Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 61994TJ0285

    Samenvatting van het arrest

    Trefwoorden
    Samenvatting

    Trefwoorden

    ++++

    1. Beroep tot nietigverklaring ° Arrest houdende nietigverklaring ° Aanwijzing van wegens nietigverklaring te treffen maatregelen ° Onbevoegdheid van gemeenschapsrechter

    (EG-Verdrag, art. 176)

    2. Ambtenaren ° Pensioenen ° Aanpassingscoëfficiënt ° Toepasselijkheid krachtens Statuut van aanpassingscoefficiënt vastgesteld voor land van woonplaats van gepensioneerde ° Niet in vorm van wijziging van Statuut vastgestelde verordening waarbij aanpassingscoëfficiënt voor in derde land wonende gepensioneerden op 100 wordt bepaald ° Schending van hiërarchie der normen ° Onwettigheid

    (Ambtenarenstatuut, art. 82, lid 1; verordening nr. 2175/88 van de Raad, art. 3)

    3. Ambtenaren ° Pensioenen ° Aanpassingscoëfficiënt ° Pensioengerechtigde die op grond van onwettige verordening verstoken was van voordeel van voor zijn land van woonplaats vastgestelde aanpassingscoëfficiënt ° Recht op moratoire interessen

    Samenvatting

    1. De gemeenschapsrechter is niet bevoegd om in geval van toewijzing van een beroep tot nietigverklaring de instelling die de bestreden handeling heeft vastgesteld, te gelasten de maatregelen de nemen welke het arrest zou meebrengen; hij moet zich beperken tot het terugwijzen van de zaak naar de betrokken instelling, gelet op het op feit dat de instelling wier handeling nietig is verklaard, gehouden is de maatregelen te nemen welke nodig zijn ter uitvoering van het arrest. Om die reden valt zelfs een toezicht op de uitvoering van zijn arrest, dat om doeltreffend te zijn impliceert dat hij de verwerende instelling kan aanwijzen, welke maatregelen moeten worden getroffen, niet onder de bevoegdheden die het Verdrag aan de gemeenschapsrechter verleent.

    2. Uit de tekst zelf van artikel 82 van het Statuut volgt, dat de gepensioneerden, zelfs wanneer zij buiten de Gemeenschap zijn gaan wonen, recht hebben op toepassing op hun pensioen van de aanpassingscoëfficiënt vastgesteld voor het land waar zij wonen. Slechts wanneer er voor het land van hun woonplaats geen aanpassingscoëfficiënt is vastgesteld, moet op hun pensioenen een aanpassingscoëfficiënt gelijk aan 100 worden toegepast, zodat de betrokken gepensioneerden dan geen aanpassingscoëfficiënt genieten.

    Is derhalve op grond van het beginsel van de hiërarchie der normen onwettig artikel 3 van verordening nr. 2175/88, die is vastgesteld zonder inachtneming van de in artikel 24, lid 1, tweede alinea, van het Fusieverdrag en artikel 10 van het Statuut bepaalde procedure voor herziening van het Statuut, doordat het, in strijd met genoemd artikel 82, de aanpassingscoëfficiënt die van toepassing is op het pensioen van een pensioengerechtigde die aantoont zijn woonplaats in een derde land te hebben, op 100 bepaalt.

    3. Een verplichting om moratoire interessen te betalen is slechts denkbaar wanneer het bedrag van de hoofdvordering vaststaat, althans op grond van vaststaande objectieve gegevens kan worden bepaald. Dit is het geval wanneer een in een bepaald land wonende pensioengerechtigde het voordeel van de voor dat land vastgestelde aanpassingscoëfficiënt van meer dan 100 niet heeft genoten door de toepassing van een verordening die achteraf onwettig is verklaard.

    Top