EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52021DC0262

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Richtsnoeren van de Europese Commissie ter versterking van de praktijkcode betreffende desinformatie

COM/2021/262 final

Brussel, 26.5.2021

COM(2021) 262 final

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EMPTY

Richtsnoeren van de Europese Commissie ter versterking van de praktijkcode betreffende desinformatie


1Inleiding 

De coronacrisis heeft treffend duidelijk gemaakt welke bedreigingen en uitdagingen er voor onze samenlevingen uitgaan van desinformatie. De “infodemie” — de snelle verspreiding van foute, onjuiste of misleidende informatie over de pandemie — heeft aanzienlijke risico’s met zich meegebracht voor de persoonlijke en openbare gezondheidsstelsels, doeltreffend crisisbeheer, de economie en de sociale cohesie. De pandemie heeft ook de rol van digitale technologie in ons leven vergroot, waardoor die nu steeds meer een centrale plaats inneemt in de manier waarop we werken, leren, met elkaar omgaan, in onze materiële behoeften voorzien en aan het maatschappelijke debat deelnemen. Daarom is het des te belangrijker om ervoor te zorgen dat het online-ecosysteem veilig is, en het is duidelijk dat, ondanks de aanzienlijke inspanningen tot nu toe, desinformatie dringend intensiever moet worden bestreden 1 .

Vanaf het begin 2 is de EU-aanpak van de bestrijding van desinformatie geworteld in de bescherming van de vrijheid van meningsuiting en andere rechten en vrijheden die worden gewaarborgd krachtens het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Overeenkomstig die rechten en vrijheden is de EU-strategie erop gericht om desinformatie als zodanig niet strafbaar te stellen, maar om de online-omgeving en de betrokken partijen transparanter en verantwoordelijker, inhoudsmoderatie transparanter, en burgers weerbaarder te maken, en zo een open democratisch debat te bevorderen 3 . Daartoe heeft de EU alle belanghebbenden, waaronder overheden, het bedrijfsleven, de media, universiteiten en het maatschappelijk middenveld willen activeren.

Centraal bij de inspanningen van de EU staat de zelfregulerende praktijkcode betreffende desinformatie 4 . De code is sinds oktober 2018 van kracht, en de ondertekenaars omvatten nu belangrijke onlineplatforms die actief zijn in de EU, en onder andere ook belangrijke beroepsorganisaties die de Europese reclamesector vertegenwoordigen. De Commissie beschouwt de code als een belangrijke verwezenlijking, de eerste van zijn soort ter wereld. De code is een innovatief instrument gebleken voor grotere transparantie en verantwoordingsplicht van onlineplatforms, en een gestructureerd kader voor het monitoren en verbeteren van het beleid inzake desinformatie van de platforms.

Toch heeft de beoordeling van de praktijkcode door de Commissie in 2020 5 aanzienlijke tekortkomingen aan het licht gebracht. De tekortkomingen zijn onder meer een inconsistente en onvolledige toepassing van de code door platforms en de lidstaten, het zelfregulerende karakter van de code en de beperkingen die dat met zich meebrengt, en lacunes in de dekking van de toezeggingen op basis van de code. Uit de beoordeling kwamen ook het ontbreken van een passend monitoringmechanisme, inclusief kernprestatie-indicatoren (KPI’s), een gebrek aan toezeggingen inzake toegang tot gegevens van platforms voor onderzoek naar desinformatie, en een beperkte deelname van belanghebbenden, met name uit de reclamesector, aan het licht. Daarom heeft de Commissie in het actieplan voor Europese democratie 6 (EDAP) aangekondigd dat zij richtsnoeren zal uitvaardigen om de code te versterken, als onderdeel van alomvattende maatregelen om desinformatie in de online-omgeving aan te pakken, en specifieke wetgeving inzake de transparantie van politieke reclame zal presenteren.

Om desinformatie intensiever te bestrijden, bevat de door de Commissie voorgestelde wet inzake digitale diensten 7 een coreguleringskader door middel van gedragscodes om systeemrisico’s inzake desinformatie aan te pakken. Voorts worden uitgebreide transparantiemaatregelen op het gebied van contentmoderatie en reclame ingevoerd en bindende en afdwingbare wettelijke verplichtingen voorgesteld voor zeer grote onlineplatforms 8 om systeemrisico’s voor de grondrechten of risico’s vanwege de opzettelijke manipulatie van hun diensten te beoordelen en aan te pakken.

De richtsnoeren zijn gebaseerd op de ervaring die de Commissie tot nu toe heeft opgedaan met het toezicht op en de evaluatie van de code 9 , en op het verslag van de Commissie over de verkiezingen van 2019 10 . Ze vormen ook een aanvulling op de reactie van de Commissie op de conclusies van de Europese Raad van december 2020 11 . Om input voor de richtsnoeren te verzamelen heeft de Commissie debatten met verschillende belanghebbenden 12 en een workshop voor de lidstaten georganiseerd.

In deze richtsnoeren zet de Commissie uiteen hoe platforms en andere belanghebbenden hun inspanningen moeten opvoeren om lacunes en tekortkomingen in de code aan te pakken en een transparantere, veiligere en betrouwbaardere online-omgeving te creëren. Met name op het gebied van het onrendabel maken van desinformatie, heeft de code echter onvoldoende vooruitgang heeft geboekt; onlinereclame blijft namelijk nog steeds de verspreiding van desinformatie stimuleren 13 . Onlineplatforms en alle andere partijen in het ecosysteem van onlinereclame moeten zich daarom verantwoordelijk opstellen en samenwerken om de financiering van desinformatie stop te zetten. Voorts moet de herziene gedragscode meer toezeggingen bevatten om manipulatieve gedragingen te beperken, de weerbaarheidsinstrumenten van gebruikers te versterken, de transparantie van politieke reclame te verbeteren, en de onderzoeks- en factcheckgemeenschap mondiger te maken. De richtsnoeren leggen verder het fundament voor een verbeterd en robuust toezichtskader voor de versterkte code. De versterkte code moet ook gericht zijn op een bredere deelname van nieuwe ondertekenaars, waaronder bijkomende onlineplatforms die actief zijn in de EU, en andere partijen.

Een versterking van de code biedt belanghebbenden in een vroeg stadium de gelegenheid om passende maatregelen op te stellen met het oog op de vaststelling van de voorgestelde wet inzake digitale diensten. De richtsnoeren zijn er met name ook op gericht de bestaande praktijkcode te ontwikkelen tot een “gedragscode”, conform artikel 35. Zeer grote onlineplatforms 14 zullen in het bijzonder profiteren van hun deelname aan de versterkte code in afwachting van nieuwe verplichtingen die op hen van toepassing worden krachtens de voorgestelde wet inzake digitale diensten, met name met betrekking tot risicobeoordeling en -beperking, en transparantie rond reclame. Kleinere platforms en andere belanghebbenden zullen ook baat hebben bij het onderschrijven van passende toezeggingen krachtens de versterkte code, om te profiteren van beste praktijken en om zich in te dekken tegen reputatieschade in geval van misbruik van hun systemen om desinformatie te verspreiden.

Onverminderd het definitieve akkoord van de medewetgevers over de wet inzake digitale diensten of over het wetgevingsinitiatief van de Commissie inzake de transparantie van politieke reclame, kan de versterkte praktijkcode dienen als instrument voor onlineplatforms om hun beleid te verbeteren en de risico’s voor de democratie in verband met desinformatie door hun diensten te verkleinen.

De versterking van de code is niet alleen een voorlopige stap. In de richtsnoeren wordt ertoe opgeroepen om de code te ontwikkelen tot een sterk, stabiel en flexibel instrument dat bedoeld is om onlineplatforms intrinsiek transparanter, aansprakelijker en verantwoordelijker te maken.

2Monitoring van COVID-19 — Resultaten en geleerde lessen

Naast de lessen uit de beoordeling van de praktijkcode heeft het monitoringprogramma naar aanleiding van de gezamenlijke mededeling over de aanpak van desinformatie in verband met COVID-19 15 tot nieuwe inzichten geleid. Tijdens dat programma hebben de onlineplatforms die de code hebben ondertekend, maandelijks verslag uitgebracht over hun maatregelen ter bestrijding van COVID-19-desinformatie in de EU.

Het monitoringprogramma heeft niet alleen een gedetailleerd overzicht van de maatregelen tegen desinformatie over COVID-19 aan de hand van de toezeggingen op basis van de code opgeleverd, maar vormde ook een stresstest voor de code.

Uit het verslag van de platforms blijkt dat de toezeggingen op basis van de code zijn nagekomen door middel van doeltreffende maatregelen op verschillende gebieden, waaronder een grotere zichtbaarheid van gezaghebbende bronnen op hun diensten, de ontwikkeling en invoering van nieuwe instrumenten en diensten om de toegang tot betrouwbare informatie te vergemakkelijken, maatregelen tegen inhoud die foute of misleidende informatie bevat die tot lichamelijk letsel kan leiden of de werking van het volksgezondheidsbeleid kan ondermijnen, en het uitdrukkelijk verbieden van reclame die de crisis uitbuit of desinformatie over COVID-19 verspreidt.

Over het geheel genomen heeft het programma aangetoond dat de code een wendbaar en gestructureerd kader biedt dat kan worden ingezet en vertaald in doortastend optreden door de ondertekenaars ter bestrijding van desinformatie in crisissituaties, en complementair is aan de verplichtingen op grond van de toepasselijke regelgevingskaders. De code bood ook een nuttige structuur voor het monitoren van deze maatregelen in een uitzonderlijke situatie, waarbij de focus dynamisch meebewoog naarmate de crisis zich ontwikkelde (bv. om de aandacht te vestigen op desinformatie rond COVID-19-vaccins).

Tegelijkertijd bracht het COVID-19-programma een aantal tekortkomingen van het bestaande monitoringkader van de praktijkcode aan het licht:

·Kwaliteit van de verslagen. De samenhang, kwaliteit en mate van detail van de verslaglegging varieerden aanzienlijk. Het gebrek aan voldoende gedetailleerde gegevens, met name op het niveau van de lidstaten, betekende dat uit de verstrekte informatie vaak niet duidelijk was of de gemelde maatregelen in alle lidstaten of EU-talen waren uitgevoerd. Bovendien blijft het gebrek aan een gemeenschappelijk overeengekomen model voor verslaglegging een belemmering voor efficiëntere monitoring en platformoverschrijdende vergelijkingen.

·KPI’s. De kwaliteit en het niveau van detail van de verslaglegging zijn mettertijd verbeterd, maar de verstrekte gegevens zijn nog steeds niet altijd toereikend en voldoende gedetailleerd om te meten in hoeverre de toezeggingen zijn ingevoerd, of de maatregelen effect sorteren.

·Onafhankelijke evaluatie. De COVID-19-monitoring heeft aangetoond dat de verslagen van de ondertekenaars onafhankelijk moeten worden gecontroleerd, met name of het beleid en de maatregelen zoals gemeld op het niveau van de lidstaten en in alle EU-talen zijn uitgevoerd, en of de verslaglegging de zorgen rond desinformatie op nationaal niveau voldoende aanstipt 16 .

·Onvoldoende dekking van factchecking. Tijdens de COVID-19-infodemie hebben de ondertekenaars meer factchecking verricht op hun diensten, die ook beschikbaar wordt gesteld voor gebruikers van particuliere-berichtenapps. Door onafhankelijke factcheckers als fout bestempelde inhoud blijft echter vaak op verschillende platforms terugkeren, omdat er geen gecentraliseerd register voor factchecks bestaat.

·Desinformatie wordt door het plaatsen van advertenties nog steeds te gelde gemaakt. Ondanks maatregelen om het te gelde maken van desinformatie te beperken, toont onderzoek aan dat er op dit gebied nog steeds problemen zijn 17 .

