Zaak C-220/23

R. sp. z o.o.

tegen

Prezes Urzędu Regulacji Energetyki

(verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Sąd Apelacyjny w Warszawie Wydział Gospodarczy i Własności Intelektualnej)

Beschikking van het Hof (Zevende kamer) van 11 januari 2024

„Prejudiciële verwijzing – Artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof – Staatssteun – Steun voor hernieuwbare energie – Verplichting om elektriciteit te leveren uit hernieuwbare energiebronnen – Met de interne markt verenigbare steun – Voorafgaande aanmelding van de steun – Artikel 108, lid 3, VWEU – Mogelijkheid om een geldboete op te leggen wegens niet-nakoming van de leveringsverplichting in de periode vóór die aanmelding”

1. Prejudiciële vragen – Antwoord dat duidelijk uit de rechtspraak kan worden afgeleid – Toepassing van artikel 99 van het Reglement voor de procesvoering

   (Art. 267 VWEU; Reglement voor de procesvoering van het Hof, art. 99)

   (zie punten 19–20)

2. Steunmaatregelen van de staten – Respectieve bevoegdheden van de Commissie en van de nationale rechterlijke instanties – Rol van de nationale rechterlijke instanties – Vrijwaring van de rechten van de justitiabelen in geval van niet-nakoming van de verplichting tot voorafgaande aanmelding – Verplichting voor de nationale rechterlijke instanties om overeenkomstig hun nationaal recht alle gevolgen te trekken uit deze schending

   (Art. 108, leden 2 en 3, VWEU)

   (zie punten 27 en 28)

3. Steunmaatregelen van de staten – Steun verleend in strijd met de procedureregels van artikel 108, lid 3, VWEU – Besluit van de Commissie waarbij steun verenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Gevolg – Regularisatie van de nationale handelingen ter uitvoering van de steun – Geen

   (Art. 108, lid 3, VWEU)

   (zie punten 29–30)

4. Steunmaatregelen van de staten – Steun verleend in strijd met de procedureregels van artikel 108, lid 3, VWEU – Besluit van de Commissie waarbij steun verenigbaar met de interne markt wordt verklaard – Steun bestaande in een nationale regeling van certificaten van oorsprong – Nationale regeling die voorziet in sancties in geval van niet-inachtneming van bepaalde verplichtingen – Niet-nakoming van deze verplichtingen tijdens de periode vóór de vaststelling van het besluit van de Commissie – Oplegging van de in de nationale regeling neergelegde sancties – Ontoelaatbaarheid

   (Art. 108, lid 3, VWEU; art. 4, lid 3, VEU)

   (zie punten 31-36 en dictum)

Zie de tekst van de beslissing.