Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 22020A0609(01)

    OVEREENKOMST tussen de Europese Unie en de Republiek Belarus inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

    ST/12160/2019/INIT

    PB L 181 van 9.6.2020, p. 3–31 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2020/751/oj

    Related Council decision
    Related Council decision

    9.6.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 181/3


    OVEREENKOMST

    tussen de Europese Unie en de Republiek Belarus inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

    DE EUROPESE UNIE, hierna “de Unie” genoemd,

    en

    DE REPUBLIEK BELARUS, hierna “Belarus” genoemd,

    hierna gezamenlijk “de partijen” genoemd,

    VASTBESLOTEN hun samenwerking te versterken teneinde illegale immigratie doeltreffender te bestrijden,

    VERLANGEND door middel van deze overeenkomst en op basis van wederkerigheid snelle en doeltreffende procedures vast te stellen voor de identificatie en de veilige en ordelijke terugkeer van personen die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Belarus of van een lidstaat van de Unie, en de doorgeleiding van dergelijke personen in een geest van samenwerking te vergemakkelijken,

    EROP WIJZEND dat deze overeenkomst geen afbreuk doet aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Unie, de lidstaten van de Unie en Belarus die voortvloeien uit het internationaal recht en met name uit het Verdrag betreffende de status van vluchtelingen van 28 juli 1951 en het protocol daarbij van 31 januari 1967,

    OVERWEGENDE dat het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland alsmede Ierland uit hoofde van het Protocol nr. 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk van en Ierland ten aanzien van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, niet aan deze overeenkomst deelnemen, tenzij zij overeenkomstig dat protocol te kennen geven dat wel te wensen,

    OVERWEGENDE dat de bepalingen van deze overeenkomst, die onder het toepassingsgebied van titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie valt, uit hoofde van het Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, niet op het Koninkrijk Denemarken van toepassing zijn,

    ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

    AFDELING I

    DEFINITIES EN GRONDBEGINSELEN

    Artikel 1

    Definities

    Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder:

    a)

    “partijen”: de Unie en Belarus;

    b)

    “onderdaan van Belarus”: een persoon die de nationaliteit van Belarus bezit;

    c)

    “onderdaan van een lidstaat”: een persoon die de nationaliteit van een lidstaat bezit, in de zin van de definitie voor doeleinden van de Unie;

    d)

    “lidstaat”: elke lidstaat van de Unie die door deze overeenkomst is gebonden;

    e)

    “onderdaan van een derde land”: een persoon die een andere nationaliteit bezit dan die van Belarus of van een lidstaat;

    f)

    “staatloze persoon”: een persoon die geen nationaliteit bezit;

    g)

    “verblijfsvergunning”: een door Belarus of een van de lidstaten afgegeven vergunning, ongeacht van welke aard, die een persoon het recht geeft om op het grondgebied van Belarus respectievelijk een lidstaat te verblijven. Hieronder vallen niet de tijdelijke vergunningen om op het grondgebied van een van die staten te verblijven in verband met de behandeling van een asielverzoek of een aanvraag van een verblijfsvergunning;

    h)

    “visum”: een door Belarus of een lidstaat afgegeven vergunning of genomen beslissing die vereist is voor binnenkomst op of doorreis over het grondgebied van Belarus respectievelijk een van de lidstaten. Luchthaventransitvisa vallen hier niet onder;

    i)

    “verzoekende staat”: de staat (Belarus of een lidstaat) die een overnameverzoek in de zin van artikel 8 of een doorgeleidingsverzoek in de zin van artikel 15 indient;

    j)

    “aangezochte staat”: de staat (Belarus of een lidstaat) waaraan een overnameverzoek in de zin van artikel 8 of een doorgeleidingsverzoek in de zin van artikel 15 wordt gericht;

    k)

    “bevoegde autoriteit”: elke nationale autoriteit van Belarus of van een lidstaat die is belast met de uitvoering van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 20, lid 1, onder a);

    l)

    “doorgeleiding”: voor de toepassing van afdeling V, de doorreis van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon over het grondgebied van de aangezochte staat op weg van de verzoekende staat naar het land van bestemming;

    m)

    “grensregio”: een maximaal dertig kilometer breed gebied vanaf de gemeenschappelijke landsgrens tussen een lidstaat en Belarus, alsmede de internationale luchthavens van de lidstaten en van Belarus.

    Artikel 2

    Grondbeginselen

    In het kader van de versterking van de samenwerking inzake preventie en bestrijding van illegale migratie zorgen de aangezochte staat en de verzoekende staat ervoor dat bij de toepassing van deze overeenkomst op personen die onder het toepassingsgebied ervan vallen, de mensenrechten worden geëerbiedigd en de verplichtingen en verantwoordelijkheden in acht worden genomen die voortvloeien uit de voor de partijen geldende internationale instrumenten, en met name uit:

    de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948;

    het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden van 1950;

    het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie van 1965;

    het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten van 1966;

    het Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing van 1984;

    het Verdrag van Genève betreffende de status van vluchtelingen van 1951 en het protocol daarbij van 1967.

    De aangezochte staat zorgt er met name voor dat, met inachtneming van zijn verplichtingen uit hoofde van die internationale instrumenten, de rechten van de op zijn grondgebied overgenomen personen worden beschermd.

    AFDELING II

    OVERNAMEVERPLICHTINGEN VAN BELARUS

    Artikel 3

    Overname van eigen onderdanen

    1.   Belarus neemt de volgende personen over:

    a)

    op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst worden genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende staat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van Belarus;

    b)

    de minderjarige ongehuwde kinderen van de onder a) vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende staat hebben;

    c)

    de echtgenoten van de onder a) vermelde personen die een andere nationaliteit bezitten of staatloos zijn, mits zij het recht hebben of krijgen om het grondgebied van Belarus binnen te komen en aldaar te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in de verzoekende staat hebben, en

    d)

    personen aan wie de nationaliteit van Belarus is ontnomen of die daarvan afstand hebben gedaan sinds zij het grondgebied van een lidstaat zijn binnengekomen, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van die lidstaat hebben gekregen.

    2.   Nadat Belarus heeft bevestigd aan het overnameverzoek te willen voldoen, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van Belarus aan de over te nemen persoon, ongeacht diens wil, onverwijld, kosteloos en uiterlijk binnen drie werkdagen na die bevestiging het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van zes maanden. Indien Belarus binnen die drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt het geacht in te stemmen met het gebruik van het Europees reisdocument voor terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen in het in Verordening (EU) 2016/1953 van het Europees Parlement en de Raad (1) vastgestelde formulier (“Europees reisdocument voor terugkeer”).