3Horizontale kwesties om aan te pakken

Versterkte toezeggingen om de doelstellingen van de gedragscode te verwezenlijken

De toezeggingen op basis van de huidige praktijkcode zijn niet doeltreffend genoeg om een alomvattend antwoord op desinformatie te bieden. Er bestaat behoefte aan sterkere en specifiekere toezeggingen op alle gebieden van de code om lacunes en tekortkomingen, zoals nieuwe en opkomende risico's, aan te pakken. Om van de code een levend instrument te maken, moeten de ondertekenaars een permanent mechanisme voor regelmatige aanpassing opzetten.

Uitgebreide dekking

De “infodemie” rond de COVID-19-pandemie heeft aangetoond dat onjuiste informatie 18 (zonder kwade trouw verspreide foute of misleidende informatie) ook aanzienlijke schade in het openbare domein kan veroorzaken als die viraal gaat. Het voornaamste doel blijft desinformatie stricto sensu 19 , maar in de versterkte code moeten de ondertekenaars zich ertoe verbinden over een passend beleid te beschikken en proportionele maatregelen te treffen om de risico’s van onjuiste informatie te beperken als die tot grote schade in het openbare domein kunnen leiden; een en ander omringd met passende waarborgen voor de vrijheid van meningsuiting. Gebruikers moeten in staat worden gesteld om deze informatie af te zetten tegen gezaghebbende bronnen en om te worden verwittigd als de informatie die ze zien, aantoonbaar onjuist is. Afhankelijk van de aard zijn in deze zin niet alle toezeggingen op basis van de code van toepassing op onjuiste informatie. 

In deze richtsnoeren wordt — voor het gemak — de overkoepelende term “desinformatie” gebruikt om te verwijzen naar de verschillende begrippen, waarbij de belangrijke verschillen tussen beide duidelijk worden onderkend 20 . Desinformatie in deze zin omvat desinformatie stricto sensu, onjuiste informatie, alsmede informatie-beïnvloedingsoperaties 21 en buitenlandse inmenging 22 in de informatieruimte, met inbegrip van buitenlandse actoren, als informatiemanipulatie wordt aangewend met aanzienlijke schade in het openbare domein tot gevolg.

Bredere deelname

De huidige ondertekenaars van de code omvatten belangrijke onlineplatforms die in de EU actief zijn. Een bredere deelname van zowel gevestigde als opkomende platforms zou echter een uitgebreidere en beter gecoördineerde reactie op de verspreiding van desinformatie kunnen bieden. Potentiële nieuwe ondertekenaars zijn aanbieders van onlinediensten die informatie onder het publiek verspreiden; zoals kleinere sociale media of zoekdiensten (bv. partijen die diensten aanbieden op nationaal of regionaal niveau of op gespecialiseerde/thematische basis). Vanwege de toepasselijke nalevingslasten, zoals verslagleggingsverplichtingen, moet bij toezeggingen op basis van de versterkte code rekening worden gehouden met de omvang van de diensten van de ondertekenaars. Zeer grote onlineplatforms zullen krachtige maatregelen moeten treffen om de toepasselijke systeemrisico’s conform de voorgestelde wet inzake digitale diensten te beteugelen, maar de maatregelen mogen voor kleinere of opkomende diensten geen onevenredige last vormen.

Particuliere-berichtendiensten kunnen ook worden misbruikt om desinformatie en onjuiste informatie aan te wakkeren, zoals waargenomen tijdens recente verkiezingscampagnes en tijdens de COVID-19-pandemie 23 . Dergelijke dienstverleners kunnen de code ondertekenen en zich vastleggen op specifieke maatregelen die bij dit soort diensten passen, zonder afzwakking van de vaak voor dit soort diensten gebruikte versleuteling en met inachtneming van de bescherming van de privacy en het recht op een privéleven en familie- en gezinsleven, inclusief communicatie.

Met het oog op een grotere impact van de code op het onrendabel maken van desinformatie, is een bredere deelname van belanghebbenden uit het reclame-ecosysteem, buiten de kring van de huidige ondertekenaars van de code (Europese en nationale organisaties uit de reclamesector), van groot belang. De code zou met name baat hebben bij een grotere betrokkenheid van merken (in het bijzonder die met een aanzienlijk onlinereclamebudget) en van andere deelnemers in de onlinereclamebranche (zoals advertentiemarkten, leveranciers van advertentietechnologie en communicatiebureaus), alsook van andere partijen die diensten aanbieden die kunnen worden gebruikt om desinformatie te gelde te maken (bv. e-betalingsdiensten, e-commerceplatforms en crowdfunding/donatiesystemen) 24 .

Nieuwe ondertekenaars kunnen ook andere belanghebbenden zijn die via hun instrumenten, oplossingen of relevante specifieke expertise significante invloed kunnen hebben, zoals factcheckers, organisaties die ratings geven aan desinformatiewebsites of desinformatie beoordelen, en aanbieders van technologische oplossingen ter ondersteuning van inspanningen om desinformatie aan te pakken. Dergelijke organisaties kunnen een aanzienlijke bijdrage tot de efficiënte uitvoering en het succes van de code leveren.

Toezeggingen op maat

Om een bredere deelname te faciliteren, moet de versterkte code toezeggingen op maat omvatten, overeenkomstig de diversiteit van de door de ondertekenaars geleverde diensten en hun specifieke rollen in het ecosysteem.

Ondertekenaars moeten die toezeggingen onderschrijven die relevant zijn voor hun diensten. Deelname aan de code en het onderschrijven van toezeggingen blijft vrijwillig, maar met het oog op de doeltreffendheid van de code als risicobeperkingsinstrument moeten de ondertekenaars zich in beginsel niet onttrekken aan de toezeggingen die voor hun diensten relevant zijn. Als een ondertekenaar verkiest een bepaalde toezegging die relevant is voor zijn diensten niet te onderschrijven, moet hij een openbare rechtvaardiging in de geest van overweging 68 van de voorgestelde wet inzake digitale diensten verstrekken. Ondertekenaars die instrumenten of oplossingen ter bestrijding van desinformatie aanbieden, kunnen de passende toezeggingen onderschrijven en andere ondertekenaars van de code met hun ervaring ondersteunen. De verslagleggingsvereisten voor dergelijke organisaties moeten aan hun opdracht worden aangepast.

Europees Waarnemingscentrum voor digitale media 

Met het oog op een doeltreffende bijdrage tot het vraagstuk van desinformatie is de ondersteuning van een multidisciplinaire gemeenschap, zoals factcheckers, universitaire onderzoekers en andere belanghebbenden van cruciaal belang. Het Europees Waarnemingscentrum voor digitale media (EDMO) 25  is opgericht om bij te dragen tot de oprichting van een dergelijke gemeenschap en het werk ervan te vergemakkelijken. Middels steun aan onafhankelijke onderzoekers en factcheckers verhogen EDMO en zijn nationale hubs hun capaciteit om desinformatiecampagnes op te sporen en te analyseren. EDMO kan een belangrijke rol spelen bij de verwezenlijking van verscheidene doelstellingen van de Code. Daarom wordt verwacht dat de ondertekenaars van de code, indien van toepassing, met EDMO zullen samenwerken.

Systeem voor snelle waarschuwing

Zoals uiteengezet in het actieplan tegen desinformatie van 2018 26 moeten onlineplatforms samenwerken met het EU-systeem voor snelle waarschuwing, dat alle EU-lidstaten en relevante EU-instellingen met elkaar verbindt om gezamenlijke antwoorden op desinformatie mogelijk te maken door middel van het delen van informatie en het verstrekken van snelle waarschuwingen bij desinformatiecampagnes. Hierop voortbouwend moet de versterkte code de mogelijkheden onderzoeken om die samenwerking te versterken, met name door een informele uitwisseling tussen de ondertekenaars te faciliteren om hun werk en bevindingen te presenteren, en, waar passend, te zorgen voor nauwe, gestroomlijnde en samenhangende verbanden op nationaal niveau tussen alle lidstaten en de ondertekenaars. Hierbij moet de samenwerking met EDMO in acht worden genomen, zoals hierboven vermeld.

4Controle op het plaatsen van advertenties 

Zoals uiteengezet, is doortastend optreden om de verspreiders van desinformatie hun inkomsten af te nemen van cruciaal belang voor het succes van de code. De toezeggingen op basis van de versterkte code moeten daarom gedetailleerdere maatregelen op maat bevatten om desinformatierisico’s in verband met de verspreiding van onlinereclame te beteugelen, met inachtneming van de aanstaande wetgevingsvereisten in de voorgestelde wet inzake digitale diensten die gelden voor alle onlinereclame, inclusief politieke en thematisch georiënteerde reclame, en voor zover van toepassing, van het aangekondigde initiatief inzake politieke reclame. 

Desinformatie onrendabel maken

De code moet zorgen voor sterkere toezeggingen tegen het onrendabel maken van desinformatie op de eigen diensten van de ondertekenaars of op websites van derden 27 . Om de transparantie en de aansprakelijkheid rond het plaatsen van advertenties te verbeteren, moeten ondertekenaars die advertenties plaatsen, inclusief advertentietechnologiebedrijven 28 , bepalen welke criteria zij gebruiken om advertenties te plaatsen, en maatregelen treffen om te controleren of die op de juiste plek belanden, om te voorkomen dat reclame wordt geplaatst naast desinformatie of op locaties waarvan bekend is dat er herhaaldelijk desinformatie wordt geplaatst. Platforms moeten met name toezeggen dat ze de toelatingscriteria en de beoordelingsprocedures voor het te gelde maken van inhoud en programma’s voor het delen van reclame-inkomsten op hun diensten aanscherpen, om partijen uit te sluiten die stelselmatig als desinformatie ontkrachte inhoud plaatsen 29 . Voorts moeten platforms ook toezeggen om hun beleidsmaatregelen te versterken en de nodige zorgvuldigheid te betrachten om websites die consequent desinformatie verspreiden, uit te sluiten van deelname aan reclamenetwerken of reclamemarkten.

Toezeggingen op dit gebied moeten ook zorgen voor het verruimen en het verbeteren van de beschikbaarheid en de toepassing van tools voor merkveiligheid, waarin de informatie en analyses van factcheckers, onderzoekers en andere belanghebbenden die informatie verstrekken over bijvoorbeeld de bronnen van desinformatiecampagnes, moeten worden geïntegreerd. Aan de hand van die informatie en instrumenten moeten merkeigenaren en andere adverteerders zich ertoe verbinden hun uiterste best te doen om te voorkomen dat hun reclame wordt geplaatst naast desinformatie of op locaties waar herhaaldelijk desinformatie wordt geplaatst.

Betere samenwerking tussen de betrokken partijen

Met het oog op tastbare resultaten moeten de verschillende partijen binnen het reclame-ecosysteem nauw samenwerken. Daartoe is een bredere deelname van belanghebbenden uit het reclame-ecosysteem van groot belang, zoals in deel 3.3 uiteengezet. De versterkte code moet een kader bieden voor een dergelijke verbrede deelname ter versterking van de samenwerking van alle betrokken partijen en tot verdere bevordering van sectoroverschrijdende initiatieven op dit gebied 30 .

Als onderdeel van de versterkte code moeten alle partijen die betrokken zijn bij het kopen, verkopen en plaatsen van digitale reclame zich ertoe verbinden beste praktijken uit te wisselen en nauwer samen te werken. Die samenwerking moet de integratie en de stroom van informatie door de hele reclamewaardeketen vergemakkelijken, met name informatie die relevant is voor het identificeren van verspreiders van desinformatie, met volledige inachtneming van alle toepasselijke gegevensbeschermingsregels.

Platformoverschrijdende samenwerking kan ook betrekking hebben op de uitwisseling van informatie over desinformatieadvertenties die door één platform worden geweigerd om te voorkomen dat die op andere platforms verschijnen — bijvoorbeeld door het opzetten van een gemeenschappelijk register van afgewezen advertenties — met het oog op de bewustmaking van andere platforms waarvan de diensten ook kunnen worden beïnvloed.

