederisicogroep

SDG 1.2.2

4

Percentage personen in het huishouden die in ernstige materiële deprivatie leven (kunnen zich geen 4 van de 9 items veroorloven, bijv. voedsel, uitnodigen van vrienden, enz.)*

SDG 1

4.1

Kinderen < 18 in ernstige materiële deprivatie*

SDG 1

3

Bevorderen van participatie door het versterken van de positie van de betrokkenen, het opbouwen van samenwerking en vertrouwen

4

Percentage mensen die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd hebben gevoeld (op welk gebied dan ook) en die als reden voor het laatste incident van discriminatie hun Roma-zijn hebben opgegeven

5

Indicatoren voor actief burgerschap en participatie NOG TE ONTWIKKELEN

Sectorale doelstellingen

EU-kernindicatoren

SDG-relevantie

4

Verbeteren van de effectieve gelijke toegang tot hoogwaardig inclusief regulier onderwijs

6

Percentage kinderen vanaf 3 jaar tot de leeftijd van het begin van de leerplicht in het basisonderwijs die deelnemen aan voor- en vroegschools onderwijs en kinderopvang

SDG 4.2.2

7

Percentage personen in de leeftijdsgroep 20-24 jaar die ten minste hoger secundair onderwijs hebben afgerond

SDG 4.3

8

Percentage kinderen in de leeftijdsgroep 6-15 jaar die naar scholen gaan waar “alle of de meeste schoolgenoten Roma zijn”, zoals gerapporteerd door de respondenten (alleen geselecteerde landen)

5

Verbeteren van de effectieve gelijke toegang tot betaalde hoogwaardige en duurzame werkgelegenheid

9

Percentage mensen die als hun hoofdactiviteit “betaald werk” hebben opgegeven (met inbegrip van voltijd-, deeltijd-, gelegenheidswerk, werk als zelfstandige en tijdelijk werk of werk in de afgelopen vier weken), 20-64 jaar oud

SDG 8.5

10

Percentage jongeren van 15-29 jaar*** die “geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen” (NEET)

SDG 8.6.1

11

Arbeidsparticipatiekloof tussen mannen en vrouwen: loonkloof tussen vrouwen en mannen, 20-64 jaar oud

SDG 8.5

6

Verbetering van de gezondheid van de Roma en van de effectieve gelijke toegang tot hoogwaardige zorg en sociale dienstverlening

12

Verschil in levensverwachting bij de geboorte (algemene bevolking versus Roma)

13

Percentage mensen die beperkte toegang hebben tot zorg en sociale dienstverlening, NOG TE ONTWIKKELEN

7

Verbetering van de effectieve gelijke toegang tot adequate gedesegregeerde huisvesting en essentiële voorzieningen 3

14

Percentage mensen in huisvestingsgerelateerde deprivatie (een appartement dat te donker is, met een lek dak/vochtige muren, vloeren, geen bad/douche, geen binnentoilet)

SDG 11.1

15

Percentage mensen die leven in een huishouden dat niet over het minimaal aantal kamers beschikt volgens de definitie van Eurostat van overbewoning

16

Percentage mensen die leven in een huishouden zonder kraanwater in de woning (alleen in bepaalde landen)

SDG 6.1.1

FRA-gegevens voor het invullen van indicatoren kunnen worden uitgesplitst naar geslacht, leeftijd, DEGURBA (urbanisatiegraad).

*Zal worden vervangen door sociale en materiële deprivatie (Eurostat [ilc_mdsd07]) en de respectieve indicator voor kinderen, indien gebruikt in het kader van de SDG-rapportage voor de algemene bevolking.

*Actuele gegevens op basis van de FRA-enquêtes hebben alleen betrekking op de leeftijdsgroep 16-29 jaar.

Proxy-indicatoren

In landen waar het verzamelen van etnische gegevens onmogelijk is, kan gebruik worden gemaakt van proxygegevens, bijvoorbeeld op basis van sociaal-economische gegevens. Het verzamelen van gegevens kan worden uitgevoerd in nederzettingen en regionale eenheden die zijn geïdentificeerd als gesegregeerd of waar een hoog percentage kwetsbare personen woont. De onderliggende veronderstelling zou moeten zijn dat de bevolking op deze plaatsen een hoog percentage Roma omvat of sterk als Roma wordt beschouwd en daarom kwetsbaar is voor sociale uitsluiting en discriminatie. Dergelijke proxygegevens zouden de gegevensverzameling echter kunnen beperken tot gegevens over de meest gemarginaliseerde groepen. Zo zouden de mensen die niet economisch behoeftig zijn, maar wel de gevolgen van zigeunerhaat in hun dagelijks leven of bij bekendmaking van hun identiteit ondervinden, uit het oog kunnen worden verloren. In dergelijke gevallen is het belangrijk om de proxygegevens aan te vullen met kwalitatieve en administratieve gegevens uit onderzoek en raadplegingen van maatschappelijke organisaties, nationale mensenrechteninstellingen en lokale autoriteiten. Als kwantitatieve gegevens ontbreken, worden landen nog steeds aangespoord om kwalitatieve gegevens te verzamelen op het niveau van procesindicatoren.

Gegevens voor kwalitatieve procesindicatoren kunnen uit verschillende bronnen komen. Sinds 2016 hebben de lidstaten aan de Commissie via een geharmoniseerd onlineformulier verslag uitgebracht over procesindicatoren die relevant zijn voor de inhoudelijke beleidsterreinen die in de aanbeveling van de Raad van 2013 zijn opgenomen. Maar zelfs als deze gegevens vergelijkbaar zijn tussen landen, vormen ze slechts een klein deel van de procesrelevante informatie die nodig is voor een goede procesbewaking. Het tweede onderdeel van de procesrelevante gegevensverzameling, d.w.z. gegevens die de specifieke kenmerken van de uitdagingen op het gebied van de integratie van de Roma weerspiegelen en maatregelen om deze uitdagingen in de afzonderlijke lidstaten aan te pakken, is even belangrijk voor de ontwikkeling van een degelijk nationaal monitoringsysteem en is daarom van essentieel belang voor een succesvol nationaal strategisch kader voor de Roma. Voorts wordt aanbevolen om het maatschappelijk middenveld van de Roma te betrekken bij het monitoringproces en de ontwikkeling van nationale gegevensverzamelings- en monitoringsystemen. De subgroep voor gegevens over gelijkheid van de Europese Groep op hoog niveau inzake non-discriminatie, gelijkheid en diversiteit heeft richtsnoeren voor het verbeteren van de verzameling en het gebruik van gegevens over gelijkheid opgesteld 4 .

In 2016 zijn de lidstaten begonnen met de verslaglegging aan de Commissie over procesindicatoren, overeenkomstig de aanbeveling van de Raad van 2013 inzake doeltreffende maatregelen voor de integratie van de Roma. Dit werk wordt voortgezet in de context van de werkgroep inzake Roma-indicatoren en verslaglegging van het FRA.