    3.   Wanneer de betrokken persoon om juridische of andere redenen niet binnen de geldigheidsduur van het oorspronkelijk verstrekte reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van Belarus binnen drie werkdagen nadat Belarus heeft bevestigd aan het overnameverzoek te willen voldoen en kosteloos een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur. Wanneer Belarus binnen die drie werkdagen dat nieuwe reisdocument niet heeft verstrekt, wordt het geacht in te stemmen met het gebruik van het Europees reisdocument voor terugkeer.

    Artikel 4

    Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen

    1.   Belarus neemt, op verzoek van een lidstaat en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst worden genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van de verzoekende staat, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat de betrokkene:

    a)

    in het bezit is, of op het tijdstip van binnenkomst in het bezit was, van een door Belarus afgegeven verblijfsvergunning;

    b)

    in het bezit is, of op het tijdstip van binnenkomst in het bezit was, van een door Belarus afgegeven geldig visum en van een bewijs van binnenkomst op het grondgebied van Belarus, of

    c)

    het grondgebied van de lidstaten illegaal en rechtstreeks is binnengekomen na verblijf op, of doorreis via, het grondgebied van Belarus.

    2.   De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer:

    a)

    de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in Belarus, of

    b)

    de verzoekende staat aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij:

    i)

    hij of zij in het bezit is van een door Belarus afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidsduur,

    ii)

    het visum dat of de verblijfsvergunning die door de verzoekende staat is afgegeven, verkregen is door gebruikmaking van valse of vervalste documenten dan wel door het afleggen van valse verklaringen, of

    iii)

    hij of zij de aan het visum verbonden voorwaarden niet naleeft.

    3.   Onverminderd artikel 7, lid 2, verstrekt de verzoekende staat, nadat Belarus heeft bevestigd aan het overnameverzoek te willen voldoen, aan de persoon van wie de overname is aanvaard het Europees reisdocument voor terugkeer.

    AFDELING III

    OVERNAMEVERPLICHTINGEN VAN DE UNIE

    Artikel 5

    Overname van eigen onderdanen

    1.   Een lidstaat neemt de volgende personen over:

    a)

    op verzoek van Belarus en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst worden genoemd, alle personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Belarus, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat zij onderdaan zijn van die lidstaat;

    b)

    de minderjarige ongehuwde kinderen van de onder a) vermelde personen, ongeacht hun geboorteplaats of nationaliteit, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in Belarus hebben;

    c)

    de echtgenoten van de onder a) vermelde personen die een andere nationaliteit bezitten of staatloos zijn, mits zij het recht hebben of krijgen om het grondgebied van de verzoekende staat binnen te komen en aldaar te verblijven, tenzij zij een zelfstandig verblijfsrecht in Belarus hebben, en

    d)

    personen aan wie de nationaliteit van een lidstaat is ontnomen of die daarvan afstand hebben gedaan sinds zij het grondgebied van Belarus zijn binnengekomen, tenzij die personen ten minste een naturalisatietoezegging van Belarus hebben gekregen.

    2.   Nadat de aangezochte staat heeft bevestigd aan het overnameverzoek te willen voldoen, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van die lidstaat aan de over te nemen persoon, ongeacht diens wil, onverwijld, kosteloos en uiterlijk binnen drie werkdagen na die bevestiging het voor zijn terugkeer vereiste reisdocument met een geldigheidsduur van zes maanden. Indien de aangezochte staat binnen die drie werkdagen geen reisdocument heeft verstrekt, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het in bijlage 7 vastgestelde standaardreisdocument van Belarus voor verwijderingsdoeleinden.

    3.   Wanneer de over te nemen persoon om juridische of andere redenen niet binnen de geldigheidsduur van het oorspronkelijk verstrekte reisdocument kan worden overgedragen, verstrekt de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van de aangezochte lidstaat binnen drie werkdagen nadat de aangezochte lidstaat heeft bevestigd aan het overnameverzoek te willen voldoen en kosteloos een nieuw reisdocument met dezelfde geldigheidsduur. Indien de aangezochte lidstaat binnen die drie werkdagen dat nieuwe reisdocument niet heeft verstrekt, wordt hij geacht in te stemmen met het gebruik van het in bijlage 7 vastgestelde standaardreisdocument van Belarus voor verwijderingsdoeleinden.

    Artikel 6

    Overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen

    1.   Een lidstaat neemt, op verzoek van Belarus en zonder andere formaliteiten dan die welke in deze overeenkomst worden genoemd, alle onderdanen van derde landen en staatloze personen over die niet of niet meer voldoen aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf op het grondgebied van Belarus, mits wordt aangetoond of op basis van prima facie bewijs aannemelijk kan worden gemaakt dat de betrokkene:

    a)

    in het bezit is, of op het tijdstip van binnenkomst in het bezit was, van een door de aangezochte staat afgegeven verblijfsvergunning;

    b)

    in het bezit is, of op het tijdstip van binnenkomst in het bezit was, van een door de aangezochte staat afgegeven geldig visum en van een bewijs van binnenkomst op het grondgebied van de aangezochte staat, of

    c)

    het grondgebied van Belarus illegaal en rechtstreeks is binnengekomen na verblijf op of doorreis via het grondgebied van de aangezochte staat.

    2.   De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is niet van toepassing wanneer:

    a)

    de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon slechts in luchthaventransit is geweest via een internationale luchthaven in de aangezochte staat, of

    b)

    Belarus aan de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon vóór of na de binnenkomst op zijn grondgebied een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven, tenzij:

    i)

    hij of zij in het bezit is van een door de aangezochte staat afgegeven visum of verblijfsvergunning met een langere geldigheidsduur,

    ii)

    het visum dat of de verblijfsvergunning die door Belarus is afgegeven, verkregen is door gebruikmaking van valse of vervalste documenten dan wel door het afleggen van valse verklaringen, of

    iii)

    hij of zij de aan het visum verbonden voorwaarden niet naleeft.

    3.   De in lid 1 bedoelde overnameverplichting is van toepassing op:

    a)

    de lidstaat die een visum of verblijfsvergunning heeft afgegeven;

    b)

    indien twee of meer lidstaten een visum of verblijfsvergunning hebben afgegeven, de lidstaat die het document met de langste geldigheidsduur heeft afgegeven of, indien de geldigheidsduur van een of meer van die documenten reeds is verstreken, op de lidstaat die het document heeft afgegeven dat nog steeds geldig is;

    c)

    indien de geldigheidsduur van de visa en verblijfsvergunningen reeds is verstreken, de lidstaat die het document heeft afgegeven waarvan de geldigheidsduur het laatst is verstreken;

    d)

    indien geen visum of verblijfsvergunning kan worden overgelegd, rust de lidstaat waarvan het grondgebied het laatst is verlaten.