Maatregelen om de financiering van desinformatie stop te zetten moeten worden uitgebreid middels de deelname van partijen die actief zijn in de waardeketen om online diensten te gelde te maken, zoals e-betalingsdiensten, e-commerceplatforms en crowdfunding/donatiesystemen. 

Toezeggingen om reclame met desinformatie aan te pakken

Op basis van de versterkte code moeten de ondertekenaars toezeggen passend reclamebeleid op maat te ontwikkelen om misbruik van hun reclamesystemen voor het verspreiden van desinformatie aan te pakken 31 . Dit beleid moet consequent en doeltreffend worden gehandhaafd. Daartoe moeten de ondertekenaars samenwerken met factcheckers om reclame aan te duiden die gecontroleerde en ontkrachte desinformatie bevat. Met het oog op een consistente uitvoering moeten de ondertekenaars toezeggen hun huidige reclamecontrole- en -evaluatiesystemen aan te passen, zodat reclame die via of op hun diensten wordt geplaatst, conform hun reclamebeleid inzake desinformatie is. De ondertekenaars moeten zich er ook toe verbinden duidelijk aan adverteerders uit te leggen welk reclamebeleid is geschonden, als ze desinformatie afwijzen of verwijderen, of reclame-accounts uitschakelen 32 .

5Politieke reclame en thematisch georiënteerde reclame 

“Politieke reclame en thematisch georiënteerde reclame” 33 spelen een belangrijke rol bij het vormgeven van politieke campagnes en openbare debatten over belangrijke maatschappelijke kwesties. Dergelijke betaalde online-inhoud kan een doorslaggevende rol spelen bij de vorming van de publieke opinie en de uitslag van verkiezingen beïnvloeden. De organisatie van verkiezingen in de EU is grotendeels geregeld op het niveau van de lidstaten, die uiteenlopende regels inzake politieke reclame en de transparantie daarvan kennen. De Commissie heeft in EDAP wetgeving aangekondigd om de transparantie van politieke reclame te vergroten. Om een passend niveau van transparantie en verantwoordingsplicht op dit gebied te waarborgen, moeten de toezeggingen op basis van de code verder worden versterkt, ter ondersteuning van een breder wettelijk kader.

Bij de herziening van de code op dit gebied zal rekening moeten worden gehouden met het aankomende wetgevingsvoorstel van de Commissie inzake de transparantie van gesponsorde politieke inhoud en met de voorgestelde wet inzake digitale diensten. Een sterkere code is een belangrijk instrument om tastbare vooruitgang te boeken ter ondersteuning van het bestaande rechtskader, en ook om de weg te effenen voor versterkte wetgeving, door middel van het nieuwe wetgevingskader zodra dat is ingevoerd, en om sectorgestuurde oplossingen uit te werken om de uitvoering ervan te ondersteunen en vooruitgang op dit gebied te blijven boeken.

Met het oog op een consistente en doeltreffende toepassing van de toezeggingen moeten de ondertekenaars het eens zijn over de betekenis van “politieke reclame” en “thematisch georiënteerde reclame”, met inachtneming van de bestaande toepasselijke nationale rechtskaders. De ondertekenaars moeten ervoor zorgen dat zij de toepasselijke wetten volgen en hun praktijken afstemmen op de aankomende wetgeving inzake de transparantie van gesponsorde politieke inhoud.

Politieke en thematisch georiënteerde reclame doeltreffend labelen

De code moet sterkere toezeggingen bevatten om de transparantie en de openbaarmaking van politieke en thematisch georiënteerde reclame te waarborgen, met inachtneming van de toepasselijke bepalingen in de voorgestelde wet inzake digitale diensten 34 en het aanstaande wetgevingsinitiatief inzake transparantie van politieke reclame, zonder afbreuk te doen aan bestaande regelgevingskaders. Die advertenties moeten duidelijk en doeltreffend worden gelabeld en als betaalde inhoud kunnen worden herkend, en gebruikers moeten kunnen begrijpen dat de weergegeven inhoud reclame voor politieke of maatschappelijke kwesties bevat. In de versterkte code kan een reeks gemeenschappelijke criteria en voorbeelden inzake het markeren van politieke en thematisch georiënteerde reclame worden opgenomen. Indien van toepassing, moeten de ondertekenaars relevant onderzoek integreren om de doeltreffendheid van de labels te verbeteren om gebruikers te informeren 35 . De code moet toezeggingen bevatten die ervoor zorgen dat de labels blijven bestaan als gebruikers politieke en thematisch georiënteerde reclame op organische wijze delen 36 , zodat die duidelijk als reclame gemarkeerd blijven.

Controle- en transparantietoezeggingen voor politieke en thematisch georiënteerde reclame

Ondertekenaars die politieke en thematisch georiënteerde reclame tonen, moeten ervoor zorgen dat de identiteit van de adverteerder zichtbaar is voor de gebruikers, inclusief een specifieke toezegging inzake transparantieverplichtingen conform de vereisten in de voorgestelde wet inzake digitale diensten 37 . 

Ondertekenaars moeten ook redelijke inspanningen leveren om door middel van doeltreffende controle- en autorisatiesystemen te waarborgen dat aan alle noodzakelijke voorwaarden wordt voldaan voordat ze de plaatsing van deze soorten reclame toestaan. 

Transparantie op berichtenplatforms

De herziene praktijkcode moet nieuwe toezeggingen op maat bevatten betreffende het gebruik van berichtenplatforms voor de verspreiding van politieke en thematisch georiënteerde reclame, met volledige inachtneming van de algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de EU-voorschriften inzake privacy in elektronische-communicatiediensten. Het bovenvermelde vereiste dat gesponsorde politieke inhoud die door gebruikers wordt gedeeld, als betaalde inhoud aangemerkt moet blijven, moet, voor zover mogelijk, ook gelden voor gesponsorde politieke inhoud die op berichtenplatforms wordt gedeeld. Daartoe moeten de ondertekenaars oplossingen ontwikkelen die compatibel zijn met de vaak door berichtenplatforms gebruikte versleutelingstechnologie, zonder dat de versleuteling wordt verzwakt.

Gerichte politieke reclame

Microtargeting van politieke reclame kan aanleiding geven tot bezorgdheid. Het doet vragen rijzen over de naleving van de gegevensbeschermingsregels, aangezien microtargeting gebaseerd is op persoonlijke informatie, en soms geavanceerde psychologische profileringstechnieken bevat 38 . Het kan van invloed zijn op het recht van kiezers om informatie te ontvangen, omdat microtargeting politieke adverteerders in staat stelt gericht berichten op maat naar een doelpubliek te sturen, terwijl andere doelgroepen deze informatie mogelijk wordt ontzegd. Door microtargeting is het moeilijk om dergelijke reclame te controleren, en voor personen om hun rechten te doen gelden, ook inzake gegevensbescherming. Dit kan het risico op politieke polarisatie vergroten 39 .

De versterkte code moet bijdragen tot het beperken of uitsluiten van risico's in verband met microtargeting van personen met politieke en/of thematisch georiënteerde reclame. Hierbij moet ervoor worden gezorgd dat de AVG en andere toepasselijke wetten volledig worden nageleefd, met name bij het verkrijgen van geldige toestemming, indien vereist 40 . Toegang tot informatie moet worden vergemakkelijkt om de bevoegde autoriteiten in staat te stellen hun controle- en handhavingsfunctie uit te oefenen.

De ondertekenaars moeten zich ertoe verbinden burgers duidelijk te informeren als ze worden gemicrotarget, en duidelijk in te lichten over de criteria en de gegevens die voor dat doel worden gebruikt. Ze moeten strenge transparantiemaatregelen ten uitvoer leggen, inclusief specifieke doorzoekbare advertentieregisters met gerichte reclame voor bepaalde gebruikersgroepen 41 , met informatie over de targeting en de leveringscriteria.

Betere advertentieregisters en minimumfunctionaliteiten voor interfaces voor applicatieprogrammering (API’s)

De versterkte code moet waarborgen dat de ondertekenende platforms zich ertoe verbinden de volledigheid en de kwaliteit van de informatie in hun registers van politieke advertenties te verbeteren, zodat deze daadwerkelijk alle gesponsorde politieke inhoud bevatten. Die registers moeten actuele en regelmatig bijgewerkte informatie verschaffen over het volume en de budgetten van politieke reclame afkomstig van politieke adverteerders in de lidstaten, hoe vaak iedere advertentie online is weergegeven en de door de adverteerder gebruikte targetingcriteria, met inachtneming van de toepasselijke bepalingen in de voorgestelde wet inzake digitale diensten en het aanstaande wetgevingsinitiatief inzake politieke reclame 42 . 

Sommige platforms hebben interfaces voor applicatieprogrammering (API’s) of andere interfaces ontwikkeld, waarmee gebruikers en onderzoekers zoekopdrachten op maat kunnen uitvoeren binnen hun politieke advertentieregisters. De functionaliteiten van deze API’s zijn echter zeer beperkt. De versterkte code moet ervoor zorgen dat API’s voor de politieke advertentieregisters van platforms een minimum aan functionaliteiten hebben, alsmede een reeks minimale zoekcriteria waarmee gebruikers en onderzoekers zoekopdrachten kunnen uitvoeren om realtimegegevens in standaardformaat op te vragen, en gemakkelijker platformoverschrijdende vergelijkingen, onderzoeken en monitoring kunnen doen. Als er registers voor thematisch georiënteerde reclame worden opgezet, moeten die vergelijkbare API-functies en zoekmogelijkheden bieden. Toezeggingen moeten waarborgen dat API’s breed toegankelijk zijn en dat de functionaliteiten van de API’s regelmatig worden bijgewerkt conform de behoeften van onderzoekers.

6Integriteit van diensten 

De versterkte code moet voorzien in een uitgebreide dekking van huidige en opkomende vormen van manipulatieve gedragingen om desinformatie te verspreiden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de evoluerende aard van, en de grotere risico’s die verbonden zijn met de verspreiding van desinformatie, zoals het gegeven dat desinformatiecampagnes deel kunnen uitmaken van hybride bedreigingen voor de veiligheid, met name in combinatie met cyberaanvallen 43 . De code moet toezeggingen op maat tegen kwetsbare punten bevatten, en zorgen voor transparantie en verantwoordingsplicht met betrekking tot maatregelen die de ondertekenaars treffen ter beperking van manipulatieve gedragingen die op grond van hun relevante gebruiksvoorwaarden niet zijn toegestaan op de diensten van de ondertekenaars, mede met het oog op de komende regelgevingsvereisten in de voorgestelde wet inzake digitale diensten 44 .

Gemeenschappelijk begrip van ontoelaatbare manipulatieve gedragingen

Met het oog op een consistente aanpak moet de versterkte code waarborgen dat de ondertekenaars het eens worden over een sectoroverschrijdend begrip van manipulatieve gedragingen die niet zijn toegestaan op hun diensten, inclusief “niet-authentiek gedrag”, onverminderd bestaande Unie- en nationale wetgeving. Dat begrip moet breed genoeg zijn om het volledige scala aan gedragingen te bestrijken waarmee kwaadwillige partijen kunnen proberen de diensten te manipuleren. Daartoe moeten de ondertekenaars een uitgebreide lijst opstellen van manipulatieve tactieken, technieken en procedures (TTP’s) die als ontoelaatbaar niet-authentiek gedrag binnen hun diensten gelden. De geselecteerde technieken moeten voldoende nauwkeurig worden omschreven om de prevalentie van ontoelaatbare gedragingen tussen platforms en de doeltreffendheid van de tegenmaatregelen te kunnen vergelijken. Door het gemeenschappelijke begrip is het de bedoeling dat de ondertekenaars, regulerende instanties, het maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden over een gedeelde vocabulaire beschikken om problemen van online-desinformatie en manipulatie te bespreken, binnen de context van de praktijkcode en in andere fora, zoals het EU-systeem voor snelle waarschuwing en het samenwerkingsnetwerk voor de Europese verkiezingen, en in de aanloop naar de toepassing van de voorgestelde wet inzake digitale diensten. Bij deze werkzaamheden moet rekening worden gehouden met de snel veranderende situatie rond TTP’s, en deze mogelijke wijzigingen moeten bij de ontwikkeling van terminologie en definities in aanmerking worden genomen.