Horizontale doelstellingen

Doelstelling 1: Bestrijden en voorkomen van zigeunerhaat en discriminatie

Kernindicatoren:

Algemene bevolking

1)Percentage van de mensen die zich in de afgelopen 12 maanden vanwege hun Roma-zijn gediscrimineerd hebben gevoeld op een van de in de enquête genoemde gebieden

Potentieel FRS 5

SDG 10.3.1 en 16.b.1

2)Percentage van de algemene bevolking dat zich niet op zijn gemak voelt om Roma als buren te hebben

FRS

Doelstelling 1-a: Bestrijden van discriminatie, intimidatie, haatmisdrijven en haatuitingen tegen Roma

Resultaatindicatoren

Secundaire (optioneel)

Indicator

Algemene bevolking

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die in de 12 maanden voorafgaand aan de enquête ten minste vijf door haat ingegeven handelingen van intimidatie hebben meegemaakt vanwege hun Roma-zijn

n.v.t./potentieel FRS

SDG 10.3.1

SDG 16.b.1

Percentage mensen van 16 jaar en ouder (van alle respondenten) die in de afgelopen 12 maanden fysiek zijn aangevallen vanwege hun Roma-zijn

n.v.t./potentieel FRS

SDG 16.1.3

Procesindicatoren voor doelstelling 1-a: Bestrijden van discriminatie, intimidatie, haatmisdrijven en haatuitingen tegen Roma

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw

·nationale strategische kaders voor gelijkheid, integratie en participatie van de Roma of aanverwante beleidsdocumenten bevatten uitdrukkelijk maatregelen ter bestrijding van zigeunerhaat;

·het nationale actieplan voor de uitvoering van de nationale strategische kaders voor de Roma van de betrokken EU-lidstaat voorziet in specifieke maatregelen om zigeunerhaat en discriminatie aan te pakken;

·organen voor gelijke behandeling monitoren regelmatig de uitvoering van de nationale strategische kaders voor de Roma met het oog op de naleving van de richtlijn rassengelijkheid en het kaderbesluit van de Raad betreffende de bestrijding van bepaalde vormen van racisme en vreemdelingenhaat, en registreren gevallen van discriminatie van de Roma;

·er worden regelmatig antidiscriminatieverslagen en -enquêtes opgesteld en uitgebracht;

·zigeunerhaat wordt erkend in de wettelijke kaders, het beleid, de beleidsdocumenten en de beleidsuitvoeringsmaatregelen van de lidstaten;

·zigeunerhaat wordt aangegeven als een categorie in de registratie van haatmisdrijven;

·voor de specifieke maatregelen ter bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie zijn middelen uitgetrokken;

·gemeenten met een grote Romabevolking hebben onder hun personeel een of meerdere adviseurs specifiek voor Roma-aangelegenheden.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·er bestaat een voor het publiek toegankelijk systeem voor de monitoring van rechtszaken en klachten bij nationale organen voor gelijke behandeling over gevallen van zigeunerhaat;

·er bestaat een voor het publiek toegankelijk systeem voor de monitoring van gevallen en incidenten van discriminatie, haatuitingen en haatmisdrijven tegen de Roma en het aangeven daarvan aan nationale organen voor gelijke behandeling of ombudspersonen, openbare aanklagers of de politie, en dit systeem functioneert;

·er bestaat een systeem voor de opleiding van politiefunctionarissen op het gebied van non-discriminatie en herkenning van door vooroordelen ingegeven misdrijven, met specifieke modules over discriminatie van de Roma;

·de lidstaten wijzen zendtijd toe aan de Roma in publieke media;

·de lidstaten voeren bewustmakingscampagnes;

·voor het aangeven van haatuitingen en haatmisdrijven zijn instrumenten beschikbaar die eenvoudig toegankelijk zijn;

·er worden initiatieven/opleidingen georganiseerd met deelname van IT-bedrijven (Google, Facebook, Twitter, enz.) om zigeunerhaat in de content op sociale-mediaplatforms beter te herkennen;

·er worden initiatieven/opleidingen voor mediabedrijven georganiseerd over het vastleggen en aanpakken van gevallen van zigeunerhaat en haatuitingen.

Indicator – dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces

·maatschappelijke organisaties van de Roma zijn actief betrokken bij de ontwikkeling van specifieke maatregelen om zigeunerhaat en discriminatie aan te pakken;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan de toezichtcomités van het operationele programma van de EU-fondsen in het kader waarvan de specifieke maatregelen ter bestrijding van zigeunerhaat en discriminatie worden uitgevoerd;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de uitgevoerde maatregelen.

Doelstelling 1-b: Bevorderen van het bewustzijn van de geschiedenis en de cultuur van de Roma en van erkenning en verzoening

Resultaatindicatoren: Secundaire (optioneel): Op dit gebied zijn nog geen indicatoren ontwikkeld; mogelijke thematische gebieden zijn:

·het besef onder de algemene bevolking dat de Roma een erkende nationale minderheid zijn;

·het bewustzijn onder de algemene bevolking van de geschiedenis, de literatuur, de kunst, de cultuur, de muziek en de politiek van Roma;

·deelname van de algemene bevolking aan culturele festivals en andere openbare evenementen van de Roma;

·het besef onder de bevolking dat het Romani een erkende niet-territoriale taal is in het kader van het Handvest voor regionale talen of talen van minderheden van de Raad van Europa;

·het bewustzijn van de algemene bevolking over de holocaust van de Roma.

Procesindicatoren voor doelstelling 1-b: Bevorderen van het bewustzijn van de geschiedenis en de cultuur van de Roma en van erkenning en verzoening

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw

·nationale strategische kaders voor de Roma of gerelateerde beleidsdocumenten bevatten uitdrukkelijk maatregelen met indicatoren en streefwaarden om het bewustzijn van de geschiedenis en de cultuur van de Roma te bevorderen;

·de holocaust van de Roma wordt erkend en gedenkdagen voor de herdenking ervan maken deel uit van de officiële kalender van nationale feestdagen;

·er zijn monumenten of gedenktekens voor de Romaholocaust;

·de bijdrage van Romapersoonlijkheden aan de geschiedenis van de lidstaat wordt erkend en maakt deel uit van de officiële kalender van nationale feestdagen;

·de geschiedenis, cultuur en kunst van de Roma maken deel uit van de formele curricula van scholen, universiteiten en academische cursussen;

·culturele initiatieven van de Roma worden aangegeven op de relevante algemene nationale agenda’s voor culturele evenementen;

·er zijn commissies van deskundigen op het gebied van zigeunerhaat (commissies voor waarheid, erkenning en verzoening) om een beter begrip van de barrières en mechanismen van uitsluiting binnen de lidstaat te ontwikkelen;