    4.   Onverminderd artikel 7, lid 2, verstrekt Belarus, nadat de lidstaat heeft bevestigd aan het overnameverzoek te willen voldoen, aan de persoon van wie de overname is aanvaard het in bijlage 7 vastgestelde vereiste reisdocument voor zijn of haar terugkeer.

    AFDELING IV

    OVERNAMEPROCEDURE

    Artikel 7

    Beginselen

    1.   Onder voorbehoud van lid 2 van dit artikel wordt voor elke overdracht van een op grond van een verplichting als vervat in de artikelen 3 tot en met 6 over te nemen persoon een overnameverzoek ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat.

    2.   Wanneer de over te nemen persoon in het bezit is van een in bijlage 1 vermeld geldig reisdocument en, in het geval van een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon, tevens in het bezit is van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning voor de aangezochte staat, kan de overdracht van een dergelijke persoon plaatsvinden zonder dat de verzoekende staat bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat een overnameverzoek of schriftelijke kennisgeving in de zin van artikel 12, lid 1, hoeft in te dienen.

    3.   Onverminderd lid 2, kan de verzoekende staat, wanneer in zijn grensregio een persoon is aangehouden die rechtstreeks komend van het grondgebied van de aangezochte staat op illegale wijze de grens heeft overschreden, binnen twee werkdagen na de aanhouding van die persoon een overnameverzoek indienen (de “versnelde procedure”).

    Artikel 8

    Overnameverzoek

    1.   Voor zover mogelijk bevat het overnameverzoek de volgende informatie:

    gegevens omtrent de over te nemen persoon (bv. voornamen, familienamen, geboortedatum en zo mogelijk geboorteplaats alsmede laatste verblijfplaats) en, in voorkomend geval, gegevens omtrent de echtgenoot/echtgenote en/of minderjarige ongehuwde kinderen;

    met betrekking tot eigen onderdanen: de vermelding van de in bijlage 1 respectievelijk bijlage 2 bepaalde middelen waarmee het bewijs of het prima facie bewijs van de nationaliteit zal worden geleverd;

    met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatloze personen: de vermelding van de in bijlage 3 respectievelijk bijlage 4 bepaalde middelen waarmee het bewijs of het prima facie bewijs dat is voldaan aan de voorwaarden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen zal worden geleverd;

    een foto van de over te nemen persoon;

    indien relevant, vingerafdrukken, overeenkomstig de toepasselijke wettelijke voorschriften van de verzoekende staat.

    2.   Voor zover mogelijk bevat het overnameverzoek, indien nodig, tevens de volgende informatie:

    een verklaring waaruit blijkt dat de over te dragen persoon eventueel hulp of verzorging nodig heeft, mits de betrokken persoon uitdrukkelijk met die verklaring heeft ingestemd, en

    gegevens over andere beschermings- of veiligheidsmaatregelen dan wel gegevens over de gezondheid van de persoon die in geval van een individuele overdracht noodzakelijk kunnen blijken.

    3.   Een gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken is opgenomen in bijlage 5.

    4.   Een overnameverzoek kan met behulp van elk communicatiemiddel worden ingediend, waaronder elektronische middelen als fax of e-mail.

    Artikel 9

    Bewijsmiddelen met betrekking tot nationaliteit

    1.   Het bewijs van de nationaliteit als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a), en artikel 5, lid 1, onder a), kan worden geleverd door middel van de in bijlage 1 vermelde documenten, ook indien de geldigheidsduur ervan is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden overgelegd, erkennen de lidstaten en Belarus wederzijds de nationaliteit zonder dat daarvoor verder onderzoek nodig is. Het bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

    2.   Prima facie bewijs van de nationaliteit als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a), en artikel 5, lid 1, onder a), kan worden geleverd door middel van de in bijlage 2 vermelde documenten, ook indien de geldigheidsduur ervan is verstreken. Wanneer dergelijke documenten worden overgelegd, nemen de lidstaten en Belarus aan dat de nationaliteit vaststaat, tenzij zij het bewijs van het tegendeel kunnen leveren. Prima facie bewijs van de nationaliteit kan niet door middel van valse documenten worden geleverd.

    3.   Wanneer geen van de in bijlage 1 of bijlage 2 vermelde documenten kan worden overgelegd, wordt de over te nemen persoon, op in het overnameverzoek op te nemen verzoek van de verzoekende staat, onverwijld maar uiterlijk binnen zeven kalenderdagen vanaf de dag waarop het verzoek is ingediend door de ter zake bevoegde diplomatieke of consulaire post van de aangezochte staat ondervraagd teneinde diens nationaliteit vast te stellen. De procedure voor dergelijke ondervragingen kan worden vastgesteld in de in artikel 20 bepaalde uitvoeringsprotocollen.

    Artikel 10

    Bewijsmiddelen met betrekking tot onderdanen van derde landen en staatloze personen

    1.   Het bewijs dat is voldaan aan de in artikel 4, lid 1, en artikel 6, lid 1, gestelde voorwaarden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan worden geleverd door middel van de in bijlage 3 vermelde bewijsmiddelen. Dergelijk bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Dit bewijs wordt door de lidstaten en Belarus wederzijds erkend zonder dat verder onderzoek nodig is.

    2.   Prima facie bewijs dat is voldaan aan de in artikel 4, lid 1, en artikel 6, lid 1, gestelde voorwaarden voor de overname van onderdanen van derde landen en staatloze personen kan worden geleverd door middel van de in bijlage 4 vermelde bewijsmiddelen. Dergelijk prima facie bewijs kan niet door middel van valse documenten worden geleverd. Wanneer dergelijk prima facie bewijs wordt overgelegd, nemen de lidstaten en Belarus aan dat aan de voorwaarden is voldaan, tenzij zij het bewijs van het tegendeel kunnen leveren.

    3.   Het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf wordt vastgesteld aan de hand van de reisdocumenten van de betrokken persoon waarvan het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning voor het grondgebied van de verzoekende staat ontbreekt. Een verklaring van de verzoekende staat dat de betrokken persoon niet in het bezit was van de vereiste reisdocumenten, het vereiste visum of de vereiste verblijfsvergunning kan evenzo als prima facie bewijs dienen voor het illegale karakter van de binnenkomst, de aanwezigheid of het verblijf.

    Artikel 11

    Termijnen

    1.   Het overnameverzoek wordt bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat ingediend uiterlijk honderdtachtig dagen nadat de bevoegde autoriteit van de verzoekende staat kennis heeft gekregen van het feit dat een onderdaan van een derde land of een staatloze persoon niet of niet meer aan de voorwaarden voor binnenkomst, aanwezigheid of verblijf voldoet. Wanneer er juridische of andere belemmeringen zijn waardoor het verzoek niet tijdig kan worden ingediend, wordt de termijn op verzoek van de verzoekende staat verlengd, doch uiterlijk totdat die belemmeringen zijn opgeheven.