Versterkte toezeggingen ter beperking van ontoelaatbare manipulatieve gedragingen

De versterkte code moet nieuwe toezeggingen vastleggen op het gebied van ontoelaatbare manipulatieve gedragingen, die het volledige scala aan manipulatietechnieken bestrijken en doeltreffende tegenmaatregelen vergen. Via de toezeggingen moeten de ondertekenaars zich verplichten tot het aanpakken van voortschrijdende manipulatietechnieken, zoals hack-and-leak operaties, de overname van accounts, het opzetten van niet-authentieke groepen, impersonatie, deepfakes, de aankoop van valse overeenkomsten of schimmige betrokkenheid van influencers. Verder moeten de ondertekenaars krachtens de toezeggingen niet alleen hun relevante beleidsmaatregelen bekendmaken, maar ook uitgangspunten, doelstellingen en benchmarks voor maatregelen tegen ontoelaatbare manipulatieve gedragingen vastleggen. In de versterkte code moet rekening worden gehouden met de transparantieverplichtingen voor AI-systemen die inhoud genereren of manipuleren en met de lijst van manipulatieve praktijken die op grond van het wetsvoorstel inzake artificiële intelligentie verboden zijn 45 .

Toezeggingen aanpassen, samenwerking en transparantie

Om relevant en adequaat te blijven, moet de code een mechanisme omvatten waarmee de toezeggingen mettertijd kunnen worden aangepast aan het nieuwste bewijs van de gedragingen en TTP's van kwaadwillige partijen.

De ondertekenaars moeten zich ertoe verbinden communicatiekanalen tussen hun respectieve vertrouwens- en cyberbeveiligingsteams op te zetten. Via deze kanalen moet informatie betreffende beïnvloedingsoperaties en buitenlandse inmenging in de informatieruimte op de diensten van de ondertekenaars proactief kunnen worden uitgewisseld, om te voorkomen dat dergelijke campagnes ook op andere platforms verschijnen. De resultaten en de geleerde lessen moeten worden opgenomen in de jaarlijkse monitoringverslagen van de ondertekenaars, in de permanente taskforce 46 worden besproken en regelmatig in gemeenschappelijke gegevensformaten 47 beschikbaar worden gesteld.

De toezeggingen waarborgen dat alle beleidslijnen en maatregelen duidelijk aan de gebruikers worden meegedeeld, ook via het transparantiecentrum 48 . De ondertekenaars moeten zich er ook toe verbinden een intern klachtenafhandelingssysteem toe te passen op alle maatregelen tegen ontoelaatbare manipulatieve gedragingen, met inachtneming van de voorgestelde wet inzake digitale diensten 49 .

7Gebruikers weerbaar maken 

Gebruikers moeten weerbaarder worden om de impact van desinformatie te beperken. Een beter begrip van de werking van onlinediensten, en instrumenten die tot verantwoordelijker gedrag online aanzetten of gebruikers in staat stellen foute en/of misleidende inhoud op te merken en aan te geven, kunnen de verspreiding van desinformatie drastisch inperken. De toezeggingen op basis van de code op dit gebied moeten worden uitgebreid tot een breed scala van diensten, waaronder bijvoorbeeld toezeggingen op maat voor berichtendiensten. Daartoe moet ook een beroepsmogelijkheid horen tegen maatregelen die ondertekenaars hebben genomen naar aanleiding van gebruikersverslagen. De ondertekenaars moeten ook specifiek rekening houden met de situatie van kinderen die bijzonder kwetsbaar kunnen zijn voor desinformatie.

Toezegging voor maatregelen ter verbetering van de mediageletterdheid

Verscheidene ondertekenaars hebben inspanningen geleverd op het gebied van mediageletterdheid en gebruikers van de juiste instrumenten voorzien. Krachtens de versterkte code moeten de ondertekenaars zich ertoe verbinden om die inspanningen voort te zetten en, meer in het bijzonder, om de mediageletterdheidgemeenschap nauwer te betrekken bij het ontwerp en de uitvoering van instrumenten en de beoordeling van campagnes op het gebied van mediageletterdheid op hun diensten, mede ter bescherming van kinderen. Deze inspanningen kunnen, met het oog op synergie, tevens worden afgestemd op de initiatieven van de Commissie op het gebied van mediageletterdheid 50 , waaronder het nieuwe actieplan voor digitaal onderwijs (2021-2027) 51 . Daartoe kunnen de deskundigengroep voor mediageletterdheid van de Commissie 52  en EDMO ondersteuning bieden om een permanent kader voor discussie op te zetten.

Toezegging inzake “veilig ontwerpen”

Het ontwerp en de architectuur van onlinediensten hebben een aanzienlijke invloed op het gedrag van de gebruikers 53 . De ondertekenaars moeten daarom toezeggen om de risico's van hun systemen te beoordelen en de architectuur van hun diensten zo te ontwerpen dat de risico’s 54 in verband met de verspreiding en de versterking van desinformatie tot een minimum worden beperkt 55 . Dit kan het vooraf testen van de systeemarchitectuur omvatten. De ondertekenaars moeten ook investeren in onderzoek, en productkenmerken en -ontwerpen ontwikkelen die kritisch denken en een verantwoord en veilig gebruik van hun diensten stimuleren.

Onlineplatforms kunnen ook samenwerken met aanbieders van technologische oplossingen om oplossingen in hun diensten te integreren waarmee de authenticiteit en de juistheid of de herkomst of de bron van digitale inhoud kunnen worden gecontroleerd 56 .

De aanbieders van op AI gebaseerde onlinesystemen moeten ook rekening met het wetsvoorstel inzake artificiële intelligentie.

Aansprakelijkheid van aanbevelingssystemen

Doordat aanbevelingssystemen de volgorde bepalen waarin de informatie wordt aangeboden, beïnvloeden ze in aanzienlijke mate welke informatie daadwerkelijk door gebruikers wordt geraadpleegd. Het is van het allergrootste belang dat de ondertekenaars op basis van de versterkte code zich ertoe verbinden hun aanbevelingssystemen transparant te maken ten aanzien van de criteria die worden gebruikt om informatie meer of minder te prioriteren, en gebruikers de rankingalgoritmen te laten aanpassen, een en ander met inachtneming van het beginsel van mediavrijheid en het voorstel voor de wet inzake digitale diensten 57 .

De toezeggingen moeten ook concrete maatregelen omvatten ter beperking van de risico’s van aanbevelingssystemen die de virale verspreiding van desinformatie aanwakkeren, zoals de uitsluiting van de aanbevolen inhoud van foute en/of misleidende informatie als die door onafhankelijke factcheckers is ontkracht, en van webpagina’s en partijen die consequent desinformatie verspreiden.

Zichtbaarheid van betrouwbare informatie van algemeen belang

De COVID-19-pandemie heeft, met name in tijden van crisis, onderstreept hoe belangrijk het is om betrouwbare informatie van algemeen belang te bevorderen, zoals informatie van gezondheidsautoriteiten met betrekking tot maatregelen ter voorkoming van ziekten of de veiligheid van vaccins 58 . De ondertekenaars hebben verschillende oplossingen ingevoerd om gebruikers van dergelijke informatie te voorzien en die zichtbaar en gemakkelijk toegankelijk te maken. Op basis van die ervaring moeten de ondertekenaars van de versterkte code zich verbinden tot het verder ontwikkelen en toepassen van dergelijke specifieke instrumenten (bv. informatiepanels, banners, pop-ups, kaarten en prompts) die prioriteiten aanbrengen en gebruikers naar gezaghebbende bronnen over onderwerpen van bijzonder openbaar en maatschappelijk belang leiden, ook tijdens crisissituaties.

Om de toezegging 59 op basis van de bestaande code voor de prioritering van relevante, authentieke en gezaghebbende inhoud uit te breiden, moeten de ondertekenaars zich er ook toe verbinden om informatie over de methodologie van hun aanbevelingssystemen ter zake te publiceren. Deze informatie moet in het transparantiecentrum worden opgenomen. De ondertekenaars van de code moeten overwegen of die informatie door derden of door middel van een onafhankelijke audit kan worden geverifieerd, met inachtneming van de voorgestelde wet inzake digitale diensten.

Waarschuwingen voor gebruikers die met foute of misleidende inhoud in aanraking komen of zijn gekomen

Het ontkrachten van foute en/of misleidende informatie is van cruciaal belang om desinformatie tegen te gaan 60 . Verscheidene ondertekenaars werken samen met onafhankelijke factcheckers en/of hebben interne moderatorteams opgezet om foute of misleidende inhoud te labelen. De code bevat momenteel echter geen toezeggingen op dit gebied. Dienovereenkomstig — in aanvulling op nieuwe toezeggingen voor de consequente toepassing van factchecking, zoals vermeld in deel 8.3 hieronder — moeten de ondertekenaars zich ertoe verbinden voor alle EU-talen waarin zij hun diensten aanbieden, systemen te voorzien voor de regelmatige en consistente labeling van als fout of misleidend aangemerkte inhoud en voor het waarschuwen van gebruikers die met dergelijke inhoud in aanraking zijn geweest. De ondertekenaars moeten zich ertoe verbinden de gebruikers te informeren waarom bepaalde inhoud of accounts zijn gelabeld, lager zijn gezet of anderszins door maatregelen zijn getroffen, en over de grondslag voor dergelijk optreden. De ondertekenaars moeten zich ertoe verbinden hun labeling- en waarschuwingssystemen te ontwerpen overeenkomstig actuele wetenschappelijke gegevens over de wijze waarop het effect van dergelijke interventies kan worden gemaximaliseerd, en om de aandacht van de gebruikers te trekken 61 .

Functionaliteit om schadelijke foute informatie te markeren

Hoewel sommige ondertekenaars al een speciale functie voor gebruikers hebben om foute en/of misleidende informatie te markeren, is deze functie nog niet op alle diensten beschikbaar. De versterkte code moet een specifieke toezegging bevatten op grond waarvan de ondertekenaars gebruiksvriendelijke en doeltreffende procedures op hun diensten aanbieden, zodat gebruikers desinformatie kunnen markeren die tot publieke of individuele schade kan leiden. Deze functionaliteit moet ook labelingsystemen en -mechanismen ondersteunen om te helpen bij het opsporen van terugkerende foute informatie die eerder in andere talen of op andere diensten als fout is aangemerkt, met volledige eerbiediging van de vrijheid van meningsuiting. In de toezegging moet worden gespecificeerd dat de functionaliteit passend tegen misbruik moet worden beschermd (d.w.z. de tactiek van overvloedige markering om anderen te overstemmen), en beschikbaar moet zijn in alle talen van de EU-lidstaten waar hun diensten worden aangeboden. De maatregelen van de ondertekenaars tegen gemarkeerde inhoud moeten de vrijheid van meningsuiting respecteren en mogen niet onevenredig zijn. Maatregelen op dit gebied kunnen bestaan uit het toepassen van een transparante factchecking op de gemarkeerde inhoud, met vervolgmaatregelen, zoals het labelen van de inhoud, indien van toepassing. De ondertekenaars moeten zich ertoe verbinden de gebruikers vervolginformatie over de gerapporteerde inhoud te verstrekken, bijvoorbeeld of de inhoud is herzien en, zo ja, de resultaten van die beoordeling en eventuele maatregelen met betrekking tot de inhoud. Gebruikers wier inhoud of accounts door dergelijke maatregelen zijn getroffen, moeten eveneens worden geïnformeerd over de motivering van de maatregelen en toegang hebben tot een passende en transparante mogelijkheid voor beroep en schadevergoeding tegen de toegepaste maatregelen.