·de structuren die nodig zijn voor de uitvoering van het Europees Handvest voor regionale talen of talen van minderheden van de Raad van Europa zijn aanwezig;

·in de aangewezen adviesorganen van de overheid vinden regelmatig uitwisselingen plaats over onderwerpen die verband houden met de kunst, cultuur en geschiedenis van de Roma, met als doel impact te hebben op beleid;

·de staat beschikt over een jaarlijks budget dat wordt toegewezen aan de ondersteuning van culturele organisaties van de Roma die de Romacultuur bevorderen;

·de staat beschikt over een jaarlijks budget dat wordt toegewezen aan lokale Romamedia (in druk, online, tv, radio);

·op stedelijk en plaatselijk niveau is budget beschikbaar dat wordt toegewezen aan lokale Romamedia en de bevordering van de kunst en cultuur van de Roma;

·ministeries en overheidsinstanties bevoegd voor jongeren hebben afdelingen die expliciet belast zijn met de integratie van Romajongeren en de opbouw van de capaciteit van organisaties van Romajongeren.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·op scholen wordt lesgegeven over de geschiedenis en de cultuur van de Roma;

·het onderwijs van het Romani wordt op scholen kosteloos aangeboden;

·leerkrachten en schoolpersoneel worden opgeleid op het gebied van inclusief onderwijs en diversiteit;

·leerkrachten en schoolpersoneel worden opgeleid in de cultuur en geschiedenis van de Roma, met inbegrip van de geschiedenis van de Romaholocaust;

·er worden opleidingsmogelijkheden met betrekking tot kunst, cultuur en geschiedenis van de Roma geboden aan ambtenaren, leerkrachten, politiefunctionarissen, enz.;

·op de publieke media is zendtijd voor kunst en cultuur van de Roma uitgetrokken en toegewezen;

·op de publieke media is zendtijd voor nieuws in het Romani uitgetrokken en toegewezen;

·op festivals wordt podiumtijd gereserveerd om de cultuur van de Roma voor het voetlicht te brengen, ondersteund met overheidsmiddelen;

·het aandeel van het positieve versus het negatieve discours over de Roma in de reguliere media en de pers is toegenomen.

Indicator – dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces

·maatschappelijke organisaties worden geraadpleegd over de noodzaak om begrotingsmiddelen van de lidstaat toe te wijzen voor ondersteuning van de kunst en cultuur van de Roma;

·adviesorganen van de overheid die feedback geven over de toewijzing van overheidsmiddelen ter ondersteuning van de nationale strategische kaders voor de Roma kunnen voorstellen doen voor aan de kunst en cultuur van de Roma gerelateerde projecten;

·specifieke maatregelen ter bevordering van evenementen op het gebied van Romakunst, -cultuur en -herdenkingen worden ontwikkeld in samenwerking met maatschappelijke organisaties van de Roma en overlevenden van de Romaholocaust en/of hun nakomelingen;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het besluitvormingsproces over de ontwikkeling van specifieke maatregelen ter bevordering van de kunst en cultuur van de Roma en de toewijzing van middelen hiervoor;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de in het kader van deze operationele doelstelling uitgevoerde maatregelen.

Doelstelling 2: Verminderen van armoede en sociale uitsluiting

Kernindicatoren:

Algemene bevolking:

3)Armoederisicocijfer (minder dan 60 % van het mediane inkomen na sociale overdrachten)

Eurostat [ilc_li02]

SDG 1.2.1

3.1) Kinderen < 18 in armoederisicogroep

Eurostat [ilc_li02]

SDG 1.2.2

4)Percentage personen in het huishouden die in ernstige materiële deprivatie leven 6  (kunnen zich geen 4 van de 9 items veroorloven, bijv. voedsel, uitnodigen van vrienden, enz.)

4.1) Kinderen < 18 in ernstige materiële deprivatie

Eurostat [ilc_mddd11]

SDG 1

Eurostat [ilc_mddd11]

SDG 1

Resultaatindicatoren

Secundaire (optioneel)

Indicator

Algemene bevolking

Percentage mensen die leven in een huishouden dat zich om de twee dagen geen maaltijd kan veroorloven met vlees, kip, vis (of vegetarisch equivalent)

Eurostat [ilc_mdes03]

Percentage mensen die leven in een huishouden waar ten minste één persoon in de afgelopen maand hongerig naar bed is gegaan omdat er niet genoeg geld voor voedsel was

n.v.t./FRS

Percentage kinderen in de leeftijdsgroep 0-17 jaar die leven in een huishouden waar ten minste één persoon in de afgelopen maand hongerig naar bed is gegaan omdat er niet genoeg geld voor voedsel was

n.v.t./FRS

Percentage mensen die leven in een huishouden dat slechts met (grote) moeite de eindjes aan elkaar kan knopen

Eurostat [ilc_mdes09]

Percentage mensen die geen bankrekening hebben

n.v.t./FRS

Procesindicatoren voor horizontale doelstelling 2: Verminderen van armoede en sociale uitsluiting

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw 

·de nationale strategische kaders voor de Roma of gerelateerde beleidsdocumenten bevatten expliciet maatregelen met indicatoren en streefwaarden om armoede en sociale uitsluiting onder de Roma te verminderen, met een expliciete focus op kinderarmoede;

·de richtsnoeren voor sociale bescherming en bijstand bevatten antidiscriminatiebepalingen om de gelijke toegang voor de Roma te waarborgen;

·er bestaat een mechanisme dat de toegang tot een bankrekening garandeert;

·er worden bankgaranties verstrekt voor microkredieten voor huishoudens met een laag inkomen.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·er is een voedsel- en voedingsprogramma voor schoolkinderen;

·voor personeel van sociale diensten worden gerichte opleidingen over de aanpak van discriminatie en zigeunerhaat georganiseerd;

·er worden specifieke nationale maatregelen uitgevoerd om rekening te houden met intergenerationele armoede en de noodzaak om Romakinderen en hun gezinnen te ondersteunen op het gebied van onderwijs, huisvesting, gezondheid en armoedebestrijding;

·er worden opleidingen over financiële geletterdheid verzorgd en er wordt steun voor financiële inclusie gegeven.

Indicator – dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces 

·er zijn maatregelen om ervoor te zorgen dat de Roma deelnemen aan de ontwikkeling van beleidsmaatregelen op het gebied van sociale inclusie/armoedebestrijding;

·de specifieke maatregelen op het gebied van armoedebestrijding en sociale inclusie (met name maatregelen gericht op Roma die een groot risico op marginalisatie lopen) worden ontwikkeld in partnerschap met maatschappelijke organisaties van de Roma;

·interventies op het gebied van armoedebestrijding en sociale integratie (met name gericht op Roma die een groot risico op marginalisatie lopen) worden uitgevoerd met deelname van organisaties van de Romagemeenschap;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan de toezichtcomités van het operationele programma van de EU-fondsen in het kader waarvan de specifieke maatregelen worden uitgevoerd ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (met name maatregelen gericht op Roma die een groot risico op marginalisatie lopen);

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de uitgevoerde maatregelen ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting (met name gericht op Roma die een groot risico op marginalisatie lopen);

·overheidsinstellingen en bestuursorganen (op centraal en lokaal niveau) betrekken de inbreng van het maatschappelijk middenveld van de Roma, het bedrijfsleven en de industrie, de academische wereld en het onderzoek bij hun besluitvormingsprocessen op het gebied van sociale inclusie/armoedebestrijding.



