Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019TJ0185

Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer – uitgebreid) van 14 juli 2021.
Public.Resource.Org, Inc. en Right to Know CLG tegen Europese Commissie.
Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Geharmoniseerde normen – Documenten betreffende vier door het CEN goedgekeurde geharmoniseerde normen – Weigering van toegang – Uitzondering inzake de bescherming van de commerciële belangen van een derde – Bescherming op grond van het auteursrecht.
Zaak T-185/19.

ECLI identifier: ECLI:EU:T:2021:445

Zaak T‑185/19

Public.Resource.Org, Inc.
en
Right to Know CLG

tegen

Europese Commissie

Arrest van het Gerecht (Vijfde kamer – uitgebreid) van 14 juli 2021

„Toegang tot documenten – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – Geharmoniseerde normen – Documenten betreffende vier door het CEN goedgekeurde geharmoniseerde normen – Weigering van toegang – Uitzondering inzake de bescherming van de commerciële belangen van een derde – Bescherming op grond van het auteursrecht”

  1. Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Procesbelang – Noodzaak van een bestaand en daadwerkelijk belang – Beoordeling naar het tijdstip waarop het beroep is ingesteld – Beroep dat de verzoekende partij een voordeel kan opleveren – Bewijslast

    (Art. 263, vierde alinea, VWEU)

    (zie punten 16, 17)

  2. Beroep tot nietigverklaring – Natuurlijke personen of rechtspersonen – Procesbelang – Beroep tegen een besluit van een instelling waarbij toegang tot documenten wordt geweigerd – Ontvankelijkheid

    (Art. 263, vierde alinea, VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad)

    (zie punten 18, 20‑22)

  3. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Documenten van derden – Verplichting tot voorafgaande raadpleging van de betrokken derden – Omvang – Verplichting om tegemoet te komen aan de bezwaren van derden tegen openbaarmaking van documenten – Geen – Beoordelingsbevoegdheid van de Commissie

    (Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, leden 1, 2 en 4, en art. 8)

    (zie punten 29, 30, 32‑34)

  4. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van de commerciële belangen van een derde – Bescherming op grond van het auteursrecht – Toetsing door de instelling – Omvang – Aanduiding van objectieve en onderling overeenstemmende aanwijzingen – Auteursrechtelijke bescherming van geharmoniseerde normen

    (Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2, eerste streepje, en lid 4)

    (zie punten 40‑43, 45‑49, 57, 59)

  5. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Geharmoniseerde technische norm die is vastgesteld op grond van een verordening en is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie – Vrije en kosteloze toegang – Geen

    [Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 4, lid 2, en nr. 1025/2012, art. 2, c), en 10, lid 6]

    (zie punten 52‑54)

  6. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van de commerciële belangen van een bepaalde persoon – Omvang – Geharmoniseerde normen – Daaronder begrepen

    (Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 4, lid 2, eerste streepje, en nr. 1025/2012, art. 10)

    (zie punten 63‑67, 69‑73)

  7. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Weigering van toegang – Motiveringsplicht – Omvang – Noodzaak om te antwoorden op alle argumenten die in het confirmatief verzoek om toegang naar voren zijn gebracht – Geen

    (Art. 296, tweede alinea, VWEU; verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4)

    (zie punten 82‑84, 91)

  8. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Hoger openbaar belang dat openbaarmaking van documenten gebiedt – Bewijslast

    (Verordening nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad, art. 4, lid 2)

    (zie punten 97, 98)

  9. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verordening nr. 1049/2001 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Bescherming van commerciële belangen – Hoger openbaar belang dat openbaarmaking van documenten gebiedt – Begrip – Vrije en kosteloze toegang tot geharmoniseerde normen – Daarvan uitgesloten

    (Verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 4, lid 2, en nr. 1025/2012)

    (zie punten 100‑104, 107)

  10. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verzoek om toegang tot milieu-informatie – Verordening nr. 1367/2006 – Uitzonderingen op het recht van toegang tot documenten – Algemeen belang dat openbaarmaking van documenten gebiedt – Begrip

    [Verdrag van Aarhus, art. 5, lid 3, b); verordeningen van het Europees Parlement en de Raad nr. 1049/2001, art. 4, en nr. 1367/2006, art. 1, 4, lid 2, a), en 6, lid 1]

    (zie punten 114‑119)

  11. Instellingen van de Europese Unie – Recht van het publiek op toegang tot documenten – Verzoek om toegang tot milieu-informatie – Verordening nr. 1367/2006 – Informatie die betrekking heeft op uitstoot in het milieu – Begrip – Toereikendheid van een rechtstreeks verband tussen de informatie en de betrokken uitstoot – Ontoelaatbaarheid

    [Verdrag van Aarhus, art. 4, lid 4, eerste alinea, d); verordening nr. 1367/2006 van het Europees Parlement en de Raad, art. 1, lid 1, b), 2, lid 1, d), en 6, lid 1]

    (zie punten 120‑126)

Samenvatting

Verzoeksters, Public.Resource.Org, Inc. en Right to Know CLG, zijn organisaties zonder winstoogmerk die als voornaamste taak hebben om het recht vrij toegankelijk te maken voor alle burgers. Op 25 september 2018 hebben zij de Europese Commissie verzocht om toegang tot vier door het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) vastgestelde geharmoniseerde normen betreffende met name de veiligheid van speelgoed ( 1 ).

De Commissie heeft het verzoek om toegang afgewezen op grond van de overweging dat deze normen auteursrechtelijk werden beschermd. Deze weigering was gebaseerd op artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening nr. 1049/2001 ( 2 ). Op grond van deze bepaling moet de toegang tot een document worden geweigerd wanneer openbaarmaking ervan de bescherming van de commerciële belangen van een bepaalde natuurlijke of rechtspersoon, met inbegrip van intellectuele eigendom, zou ondermijnen, tenzij een hoger openbaar belang de openbaarmaking van het betrokken document gebiedt.