Beschikbaarheid van indicatoren voor geïnformeerd online surfen

Het is niet de bedoeling van de versterkte code om de waarheidsgetrouwheid van redactionele inhoud te beoordelen. Gezien de overvloed aan online beschikbare informatie is het voor gebruikers echter moeilijk om te bepalen welke informatiebronnen ze kunnen raadplegen en vertrouwen. Indicatoren van betrouwbaarheid die de integriteit van de bron benadrukken en door onafhankelijke derden zijn ontwikkeld, in samenwerking met de nieuwsmedia, zoals journalisten- en mediavrijheidsorganisaties en factcheckers, kunnen gebruikers helpen geïnformeerde keuzen te maken 62 .

De ondertekenaars kunnen de toegang tot dergelijke indicatoren faciliteren, en gebruikers de keuze bieden om ze op hun diensten te gebruiken. In dat geval moet de versterkte code waarborgen dat de ondertekenaars transparantie bieden met betrekking tot dergelijke indicatoren van derden, inclusief hun methodologie.

De uitvoering van die betrouwbaarheidsindicatoren moet volledig in overeenstemming zijn met de beginselen van mediavrijheid en pluralisme. Daarom moet het aan de gebruikers worden overgelaten of ze die instrumenten willen gebruiken 63 .

Maatregelen tegen desinformatie op berichtenapps

Naast recente initiatieven die samen met factcheckers zijn ontwikkeld 64 , moeten ondertekenaars die apps voor het verzenden en ontvangen van privéberichten aanbieden, technische functies testen en invoeren om gebruikers te helpen bij het aanduiden van desinformatie die via dergelijke diensten wordt verspreid. Dergelijke oplossingen moeten verenigbaar zijn met de aard van die diensten, en met name met het recht op privécommunicatie, zonder de versleuteling te verzwakken. Die functies kunnen gebruikers bijvoorbeeld helpen om na te gaan of bepaalde inhoud die zij ontvangen, door factcheckers als fout is gelabeld. Dat kan bijvoorbeeld worden bereikt door middel van oplossingen die labels voor factchecking zichtbaar maken wanneer inhoud van sociale media via een berichtenapp wordt verspreid. De ondertekenaars kunnen ook oplossingen voorstellen die gebruikers in staat stellen om inhoud die zij via een berichtenapp hebben ontvangen, te controleren aan de hand van een factcheckregister.

8De onderzoeks- en factcheckgemeenschap mondiger maken 

Vanwege hun belangrijke bijdrage aan een doeltreffende strategie ter bestrijding van desinformatie moet de versterkte code aan de onderzoeks- en factcheckgemeenschap een robuust toegangskader bieden tot de gegevens van platforms, en passende ondersteuning van hun activiteiten.

Toegang tot gegevens van ondertekenaars voor onderzoek naar desinformatie

Doordat ze empirisch onderbouwde analyses bieden, zijn onderzoekers van essentieel belang voor een goed begrip van de evolutie van de risico’s in verband met desinformatie 65 en kunnen zij bijdragen tot de ontwikkeling van risicobeperkende mechanismen. Voor dit werk is toegang tot de gegevens van platforms hoogst noodzakelijk. In de voorgestelde wet inzake digitale diensten wordt een regelgevingsmechanisme voorzien voor erkende onderzoekers met toegang tot de gegevens voor onderzoek naar de risico's die samenhangen met de diensten van de platforms 66 . De versterkte code moet een kader scheppen dat onderzoekers reeds in de tussenperiode voor de vaststelling van de wet inzake digitale diensten de nodige toegang tot de platformgegevens biedt, en op de lange termijn de ontwikkeling van een specifiek kader voor gegevenstoegang op maat voor onderzoek naar desinformatie bevordert.

8.1.1Algemeen kader voor toegang tot gegevens 

Voor de versterkte code moeten de relevante ondertekenaars, met name platforms, zich ertoe verbinden samen een robuust toegangskader tot gegevens voor onderzoeksdoeleinden te scheppen. De toegangsvoorwaarden moeten transparant, open en niet-discriminerend, evenredig en gerechtvaardigd zijn. Wanneer het persoonsgegevens betreft, moeten de voorwaarden conform de AVG zijn. In het algemeen moeten de toegangsvoorwaarden voor alle gegevens het recht op particuliere communicatie eerbiedigen en de rechten en rechtmatige belangen van alle betrokken partijen passend beschermen.

De ondertekenaars moeten het kader ontwikkelen in samenwerking met de onderzoeksgemeenschap, EDMO en de betrokken nationale instanties. Toezeggingen moeten een gedetailleerd tijdschema voor de verwachte vooruitgang bij het ontwerp en de uitvoering van het kader bevatten.

Het kader moet voorzien in verschillende regelingen voor toegang tot gegevens, met passende waarborgen voor i) geanonimiseerde en niet-persoonsgebonden gegevens, en voor ii) gegevens die nader moeten worden onderzocht, waaronder persoonsgegevens. Het kader moet voorzien in de mogelijkheid van realtimetoegang tot bepaalde soorten gegevens, om opkomende risico's meteen te kunnen beoordelen en passende tegenmaatregelen te treffen.

Zolang het kader in ontwikkeling is, moeten de ondertekenaars tijdelijke oplossingen beproeven. Zo kan via een “sandbox” toegang worden gegeven tot relevante platformgegevens voor onderzoek naar specifieke onderwerpen voor een beperkt aantal onderzoekers die over het ontwerp van het kader adviseren en operationele oplossingen voor bredere toegang over verschillende platforms testen.

8.1.2Toegang tot geanonimiseerde en niet-persoonsgebonden gegevens

De versterkte code moet ook een toezegging bevatten om, waar mogelijk, voortdurend realtime stabiele en geharmoniseerde toegang te bieden tot geanonimiseerde, geaggregeerde of anderszins niet-persoonsgebonden gegevens voor onderzoeksdoeleinden via API’s of andere open en toegankelijke technische oplossingen die een volledige benutting van de datasets mogelijk maken.

De toegang tot gegevens moet het doorzoeken en analyseren van gegevens vereenvoudigen. De betreffende ondertekenaars moeten ervoor zorgen dat de functionaliteiten van toegangssystemen aan de behoeften van de onderzoekers beantwoorden en interoperabel zijn. De toezeggingen moeten voorzien in procedures voor het rapporteren van storingen in toegangssystemen en voor het herstel van de toegang en van defecte functionaliteiten binnen een redelijke termijn.

8.1.3Toegang tot gegevens die nader moeten worden onderzocht, waaronder persoonsgegevens

Voor gegevens die persoonlijke en gevoelige informatie kunnen blootleggen 67 , zijn extra veiligheidswaarborgen vereist. Vertrouwelijke informatie, met name bedrijfsgeheimen of gegevens die verband houden met de veiligheid van de diensten van de platforms, verdient eveneens passende bescherming. Tegelijkertijd moeten universitaire onderzoekers via het toegangskader voor gegevens ten minste toegang hebben tot de nodige datasets om de voor desinformatie kenmerkende bronnen, tendensen, methoden en verspreidingspatronen te begrijpen.

Daartoe moet de code voorzien in een transparante procedure met alle belanghebbenden, met name de platforms en de onderzoeksgemeenschap, om de toepasselijke voorwaarden voor de toegang tot die datasets te bepalen. Die voorwaarden moeten in beginsel gestandaardiseerd en uniform zijn voor alle platforms. De procedure moet regels bevatten voor onder meer i) de minimumnormen en -kwalificaties van onderzoekers voor wie de toegang bedoeld is, ii) de minimale categorieën ter beschikking te stellen gegevens, iii) de technische en organisatorische beveiligingsvoorschriften bij de verwerking van die gegevens, waaronder doelbinding en gegevensminimalisatie, en iv) inzake gepseudonimiseerde gegevens, de nodige maatregelen ter voorkoming van herleiding 68 .

8.1.4Rol van EDMO

Vanwege zijn onafhankelijkheid en zijn coördinerende functies kan EDMO ondersteuning bieden op het gebied van toegang tot gegevens, zoals, onder andere, de categorieën gegevens die openbaar worden gemaakt, de doelen waarvoor gegevens mogen worden verwerkt, en passende beveiligingsmaatregelen voor de verwerking van persoonsgegevens en ter voorkoming van de herleiding van geanonimiseerde gegevens.

Er wordt, ondersteund door EDMO, gewerkt aan een verkenning van de mogelijkheden van een gedragscode overeenkomstig artikel 40 van de AVG, die gericht is op de juiste toepassing van privacy en gegevensbeschermingsvereisten bij het delen van persoonsgegevens met onderzoekers door platforms. De AVG bevat algemene voorwaarden voor de verwerking van persoonsgegevens, ook in de vorm van het delen van persoonsgegevens met onderzoekers door platforms. Een dergelijke gedragscode zou de rechtsonzekerheid en risico’s voor toegangverlenende platforms verkleinen en een veilige en geharmoniseerde omgeving voor de verwerking van persoonsgegevens voor onderzoeksdoeleinden waarborgen 69 . De versterkte code moet de ondertekenaars ertoe verbinden om de ontwikkeling van een gedragscode in de zin van artikel 40 van de AVG, voor zover nodig, te faciliteren.

8.1.5Toegang tot gegevens voor andere belanghebbenden

Andere belanghebbenden, zoals maatschappelijke organisaties, niet-academische onderzoekscentra en onderzoeksjournalisten, spelen ook een belangrijke rol bij het opsporen en analyseren van desinformatiecampagnes, het formuleren van beleidsreacties en het bevorderen van bewustmaking van het publiek en sociale veerkracht. De ondertekenaars van de code moeten, zeker in lidstaten waar onvoldoende academische capaciteit is, een voldoende mate van toegang voor deze belanghebbenden mogelijk maken, overeenkomstig de privacy-eisen en op voorwaarde van versterkte controle tegen misbruik van persoonsgegevens en het herleiden van gepseudonimiseerde gegevens. 

Samenwerkingskader tussen ondertekenaars en onderzoekers

Ter bevordering van een mondigere en grotere multidisciplinaire gemeenschap van onafhankelijke onderzoekers moet de code een kader opzetten voor transparante, open en niet-discriminerende samenwerking tussen de ondertekenaars en de onderzoeksgemeenschap van de EU met betrekking tot middelen en steun voor de onderzoekers. Op grond van dit kader moet de onderzoeksgemeenschap de door de ondertekenaars ter beschikking gestelde fondsen voor onderzoek naar desinformatie onafhankelijk kunnen gebruiken en wetenschappelijke prioriteiten en transparante toewijzingsprocedures op basis van wetenschappelijke verdienste kunnen vaststellen. In dit verband zou EDMO kunnen helpen bij de toewijzing van die middelen.

Samenwerking met factcheckers

Factcheckers spelen een belangrijke rol bij de aanpak van desinformatie 70 . Zij beoordelen en controleren inhoud op basis van feiten, bewijsmateriaal en contextuele informatie en vergroten het bewustzijn van gebruikers over online desinformatie. De versterkte code moet voorzien in meer steun voor hun werkzaamheden en in een uitbreiding van de dekking van factcheckactiviteiten in de lidstaten en de talen van de EU.

8.1.6Vormen van samenwerking 

Vanwege de aanzienlijke lacunes en de ongelijke toepassing van factcheckactiviteiten tussen diensten en de lidstaten 71 moeten de ondertekenaars zich ertoe verbinden concrete stappen te zetten, met heldere doelen en tijdschema’s, om hun samenwerking met factcheckers uit te breiden met het oog op een consistente toepassing van factchecking in hun diensten. De inspanningen moeten met name gericht zijn op die lidstaten en talen waar nog geen factchecks plaatsvinden  72 .

Dit kan worden bereikt door multilaterale overeenkomsten tussen platforms en onafhankelijke factcheckorganisaties die aan hoge ethische en professionele normen voldoen. Die overeenkomsten moeten op transparante, open en niet-discriminerende voorwaarden gebaseerd zijn en de onafhankelijkheid van de factcheckers waarborgen. De overeenkomsten moeten een billijke vergoeding voor factcheckers bevatten voor hun werkzaamheden die door de platforms worden gebruikt, grensoverschrijdende samenwerking tussen factcheckers bevorderen en de uitwisseling van factchecks tussen de diensten van de ondertekenaars vergemakkelijken.