Doelstelling 3: Bevorderen van participatie door positieversterking en het opbouwen van samenwerking en vertrouwen in publieke instellingen

Kernindicator:

Algemene bevolking

5)Percentage mensen die zich in de afgelopen 12 maanden gediscrimineerd hebben gevoeld (op welk gebied dan ook) en die als reden voor het laatste incident van discriminatie hun Roma-zijn hebben opgegeven

n.v.t. /potentieel FRS

6)Indicator voor actief burgerschap en participatie NOG TE ONTWIKKELEN

potentieel FRS

Resultaatindicatoren

Secundaire (optioneel)

Indicator

Algemene bevolking

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die als reden voor het meest recente incident van intimidatie NIET hun Roma-zijn hebben opgegeven (van alle mensen die intimidatie hebben meegemaakt)

n.v.t./potentieel FRS

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die als reden voor het meest recente incident met een fysieke aanval NIET hun Roma-zijn hebben opgegeven

n.v.t./potentieel FRS

SDG 16.3.1

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die gehoord hebben van ten minste één orgaan voor gelijke behandeling, nationaal mensenrechteninstituut of ombudspersoon

Potentieel FRS

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die geneigd zijn de politie te vertrouwen

Eurostat [Ilc_pw03]

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die in het algemeen het rechtssysteem vertrouwen

Eurostat [Ilc_pw03]

Verdere indicatoren met betrekking tot participatie die nog moeten worden ontwikkeld:

Percentage mensen die werkzaam zijn in openbare diensten (NACE 7 -categorie O)

Percentage mensen die werkzaam zijn in een intellectueel, wetenschappelijk of artistiek beroep of als manager (in de ISCO-classificatie 8 8+9 respectievelijk “professional” en “manager” genoemd)

Percentage mensen die hebben gestemd bij de (meest recente) nationale verkiezingen

Eurostat [lfsa_eisn2]

Procesindicatoren voor horizontale doelstelling 3: Bevorderen van participatie door positieversterking en het opbouwen van samenwerking en vertrouwen

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw 

·de nationale strategische kaders voor de Roma of gerelateerde beleidsdocumenten bevatten uitdrukkelijk maatregelen met indicatoren en streefwaarden om de participatie te bevorderen door het versterken van de positie van Roma en het opbouwen van samenwerking en vertrouwen 

·lokale en gemeentelijke ngo’s die betrokken zijn bij een gecoördineerde monitoring door maatschappelijke organisaties van de uitvoering van de strategie in de hele EU;

·vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties van de Roma worden regelmatig uitgenodigd om als volwaardige leden deel te nemen aan de nationale toezichtcomités van de EU-fondsen;

·in gemeenten met een hoog aandeel Roma in de bevolking is de functie van Romabemiddelaars een officiële functie bij de lokale overheden;

·gemeenten met een hoog aandeel Roma in de bevolking hebben onder hun personeel een of meerdere adviseurs specifiek voor Roma-aangelegenheden;

·reguliere politieke partijen verbinden zich ertoe om Romakandidaten op verkiesbare plaatsen op kieslijsten te plaatsen voor verkiezingen voor parlementen en regionale/gemeentelijke vertegenwoordigende organen;

·steden en gemeenten met een hoog aandeel Roma in de bevolking nemen Roma-adviesorganen of Romabeleidscoördinatoren in hun institutionele structuur op om het beleid voor de integratie van de Roma uit te voeren;

·er bestaat een gespecialiseerd bureau met een mandaat om het vertrouwen en de positie van de Roma te verbeteren, en dat bureau werkt doeltreffend;

·de nationale mensenrechteninstellingen, het bureau van de ombudspersoon en het orgaan voor gelijke behandeling plegen regelmatig overleg met het maatschappelijk middenveld over de situatie van de Roma en/of betrekken het maatschappelijk middenveld van de Roma bij het regelmatige overleg;

·de wettelijke ondersteuningsmechanismen voor de aanpak van gevallen van zigeunerhaat beschikken over de nodige financiële middelen om doeltreffend te kunnen functioneren;

·er bestaan mechanismen om de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties van de Roma en maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor de Roma te waarborgen en aan te moedigen bij de gecoördineerde monitoring van de uitvoering van de nationale strategische kaders voor de Roma en bij de monitoring en melding van haatuitingen online;

·er worden begrotingsmiddelen toegewezen om het maatschappelijk middenveld te ondersteunen in het kader van projecten om de positie van de Roma te versterken en samenwerking en vertrouwen in de overheidsinstellingen op te bouwen;

·er worden begrotingsmiddelen toegewezen aan bewustmakingscampagnes die gericht zijn op het doorbreken van dec stereotypering van Roma.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·percentage gemelde gevallen die leiden tot rechtszaken;

·opleiding van personen met taken op het gebied van de bestrijding van zigeunerhaat en antidiscriminatie.

Indicator - dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces 

·mechanismen ter bevordering van de participatie van de Roma aan het ontwerpen, uitvoeren en monitoren van het beleid op nationaal niveau zijn uitdrukkelijk vastgelegd in de nationale strategische kaders voor de Roma;

·er zijn mechanismen die de deelname van de Roma aan het ontwerpen, uitvoeren en monitoren van beleid dat van invloed is op hun situatie op lokaal niveau stimuleren;

·de Roma nemen deel aan mediaraden;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de in het kader van deze horizontale doelstelling uitgevoerde maatregelen;

·de Roma zijn vertegenwoordigd in bestuurs- of besluitvormingsfuncties binnen de organisaties die activiteiten op het gebied van de integratie van de Roma uitvoeren;

·in de nationale Romacontactpunten (NRCP’s) en andere instanties die zich bezighouden met de integratie van de Roma, zijn Roma werkzaam;

·er zijn lokale plannen opgesteld (in overeenstemming met de nationale strategische kaders voor de Roma) die worden uitgevoerd door de lokale autoriteiten in samenwerking met maatschappelijke organisaties van de Roma, met name organisaties die op lokaal niveau werkzaam zijn.