    2.   Een overnameverzoek wordt schriftelijk beantwoord

    indien het overnameverzoek in het kader van de versnelde procedure is ingediend, binnen twee werkdagen na de indiening ervan, of

    in alle overige gevallen, binnen tien kalenderdagen na de indiening ervan.

    Die termijnen beginnen te lopen op de datum van ontvangst van het overnameverzoek. Indien het verzoek niet binnen de desbetreffende termijn wordt beantwoord, wordt aangenomen dat met de overdracht is ingestemd.

    Een overnameverzoek kan met behulp van elk communicatiemiddel worden ingediend, waaronder elektronische middelen als fax of e-mail.

    3.   De afwijzing van een overnameverzoek wordt schriftelijk gemotiveerd.

    4.   Nadat de instemming is verleend of, in voorkomend geval, nadat de in lid 2 bepaalde desbetreffende termijn zijn verstreken, wordt de betrokken persoon binnen drie maanden overgedragen. Deze termijn kan op verzoek van de verzoekende staat worden verlengd met de periode die nodig is om juridische of andere belemmeringen op te heffen.

    Artikel 12

    Wijze van overdracht en wijze van vervoer

    1.   Onverminderd artikel 7, lid 2, stellen de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat de bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat ten minste 72 uur vóór de terugkeer van een persoon schriftelijk in kennis van de datum van overdracht, de internationale plaats van binnenkomst, eventuele begeleiders en andere voor de overdracht relevante informatie.

    2.   Vervoer kan op elk wijze plaatsvinden, ook door de lucht. Bij terugkeer door de lucht hoeft niet uitsluitend gebruik te worden gemaakt van de nationale luchtvaartmaatschappijen van Belarus of van de lidstaten waarbij gebruik kan worden gemaakt van lijnvluchten of chartervluchten. In het geval van begeleide terugkeer mogen naast de gemachtigde personen van de verzoekende staat ook door Belarus of een lidstaat gemachtigde personen de over te dragen persoon begeleiden.

    3.   Indien de overdracht door de lucht gebeurt, worden eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een visum aan te vragen.

    Artikel 13

    Onterechte overname

    De verzoekende staat neemt een persoon die door de aangezochte staat is overgenomen terug, wanneer binnen drie maanden na de overdracht van de betrokken persoon wordt vastgesteld en wordt aangetoond dat niet is voldaan aan de voorwaarden van de artikelen 3 tot en met 6.

    In dat geval zijn mutatis mutandis de procedurevoorschriften van deze overeenkomst van toepassing en worden tevens alle beschikbare gegevens met betrekking tot de werkelijke identiteit en nationaliteit van de terug te nemen persoon meegedeeld.

    AFDELING V

    DOORGELEIDING

    Artikel 14

    Beginselen

    1.   De lidstaten en Belarus beperken de doorgeleiding van onderdanen van derde landen of staatloze personen tot gevallen waarin die personen niet rechtstreeks naar de staat van bestemming kunnen worden teruggeleid.

    2.   Belarus staat op verzoek van een lidstaat de doorgeleiding van onderdanen van derde landen of staatloze personen over zijn grondgebied toe, en een lidstaat staat op verzoek van Belarus de doorgeleiding van onderdanen van derde landen of staatloze personen over zijn grondgebied toe, mits zowel de verdere reis in eventuele andere staten van doorgeleiding als de overname door de staat van bestemming gewaarborgd zijn.

    3.   Doorgeleiding kan door Belarus of door een lidstaat worden geweigerd:

    a)

    indien de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon een reëel gevaar loopt in de staat van bestemming of een andere staat van doorgeleiding te worden onderworpen aan foltering, aan onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing, aan de doodstraf of aan vervolging op grond van zijn of haar ras, godsdienst, nationaliteit, lidmaatschap van een bepaalde sociale groep, of politieke overtuiging;

    b)

    wanneer de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon in de aangezochte staat of een andere staat van doorgeleiding bloot zou staan aan strafrechtelijke sancties, of

    c)

    om redenen van volksgezondheid, binnenlandse veiligheid, openbare orde of andere nationale belangen van de aangezochte staat.

    4.   Belarus of een lidstaat kan elke afgegeven vergunning intrekken wanneer zich later omstandigheden zoals bedoeld in lid 3 voordoen of aan het licht komen die aan doorgeleiding in de weg staan of wanneer de verdere reis in eventuele staten van doorgeleiding of de overname door de staat van bestemming niet meer gewaarborgd is. In dat geval neemt de verzoekende staat de onderdaan van een derde land of de staatloze persoon zo nodig onverwijld terug.

    Artikel 15

    Doorgeleidingsprocedure

    1.   Een doorgeleidingsverzoek wordt schriftelijk ingediend bij de bevoegde autoriteit van de aangezochte staat en bevat de volgende informatie:

    a)

    het soort doorgeleiding (door de lucht, over zee of over land), eventuele andere staten van doorgeleiding en de beoogde bestemming;

    b)

    gegevens omtrent de betrokken persoon (bv. voornaam, achternaam, meisjesnaam, andere namen die de persoon gebruikt of waaronder de persoon bekend staat of aliassen, geboortedatum, geslacht en zo mogelijk geboorteplaats, nationaliteit, taal, soort en nummer van het reisdocument);

    c)

    de geplande internationale plaats van binnenkomst, het tijdstip van de overdracht en eventuele begeleiders, en

    d)

    een verklaring dat volgens de verzoekende staat is voldaan aan de voorwaarden van artikel 14, lid 2, en dat er geen redenen bekend zijn voor een weigering op grond van artikel 14, lid 3.

    Een gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken is opgenomen in bijlage 6.

    Een doorgeleidingsverzoek kan met behulp van elk communicatiemiddel worden ingediend, waaronder elektronische middelen zoals fax of e-mail.

    2.   Binnen drie werkdagen na ontvangst van het verzoek brengt de aangezochte staat de verzoekende staat schriftelijk op de hoogte van de toelating, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van toelating, of van de afwijzing van de toelating en de redenen daarvoor. Indien binnen die drie werkdagen geen antwoord is ontvangen, wordt aangenomen dat met de doorgeleiding is ingestemd.

    Een doorgeleidingsverzoek kan met behulp van elk communicatiemiddel worden beantwoord, waaronder elektronische middelen zoals fax of e-mail.

    3.   Wanneer de doorgeleiding door de lucht gebeurt, worden de over te nemen persoon en eventuele begeleiders vrijgesteld van de verplichting een luchthaventransitvisum aan te vragen.

    4.   De bevoegde autoriteiten van de aangezochte staat verlenen, onder voorbehoud van wederzijdse raadpleging, ondersteuning bij de doorgeleiding, met name door toezicht te houden op de betrokken personen en door geschikte faciliteiten ter beschikking te stellen.