Met het oog op zijn rol bij de bevordering van gemeenschappelijke factcheckactiviteiten is EDMO goed gesitueerd om platforms en factcheckers te ondersteunen bij de ontwikkeling van een samenwerkingskader, inclusief het opzetten van een gemeenschappelijke interface voor factcheckers, de uitwisseling van informatie tussen factcheckers en de bevordering van grensoverschrijdende samenwerking 73 . 

8.1.7Gebruik en integratie van factchecking in de diensten van de ondertekenaars

De versterkte code moet toezeggingen bevatten die een consistenter gebruik en de integratie van het werk van factcheckers in de diensten van platforms vereisen, met inbegrip van systemen voor programmatische reclame en video-inhoud. Platforms moeten zich ertoe verbinden mechanismen toe te passen die het mogelijk maken om factchecks na kennisgeving door factcheckers snel en consequent in hun diensten op te nemen, inclusief snelle en efficiënte labeling. Relevante ondertekenaars moeten het opzetten van een gemeenschappelijk, door factcheckers geproduceerd register van gecontroleerde artikelen (factchecks) faciliteren en technologische oplossingen onderzoeken met het oog op het efficiënte gebruik daarvan in verschillende platforms en talen, om te voorkomen dat door factcheckers ontkrachte desinformatie op andere platforms verschijnt 74 .

8.1.8Toegang van factcheckers tot relevante informatie 

Om de kwaliteit en de impact van factchecks te maximaliseren, moeten de ondertekenaars van platforms zich krachtens de versterkte code ertoe verbinden om factcheckers geautomatiseerde toegang tot informatie te verstrekken over de maatregelen die zij hebben getroffen met betrekking tot gecontroleerde inhoud en factchecks. De informatie moet aantallen en omvang vermelden van i) gebruikerinteracties gedurende zekere tijd (bv. het aantal raadplegingen, likes, gedeelde inhoud, commentaren voor en na de factcheck) 75 met inhoud die is gecontroleerd, en ii) het bereik van de factcheck gedurende zekere tijd in de online diensten waar ze waren gepubliceerd. Platforms en factcheckers moeten overeenstemming bereiken over een gemeenschappelijke interface voor factchecking om voor eenheid te zorgen in de manier waarop de platforms het werk van factcheckers gebruiken, vergoeden en van commentaar voorzien. Bovendien moet de code voorzien in een regelmatige uitwisseling van informatie tussen de relevante ondertekenaars van de code en de factcheckgemeenschap, gericht op een verdere versterking van de samenwerking.

9Monitoring van de code 

De versterkte code moet worden aangevuld met een robuust monitoringsysteem, op basis van de ervaringen van de Commissie tot nu toe met de monitoring van de code, inclusief het COVID-19-programma. Het verbeterde monitoringsysteem moet voorzien in een regelmatige beoordeling van de nakoming door de ondertekenaars van de toezeggingen op basis van de code, aanzetten tot verbeteringen in hun beleid en maatregelen, en de beoordeling van de doeltreffendheid van de code als instrument voor de bestrijding van desinformatie mogelijk maken. Het verbeterde monitoringsysteem moet de verantwoordingsplicht van onlineplatforms in de tussenperiode voor de vaststelling van de wet inzake digitale diensten aanscherpen, en een kader bieden voor onder meer een gestructureerde dialoog met zeer grote platforms over de ontwikkeling en de uitvoering van risicobeperkende en risicobeoordelingsmaatregelen, in afwachting van de wettelijke verplichtingen ter zake in de voorgestelde wet inzake digitale diensten.

In het licht van die doelstellingen moeten de bestaande toezeggingen op basis van de code worden versterkt en uitgebreid om een robuust kader op te zetten waarin de hieronder beschreven essentiële elementen zijn geïntegreerd. De versterkte code moet in het bijzonder waarborgen dat de ondertekenaars de informatie en gegevens voor de monitoring in gestandaardiseerde formaten en tijdig verstrekken, met uitsplitsingen per lidstaat.

Kernprestatie-indicatoren

De monitoring van de code moet zijn geschraagd op KPI’s die de uitvoering en de doeltreffendheid van de toezeggingen op basis van de code en de impact van de code op desinformatie kunnen meten. Daartoe zijn twee klassen van KPI’s van belang: i) indicatoren op dienstverleningsniveau, die de resultaten en het effect van de door de ondertekenaars bij de uitvoering van hun toezeggingen op basis van de code uitgevoerde maatregelen meten, en ii) structurele indicatoren die het algemene effect van de code op desinformatie in de EU meten.

9.1.1Indicatoren op dienstverleningsniveau

Krachtens de herziene code moeten de ondertekenaars zich ertoe verbinden concrete indicatoren op dienstverleningsniveau op te stellen. Indicatoren op dienstverleningsniveau moeten de uitvoering van de toezeggingen op basis van de code en het effect van de maatregelen van de ondertekenaars doeltreffend meten. De indicatoren moeten flexibel genoeg zijn om de uiteenlopende aard van de diensten van de ondertekenaars in aanmerking te nemen, maar tegelijkertijd een consistente verslaglegging en vergelijkingen van de verschillende diensten mogelijk maken.

Krachtens de versterkte code moeten de ondertekenaars een minimum aan kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren aanduiden, daarover rapporteren en zich daaraan verbinden, ter beoordeling van, onder meer:

·de gevolgen van de instrumenten en functionaliteiten die zijn ingevoerd om het bewustzijn van de gebruikers te vergroten en hen weerbaarder te maken, inclusief de interacties van de gebruikers met die instrumenten en functionaliteiten 76 ;

·de gevolgen van de instrumenten en functionaliteiten die betrouwbare informatie van algemeen belang tonen of zichtbaarder maken, inclusief de interacties van de gebruikers met die instrumenten en functionaliteiten 77 ;

·het aantal factchecks, het percentage gecontroleerde inhoud ten opzichte van door gebruikers gemarkeerde inhoud, en de financiering van factchecking;

·de invloed van factchecking en de interactie van gebruikers met informatie die na controle als fout of misleidend is aangemerkt 78 ;

·het aantal aangetekende beroepen met betrekking tot door platforms getroffen maatregelen wegens aanmerking als desinformatie, en informatie over de uitkomst daarvan;

·het aantal pagina’s, accounts, profielen en groepen die desinformatie delen in verhouding tot maatregelen ter vermindering van de zichtbaarheid ervan 79 en de hoeveelheid dergelijke gedeelde inhoud;

·het effect van aangeduide ontoelaatbare manipulatieve gedragingen, zoals het aantal gevallen dat inhoud of accounts zijn verwijderd of lager zijn geplaatst 80 ;

·het aantal partnerschappen tussen de ondertekenaars van de code uit de reclamesector en derden die de kwaliteit van de informatiebronnen beoordelen;

·het effect van maatregelen om het plaatsen van advertenties te onderzoeken 81 ;

·de hoeveelheid en het niveau van detail van de voor onderzoeksdoeleinden beschikbaar gestelde gegevens en het aantal Europese onderzoeksorganisaties die toegang hebben tot de gegevens van platforms;

·de hoeveelheid middelen die de ondertekenaars voor onderzoek naar desinformatie beschikbaar hebben gesteld en het aantal Europese onderzoeksorganisaties dat toegang heeft tot die middelen;

·informatie over het personeel dat betrokken is bij de naleving van de toezeggingen op basis van de code 82 . 

9.1.2Structurele indicatoren

De ondertekenaars van de code moeten zich er ook toe verbinden om bij te dragen tot de ontwikkeling van structurele indicatoren die het algemene effect van de code op desinformatie meten. Zoals hierboven beschreven, moeten de ondertekenaars een permanente taskforce opzetten die onder meer tot taak heeft structurele indicatoren te ontwikkelen, te testen en aan te passen.

Structurele indicatoren zouden bijvoorbeeld gebaseerd kunnen zijn op representatieve steekproeven van gebruikers uit verschillende lidstaten om de prevalentie van hardnekkige verspreiders van desinformatie 83 in de online mediaberichten die Europese burgers tot zich nemen, te meten 84 . Die indicatoren kunnen de betrokkenheid van het publiek bij informatiebronnen meten, en regelmatige gestandaardiseerde enquêtes omvatten om de blootstelling van burgers aan desinformatie te beoordelen.

Terwijl ze werken aan de ontwikkeling van een stabiele reeks doeltreffende structurele indicatoren, moeten de ondertekenaars en belanghebbenden overeenstemming bereiken over een minimale levensvatbare reeks structurele indicatoren die snel kunnen worden ingevoerd en getest.

Toezichtskader

Het monitoringsysteem moet voorzien in een regelmatige beoordeling van de nakoming van de toezeggingen op basis van de code door de ondertekenaars, inclusief wijzigingen in en vooruitgang bij relevante beleidsmaatregelen. Daartoe moeten de ondertekenaars regelmatig verslag uitbrengen bij de Commissie over de uitvoering van hun toezeggingen, inclusief relevante KPI’s.

Na de positieve ervaringen met de monitoringprogramma’s tijdens de verkiezingen in de EU in 2019 85 en de COVID-19-pandemie vertrouwt de Commissie op de steun van de Europese Groep van regulerende instanties voor audiovisuele mediadiensten (ERGA) om de uitvoering van de code op het niveau van de lidstaten te monitoren. EDMO en de hubs daarvan moeten de Commissie ook ondersteunen bij het analyseren van de door de ondertekenaars verstrekte informatie en gegevens, en bij het beoordelen van de impact van de code op nationaal en EU-niveau.

Op basis van het deskundige advies en de ondersteuning van ERGA en EDMO zal de Commissie regelmatig de vooruitgang bij de uitvoering van de code en het effect van de code op desinformatie beoordelen, en haar conclusies publiceren. De Commissie kan ook nadere richtsnoeren verstrekken over de manier waarop de ondertekenaars de resterende tekortkomingen en lacunes in de code moeten aanpakken.

9.1.3Periodieke rapportage

Bij verslagleggingsverplichtingen op basis van de versterkte code moet rekening worden gehouden met de omvang van de ondertekenaars en het soort diensten dat ze aanbieden. Aanbieders van onlinediensten die op grote schaal op EU-niveau worden gebruikt en hogere risicoprofielen hebben wat de verspreiding van desinformatie betreft, moeten om de zes maanden verslag uitbrengen over de uitvoering van de toezeggingen die ze zijn aangegaan, en overeenkomstige indicatoren op dienstverleningsniveau leveren. Ze moeten ook jaarlijks de risico’s in verband met desinformatie in kaart brengen. Andere ondertekenaars van de code moeten jaarlijks verslag uitbrengen en gegevens over hun activiteiten verstrekken. Ondertekenaars die instrumenten ter bestrijding van desinformatie leveren, of die met hun ervaring steun verlenen aan de code, moeten ook jaarlijks verslag uitbrengen over hun activiteiten en bevindingen die van belang zijn voor de uitvoering en de doeltreffendheid van de code. De rapportage moet worden uitgevoerd volgens een vastgesteld schema dat dekkingsperioden en indieningstermijnen omvat. De gegevens voor de KPI’s moeten uitsplitsingen op het niveau van de lidstaten bevatten.

De rapportage moet gebaseerd zijn op een geharmoniseerd model waarmee zoveel mogelijk platformoverschrijdende vergelijkingen kunnen worden gemaakt. Bovendien moeten de ondertekenaars overeenstemming bereiken over controleerbare standaardformaten om de gegevens met betrekking tot de KPI’s te verstrekken. Deze formaten moeten samen met belanghebbenden uit de permanente taskforce worden ontwikkeld en aan de normen en de methoden van de onderzoeks- en factcheckgemeenschap voldoen. Op termijn moet het mogelijk worden een door het transparantiecentrum beschikbaar gesteld openbaar dashboard via die formaten continu te actualiseren.