Sectorale doelstellingen

Doelstelling 4: Verbeteren van de effectieve gelijke toegang tot hoogwaardig inclusief regulier onderwijs

Kernindicator:

Algemene bevolking

7)Percentage kinderen vanaf 3 jaar tot de leeftijd van het begin van de leerplicht in het basisonderwijs die deelnemen aan voor- en vroegschools onderwijs en kinderopvang

Eurostat [sdg_04_30]

SDG 4.2.2

8)Percentage personen in de leeftijdsgroep 20-24 jaar die ten minste hoger secundair onderwijs hebben afgerond

Eurostat [edat_lfs_9903]

SDG 4.3

9)Percentage kinderen in de leeftijdsgroep 6-15 jaar die naar scholen gaan waar “alle of de meeste schoolgenoten Roma zijn”, zoals gerapporteerd door de respondenten (alleen geselecteerde landen)

Niet van toepassing

Resultaatindicatoren

Secundaire (optioneel)

Indicator

Algemene bevolking

Percentage kinderen in de leerplichtige leeftijd (5-18 jaar) die onderwijs volgen, leden van het huishouden (afhankelijk van het land)

n.v.t.

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die zich in de afgelopen 12 maanden bij hun contacten met de schoolbesturen (als ouder/voogd of als student) gediscrimineerd hebben gevoeld vanwege hun Roma-zijn

n.v.t./potentieel FRS

Voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding, 18-24 jaar oud

Eurostat [edat_lfse_14]

Percentage mensen in de leeftijdsgroep 30-34 jaar die een tertiaire opleiding hebben afgerond

Eurostat [t2020_41]

Prevalentie van door haat ingegeven pesterijen/intimidatie van kinderen (vanwege hun Roma-zijn) op school in de afgelopen 12 maanden, van alle respondenten die ouders/voogden zijn van schoolgaande kinderen

n.v.t./FRS

Verder te ontwikkelen:

·Percentage schoolgaande kinderen in een huishouden zonder computer

·Percentage schoolgaande kinderen in een huishouden zonder toegang tot internet

·Percentage jonge Roma in de leeftijdsgroep 16-24 jaar in een huishouden zonder computer

·Percentage jonge Roma in de leeftijdsgroep 16-24 jaar in een huishouden zonder toegang tot internet

Procesindicatoren voor doelstelling 4: Vergroten van de effectieve deelname van de Roma aan hoogwaardig inclusief regulier onderwijs

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw 

·in de nationale strategische kaders voor de Roma is voorzien in de monitoring van de inclusiviteit van het reguliere onderwijsbeleid;

·er is een nationaal/regionaal desegregatieprogramma van kracht;

·er wordt een nationaal plan uitgevoerd om verkeerd studieadvies dat leidt tot ongepaste plaatsing van Romaleerlingen in het bijzonder onderwijs te voorkomen en uit te bannen;

·er zijn programma’s voor positieve actie om Romaleerkrachten in dienst te nemen in het reguliere onderwijs;

·de functies van Romaschoolbemiddelaar en -onderwijsassistent zijn geïntegreerd in het onderwijssysteem;

·in de nationale strategische kaders voor de Roma is voorzien in uitdrukkelijke waarborgen en criteria voor de inclusiviteit van het reguliere onderwijsbeleid;

·er is een systeem om te garanderen dat jonge Roma een plaats in het hoger secundair of beroepsonderwijs krijgen en om hun aanwezigheid te ondersteunen, met een focus op meisjes;

·er is een systeem voor steun aan Roma die hoger onderwijs willen volgen, door middel van studiebeurzen, mentorschap en begeleiding, met een focus op meisjes.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·er zijn maatregelen genomen om de effectieve toegang van de Roma tot hoogwaardig en inclusief regulier onderwijs te waarborgen, met als doel om op lange termijn hetzelfde effectieve toegangsniveau te bereiken als voor de bevolking in het algemeen;

·er bestaan waarborgen om de effectieve gelijke toegang van Romakinderen tot voor- en vroegschools onderwijs en kinderopvang te waarborgen, en deze waarborgen zijn operationeel;

·er worden gerichte opleidingen gegeven aan leerkrachten en ander onderwijspersoneel over het voorkomen van discriminatie en zigeunerhaat in het onderwijs;

·leerkrachten worden opgeleid om een inclusieve onderwijsaanpak te waarborgen/toe te passen;

·het reguliere onderwijs voorziet in individuele pedagogische ondersteuning voor Roma-leerlingen door gekwalificeerd personeel;

·er zijn programma’s en lesmateriaal aanwezig over de cultuur, geschiedenis en taal van de Roma;

·er zijn maatregelen genomen om de toegang van Romakinderen tot buitenschoolse, culturele en vrijetijdsactiviteiten in een multiculturele omgeving te bevorderen;

·Roma nemen deel aan steunprogramma’s (zoals individuele ondersteuning, studiebeurzen en mentorschap, ook op het gebied van digitale geletterdheid);

·er worden begrotingsmiddelen toegewezen voor de bestrijding van racisme gericht tegen de Roma op scholen;

·er worden beurzen verstrekt ter ondersteuning van de Roma die aan de universiteit studeren;

·Romologie of Romastudies maken deel uit van programma’s op universitair niveau;

·het onderwijs van het Romani wordt op scholen kosteloos aangeboden;

·er zijn gerichte maatregelen genomen voor het ondersteunen van informele opleidingen en het certificeren van praktisch verworven vaardigheden.

Indicator - dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces 

·er zijn maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de Roma deelnemen aan de ontwikkeling van beleidsmaatregelen op het gebied van onderwijs;

·de onderwijsinspecties nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de in het kader van deze operationele doelstelling uitgevoerde maatregelen;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan de toezichtcomités van het operationele programma van de EU-fondsen in het kader waarvan de specifieke maatregelen ter bevordering van gelijke toegang tot onderwijs (met name de bestrijding van segregatie en de bevordering van inclusief onderwijs in alle fasen) worden uitgevoerd.

Doelstelling 5: Verbeteren van de effectieve gelijke toegang tot hoogwaardige en duurzame werkgelegenheid

Kernindicator:

Algemene bevolking

10)Percentage personen van 20-64 jaar die als hun hoofdactiviteit “betaald werk” hebben opgegeven (met inbegrip van voltijd-, deeltijd-, gelegenheidswerk, werk als zelfstandige en tijdelijk werk of werk in de afgelopen vier weken)

Eurostat [lfsa_ergan]

SDG 8.5

11)Percentage jongeren van 15-29 jaar* die “geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen” (NEET)

Eurostat [edat_lfse_20]

SDG 8.6.1

12)Arbeidsparticipatiekloof tussen mannen en vrouwen: Loonkloof tussen vrouwen en mannen van 20-64 jaar oud

Eurostat [lfsa_ergan]

SDG 8.5

Resultaatindicatoren

Secundaire (optioneel)

Indicator

Algemene bevolking

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die zich in de afgelopen 12 maanden op het werk gediscrimineerd hebben gevoeld vanwege hun Roma-zijn

n.v.t./potentieel FRS

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die zich in de afgelopen 12 maanden bij het zoeken naar werk gediscrimineerd hebben gevoeld vanwege hun Roma-zijn

n.v.t./potentieel FRS

Voor de kwaliteit van werk moeten verdere indicatoren worden ontwikkeld: vaste contracten, gekwalificeerd werk, percentage mensen die werkzaam zijn in openbare diensten, armoede op het werk en beroepsonderwijs en -opleiding

