Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011CJ0456

    Samenvatting van het arrest

    Zaak C-456/11

    Gothaer Allgemeine Versicherung AG e.a.

    tegen

    Samskip GmbH

    (verzoek van het Landgericht Bremen om een prejudiciële beslissing)

    „Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Artikelen 32 en 33 — Erkenning van rechterlijke beslissingen — Begrip ‚beslissing’ — Gevolgen van rechterlijke beslissing voor internationale bevoegdheid — Forumkeuzebeding”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 15 november 2012

    1. Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 44/2001 – Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen – Begrip „beslissing” – Beslissing houdende onbevoegdverklaring op grond van forumkeuzebeding – Daaronder begrepen

      (Verordening nr. 44/2001 van de Raad, punten 2, 6, 16 en 17 van de considerans en art. 32)

    2. Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening nr. 44/2001 – Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen – Beslissing houdende onbevoegdverklaring op grond van forumkeuzebeding – Erkenning van zowel dictum als motivering van beslissing

      (Verordening nr. 44/2001 van de Raad, art. 32 en 33)

    1.  Artikel 32 van verordening nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op een beslissing waarbij de rechter van een lidstaat zich onbevoegd verklaart op grond van een forumkeuzebeding, ongeacht hoe een dergelijke beslissing in het recht van een andere lidstaat wordt gekwalificeerd.

      De noodzaak van een dergelijke uitlegging van het begrip beslissing, dat autonoom moet worden uitgelegd, wordt enerzijds bevestigd door de doelstellingen van verordening nr. 44/2001, zoals die zijn vervat in de punten 2 en 6 van de considerans daarvan, die betrekking hebben op de vereenvoudiging van de formaliteiten voor erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen respectievelijk het vrije verkeer van deze beslissingen, en anderzijds door het beginsel van wederzijds vertrouwen tussen de gerechten, dat luidens de punten 16 en 17 van de considerans de basis vormt van het bij verordening nr. 44/2001 ingevoerde stelsel.

      Het wederzijdse vertrouwen zou immers worden geschaad indien een rechter van een lidstaat kon weigeren een beslissing te erkennen waarbij een rechter van een andere lidstaat zich onbevoegd heeft verklaard op grond van een forumkeuzebeding. Aanvaarden dat een rechter van een lidstaat kan weigeren een dergelijke beslissing te erkennen, zou indruisen tegen het bij verordening nr. 44/2001 ingevoerde stelsel, aangezien een dergelijke weigering de doeltreffende werking van de in hoofdstuk II van deze verordening opgenomen voorschriften betreffende de verdeling van de bevoegdheid tussen de rechters van de lidstaten in het gedrang kan brengen.

      (cf. punten 25-29, 32, dictum 1)

    2.  De artikelen 32 en 33 van verordening nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moeten aldus worden uitgelegd dat de rechter die wordt verzocht om erkenning van een beslissing waarbij de rechter van een andere lidstaat zich onbevoegd heeft verklaard op grond van een forumkeuzebeding, gebonden is aan de vaststelling betreffende de geldigheid van dit beding die is opgenomen in de motivering van een in kracht van gewijsde gegaan arrest waarbij de vordering niet-ontvankelijk is verklaard.

      Aanvaarden dat de rechter van de aangezochte lidstaat het forumkeuzebeding dat door de rechter van de lidstaat van herkomst geldig is bevonden, als nietig kan beschouwen, zou immers ingaan tegen het in artikel 36 van verordening nr. 44/2001 vervatte verbod voor eerstgenoemde rechter om opnieuw te onderzoeken of de beslissing juist is, met name in omstandigheden waarin de rechter van de lidstaat van herkomst tot de slotsom had kunnen komen dat hij zonder dat beding zelf bevoegd was geweest. In dit laatste geval zou een dergelijke vaststelling door de rechter van de aangezochte lidstaat niet alleen afbreuk doen aan de tussenbeslissing van de rechter van de lidstaat van herkomst over de geldigheid van het forumkeuzebeding, maar ook aan de beslissing waarbij deze rechter zich als zodanig onbevoegd heeft verklaard.

      Voorts komt in het recht van de Unie het gezag van gewijsde, dat relevant is om te bepalen welk effect een dergelijke beslissing sorteert, niet alleen toe aan het dictum van de betrokken rechterlijke beslissing, maar ook aan de motivering ervan die de nodige onderbouwing van het dictum vormt en er daardoor onlosmakelijk mee verbonden is.