    AFDELING VI

    KOSTEN

    Artikel 16

    Kosten van vervoer en doorgeleiding

    Onverminderd het recht van de bevoegde autoriteiten om de aan de overname verbonden kosten van de over te nemen persoon of derde partijen terug te vorderen, komen alle vervoerskosten in verband met overname en doorgeleiding uit hoofde van deze overeenkomst tot aan de grens van de staat van bestemming ten laste van de verzoekende staat.

    AFDELING VII

    GEGEVENSBESCHERMING EN ONVERMINDERDE TOEPASSELIJKHEID

    Artikel 17

    Gegevensbescherming

    Persoonsgegevens worden alleen verstrekt wanneer dit nodig is voor de uitvoering van deze overeenkomst door, naargelang van het geval, de bevoegde autoriteiten van Belarus of van een lidstaat. De verwerking en behandeling van persoonsgegevens in een specifiek geval, waaronder de doorgifte daarvan aan de autoriteiten van de andere partij, is onderworpen aan de nationale wettelijke voorschriften van Belarus en, wanneer de verwerkingsverantwoordelijke een bevoegde autoriteit van een lidstaat is, aan de bepalingen van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (2). In ieder geval geldt het volgende:

    a)

    persoonsgegevens moeten worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene behoorlijk, rechtmatig en transparant is;

    b)

    persoonsgegevens moeten worden verzameld voor het welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doel van de uitvoering van deze overeenkomst en mogen door de mededelende of ontvangende autoriteit niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met dat doel;

    c)

    persoonsgegevens moeten toereikend zijn, ter zake dienend zijn en beperkt zijn tot wat noodzakelijk is voor het doel waarvoor zij worden verzameld en/of verder verwerkt; de verstrekte persoonsgegevens mogen met name uitsluitend betrekking hebben op:

    gegevens omtrent de over te dragen persoon (bv. voornamen, familienamen, vroegere namen, andere namen die de persoon gebruikt of waaronder de persoon bekend staat of aliassen, geslacht, burgerlijke staat, geboortedatum en -plaats, huidige en eventuele vroegere nationaliteit);

    paspoort, identiteitskaart of rijbewijs (nummer, geldigheidsduur, datum van afgifte, autoriteit van afgifte, plaats van afgifte);

    stopplaatsen en reisroutes;

    andere voor de identificatie van de over te dragen persoon of voor het onderzoek van de overnamevereisten uit hoofde van deze overeenkomst dienstige gegevens, zoals een foto of vingerafdrukken;

    bijzondere omstandigheden met betrekking tot de over te dragen persoon, waaronder aanwijzingen dat hij of zij een gevaarlijke persoon is of betreffende zijn of haar gezondheidstoestand dan wel indicaties en gegevens betreffende de gezondheid met het oog op de verstrekking van gezondheidszorg of medische behandeling onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar die aan het beroepsgeheim is gebonden;

    d)

    persoonsgegevens moeten juist zijn en moeten zo nodig worden geactualiseerd;

    e)

    persoonsgegevens moeten worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen niet langer te identificeren dan voor het doel waarvoor de gegevens zijn verzameld of waarvoor zij verder worden verwerkt noodzakelijk is;

    f)

    persoonsgegevens moeten door het nemen van passende technische of organisatorische maatregelen op een dusdanige manier worden verwerkt dat een passende beveiliging ervan gewaarborgd is, en dat zij onder meer beschermd zijn tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging;

    g)

    zowel de mededelende autoriteit als de ontvangende autoriteit neemt alle redelijke maatregelen om er in voorkomend geval voor te zorgen dat persoonsgegevens worden gerectificeerd, gewist of geblokkeerd wanneer de verwerking niet in overeenstemming is met de bepalingen van dit artikel, met name omdat deze gegevens niet toereikend, ter zake dienend of juist zijn, of omdat zij niet in verhouding staan tot het doel van de verwerking. Dit houdt tevens de kennisgeving van elke rectificatie, wissing of blokkering aan de andere partij in;

    h)

    op verzoek stelt de ontvangende autoriteit de mededelende autoriteit in kennis van het gebruik dat van de verstrekte gegevens is gemaakt en van de daardoor verkregen resultaten;

    i)

    persoonsgegevens mogen uitsluitend aan de bevoegde autoriteiten worden verstrekt. Voor de doorgifte aan andere instanties is de voorafgaande goedkeuring van de mededelende autoriteit vereist;

    j)

    de mededelende en de ontvangende autoriteit registreren de verstrekking en ontvangst van persoonsgegevens schriftelijk.

    Artikel 18

    Onverminderde toepasselijkheid

    1.   Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten, verplichtingen en verantwoordelijkheden van de Unie, haar lidstaten en Belarus die voortvloeien uit het internationaal recht, met inbegrip van internationale verdragen waarbij zij partij zijn, en met name uit de in artikel 2 vermelde internationale instrumenten alsmede uit:

    internationale verdragen waarbij wordt bepaald welke staat bevoegd is voor de behandeling van ingediende asielverzoeken;

    internationale verdragen inzake uitlevering en doorgeleiding, en

    multilaterale internationale verdragen en overeenkomsten over de overname van buitenlandse onderdanen.

    2.   Niets in deze overeenkomst belet de terugkeer van een persoon uit hoofde van andere dan in lid 1 bedoelde formele of informele regelingen.

    AFDELING VIII

    UITVOERING EN TOEPASSING

    Artikel 19

    Gemengd Comité overname

    1.   De partijen verlenen elkaar wederzijdse bijstand bij de toepassing en uitlegging van deze overeenkomst. Daartoe stellen zij een Gemengd Comité overname (het “comité”) in, dat met name:

    a)

    toezicht houdt op de toepassing van deze overeenkomst;

    b)

    uitvoeringsregelingen vaststelt die nodig zijn voor de uniforme toepassing van deze overeenkomst;

    c)

    geregeld gegevens uitwisselt over de uitvoeringsprotocollen die door de afzonderlijke lidstaten en Belarus op grond van artikel 20 zijn opgesteld, en

    d)

    aanbevelingen doet voor wijziging van deze overeenkomst en de bijlagen daarbij.

    2.   De beslissingen van het comité zijn bindend voor de partijen.

    3.   Het comité bestaat uit vertegenwoordigers van de Unie en Belarus.

    4.   Het comité komt wanneer nodig bijeen op verzoek van een van de partijen.

    5.   Het comité stelt zijn reglement van orde vast.

    Artikel 20

    Uitvoeringsprotocollen

    1.   Onverminderd de rechtstreekse toepasselijkheid van deze overeenkomst stellen Belarus en een lidstaat, op verzoek van een lidstaat of Belarus, een uitvoeringsprotocol op dat onder andere betrekking heeft op de regels inzake:

    a)

    de aanwijzing van de bevoegde autoriteiten, de plaatsen voor het overschrijden van de grenzen en de uitwisseling van contactpunten;

    b)

    de voorwaarden voor begeleide terugkeer, met inbegrip van de doorgeleiding van onderdanen van derde landen en staatloze personen onder begeleiding;

    c)

    aanvullende bewijsmiddelen en documenten die niet vermeld zijn in de bijlagen 1 tot en met 4;

    d)

    de wijze van overname in het kader van de versnelde procedure;

    e)

    de procedure voor ondervragingen.