Procesindicatoren voor doelstelling 5: Verbeteren van de effectieve participatie van de Roma in betaalde hoogwaardige en duurzame werkgelegenheid

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw 

·er is een mechanisme voor de ondersteuning van de kwaliteit van werkgelegenheid voor Roma en daar worden de nodige financiële middelen voor uitgetrokken;

·Romaorganisaties hebben als waarnemers zitting in vakbonden en tripartiete commissies;

·er zijn mentoring- en loopbaanontwikkelingsprogramma’s om de indienstneming van professioneel gekwalificeerde Roma in de overheidsadministratie te ondersteunen;

·er bestaan mechanismen ter ondersteuning van de indienstneming van Roma als voltijds personeel van arbeidsbureaus en andere overheidsorganen die de toegang tot de arbeidsmarkt vergemakkelijken;

·de administratieve structuur van gemeenten met een hoog aandeel Roma in de bevolking omvat “werkgelegenheids- en jeugdbemiddelingsfuncties” voor Roma;

·er zijn programma’s ter ondersteuning van kleine startups en ondernemersinitiatieven van Roma.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·er zijn doelgerichte maatregelen genomen om bij de Roma en met name bij jongeren, ondernemerschap en arbeid als zelfstandige te ondersteunen;

·er zijn gerichte maatregelen genomen om de formalisering van de bestaande informele werkgelegenheid te ondersteunen;

·er zijn gerichte maatregelen genomen om de werkgelegenheid van Roma in het openbaar bestuur te ondersteunen;

·banenregelingen van de overheid die gericht zijn op plaatsen met een hoog aandeel Roma in de bevolking, hebben expliciete exitstrategieën met componenten voor de opbouw van vaardigheden en kwalificaties;

·programma’s ter ondersteuning van de eerste werkervaring, arbeidsbemiddeling en leerlingplaatsen, evenals loopbaanontwikkeling voor Romajongeren worden uitgevoerd en van middelen voorzien;

·programma’s ter ondersteuning van inclusieve werkgevers en ter bevordering van gelijke kansen op de werkplek worden uitgevoerd;

·voor diensten voor arbeidsvoorziening, vakbonden en werkgevers worden bewustmakingscampagnes en gerichte opleidingen over de aanpak van discriminatie en zigeunerhaat op de arbeidsmarkt georganiseerd;

·er bestaan volledig operationele microkredietprogramma’s voor kleine ondernemingen die expliciet gericht zijn op Romagemeenschappen.

Indicator - dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces 

·er zijn maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de Roma deelnemen aan de ontwikkeling van beleidsmaatregelen op het gebied van werkgelegenheid;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan de toezichtcomités van het operationele programma van de EU-fondsen in het kader waarvan de specifieke maatregelen om de effectieve participatie van de Roma in betaalde hoogwaardige en duurzame werkgelegenheid te vergroten, worden uitgevoerd;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de uitgevoerde maatregelen;

·overheidsinstellingen en bestuursorganen (op centraal en lokaal niveau) betrekken de inbreng van het maatschappelijk middenveld van de Roma en met name Romaondernemers en succesvolle professioneel gekwalificeerde Roma bij hun besluitvormingsproces op het gebied van werkgelegenheid.

*De huidige gegevens op basis van de FRA-enquêtes hebben alleen betrekking op de leeftijdsgroep 16-29 jaar.

Doelstelling 6: Verbeteren van de gezondheid van de Roma en verbeteren van de effectieve gelijke toegang tot hoogwaardige gezondheidszorg

Kernindicator:

Algemene bevolking

13)Verschil in levensverwachting bij de geboorte (algemene bevolking versus Roma)

Human Mortality Database / Eurostat [demo_mlexpec]

14)Percentage mensen die beperkte toegang hebben tot zorg en sociale dienstverlening, NOG TE ONTWIKKELEN

n.v.t. /potentieel FRS

Resultaatindicatoren

Secundaire (optioneel)

Indicator

Algemene bevolking

Percentage mensen van 16 jaar en ouder die hun gezondheid in het algemeen als goed of zeer goed beoordelen

Eurostat [hlth_silc_01]

Percentage mensen van 16 jaar en ouder met een ziektekostenverzekering

OESO [ECHI 76]

Percentage mensen van 16 jaar en ouder zich in de afgelopen 12 maanden bij het gebruik van gezondheidsdienstverlening gediscrimineerd hebben gevoeld vanwege hun Roma-zijn

n.v.t. /potentieel FRS

Verder te ontwikkelen:

Percentage Romavrouwen die hun eerste kind kregen voordat ze 20 jaar oud waren

Onvervulde medische behoefte

Eurostat

[demo_fordager]

SDG 3.7

Eurostat [SDG_03_60]

Procesindicatoren voor doelstelling 6: Verbeteren van de gezondheid van de Roma en verbeteren van de effectieve toegang van de Roma tot hoogwaardige gezondheidszorg

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw 

·het systeem van gezondheidsbemiddeling is geïnstitutionaliseerd en geïntegreerd in de relevante structuren van de gezondheidsdienstverlening;

·er is een systeem voor het bevorderen en ondersteunen van de loopbaanontwikkelingsperspectieven van gezondheidsbemiddelaars die professioneel gekwalificeerde zorgverleners willen worden;

·er is een systeem voor het verlenen van preventieve gezondheidsdiensten aan Roma in getto’s en gesegregeerde/afgelegen nederzettingen;

·regionale gezondheidsinspecties beschikken over de (financiële en personele) middelen om ervoor te zorgen dat de nationale vaccinatie- en immunisatieprogramma’s voor kinderen en ouderen en preventieve diensten zoals bloedtests en kankerscreening ook Romagemeenschappen bereiken.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·er bestaan bewustmakingsprogramma’s op maat voor de specifieke gezondheidsuitdagingen waarmee Roma worden geconfronteerd (onder meer op het gebied van een gezonde levensstijl en gezonde voeding);

·er bestaan preventieve gezondheidsprogramma’s die risicogroepen, waaronder de Roma, bereiken en die operationeel zijn;

·er worden bewustmakingscampagnes georganiseerd die het begrip van de noodzaak van vaccinaties bevorderen;

·vaccinatie van kinderen en ouderen (griep) is betaalbaar en wordt uitgevoerd;

·er worden regelmatig en kosteloos preventieve medische check-ups van kinderen uitgevoerd, met vervolgmaatregelen voor risicogroepen;

·er bestaan prenatale zorgprogramma’s die gericht zijn op kansarme vrouwen en er worden regelmatig prenatale diensten verleend;

·er zijn programma’s voor gezondheidsmonitoring van moeder en kind, gericht op kinderen in de leeftijdsgroep 0-3 jaar, met specifieke aandacht voor kansarme groepen;

·er worden regelmatig gerichte opleidingen over het voorkomen van discriminatie en zigeunerhaat gegeven aan gezondheidspersoneel;

·er worden bewustmakings- en voorlichtingscampagnes voor Romagemeenschappen georganiseerd over gezondheid.

