This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CJ0156
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
Zaak C‑156/13
Digibet Ltd
en
Gert Albers
tegen
Westdeutsche Lotterie GmbH & Co. OHG
(verzoek van het Bundesgerichtshof om een prejudiciële beslissing)
„Prejudiciële verwijzing — Vrij verrichten van diensten — Artikel 56 VWEU — Kansspelen — Regeling houdende verbodsbepalingen inzake kansspelen op internet die gedurende een beperkte periode niet van toepassing waren in een deelstaat van een lidstaat — Samenhang — Evenredigheid”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 12 juni 2014
Vrijheid van vestiging – Vrij verrichten van diensten – Beperkingen – Kansspelen – Nationale regeling die een enkele aan overheidscontrole onderworpen marktdeelnemer een monopolie op de organisatie van kansspelen toekent – Ontoelaatbaarheid – Rechtvaardiging – Dwingende redenen van algemeen belang – Bescherming van de consument, fraudebestrijding en voorkomen dat burgers tot geldverkwisting worden aangespoord – Beoordelingsmarge van de lidstaten bij de bepaling van deze doelstellingen
(Art. 51 VWEU, 52 VWEU en 62 VWEU)
Vrij verrichten van diensten – Beperkingen – Kansspelen – Gemeenschappelijke regeling van een meerderheid van de deelstaten van een lidstaat houdende verbodsbepalingen voor kansspelen via internet die gedurende een beperkte periode niet van toepassing is in een deelstaat van deze staat – Toelaatbaarheid – Evenredigheid – Toetsing door de nationale rechterlijke instantie
(Art. 56 VWEU)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 22‑24)
Artikel 56 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een gemeenschappelijke regeling van een meerderheid van de deelstaten van een lidstaat met een federale structuur waarbij de organisatie van kansspelen via internet en het optreden als tussenpersoon daarbij in beginsel wordt verboden, terwijl één deelstaat gedurende een beperkte periode, naast de restrictieve regeling van de andere deelstaten, een minder strikte regeling heeft gehandhaafd, indien een dergelijke regeling kan voldoen aan de evenredigheidsvoorwaarden die in de rechtspraak van het Hof zijn geformuleerd, hetgeen aan de nationale rechterlijke instantie ter beoordeling staat.
(cf. punt 41 en dictum)
Zaak C‑156/13
Digibet Ltd
en
Gert Albers
tegen
Westdeutsche Lotterie GmbH & Co. OHG
(verzoek van het Bundesgerichtshof om een prejudiciële beslissing)
„Prejudiciële verwijzing — Vrij verrichten van diensten — Artikel 56 VWEU — Kansspelen — Regeling houdende verbodsbepalingen inzake kansspelen op internet die gedurende een beperkte periode niet van toepassing waren in een deelstaat van een lidstaat — Samenhang — Evenredigheid”
Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 12 juni 2014
Vrijheid van vestiging — Vrij verrichten van diensten — Beperkingen — Kansspelen — Nationale regeling die een enkele aan overheidscontrole onderworpen marktdeelnemer een monopolie op de organisatie van kansspelen toekent — Ontoelaatbaarheid — Rechtvaardiging — Dwingende redenen van algemeen belang — Bescherming van de consument, fraudebestrijding en voorkomen dat burgers tot geldverkwisting worden aangespoord — Beoordelingsmarge van de lidstaten bij de bepaling van deze doelstellingen
(Art. 51 VWEU, 52 VWEU en 62 VWEU)
Vrij verrichten van diensten — Beperkingen — Kansspelen — Gemeenschappelijke regeling van een meerderheid van de deelstaten van een lidstaat houdende verbodsbepalingen voor kansspelen via internet die gedurende een beperkte periode niet van toepassing is in een deelstaat van deze staat — Toelaatbaarheid — Evenredigheid — Toetsing door de nationale rechterlijke instantie
(Art. 56 VWEU)
Zie de tekst van de beslissing.
(cf. punten 22‑24)
Artikel 56 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een gemeenschappelijke regeling van een meerderheid van de deelstaten van een lidstaat met een federale structuur waarbij de organisatie van kansspelen via internet en het optreden als tussenpersoon daarbij in beginsel wordt verboden, terwijl één deelstaat gedurende een beperkte periode, naast de restrictieve regeling van de andere deelstaten, een minder strikte regeling heeft gehandhaafd, indien een dergelijke regeling kan voldoen aan de evenredigheidsvoorwaarden die in de rechtspraak van het Hof zijn geformuleerd, hetgeen aan de nationale rechterlijke instantie ter beoordeling staat.
(cf. punt 41 en dictum)