This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61993CJ0360
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
++++
1. Beroep tot nietigverklaring ° Recht van beroep van Parlement ° Voorwaarden voor ontvankelijkheid ° Verdediging van zijn prerogatieven ° Deelneming aan wetgevingsprocedure ° Inbreuk door keuze, door Raad, van rechtsgrondslag voor handeling van afgeleid recht ° Ontvankelijkheid
(EEG-Verdrag, art. 173)
2. Handelingen van de instellingen ° Keuze van rechtsgrondslag ° Criteria
3. Internationale overeenkomsten ° Overeenkomsten van Gemeenschap ° Sluiting ° Overeenkomst EEG-Verenigde Staten inzake overheidsopdrachten ° Overeenkomsten betreffende diensten die niet enkel grensoverschrijdende dienstverrichtingen omvatten ° Overeenkomst die buiten kader van gemeenschappelijke handelspolitiek treedt ° Sluiting en uitvoering op grond van artikel 113 van Verdrag als enige rechtsgrondslag ° Onwettigheid
(EEG-Verdrag, art. 113; beschikking 93/323 en besluit 93/324 van de Raad)
4. Beroep tot nietigverklaring ° Arrest houdende nietigverklaring ° Gevolgen ° Beperking door Hof ° Geval van besluit en beschikking houdende goedkeuring van internationale overeenkomst
(EEG-Verdrag, art. 174, tweede alinea)
1. Het Parlement kan bij het Hof beroep tot nietigverklaring van een handeling van de Raad of de Commissie instellen, mits dit beroep slechts strekt tot eerbiediging van zijn prerogatieven en slechts berust op middelen die aan schending van deze prerogatieven zijn ontleend. Een beroep gebaseerd op het middel dat ten onrechte als enige rechtsgrondslag voor de bestreden handelingen een artikel is genomen dat niet de procedure van samenwerking met het Parlement voorschrijft, en niet de artikelen die deze procedure voorschrijven, is derhalve ontvankelijk.
2. In het kader van het stelsel van bevoegdheden van de Gemeenschap moet de keuze van de rechtsgrondslag van een handeling berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn. Daartoe behoren met name het doel en de inhoud van de handeling.
3. Besluit 93/323 vormt de goedkeuring van de overeenkomst in de vorm van een verklaring van intentie tussen de Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake overheidsopdrachten, die voorziet in een openstelling van de overheidsopdrachten van de twee overeenkomstsluitende partijen, die niet meer beperkt is tot de aankoop van goederen en eventuele bij de levering daarvan behorende diensten, zoals het geval was in de multilaterale overeenkomst van het GATT inzake overheidsopdrachten, en in hoofdzaak van toepassing is op opdrachten die met name de levering beogen van een of meer diensten, waartoe met name behoren de diensten betreffende onderhoud, herstel, vervoer, gegevensverwerking, reclame en boekhouding. Beschikking 93/324 heeft tot doel de toepassing van richtlijn 90/531, betreffende de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en telecommunicatie, uit te breiden tot de Verenigde Staten van Amerika.
Aangezien het besluit en de beschikking diensten betreffen die niet slechts betrekking hebben op grensoverschrijdende dienstverrichtingen die geen verplaatsing van personen meebrengen, maar ook op dienstverrichtingen die plaatsvinden dankzij het feit dat zich op het grondgebied van de andere overeenkomstsluitende partij een handelsonderneming of een natuurlijke persoon bevindt, hebben zij een doelstelling die ruimer is dan de werkingssfeer van artikel 113 van het Verdrag. Nu zij niettemin enkel op de grondslag van dit artikel zijn vastgesteld, moeten zij nietig worden verklaard.
4. Indien besluit 93/323 betreffende de sluiting van de overeenkomst in de vorm van een verklaring van intentie tussen de Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake overheidsopdrachten, en beschikking 93/324 betreffende de uitbreiding van de toepassing van richtlijn 90/531 tot de Verenigde Staten van Amerika, zonder meer nietig werden verklaard, zou zulks de uitoefening van de eruit voortvloeiende rechten nadelig beïnvloeden. Voorts is de in geding zijnde overeenkomst reeds geëindigd. In deze omstandigheden rechtvaardigen zwaarwegende overwegingen van rechtszekerheid, vergelijkbaar met die in geval van nietigverklaring van bepaalde verordeningen, dat het Hof gebruik maakt van de bevoegdheid die artikel 174, tweede alinea, van het Verdrag hem toekent in geval van nietigverklaring van een verordening, en dat het beslist, dat alle gevolgen van het nietig verklaarde besluit en de nietig verklaarde beschikking moeten worden gehandhaafd.