Indicator – dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces 

·er zijn maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat Roma deelnemen aan de ontwikkeling van beleidsmaatregelen op het gebied van gezondheid;

·in samenwerking met maatschappelijke organisaties van de Roma worden specifieke maatregelen ontwikkeld om uitdagingen op het gebied van gezondheid aan te pakken;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan de toezichtcomités van het operationele programma van de EU-fondsen in het kader waarvan de specifieke maatregelen ter verbetering van de toegang van de Roma tot de gezondheidszorg worden uitgevoerd;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de maatregelen die op het gebied van gezondheid worden uitgevoerd;

·overheidsinstellingen en bestuursorganen (op centraal en lokaal niveau) betrekken de inbreng van het maatschappelijk middenveld van de Roma en met name van netwerken van Romagezondheidsbemiddelaars bij hun besluitvormingsprocessen op het gebied van gezondheid.

Doelstelling 7: Verbeteren van de effectieve gelijke toegang tot adequate gedesegregeerde huisvesting en essentiële voorzieningen 9

Kernindicator:

Algemene bevolking

15)Percentage mensen in huisvestingsgerelateerde deprivatie (een appartement dat te donker is of een lek dak, vochtige muren of vloeren heeft, zonder bad/douche of binnentoilet)

Eurostat [tessi 291]

16)Percentage mensen die leven in een huishouden dat niet over het minimaal aantal kamers beschikt volgens de definitie van Eurostat van overbewoning

Eurostat [ilc_lvho05a / SDG_11_10]

SDG 1, SDG 11

17)Percentage mensen die leven in een huishouden zonder kraanwater in de woning (alleen in bepaalde landen)

Eurostat [ilc_mdho05]

SDG 6.1.1

Resultaatindicatoren

Secundaire (optioneel)

Indicator

Algemene bevolking

Percentage mensen die leven in een huishouden zonder toilet, douche of badkamer in de woning

Eurostat [ilc_mdho05 / SDG_06_10]

SDG 6

Percentage mensen die leven in een woning met een lekkend dak, vochtige muren, vloeren of fundering, of met rot in de raamkozijnen of de vloer

Eurostat [SDG_01_60]

SDG 1

Percentage mensen die leven in een huishouden dat in de afgelopen 12 maanden gedwongen is geweest de accommodatie of de standplaats te verlaten

n.v.t.

Aandeel van mensen van 16 jaar en ouder die zich in de afgelopen 5 maanden bij het zoeken naar huisvesting gediscrimineerd hebben gevoeld vanwege hun Roma-zijn

n.v.t./potentieel FRS

Verder te ontwikkelen:

Ruimtelijke segregatie.

Indicator(en) inzake de geografische aspecten van de situatie van de Roma.

Toegang tot basisdiensten en infrastructuur in het gebied (gezondheidsdiensten, openbaar vervoer, scholen, kinderopvang, enz.) vanwege afstand, kosten, openingstijden of afwezigheid van diensten.

Percentage mensen die in illegale of niet-gereguleerde woningen wonen.

n.v.t.

n.v.t.

Procesindicatoren voor doelstelling 7: Verbeteren van de toegang van de Roma tot adequate gedesegregeerde huisvesting en essentiële voorzieningen

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw 

·de nationale strategische kaders voor de Roma of gerelateerde beleidsdocumenten omvatten expliciete maatregelen ter bestrijding van segregatie in huisvesting;

·er zijn duidelijke richtlijnen voor huisuitzettingen en deze worden effectief toegepast om bescherming te bieden tegen onregelmatige uitzettingen;

·er zijn duidelijke richtlijnen voor huisuitzettingen en deze worden effectief toegepast om huishoudens met kinderen te beschermen;

·de bestaande mazen in de huisvestingsregelgeving die de legalisering van ongereguleerde woningen in Romabuurten verhinderen worden gedicht;

·subsidiabiliteits- en beoordelingscriteria voor door de EU gefinancierde projecten die de infrastructuur op plaatsen met een hoog aandeel Roma in de bevolking moeten verbeteren, voorzien in specifieke punten voor ondernemingen van Roma of ondernemingen die Roma in dienst hebben;

·er wordt beleid gevoerd dat lokale initiatieven voor zelfhulp op het gebied van huisvesting op gemeenschapsniveau aanmoedigt en ondersteunt;

·de behoeften van standplaatsen en camperlocaties worden regelmatig geëvalueerd;

·er bestaan mechanismen die ervoor zorgen dat Roma het recht op veilig water en sanitaire voorzieningen daadwerkelijk kunnen uitoefenen.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·in de nationale strategische kaders voor de Roma is voorzien in uitdrukkelijke waarborgen en criteria voor de inclusiviteit van reguliere huisvestingsdiensten en -programma’s;

·er zijn gerichte maatregelen genomen om steun te verlenen aan sociaal achtergestelde gebieden met het oog op het verminderen van de segregatie;

·er zijn gerichte maatregelen met gegarandeerde financiële middelen genomen om de openbare infrastructuur voor achtergestelde nederzettingen te verbeteren op het gebied van wegen, water, sanitaire voorzieningen, toegang tot openbare diensten en rioleringsvoorzieningen;

·er zijn huisvestingsinitiatieven opgezet;

·er worden gerichte opleidingen over de aanpak van discriminatie en zigeunerhaat bij huisvesting verzorgd voor personeel van huisvestingsdiensten en gemeentelijke diensten;

·het in kaart brengen en monitoren van achtergestelde nederzettingen en kampen gebeurt op regelmatige basis;

·huisvestingsaspecten (het aantal lokale woningen dat moet worden beoordeeld) worden regelmatig gemonitord.

Indicator - dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces 

·er zijn maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat Roma deelnemen aan de ontwikkeling van beleidsmaatregelen op het gebied van huisvesting;

·in samenwerking met maatschappelijke organisaties van de Roma worden specifieke maatregelen ontwikkeld om uitdagingen op het gebied van huisvesting aan te pakken;

·interventies op het gebied van huisvesting die gericht zijn op Roma (met name inzake desegregatie) worden ontwikkeld en uitgevoerd met deelname van organisaties van de Romagemeenschap;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan de toezichtcomités van het operationele programma van de EU-fondsen in het kader waarvan de specifieke maatregelen ter verbetering van de huisvestingssituatie en met name inzake desegregatie worden uitgevoerd;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de op het gebied van huisvesting uitgevoerde maatregelen, met name op het gebied van desegregatie;

·overheidsinstellingen en bestuursorganen (op centraal en lokaal niveau) betrekken de inbreng van het maatschappelijk middenveld van de Roma en met name van netwerken van gezondheids- en onderwijsbemiddelaars van de Roma bij hun besluitvormingsprocessen op het gebied van huisvesting.

