EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62007CJ0518

Samenvatting van het arrest

Trefwoorden
Samenvatting

Trefwoorden

1. Harmonisatie van wetgevingen – Bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens – Richtlijn 95/46 – Nationale toezichthoudende autoriteiten

(Richtlijn 95/46 van het Europees Parlement en de Raad, art. 28, lid 1)

2. Harmonisatie van wetgevingen – Bescherming van natuurlijke personen in verband met verwerking van persoonsgegevens – Richtlijn 95/46 – Nationale toezichthoudende autoriteiten

(Richtlijn 95/46 van het Europees Parlement en de Raad, art. 28, lid 1)

Samenvatting

1. De waarborg van onafhankelijkheid van de nationale toezichthoudende autoriteiten, waarin artikel 28, lid 1, tweede alinea, van richtlijn 95/46 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens voorziet, beoogt de doeltreffendheid en de betrouwbaarheid van het toezicht op de naleving van de bepalingen inzake de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens te verzekeren en moet tegen de achtergrond van deze doelstelling worden uitgelegd. Zij is niet ingevoerd om deze autoriteiten zelf en hun gemachtigden een bijzonder statuut te verlenen, maar om een grotere bescherming te bieden aan de personen en organen die door hun beslissingen worden getroffen. Bij de uitoefening van hun taken moeten de toezichthoudende autoriteiten bijgevolg objectief en onpartijdig handelen. Daartoe moeten zij vrij zijn van beïnvloeding van buitenaf, daaronder begrepen de – rechtstreekse of indirecte – beïnvloeding door de staat of de Länder, en niet enkel van beïnvloeding door de organen waarop zij toezicht uitoefenen.

Derhalve moeten de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in de niet-publieke sector een onafhankelijkheid genieten die hen in staat stelt om hun taken zonder beïnvloeding van buitenaf te vervullen. Deze onafhankelijkheid sluit niet enkel elke beïnvloeding door de organen waarop toezicht wordt uitgeoefend, uit, maar ook elk bevel of elke andere beïnvloeding van buitenaf, zij het rechtstreeks of indirect, die de vervulling door deze autoriteiten van hun taak, een juist evenwicht tussen de bescherming van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en het vrije verkeer van persoonsgegevens te vinden, in het gedrang zou kunnen brengen.

(cf. punten 25, 30)

2. Het loutere gevaar dat de autoriteiten die belast zijn met het overheidstoezicht, een politieke invloed kunnen uitoefenen op de beslissingen van de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens, opgericht ingevolge artikel 28, lid 1, van richtlijn 95/46 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, volstaat om de onafhankelijke vervulling van de taken van deze autoriteiten te hinderen. Er zou sprake kunnen zijn van een „geanticipeerde gehoorzaamheid” van deze autoriteiten in het licht van de beslissingspraktijk van de instantie die belast is met het overheidstoezicht. Bovendien vereist de door deze toezichthoudende autoriteiten vervulde rol van hoeders van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer dat de beslissingen van deze autoriteiten, en dus de autoriteiten zelf, boven iedere verdenking van partijdigheid staan. Het overheidstoezicht op de nationale autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens in de niet-publieke sector, is dus niet verenigbaar met het vereiste van onafhankelijkheid.

Een lidstaat komt bijgevolg de verplichtingen niet na die op hem rusten krachtens artikel 28, lid 1, tweede alinea, van richtlijn 95/46 wanneer hij de autoriteiten die belast zijn met het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens door niet-publieke organen en publiekrechtelijke ondernemingen die op de markt concurreren, in de verschillende Länder aan overheidstoezicht onderwerpt, waardoor het vereiste dat deze autoriteiten hun taken in volledige onafhankelijkheid vervullen dus onjuist is uitgevoerd.

(cf. punten 36‑37, 56 en dictum)

Top