      (cf. punten 38, 40, 43, dictum 2)

    Top

    Zaak C-456/11

    Gothaer Allgemeine Versicherung AG e.a.

    tegen

    Samskip GmbH

    (verzoek van het Landgericht Bremen om een prejudiciële beslissing)

    „Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Verordening (EG) nr. 44/2001 — Artikelen 32 en 33 — Erkenning van rechterlijke beslissingen — Begrip ‚beslissing’ — Gevolgen van rechterlijke beslissing voor internationale bevoegdheid — Forumkeuzebeding”

    Samenvatting – Arrest van het Hof (Derde kamer) van 15 november 2012

    1. Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken — Verordening nr. 44/2001 — Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen — Begrip „beslissing” — Beslissing houdende onbevoegdverklaring op grond van forumkeuzebeding — Daaronder begrepen

      (Verordening nr. 44/2001 van de Raad, punten 2, 6, 16 en 17 van de considerans en art. 32)

    2. Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken — Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken — Verordening nr. 44/2001 — Erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen — Beslissing houdende onbevoegdverklaring op grond van forumkeuzebeding — Erkenning van zowel dictum als motivering van beslissing

      (Verordening nr. 44/2001 van de Raad, art. 32 en 33)

    1.  Artikel 32 van verordening nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op een beslissing waarbij de rechter van een lidstaat zich onbevoegd verklaart op grond van een forumkeuzebeding, ongeacht hoe een dergelijke beslissing in het recht van een andere lidstaat wordt gekwalificeerd.

      De noodzaak van een dergelijke uitlegging van het begrip beslissing, dat autonoom moet worden uitgelegd, wordt enerzijds bevestigd door de doelstellingen van verordening nr. 44/2001, zoals die zijn vervat in de punten 2 en 6 van de considerans daarvan, die betrekking hebben op de vereenvoudiging van de formaliteiten voor erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen respectievelijk het vrije verkeer van deze beslissingen, en anderzijds door het beginsel van wederzijds vertrouwen tussen de gerechten, dat luidens de punten 16 en 17 van de considerans de basis vormt van het bij verordening nr. 44/2001 ingevoerde stelsel.

      Het wederzijdse vertrouwen zou immers worden geschaad indien een rechter van een lidstaat kon weigeren een beslissing te erkennen waarbij een rechter van een andere lidstaat zich onbevoegd heeft verklaard op grond van een forumkeuzebeding. Aanvaarden dat een rechter van een lidstaat kan weigeren een dergelijke beslissing te erkennen, zou indruisen tegen het bij verordening nr. 44/2001 ingevoerde stelsel, aangezien een dergelijke weigering de doeltreffende werking van de in hoofdstuk II van deze verordening opgenomen voorschriften betreffende de verdeling van de bevoegdheid tussen de rechters van de lidstaten in het gedrang kan brengen.

      (cf. punten 25-29, 32, dictum 1)

    2.  De artikelen 32 en 33 van verordening nr. 44/2001 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moeten aldus worden uitgelegd dat de rechter die wordt verzocht om erkenning van een beslissing waarbij de rechter van een andere lidstaat zich onbevoegd heeft verklaard op grond van een forumkeuzebeding, gebonden is aan de vaststelling betreffende de geldigheid van dit beding die is opgenomen in de motivering van een in kracht van gewijsde gegaan arrest waarbij de vordering niet-ontvankelijk is verklaard.

      Aanvaarden dat de rechter van de aangezochte lidstaat het forumkeuzebeding dat door de rechter van de lidstaat van herkomst geldig is bevonden, als nietig kan beschouwen, zou immers ingaan tegen het in artikel 36 van verordening nr. 44/2001 vervatte verbod voor eerstgenoemde rechter om opnieuw te onderzoeken of de beslissing juist is, met name in omstandigheden waarin de rechter van de lidstaat van herkomst tot de slotsom had kunnen komen dat hij zonder dat beding zelf bevoegd was geweest. In dit laatste geval zou een dergelijke vaststelling door de rechter van de aangezochte lidstaat niet alleen afbreuk doen aan de tussenbeslissing van de rechter van de lidstaat van herkomst over de geldigheid van het forumkeuzebeding, maar ook aan de beslissing waarbij deze rechter zich als zodanig onbevoegd heeft verklaard.

      Voorts komt in het recht van de Unie het gezag van gewijsde, dat relevant is om te bepalen welk effect een dergelijke beslissing sorteert, niet alleen toe aan het dictum van de betrokken rechterlijke beslissing, maar ook aan de motivering ervan die de nodige onderbouwing van het dictum vormt en er daardoor onlosmakelijk mee verbonden is.

      (cf. punten 38, 40, 43, dictum 2)

    Top