Doelstelling 7-a: Bestrijden van milieugerelateerde deprivatie, bevorderen van milieurechtvaardigheid

Resultaatindicatoren

Secundaire (optioneel)

Indicator

Algemene bevolking

Percentage Roma die leven in een huishouden met de volgende problemen op het gebied van huisvesting: verontreiniging, vuilafzetting of andere milieugerelateerde problemen in de omgeving zoals rook, stof, onaangename geuren of vervuild water

Eurostat [ilc_mddw02]

Resultaatindicatoren: Secundaire (optioneel): Op dit gebied zijn nog geen indicatoren ontwikkeld; mogelijke thematische gebieden zijn:

Blootstelling aan milieugerelateerde woonomstandigheden die gevaarlijk zijn en gezondheidsrisico’s inhouden:

·wonen in gebieden die gevoelig zijn voor natuurrampen (per soort ramp – rivieroverstromingen, plotselinge overstromingen, aardverschuivingen, enz.);

·wonen in milieugevaarlijke gebieden (per type – stortplaatsen, verlaten industrieterreinen, mijnen, enz.);

·blootstelling aan gevaarlijke factoren (per type – wonen in verontreinigde gebieden, afhankelijkheid van onbehandeld en verontreinigd water, blootstelling aan toxische emissies, elektromagnetische straling, enz.);

·gevaarlijk werk doen, zoals op braakliggende terreinen, stortplaatsen, enz., zonder adequate bescherming;

·wonen in gebieden met een gebrek aan infrastructuur, zoals veilig drinkwater, afvalwaterzuivering, verharde wegen, afvalinzameling, enz.;

·percentage huishoudens dat afhankelijk is van de verbranding van vast afval om hun woning te verwarmen.

Procesindicatoren voor doelstelling 7-a: Bestrijden van milieugerelateerde deprivatie, bevorderen van milieurechtvaardigheid

Indicator – dimensie A - institutionele opbouw 

·de nationale strategische kaders voor de Roma of gerelateerde beleidsdocumenten omvatten expliciete maatregelen ter bestrijding van milieugerelateerde deprivatie en ter bevordering van milieurechtvaardigheid;

·uitvoeringsrichtsnoeren waarborgen prioritaire toegang tot sociale huisvesting voor Roma die in milieugevaarlijke gebieden wonen;

·de normen om de veiligheid van de huisvesting te waarborgen en wonen in gevaarlijke omstandigheden te voorkomen, worden strikt gehandhaafd;

·er wordt een milieubeoordeling van nieuwe bouwplaatsen en standplaatsen uitgevoerd;

·er bestaan doeltreffende mechanismen om de handhaving van de milieurelevante bepalingen van de arbeidswetgeving te waarborgen.

Indicator – dimensie B - bijzondere maatregelen en acties

·er zijn gerichte maatregelen met gegarandeerde financiële middelen om Romagezinnen die in milieugevaarlijke gebieden wonen te herhuisvesten;

·er wordt een effectbeoordeling van het beleid en de bepalingen inzake huisvesting voor de Roma uitgevoerd met betrekking tot milieufactoren;

·de milieueffecten van het beleid en de milieurisico’s voor de Roma worden behandeld in de nationale strategische kaders voor de Roma.

Indicator - dimensie C - kwaliteit van het besluitvormingsproces 

·specifieke maatregelen om de milieuproblemen in de gebieden waar Roma wonen (met name in gesegregeerde Romagemeenschappen) aan te pakken, worden ontwikkeld in samenwerking met maatschappelijke organisaties van de Roma en de Romabewoners van de betrokken locaties;

·interventies op het gebied van een veilige en duurzame omgeving die gericht zijn op Roma (met name in gesegregeerde Romagemeenschappen) worden ontwikkeld en uitgevoerd met deelname van organisaties van de Romagemeenschap;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan de toezichtcomités van het operationele programma van de EU-fondsen in het kader waarvan de specifieke maatregelen ter verbetering van de milieusituatie in gebieden waar Roma wonen (met name in gemarginaliseerde Romagemeenschappen), worden uitgevoerd;

·maatschappelijke organisaties van de Roma nemen deel aan het monitoren van de resultaten van de maatregelen die worden uitgevoerd om de milieusituatie in gebieden waar Roma wonen (met name in gesegregeerde Romagemeenschappen) te verbeteren;

·overheidsinstellingen en bestuursorganen (op centraal en lokaal niveau) betrekken de inbreng van het maatschappelijk middenveld van de Roma en met name van netwerken van gezondheidsbemiddelaars van de Roma bij hun besluitvormingsprocessen op het gebied van gezondheid.

(1)

Europese Commissie (2017): Better Regulation Guidelines. werkdocument van de diensten van de Commissie (SWD(2017) 350 van 7.7.2017).

(2)

   Operationele doelstellingen in het kader van deze horizontale doelstelling zijn onder meer het bestrijden van discriminatie, intimidatie, haatmisdrijven en haatuitingen tegen Roma, en het bevorderen (van het bewustzijn) van de geschiedenis en de cultuur van de Roma, en van erkenning en verzoening.

(3)

   Zoals leidingwater, adequate sanitaire voorzieningen, diensten voor afvalinzameling en -beheer, elektriciteit, gas, toegang tot vervoer, financiële diensten en digitale communicatie (overeenkomstig beginsel 20 van de Europese pijler van sociale rechten). Een operationele doelstelling in het kader van deze sectorale doelstelling is het bevorderen van milieurechtvaardigheid en het bestrijden van milieugerelateerde deprivatie.

(4)

  https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/final_guidelines_4-10-18_without_date_july.pdf .

(5)

   Fundamental Rights Survey van het FRA.

(6)

   Zal worden vervangen door sociale en materiële deprivatie (Eurostat [ilc_mdsd07]) en de respectieve indicator voor kinderen, indien gebruikt in het kader van de SDG-rapportage voor de algemene bevolking.

(7)

     NACE is het acroniem waarmee de verschillende, sinds 1970 door de  Europese Unie  ontwikkelde statistische classificaties van economische activiteiten worden aangeduid  
https://ec.europa.eu/eurostat/statistics-explained/index.php/NACE background.

(8)

     De International Standard Classification of Occupations (ISCO); http://www.ilo.org/public/english/bureau/stat/isco/

(9)

   Zoals leidingwater, adequate sanitaire voorzieningen, diensten voor afvalinzameling en -beheer, elektriciteit, gas, toegang tot vervoer, financiële diensten en digitale communicatie (overeenkomstig beginsel 20 van de Europese pijler van sociale rechten).

Top