    2.   De in lid 1 bedoelde uitvoeringsprotocollen treden niet eerder in werking dan nadat het comité daarvan in kennis is gesteld.

    3.   Belarus stemt ermee in alle bepalingen van een met één lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol, onder voorbehoud van de praktische toepasbaarheid ervan op Belarus, ook toe te passen in zijn betrekkingen met elke andere lidstaat die daarom verzoekt. De lidstaten stemmen ermee in alle bepalingen van een door een lidstaat gesloten uitvoeringsprotocol, onder voorbehoud van de praktische toepasbaarheid ervan op de andere lidstaten, op verzoek van Belarus ook toe te passen in hun betrekkingen met Belarus.

    Artikel 21

    Verhouding tot bilaterale overnameovereenkomsten of -regelingen van de lidstaten

    Onverminderd artikel 23, lid 3, hebben de bepalingen van deze overeenkomst voorrang boven de bepalingen van bilaterale overeenkomsten of regelingen inzake de overname van zonder vergunning op het grondgebied verblijvende personen die uit hoofde van artikel 20 tussen afzonderlijke lidstaten en Belarus zijn of kunnen worden gesloten, voor zover de bepalingen van laatstbedoelde overeenkomsten of regelingen onverenigbaar zijn met die van deze overeenkomst.

    AFDELING IX

    SLOTBEPALINGEN

    Artikel 22

    Territoriaal toepassingsgebied

    1.   Onder voorbehoud van lid 2, is deze overeenkomst van toepassing op het grondgebied waarop het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing zijn, en op het grondgebied van Belarus.

    2.   Deze overeenkomst is op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en op dat van Ierland enkel van toepassing na een desbetreffende kennisgeving van de Unie aan Belarus.

    Deze overeenkomst is niet van toepassing op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken.

    Artikel 23

    Inwerkingtreding, duur en opzegging

    1.   Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures geratificeerd of goedgekeurd.

    2.   Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum waarop de laatste partij de andere partij ervan in kennis heeft gesteld dat de in lid 1 bedoelde procedures zijn voltooid.

    3.   Behoudens in de in artikel 7, lid 3, bedoelde gevallen worden de in de artikelen 4 en 6 vastgestelde verplichtingen pas twee jaar na de in lid 2 van dit artikel bedoelde datum van toepassing. Tijdens die periode van twee jaar gelden die verplichtingen niettemin voor staatloze personen en onderdanen van derde landen waarmee Belarus bilaterale overnameovereenkomsten heeft gesloten.

    Tijdens die periode van twee jaar blijven de relevante delen van de bestaande bilaterale overnameovereenkomsten en bilaterale grensovereenkomsten tussen de lidstaten en Belarus eveneens van toepassing.

    4.   Deze overeenkomst is van toepassing op het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en op Ierland vanaf de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van de in artikel 22, lid 2, bedoelde kennisgeving.

    5.   Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

    6.   Elke partij kan de uitvoering van deze overeenkomst door middel van een officiële kennisgeving aan de andere partij en na voorafgaande raadpleging van het comité, tijdelijk geheel of gedeeltelijk schorsen. De schorsing gaat in op de tweede dag volgend op die van de kennisgeving ervan.

    7.   Elke partij kan deze overeenkomst door middel van een officiële kennisgeving aan de andere partij opzeggen. Deze overeenkomst houdt zes maanden na de datum van die kennisgeving op van toepassing te zijn.

    Artikel 24

    Bijlagen

    De bijlagen 1 tot en met 7 maken een integrerend deel uit van deze overeenkomst.

    Gedaan in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Russische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

    Съставено в Брюксел на осми януари две хиляди и двадесета година.

    Hecho en Bruselas, el ocho de enero de dos mil veinte.

    V Bruselu dne osmého ledna dva tisíce dvacet.

    Udfærdiget i Bruxelles den ottende januar to tusind og tyve.

    Geschehen zu Brüssel am achten Januar zweitausendzwanzig.

    Kahe tuhande kahekümnenda aasta jaanuarikuu kaheksandal päeval Brüsselis.

    Έγινε στις Βρυξέλλες, στις οκτώ Ιανουαρίου δύο χιλιάδες είκοσι.

    Done at Brussels on the eighth day of January in the year two thousand and twenty.

    Fait à Bruxelles, le huit janvier deux mille vingt.

    Sastavljeno u Bruxellesu osmog siječnja godine dvije tisuće dvadesete.

    Fatto a Bruxelles, addì otto gennaio duemilaventi.

    Briselē, divi tūkstoši divdesmitā gada astotajā janvārī.

    Priimta du tūkstančiai dvidešimtų metų sausio aštuntą dieną Briuselyje.

    Kelt Brüsszelben, a kétezer-huszadik év január havának nyolcadik napján.

    Magħmul fi Brussell, fit-tmien jum ta’ Jannar fis-sena elfejn u għoxrin.

    Gedaan te Brussel, acht januari tweeduizend twintig.

    Sporządzono w Brukseli dnia ósmego stycznia roku dwa tysiące dwudziestego.

    Feito em Bruxelas, em oito de janeiro de dois mil e vinte.

    Întocmit la Bruxelles la opt ianuarie două mii douăzeci.

    V Bruseli ôsmeho januára dvetisícdvadsať.

    V Bruslju, dne osmega januarja leta dva tisoč dvajset.

    Tehty Brysselissä kahdeksantena päivänä tammikuuta vuonna kaksituhattakaksikymmentä.

    Som skedde i Bryssel den åttonde januari år tjugohundratjugo.

    Совершено в городе Брюсселе восьмого января две тысячи двадцатого года.

    Image 1


    (1)  Verordening (EU) 2016/1953 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende de vaststelling van een Europees reisdocument voor de terugkeer van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen en tot intrekking van de aanbeveling van de Raad van 30 november 1994 (PB EU L 311 van 17.11.2016, blz. 13).

    (2)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB EU L 119 van 4.5.2016, blz. 1).


