Ovaj je dokument isječak s web-mjesta EUR-Lex
Dokument 62023CJ0197
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 november 2024.
S. S.A. tegen C. sp. z o.o.
Prejudiciële verwijzing – Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU – Rechtsmiddelen – Daadwerkelijke rechtsbescherming – Onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij wet is ingesteld – Nationale regels inzake het willekeurig toewijzen van zaken aan de rechters van een gerecht en het wijzigen van de samenstelling van de rechtsprekende formaties – Bepaling op grond waarvan in hoger beroep niet kan worden aangevoerd dat deze regels zijn geschonden.
Zaak C-197/23.
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 november 2024.
S. S.A. tegen C. sp. z o.o.
Prejudiciële verwijzing – Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU – Rechtsmiddelen – Daadwerkelijke rechtsbescherming – Onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij wet is ingesteld – Nationale regels inzake het willekeurig toewijzen van zaken aan de rechters van een gerecht en het wijzigen van de samenstelling van de rechtsprekende formaties – Bepaling op grond waarvan in hoger beroep niet kan worden aangevoerd dat deze regels zijn geschonden.
Zaak C-197/23.
Oznaka ECLI: ECLI:EU:C:2024:956
Zaak C‑197/23
S. S.A.
tegen
C. sp. z o.o.
(verzoek om een prejudiciële beslissing,
ingediend door de Sąd Apelacyjny w Warszawie)
Arrest van het Hof (Vierde kamer) van 14 november 2024
„Prejudiciële verwijzing – Artikel 19, lid 1, tweede alinea, VEU – Rechtsmiddelen – Daadwerkelijke rechtsbescherming – Onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij wet is ingesteld – Nationale regels inzake het willekeurig toewijzen van zaken aan de rechters van een gerecht en het wijzigen van de samenstelling van de rechtsprekende formaties – Bepaling op grond waarvan in hoger beroep niet kan worden aangevoerd dat deze regels zijn geschonden”
Prejudiciële vragen – Bevoegdheid van het Hof – Grenzen – Verplichting van de lidstaten om de noodzakelijke rechtswegen in te stellen om een effectieve rechterlijke bescherming te garanderen – Vragen over een nationale rechterlijke instantie die kan oordelen over vraagstukken die de toepassing of de uitlegging van het Unierecht betreffen – Daaronder begrepen
(Art. 19, lid 1, tweede alinea, VEU; art. 267 VWEU)
(zie punten 30‑34)
Lidstaten – Verplichtingen – Voorzien in de nodige rechtsmiddelen om daadwerkelijke rechtsbescherming te verzekeren – Inachtneming van het beginsel van onafhankelijkheid van de rechters – Recht op een onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat vooraf bij wet is ingesteld – Voorrang en rechtstreekse werking van het Unierecht – Nationale regeling die een rechter in tweede aanleg belet na te gaan of de hertoewijzing van een zaak in eerste aanleg aan een andere rechtsprekende formatie regelmatig is – Ontoelaatbaarheid – Verplichting om deze regeling buiten toepassing te laten
(Art. 2 en art. 19, lid 1, tweede alinea, VEU; Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, art. 47)
(zie punten 54‑70 en dictum)