Het Gerecht verwerpt het door verzoeksters ingestelde beroep en verduidelijkt de omvang van de toetsing die de instellingen van de Unie moeten verrichten om vast te stellen dat de commerciële belangen die voortvloeien uit de auteursrechtelijke bescherming van opgevraagde documenten zouden worden geschaad.

Beoordeling door het Gerecht

In de eerste plaats stelt het Gerecht vast dat verzoeksters belang hebben bij openbaarmaking van de opgevraagde geharmoniseerde normen. In dit verband brengt het in herinnering dat een persoon aan wie de toegang tot een document wordt geweigerd, alleen al op die grond belang heeft bij nietigverklaring van het weigeringsbesluit. Voorts benadrukt het Gerecht dat de mogelijkheid om de opgevraagde geharmoniseerde normen ter plaatse in bepaalde bibliotheken te raadplegen, geen afbreuk doet aan het procesbelang van verzoeksters, aangezien met een dergelijke raadpleging niet volledig wordt voldaan aan het door hen nagestreefde doel om vrije en kosteloze toegang tot die normen te verkrijgen. Wat de betaalde toegang tot deze normen betreft, stelt het Gerecht vast dat deze evenmin beantwoordt aan het door verzoeksters nagestreefde doel.

In de tweede plaats is het Gerecht van oordeel dat de Commissie de omvang van de controle die zij bij de toepassing van de uitzondering inzake auteursrechtelijke bescherming diende te verrichten, in acht heeft genomen.

Om te beginnen wijst het Gerecht erop dat de eindverantwoordelijkheid voor de juiste toepassing van verordening nr. 1049/2001 berust bij de instelling waartoe het verzoek om toegang is gericht. Dienaangaande merkt het op dat indien het volgens deze instelling duidelijk is dat de toegang tot een van een derde afkomstig document moet worden geweigerd omdat het auteursrechtelijk is beschermd, zij de indiener van het verzoek toegang moet weigeren, zonder dat zij zelfs maar de derde waarvan het document afkomstig is hoeft te raadplegen.

Vervolgens benadrukt het Gerecht dat het auteursrecht nog steeds grotendeels door het nationale recht wordt beheerst en dat de omvang van de door dat recht verleende bescherming uitsluitend wordt bepaald door de wetgeving van het land waar de bescherming wordt ingeroepen. Voorts staat het aan de autoriteit waarbij een verzoek om toegang tot van derden afkomstige documenten is ingediend, om met name objectieve en onderling overeenstemmende aanwijzingen te verschaffen die het bestaan van het door een derde ingeroepen auteursrecht op die documenten kunnen bevestigen, wanneer aanspraak wordt gemaakt op de auteursrechtelijke bescherming ervan. Een dergelijke controle beantwoordt immers aan de vereisten die inherent zijn aan de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten op het gebied van het auteursrecht.

Tot slot merkt het Gerecht op dat de Commissie haar conclusie dat de opgevraagde geharmoniseerde normen auteursrechtelijke bescherming genieten heeft gebaseerd op objectieve en onderling overeenstemmende aanwijzingen die het bestaan van het door het CEN gestelde auteursrecht op die normen konden aantonen. Het stelt voorts vast dat de Commissie geen fout heeft begaan door te oordelen dat de betrokken geharmoniseerde normen voldoen aan de oorspronkelijkheidsdrempel die moet worden bereikt om auteursrechtelijke bescherming te kunnen genieten.

In de derde plaats merkt het Gerecht op dat er geen enkel hoger openbaar belang was dat de openbaarmaking van de opgevraagde geharmoniseerde normen gebood. In dit verband benadrukt het Gerecht dat degene die aanvoert dat er een hoger openbaar belang bestaat, concrete omstandigheden moet aanvoeren waaruit blijkt dat de betrokken documenten openbaar moeten worden gemaakt. Verzoeksters hebben zich echter beroepen op de algemene grond dat de geharmoniseerde normen deel uitmaken van het „Unierecht”, dat vrij en kosteloos toegankelijk moet zijn voor het publiek, zonder uit te leggen waarom dergelijke overwegingen zwaarder moeten wegen dan de bescherming van de commerciële belangen van het CEN of zijn nationale leden. Het Gerecht stemt dan ook in met de beoordeling van de Commissie dat het algemeen belang om de doelmatigheid van het Europese normalisatiestelsel te waarborgen, zwaarder weegt dan de garantie van vrije en kosteloze toegang tot geharmoniseerde normen. Voorts benadrukt het Gerecht dat verzoeksters geen redenen aanvoeren waarom voor deze normen het vereiste inzake de openbaarmaking en toegankelijkheid van een „wet” zou moeten gelden terwijl die normen niet verplicht van toepassing zijn en alleen rechtsgevolgen hebben voor de betrokkenen.


( 1 ) Het betreft de normen EN 71 5:2015, met als opschrift „Veiligheid van speelgoed – Deel 5: Chemisch speelgoed (sets) anders dan scheikundedozen”; EN 71 4:2013, „Veiligheid van speelgoed – Deel 4: Scheikundedozen en gerelateerde sets”; EN 71 12:2013, „Veiligheid van speelgoed – Deel 12: N‑nitrosamines en N-nitroseerbare stoffen”, en EN 12472:2005+A 1:2009, „Methode voor de simulatie van slijtage en corrosie voor het aantonen van de afgifte van nikkel uit voorwerpen die van een deklaag zijn voorzien”.

( 2 ) Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).

Top