9.1.4Transparantiecentrum

Met het oog op grotere transparantie en verantwoordingsplicht inzake de uitvoering van de code, moeten de ondertekenaars zich ertoe verbinden een openbaar toegankelijk transparantiecentrum op te zetten en te onderhouden. De ondertekenaars moeten in het transparantiecentrum aangeven welke specifieke maatregelen zij hebben getroffen om al hun aangegane toezeggingen op basis van de code uit te voeren, en basisinformatie verstrekken over de manier waarop die beleidsmaatregelen worden gehandhaafd, inclusief de geografische en de talendekking. Het transparantiecentrum moet ook een openbaar dashboard met relevante KPI’s tonen. Het moet in het bijzonder worden opgezet om vergelijkingen tussen de voortgang van de ondertekenaars bij de uitvoering van de toezeggingen op basis van de code en het behalen van meetbare effecten bij de bestrijding van desinformatie mogelijk te maken. De ondertekenaars moeten zich ertoe verbinden het transparantiecentrum regelmatig te actualiseren en eventuele wijzigingen in het beleid uiterlijk 30 dagen nadat een wijziging is aangekondigd of uitgevoerd, bekend te maken.

9.1.5Permanente taskforce

Krachtens de versterkte code moet een permanente taskforce worden opgericht om de code bij te werken en aan te passen in het licht van technologische, maatschappelijke, wetgevende en marktontwikkelingen. De taskforce moet de ondertekenaars van de code en vertegenwoordigers van EDMO en ERGA omvatten, en kan deskundigen uitnodigen om zijn werkzaamheden te ondersteunen. De taskforce moet worden voorgezeten door de Commissie en ook vertegenwoordigers van de Europese Dienst voor extern optreden bevatten. Overeenkomstig het algemene doel om input voor de herziening en de aanpassing van de code te leveren, moeten de activiteiten van de taskforce onder meer de onderstaande elementen omvatten:

·het opzetten van een risicobeoordelingsmethode en een systeem voor snelle respons voor bijzondere situaties zoals verkiezingen of crises;

·herziening van de kwaliteit en doeltreffendheid van het geharmoniseerde verslagleggingsmodel, en van de formaten en methoden voor de openbaarmaking van gegevens voor monitoringsdoeleinden;

·optimaliseren van de kwaliteit en accuratesse van gegevens om de indicatoren te meten;

·bijdragen tot de beoordeling van de kwaliteit en de doeltreffendheid van indicatoren op dienstverleningsniveau en de aanpassing ervan;

·ontwikkelen, testen en aanpassen van structurele indicatoren, en van mechanismen om die op het niveau van de lidstaten te meten;

·levering van deskundig advies en voor de toezeggingen van de code relevant bijgewerkt bewijs, waaronder nieuwe vormen van onauthentieke gedragingen.

10Conclusies en volgende stappen

In deze richtsnoeren zijn de belangrijke elementen uiteengezet die de Commissie nodig acht om de code om te vormen tot een sterker instrument om desinformatie aan te pakken en een veiligere en transparantere online-omgeving tot stand te brengen.

De Commissie roept de ondertekenaars van de code op om samen te komen en de code te versterken, conform deze richtsnoeren. De Commissie verzoekt de ondertekenaars in het najaar een eerste ontwerp van de herziene code in te dienen, zodat een behoorlijke bespreking kan plaatsvinden. Zij nodigt ook potentiële nieuwe ondertekenaars uit om zich bij de code aan te sluiten en deel te nemen aan de herziening ervan, zoals gevestigde en opkomende platforms, bedrijven en andere deelnemers in de onlinereclamesector en andere belanghebbenden die middelen of deskundigheid kunnen leveren om de code doeltreffend te laten werken.

Aangezien desinformatie geen grenzen kent en om de werkelijke impact van de praktijkcode te versterken, zouden acties in de Europese buurlanden, zoals samenwerking met maatschappelijke organisaties en mediaprofessionals, en initiatieven op het gebied van mediageletterdheid, ook nuttig zijn.

(1)

Gezamenlijke mededeling Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie, JOIN(2020) 8 final.

(2)

In het actieplan tegen desinformatie (JOIN (2018) 36 final), hebben de Europese Commissie en de hoge vertegenwoordiger een alomvattende strategie uiteengezet om desinformatie in de EU tegen te gaan.

(3)

De algemene voorwaarden van de onlineplatforms kunnen betrekking hebben op inhoud die schadelijk maar niet illegaal is, maar als desinformatie illegale inhoud vormt (bv. haatzaaiende uitlatingen of terroristische inhoud), gelden de toepasselijke wettelijke maatregelen.

(4)

  https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/code-practice-disinformation

(5)

SWD (2020) 180 final.

(6)

COM (2020) 790 final.

(7)

Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten (wet inzake digitale diensten) en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (COM(2020) 825 final). Verwijzingen naar de wet inzake digitale diensten in dit stuk hebben betrekking op de door de Commissie voorgestelde tekst.

(8)

In de wet inzake digitale diensten worden zeer grote onlineplatforms in artikel 25 gedefinieerd als onlineplatforms die hun diensten aanbieden aan een gemiddeld aantal maandelijks actieve afnemers van de dienst in de EU dat overeenkomt met 10 % van de bevolking van de Unie.

(9)

 Beoordeling door de Commissie van september 2020 (SWD (2020) 180 final).

(10)

 Verslag over de verkiezingen voor het Europees Parlement van 2019 (SWD (2020) 113 final) https://ec.europa.eu/info/files/com_2020_252_en.pdf_en

(11)

  https://www.consilium.europa.eu/media/47296/1011-12-20-euco-conclusions-en.pdf  

(12)

Een samenvatting van de debatten met belanghebbenden is te vinden op: https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/library/summary-multi-stakeholder-discussions-preparation-guidance-strengthen-code-practice-disinformation  

(13)

Er is bewijs dat de opbrengsten van onlinereclame nog steeds aanzienlijk bijdragen tot het te gelde maken van desinformatiewebsites, zoals reclame van grote merken die onbewust naast desinformatie wordt geplaatst (bv. verslag van de Global Disinformation Index https://disinformationindex.org/2020/03/why-is-ad-tech-giving-millions-to-eu-disinformation-sites/ en het Avaaz-verslag https://secure.avaaz.org/campaign/en/youtube_climate_misinformation/ ).

(14)

In de zin van artikel 25 van de door de Commissie voorgestelde wet inzake digitale diensten. Voor de definitie, zie voetnoot 8.

(15)

 Gezamenlijke mededeling “Desinformatie in verband met COVID-19 aanpakken: feiten onderscheiden van fictie”, JOIN(2020) 8 final.

(16)

Zoals in de mededeling van juni 2020 is bepaald, staat de Europese Groep van regulerende instanties voor audiovisuele mediadiensten de Commissie bij in het kader van het COVID-19-monitoringprogramma.

(17)

Onderzoek van het GDI in januari en februari 2021 in Frankrijk, Duitsland, Italië en Spanje heeft uitgewezen dat de meeste advertentietechnologiebedrijven geen specifiek beleid inzake de inhoud van COVID-19-desinformatie hebben, of dat dit beleid wordt geschonden en dat ze publiekelijk als verspreiders van desinformatie aangemerkte nieuwssites blijven financieren: https://disinformationindex.org/2021/02/ad-funded-covid-19-conspiracy-sites-a-look-at-the-eu/ Uit onderzoek van Avaaz in augustus 2020 is gebleken dat de inhoud van de top 10 van websites die onjuiste informatie over gezondheid verspreidden, op Facebook naar schatting bijna vier keer zoveel views had als gelijkwaardige inhoud van de websites van tien toonaangevende gezondheidsinstellingen: https://secure.avaaz.org/campaign/en/facebook_threat_health/

(18)

EDAP definieert onjuiste informatie als volgt: “onjuiste informatie is foutieve of misleidende inhoud die zonder kwade bedoelingen wordt gedeeld, hoewel de gevolgen nog steeds schadelijk kunnen zijn, bijvoorbeeld wanneer mensen te goeder trouw foute informatie delen met vrienden en familie”.

(19)

EDAP definieert desinformatie als volgt: “desinformatie is foute of misleidende inhoud die wordt verspreid met de bedoeling te bedriegen of economisch of politiek gewin te verkrijgen en die publieke schade kan berokkenen”.

(20)

Waar van toepassing, wordt in de richtsnoeren een onderscheid gemaakt tussen de verschillende subcategorieën.

(21)

Volgens de definitie van EDAP: “informatie-beïnvloedingsoperatie verwijst naar gecoördineerde inspanningen van binnenlandse of buitenlandse actoren om een doelgroep te beïnvloeden met behulp van een reeks bedrieglijke middelen, waaronder het onderdrukken van onafhankelijke informatiebronnen in combinatie met desinformatie”.

(22)

Volgens de definitie van EDAP: “buitenlandse inmenging in de informatieruimte, die vaak wordt uitgevoerd in het kader van een bredere hybride operatie, kan worden opgevat als dwingende en bedrieglijke inspanningen om de vrije vorming en uiting van de politieke wil van individuen door een buitenlandse overheidsactor of zijn agenten te verstoren”.

(23)

“Stop the virus of disinformation”, Interregionaal criminologisch en gerechtelijk onderzoeksinstituut van de Verenigde Naties (UNICRI), http://www.unicri.it/sites/default/files/2020-11/SM%20misuse.pdf  

(24)

“Hoe COVID-19-complotdenkers en extremisten crowdfundingplatforms gebruiken om hun activiteiten te financieren”, EUDisinfoLab https://www.disinfo.eu/publications/how-covid-19-conspiracists-and-extremists-use-crowdfunding-platforms-to-fund-their-activities/  

(25)

  https://edmo.eu/  

(26)

JOIN (2018) 36 final.

(27)

Er is bewijs dat de opbrengsten van onlinereclame nog steeds aanzienlijk bijdragen tot het te gelde maken van desinformatiewebsites, zoals reclame van grote merken die onbewust naast desinformatie wordt geplaatst. De Global Disinformation Index schat dat ongeveer 76 miljoen dollar per jaar aan reclame-inkomsten naar tegen Europa gerichte desinformatiewebsites gaat, https://disinformationindex.org/2020/03/why-is-ad-tech-giving-millions-to-eu-disinformation-sites/

(28)

Een beperkt aantal advertentietechnologiebedrijven heeft al dergelijk beleid aangenomen.

(29)

Zie bijvoorbeeld het Avaaz-verslag over 2020,  Why is YouTube Broadcasting Climate Misinformation to Millions?’ : https://secure.avaaz.org/campaign/en/youtube_climate_misinformation/

(30)

De in juni 2019 onder toezicht van de World Federation of Advertisers (WFA) gelanceerde Global Alliance for Responsible Media omvat platforms en partijen uit de reclamesector als ondertekenaars van de code, alsmede andere belangrijke belanghebbenden uit het reclame-ecosysteem. Zij ontwikkelt een reeks sectorbrede gemeenschappelijke definities en normen voor de manier waarop schadelijke inhoud tussen de platforms wordt gecategoriseerd, door adverteerders wordt goedgekeurd en door platforms in hun reclameproducten en tools voor merkveiligheid wordt geïmplementeerd. De Alliance streeft er met name naar een aparte categorie voor desinformatie en onjuiste informatie in de reeks op te nemen. Zie WFA “Interim Report on Activities related to the EU Code of Practice on Disinformation” van september 2020, blz. 2: https://ec.europa.eu/newsroom/dae/document.cfm?doc_id=69683

(31)

Onlinereclame met desinformatie die door factcheckers is vastgesteld en ontkracht, blijkt hardnekkig. Zie “Facebook Approved Ads With Coronavirus Misinformation”: https://www.consumerreports.org/social-media/facebook-approved-ads-with-coronavirus-misinformation/

(32)

Zoals de Commissie heeft opgemerkt, bestrijkt het beleid van platforms een reeks doelstellingen die niet allemaal tegen desinformatie gericht zijn, zoals ongegronde zakelijke vorderingen of bedrieglijke handelspraktijken. Zie SWD(2020) 180 final.

