This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62017CA0153
Case C-153/17: Judgment of the Court (Sixth Chamber) of 18 October 2018 (request for a preliminary ruling from the Supreme Court of the United Kingdom) — Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs v Volkswagen Financial Services (UK) Ltd (Reference for a preliminary ruling — Common system of value added tax (VAT) — Directive 2006/112/EC — Articles 168 and 173 — Deduction of input tax — Vehicle hire purchase transactions — Goods and services used for both taxable transactions and exempt transactions — Origin and scope of the right to deduct — Proportional deduction)
Zaak C-153/17: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 18 oktober 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Supreme Court of the United Kingdom — Verenigd Koninkrijk) — Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs / Volkswagen Financial Services (UK) Ltd [Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 168 en 173 — Aftrek van voorbelasting — Leasetransacties inzake voertuigen — Goederen en diensten die zowel worden gebruikt voor belastbare als voor vrijgestelde handelingen — Ontstaan en omvang van het recht op aftrek — Aftrekbaar gedeelte]
Zaak C-153/17: Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 18 oktober 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Supreme Court of the United Kingdom — Verenigd Koninkrijk) — Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs / Volkswagen Financial Services (UK) Ltd [Prejudiciële verwijzing — Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) — Richtlijn 2006/112/EG — Artikelen 168 en 173 — Aftrek van voorbelasting — Leasetransacties inzake voertuigen — Goederen en diensten die zowel worden gebruikt voor belastbare als voor vrijgestelde handelingen — Ontstaan en omvang van het recht op aftrek — Aftrekbaar gedeelte]
PB C 455 van 17.12.2018, p. 10–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
17.12.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 455/10 |
Arrest van het Hof (Zesde kamer) van 18 oktober 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Supreme Court of the United Kingdom — Verenigd Koninkrijk) — Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs / Volkswagen Financial Services (UK) Ltd
(Zaak C-153/17) (1)
([Prejudiciële verwijzing - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (btw) - Richtlijn 2006/112/EG - Artikelen 168 en 173 - Aftrek van voorbelasting - Leasetransacties inzake voertuigen - Goederen en diensten die zowel worden gebruikt voor belastbare als voor vrijgestelde handelingen - Ontstaan en omvang van het recht op aftrek - Aftrekbaar gedeelte])
(2018/C 455/16)
Procestaal: Engels
Verwijzende rechter
Supreme Court of the United Kingdom
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Commissioners for Her Majesty’s Revenue and Customs
Verwerende partij: Volkswagen Financial Services (UK) Ltd
Dictum
Artikel 168 en artikel 173, lid 2, onder c), van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde moeten aldus worden uitgelegd dat zelfs wanneer de algemene kosten betreffende leasetransacties inzake roerende goederen, als die aan de orde in het hoofdgeding, niet worden doorberekend in het bedrag dat door de klant is verschuldigd voor de terbeschikkingstelling van het betrokken goed — dit is het belastbare deel van de transactie — maar in het rentebedrag dat is verschuldigd op grond van het „financieringsgedeelte” van de transactie — dit is het vrijgestelde deel daarvan –, deze algemene kosten voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde (btw) toch moeten worden beschouwd als een bestanddeel van de prijs van deze terbeschikkingstelling, en voorts dat de lidstaten geen toerekeningsmethode mogen toepassen die geen rekening houdt met de oorspronkelijke waarde van het betrokken goed bij de levering ervan, daar deze methode niet een nauwkeuriger toerekening kan waarborgen dan die welke het resultaat zou zijn van de toepassing van de verdeelsleutel op basis van de omzet.