    BIJLAGE 1

    GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN DOCUMENTEN WAARVAN DE OVERLEGGING WORDT BESCHOUWD ALS BEWIJS VAN NATIONALITEIT

    (Artikel 3, lid 1, onder a), artikel 5, lid 1, onder a), en artikel 9, lid 1)

    alle soorten paspoorten (nationale paspoorten, diplomatieke paspoorten, dienstpaspoorten en paspoortvervangende documenten, met inbegrip van paspoorten voor kinderen),

    door de aangezochte staat afgegeven laissez-passer,

    alle soorten identiteitskaarten (ook tijdelijke en voorlopige identiteitskaarten),

    militaire zakboekjes en militaire identiteitskaarten,

    monsterboekjes en schippersbewijzen,

    staatsburgerschapscertificaten en andere officiële documenten waaruit duidelijk het staatsburgerschap blijkt,

    bevestiging van de identiteit na raadpleging van het Visuminformatiesysteem overeenkomstig Verordening (EG) nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad (1),

    in het geval van lidstaten die het Visuminformatiesysteem niet gebruiken: positieve identificatie op basis van visumaanvraagdossiers van die lidstaten.


    (1)  Verordening (EG) Nr. 767/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juli 2008 betreffende het Visuminformatiesysteem (VIS) en de uitwisseling tussen de lidstaten van gegevens op het gebied van visa voor kort verblijft (VIS-verordening) (PB EU L 218 van 13.8.2008, blz. 60).


    BIJLAGE 2

    GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN DOCUMENTEN WAARVAN DE OVERLEGGING WORDT BESCHOUWD ALS PRIMA FACIE BEWIJS VAN NATIONALITEIT

    (Artikel 3, lid 1, onder a), artikel 5, lid 1, onder a), en artikel 9, lid 2)

    fotokopieën van de in bijlage 1 vermelde documenten,

    rijbewijzen of fotokopieën daarvan,

    geboorteakten of fotokopieën daarvan,

    bedrijfspassen of fotokopieën daarvan,

    getuigenverklaringen,

    verklaringen van de betrokken persoon, met vermelding van de door hem of haar gesproken taal, onder meer aangetoond door de resultaten van een officiële test,

    alle andere documenten die kunnen bijdragen tot het vaststellen van de nationaliteit van de betrokken persoon,

    vingerafdrukken.


    BIJLAGE 3

    GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN DOCUMENTEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS BEWIJS DAT IS VOLDAAN AAN DE VOORWAARDEN VOOR DE OVERNAME VAN ONDERDANEN VAN DERDE LANDEN EN STAATLOZE PERSONEN

    (Artikel 4, lid 1, artikel 6, lid 1, en artikel 10, lid 1)

    visum en/of verblijfsvergunning afgegeven door de aangezochte staat,

    inreis-/uitreisstempels of soortgelijke aantekeningen in het reisdocument van de betrokken persoon of ander bewijs van inreis/uitreis (bv. fotografisch, elektronisch of biometrisch bewijs),

    officiële verklaringen van met name met grensbewaking belaste ambtenaren en andere personen die kunnen getuigen dat de betrokkene de grens heeft overschreden,

    officiële verklaring van de betrokken persoon in gerechtelijke of administratieve procedures.


    BIJLAGE 4

    GEMEENSCHAPPELIJKE LIJST VAN DOCUMENTEN DIE WORDEN BESCHOUWD ALS PRIMA FACIE BEWIJS DAT IS VOLDAAN AAN DE VOORWAARDEN VOOR DE OVERNAME VAN ONDERDANEN VAN DERDE LANDEN EN STAATLOZE PERSONEN

    (Artikel 4, lid 1, artikel 6, lid 1, en artikel 10, lid 2)

    alle soorten documenten, certificaten en rekeningen (bv. hotelrekeningen, afspraakkaarten voor bezoek aan arts/tandarts, toegangsbewijzen voor openbare/particuliere instellingen, huurautocontracten, kredietkaartreçu’s) waaruit duidelijk blijkt dat de betrokken persoon op het grondgebied van de aangezochte staat heeft verbleven,

    reisbiljetten op naam en/of passagierslijsten voor vlieg-, trein-, bus- of bootreizen waaruit de aanwezigheid van de betrokken persoon en zijn reisroute op het grondgebied van de aangezochte staat blijken,

    gegevens waaruit blijkt dat de betrokken persoon gebruik heeft gemaakt van de diensten van een reisgids of een reisbureau,

    door de bevoegde autoriteiten van de verzoekende staat verstrekte beschrijving van de plaats waar en de omstandigheden waaronder de betrokken persoon na binnenkomst op het grondgebied van die staat is geïntercepteerd,

    gegevens met betrekking tot de identiteit en/of het verblijf van een persoon die door een internationale organisatie zijn verstrekt (bv. de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de vluchtelingen (UNHCR)),

    verslagen/bevestiging van de gegevens door familieleden, reisgenoten enz.,

    verklaring van de betrokken persoon,

    vingerafdrukken.


    BIJLAGE 5

    Gemeenschappelijk formulier voor overnameverzoeken (artikel 8)

    Image 2

    [Embleem van de Republiek Belarus]

    (Plaats en datum)

    (Aanduiding van de verzoekende autoriteit)

     

    Referentie:

    Aan

     

    (Aanduiding van de aangezochte autoriteit)

     

    VERSNELDE PROCEDURE (artikel 7, lid 3)

    VERZOEK OM ONDERVRAGING (artikel 9, lid 3)

    OVERNAMEVERZOEK

    op grond van artikel 8 van de Overeenkomst van 8 januari 2020 tussen

    de Europese Unie en de Republiek Belarus

    inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

    A.

    Persoonlijke gegevens

    Image 3

    1.

    Volledige naam (onderstreep achternaam):

    2.

    Meisjesnaam:

    3.

    Geboortedatum en -plaats:

     

    4.

    Geslacht en persoonsbeschrijving (lengte, kleur van de ogen, bijzondere kenmerken enz.):

    5.

    Tevens bekend als (vroegere namen, andere namen die de persoon gebruikt of waaronder de persoon bekend staat of aliassen):

    6.

    Nationaliteit en taal:

    7.

    Burgerlijke staat:

    ☐ gehuwd

    ☐ ongehuwd

    ☐ gescheiden

    ☐ weduwe/weduwnaar

    Indien gehuwd:

    naam van echtgenoot/echtgenote …

    namen en leeftijd van eventuele kinderen

    8.

    Laatste adres in de aangezochte staat:

    B.

    Persoonlijke gegevens omtrent echtgenoot/echtgenote (indien van toepassing)

    1.

    Volledige naam (onderstreep achternaam):

    2.

    Meisjesnaam:

    3.

    Geboortedatum en -plaats:

    4.

    Geslacht en persoonsbeschrijving (lengte, kleur van de ogen, bijzondere kenmerken enz.):

    5.

    Tevens bekend als (vroegere namen, andere namen die de persoon gebruikt of waaronder de persoon bekend staat of aliassen):

    6.