(33)

 Er bestaat momenteel geen gemeenschappelijke definitie van thematisch georiënteerde reclame in de code, maar er lijkt overeenstemming over te zijn dat thematisch georiënteerde reclame bestaat uit advertenties met gesponsorde inhoud over maatschappelijke kwesties van algemeen belang die het maatschappelijk debat kunnen beïnvloeden. Voorbeelden van dergelijke kwesties zijn klimaatverandering, milieuvraagstukken, immigratie of COVID-19.

(34)

Met name artikel 24.

(35)

Dobber et al., “Effectiveness of online political ad disclosure labels: empirical findings”, maart 2021: https://www.uva-icds.net/wp-content/uploads/2021/03/Summary-transparency-discloures-experiment_update.pdf

(36)

Organische inhoud is gratis inhoud die gebruikers delen zonder daarvoor te betalen. Dit omvat ook gevallen waarin gebruikers gesponsorde inhoud met elkaar delen die vervolgens organische inhoud wordt.

(37)

Voorgestelde wet inzake digitale diensten, artikel 30.

(38)

In het voorstel voor de wet inzake digitale diensten en het voorstel voor de wet inzake digitale markten zijn specifieke verplichtingen op het gebied van transparantie opgenomen.

(39)

Zie bijvoorbeeld Papakyriakopoulos et. al, “Social media and microtargeting: Political data processing and the consequences for Germany”, Big Data & Society, november 2018, doi 10.1177/2053951718811844, of Lewandowsky et al., “Understanding the influence of online technologies on political behaviour and decision-making”, EUR 30422 EN, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg.

(40)

Voor meer informatie, zie het Europees Comité voor gegevensbescherming, Richtsnoeren 05/2020 inzake toestemming overeenkomstig Verordening 2016/679 en Guidelines 08/2020 on the targeting of social media users (met voorbeelden van gevallen waarin toestemming voor gerichte reclame is vereist).

(41)

Indien advertentieregisters de nodige gegevens bevatten, kunnen ze bijvoorbeeld worden gebruikt om na te gaan of politieke advertenties online even lang te zien zijn.

(42)

Voorgestelde wet inzake digitale diensten, artikel 30.

(43)

Gezamenlijke mededeling “Het opbouwen van weerbaarheid en reactiecapaciteit tegen hybride bedreigingen” (JOIN (2018) 16 final).

(44)

Artikel 26, lid 1, punt c), van de wet inzake digitale diensten kwalificeert “opzettelijke manipulatie” van diensten als systemisch risico, waartegen zeer grote platforms risicobeperkende maatregelen moeten treffen.

(45)

COM (2021) 206 final.

(46)

Zie deel 9.2.3 hieronder over de permanente taskforce.

(47)

Hierbij moet rekening worden gehouden met het AMITT-kader (Adversarial Misinformation and Influence Tactics and Techniques): https://cogsec-collab.org/

(48)

Zie deel 9.2.2 hieronder over het transparantiecentrum.

(49)

In het bijzonder artikel 17, dat reeds van toepassing is op besluiten die onverenigbaar zijn met hun algemene voorwaarden, waaronder besluiten om toegang tot de informatie te verwijderen of uit te schakelen, de verstrekking van de dienst aan de afnemers geheel of gedeeltelijk op te schorten of te beëindigen, of het account van de afnemers op te schorten of te beëindigen.

(50)

Zie in het bijzonder de maatregelen in het actieplan voor de Europese democratie, (COM (2020) 790 final) en het actieplan voor de media- en audiovisuele sector (COM (2020) 784 final).

(51)

Het actieplan voor digitaal onderwijs (COM (2020)624 final) omvat een voorstel voor de ontwikkeling van richtsnoeren voor leerkrachten om door middel van onderwijs desinformatie te bestrijden en digitale geletterdheid te bevorderen.

(52)

  https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/policies/media-literacy  

(53)

Zie bijvoorbeeld Lewandowsky et al., “Understanding the influence of online technologies on political behaviour and decision-making”, EUR 30422 EN, Bureau voor publicaties van de Europese Unie, Luxemburg 2020.

(54)

Zie artikel 26, lid 1, punt c), van het voorstel voor de wet inzake digitale diensten met betrekking tot verwante risicobeoordelingen.

(55)

Eenvoudige technische interventies (bv. pop-upberichten waarin gebruikers wordt gevraagd of ze werkelijk ongeziene links willen delen) kunnen gebruikers ertoe aanzetten de inhoud te controleren voordat ze die verspreiden, en zo de verspreiding van foute en/of misleidende informatie door gebruikers te goeder trouw helpen beperken. Voorbeelden: “Check it out before you Tweet it”-prompt van Twitter: https://help.twitter.com/en/using-twitter/how-to-retweet ;

Informatiepanels voor factchecking op YouTube: https://support.google.com/youtube/answer/9229632?hl=en ; Pop-upbericht van Facebook voordat door een factchecker ontkrachte inhoud wordt gedeeld: https://www.facebook.com/journalismproject/programs/third-party-fact-checking/faqs ;

“Know your Facts tool” van TikTok: https://newsroom.tiktok.com/en-gb/taking-action-against-covid-19-vaccine-misinformation

(56)

In deel 3.3 van deze richtsnoeren worden belanghebbenden die middels hun instrumenten of oplossingen een bijdrage aan de bestrijding van desinformatie kunnen leveren, uitgenodigd om nieuwe ondertekenaars van de code te worden.

(57)

Met name de artikelen 26, 27 en 29.

(58)

COVID-19-monitoringverslagen verschaffen gegevens over de hoeveelheid bezoeken of de klikratio van informatiepanels en banners die dergelijke informatie verstrekken: https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/library/reports-march-actions-fighting-covid-19-disinformation-monitoring-programme  

(59)

Zie toezegging 8 van de praktijkcode betreffende desinformatie.

(60)

The Debunking Handbook 2020: https://sks.to/db2020  

(61)

Optimalisering kan bijvoorbeeld betrekking hebben op het visuele ontwerp, het juiste tijdstip of de grafische voorstelling van de interventie.

(62)

Voorbeelden van dergelijke indicatoren zijn de Global Disinformation Index (GDI), het Journalism Trust Initiative (JTI) of het Trust Project, en de NewsGuard-dienst.

(63)

Gebruikers moeten desgewenst instrumenten ter beoordeling van de betrouwbaarheid van informatiebronnen, zoals zogenaamde vertrouwensmerken, kunnen raadplegen. Gebruikers kunnen ook de mogelijkheid krijgen om signalen met betrekking tot de betrouwbaarheid van mediabronnen te laten invoeren in de geautomatiseerde systemen die inhoud in hun gebruikerfeeds selecteren en rangschikken.

(64)

Met de steun van een aantal aanbieders van berichtenapps bieden factcheckorganisaties de gebruikers van berichtenapps de mogelijkheid om berichten te controleren die zij via dergelijke particuliere kanalen ontvangen: https://faq.whatsapp.com/general/ifcn-fact-checking-organizations-on-whatsapp/?lang=nl  

(65)

 Dit is evenzeer van cruciaal belang om de ondertekenaars, de Commissie, de bevoegde nationale instanties en het grote publiek te informeren.

(66)

Met name artikel 31.

(67)

In de zin van artikel 9 van de AVG.

(68)

 Overeenkomstig de AVG moet de openbaarmaking van persoonsgegevens gebaseerd zijn op een duidelijke rechtsgrond met passende waarborgen, inclusief de regeling van artikel 9 voor de bijzondere categorieën gegevens.

(69)

 Uit de discussie onder belanghebbenden bleek dat de ondertekenaars van de gedragscode en de onderzoeksgemeenschap dit initiatief steunen:  https://digital-strategy.ec.europa.eu/en/library/summary-multi-stakeholder-discussions-preparation-guidance-strengthen-code-practice-disinformation

(70)

Factcheckorganisaties publiceren regelmatig neutrale verslagen over de juistheid van verklaringen van prominente figuren en belangrijke instellingen en andere wijdverspreide beweringen van belang voor de samenleving. Ze zijn onafhankelijk en volgen strikte ethische en transparantieregels, zoals die van het International Fact-Checking Network (IFCN) ( https://www.poynter.org/international-fact-checking-network-fact-checkers-code-principles ).

(71)

  https://www.disinfo.eu/publications/bulgaria%3A-the-wild-wild-east-of-vaccine-disinformation/  

(72)

EDMO-kaart van factcheckactivitieiten in de EU: https://edmo.eu/fact-checking-activities/  

(73)

Om de werkzaamheden van Europese factcheckers, hun samenwerking en de ontwikkeling van gezamenlijk overeengekomen professionele normen verder te ondersteunen, helpt het proefproject “Integrity of social media” bij het opstellen van een beroepsintegriteitscode voor Europese factcheckers in samenwerking met EDMO. Zie het jaarlijkse werkprogramma, vastgesteld krachtens Besluit C(2020) 2259 van de Commissie.

(74)

 De ondertekenaars kunnen kijken of synergie mogelijk is met EDMO bij het opzetten van een factcheckregister.

(75)

Dit moet ook geanonimiseerde demografische informatie en lokalisatie omvatten van degenen die gecontroleerde inhoud delen/ontvangen.

(76)

De gevolgen kunnen worden gemeten aan de hand van indicatoren die het interactieniveau (bv. raadplegingen, klikratio’s, aantal keren gedeeld, enz.) van gebruikers met dergelijke instrumenten kwantificeren, en het beeld van de gebruikers ten aanzien van het nut van die instrumenten kwalificeren. De indicatoren moeten ook gegevens bevatten over het gebruik van instrumenten voor het markeren en aangeven van als fout beschouwde inhoud.

(77)

De gevolgen kunnen worden gemeten aan de hand van indicatoren die het interactieniveau (bv. raadplegingen, ervaringen, klikratio’s, aantal keren gedeeld, enz.) van gebruikers met dergelijke instrumenten kwantificeren, en het beeld van de gebruikers ten aanzien van het nut van die instrumenten kwalificeren.

(78)

De effecten kunnen worden gemeten aan de hand van indicatoren die het interactieniveau (bv. raadplegingen, klikratio’s, aantal keren gedeeld, enz.) kwantificeren ten aanzien van inhoud voordat en nadat die als fout is aangemerkt en daarom is gelabeld of lager gezet. Andere indicatoren kunnen ook informatie verschaffen over de wijze waarop interacties van gebruikers geschieden.

(79)

Inclusief maatregelen die inhoud lager waarderen, en het sluiten van profielen en groepen.

(80)

De effecten kunnen worden gemeten aan de hand van indicatoren die het interactieniveau (bv. raadplegingen, klikratio’s, aantal keren gedeeld, enz.) kwantificeren ten aanzien van inhoud, accounts en gevallen, voordat die waren verwijderd en voordat en nadat die lager waren gezet.

(81)

Het effect kan worden gemeten aan de hand van indicatoren ter kwantificering van het aantal advertenties op websites die zijn aangeduid omdat ze consequent desinformatie verspreiden en het aantal advertenties met desinformatie die zijn verwijderd.

(82)

Dit omvat het aantal personeelsleden dat is ingezet om tegen desinformatie gerichte activiteiten uit te voeren en de talen die hun activiteiten omvatten.

(83)

 De aanduiding van online verspreiders van desinformatie moet worden gebaseerd op een duidelijke methodologie die is overeengekomen met uiteenlopende belanghebbenden, zoals universitaire onderzoekers, factcheckers, ngo’s en maatschappelijke organisaties.

(84)

Het meetmechanisme voor structurele indicatoren kan putten uit de ervaringen van de audiovisuele sector om publiek te onderzoeken.

(85)

  https://erga-online.eu/wp-content/uploads/2020/05/ERGA-2019-report-published-2020-LQ.pdf  

Top