    Nationaliteit en taal:

    C.

    Persoonlijke gegevens van kinderen (indien van toepassing)

    1.

    Volledige naam (onderstreep achternaam):

    2.

    Geboortedatum en -plaats:

    3.

    Geslacht en persoonsbeschrijving (lengte, kleur van de ogen, bijzondere kenmerken enz.):

    4.

    Nationaliteit en taal:

    D.

    Bijzondere omstandigheden met betrekking tot de over te dragen persoon

    1.

    Gezondheidstoestand (bv. eventuele bijzondere medische behandeling; Latijnse naam van besmettelijke ziekte):

    2.

    Redenen waarom de persoon bijzonder gevaarlijk is (bv. vermoeden van ernstig misdrijf; agressief gedrag):

    E.

    Bijgevoegd bewijsmateriaal

    1.

    (nummer paspoort)

    (datum en plaats van afgifte)

    (autoriteit van afgifte)

    (geldig tot)

    2.

    (nummer identiteitskaart)

    (datum en plaats van afgifte)

    (autoriteit van afgifte)

    (geldig tot)

    3.

    (nummer rijbewijs)

    (datum en plaats van afgifte)

    (autoriteit van afgifte)

    (geldig tot)

    4.

    (nummer ander officieel document)

    (datum en plaats van afgifte)

    (autoriteit van afgifte)

    (geldig tot)

    F.

    Vingerafdrukken (indien relevant)

    G.

    Opmerkingen

    (Handtekening) (Zegel/stempel)


    BIJLAGE 6

    Gemeenschappelijk formulier voor doorgeleidingsverzoeken (artikel 15)

    Image 4

    [Embleem van de Republiek Belarus]

    (Plaats en datum)

    (Aanduiding van de verzoekende autoriteit)

     

    Referentie:

    Aan

     

    (Aanduiding van de aangezochte autoriteit)

     

    DOORGELEIDINGSVERZOEK

    op grond van artikel 15 van de Overeenkomst van 8 januari 2020 tussen

    de Europese Unie en de Republiek Belarus

    inzake de overname van personen die zonder vergunning op het grondgebied verblijven

    A.

    Persoonlijke gegevens

     

    Image 5

    1.

    Volledige naam (onderstreep achternaam):

    2.

    Meisjesnaam:

    3.

    Geboortedatum en -plaats:

     

    4.

    Geslacht en persoonsbeschrijving (lengte, kleur van de ogen, bijzondere kenmerken enz.):

    5.

    Tevens bekend als (vroegere namen, andere namen die de persoon gebruikt of waaronder de persoon bekend staat of aliassen):

    6.

    Nationaliteit en taal:

    B.

    Doorgeleiding

    1.

    Soort doorgeleiding

    ☐ door de lucht

    ☐ over land

    ☐ over zee

    2.

    Staat van bestemming

    3.

    Eventuele andere staten van doorgeleiding

    4.

    Voorgestelde plaats van grensoverschrijding, datum, tijdstip van overdracht en eventuele begeleiders

    5.

    Toelating gewaarborgd in eventuele andere staten van doorgeleiding en in de staat van bestemming (artikel 14, lid 2)

    ☐ ja

    ☐ neen

    6.

    Kennis van enige reden voor weigering van de doorgeleiding (artikel 14, lid 3)

    ☐ ja

    ☐ neen

    C.

    Opmerkingen

    (Handtekening) (Zegel/stempel)


    BIJLAGE 7

    STANDAARDREISDOCUMENT VAN DE REPUBLIEK BELARUS VOOR VERWIJDERINGSDOELEINDEN

    Embleem van

    de verzoekende staat

    REISDOCUMENT

    voor overnamedoeleinden

    Geldig voor één uitreis/inreis

    (schrappen wat niet van toepassing is)

    van ___________________________________________________________

    (naam van de staat)

    Image 6

    naar ___________________________________________________________

    (naam van de staat)

    Achternaam ______________________________________________________

    Voornaam _______________________________________________________

    Geboortedatum ______________ Geslacht ______________ Lengte _________

    Staatsburgerschap _________________________________________________

    Bijzondere kenmerken ______________________________________________

    Dit reisdocument is geldig

    van ______________,

    (dag/maand/jaar)

    tot ______________,

    (dag/maand/jaar)

    Autoriteit van afgifte ______________________________________________________

    Reden voor afgifte ________________________________________________________

    Datum van afgifte: ______________,

    (dag/maand/jaar)

    Handtekening van de ambtenaar ____________________________

    (plaats van zegel

    nr. ____________________________

    (volgnummer van het formulier)


    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

    over technische en financiële bijstand

    Beide partijen komen overeen dat zij deze overeenkomst zullen uitvoeren op basis van de beginselen van gezamenlijke verantwoordelijkheid, solidariteit en gelijkwaardig partnerschap teneinde de migratiestromen tussen Belarus en de Unie te beheren.

    In dit verband verbindt de Unie zich ertoe financiële middelen ter beschikking te stellen om Belarus te ondersteunen bij de uitvoering van deze overeenkomst. Daarbij zal bijzondere aandacht worden besteed aan capaciteitsopbouw. Deze bijstand wordt verleend in het kader van de algemene prioriteiten voor bijstand aan Belarus, als deel van de totale middelen die voor Belarus beschikbaar zijn en met volledige inachtneming van de toepasselijke uitvoeringsvoorschriften en procedures voor externe bijstand van de Unie.


    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

    betreffende het Koninkrijk Denemarken

    De partijen nemen er nota van dat deze overeenkomst niet van toepassing is op het grondgebied van het Koninkrijk Denemarken, noch op onderdanen van het Koninkrijk Denemarken. Het is daarom dienstig dat Belarus en het Koninkrijk Denemarken een overnameovereenkomst sluiten die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.


    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

    betreffende de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen

    De partijen nemen nota van de nauwe betrekkingen tussen de Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen, die met name voortvloeien uit de door de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten Overeenkomst van 18 mei 1999 inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is daarom dienstig dat Belarus met de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.


    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

    betreffende de Zwitserse Bondsstaat

    De partijen nemen nota van de nauwe betrekkingen tussen de Unie en de Zwitserse Bondsstaat, die met name voortvloeien uit de Overeenkomst van 26 oktober 2004 tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is daarom dienstig dat Belarus met de Zwitserse Bondsstaat een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.


    GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING

    betreffende het Vorstendom Liechtenstein

    De partijen nemen nota van de nauwe betrekkingen tussen de Unie en het Vorstendom Liechtenstein, die met name voortvloeien uit de op 28 februari 2008 tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis. Het is daarom dienstig dat Belarus met het Vorstendom Liechtenstein een overnameovereenkomst sluit die vergelijkbaar is met deze overeenkomst.


    Top