This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 61987CJ0189
Samenvatting van het arrest
Samenvatting van het arrest
++++
Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen - Bijzondere bevoegdheden - Pluraliteit van verweerders - Bevoegdheid van gerecht van woonplaats van een der verweerders - Voorwaarde - Samenhangende vorderingen in zin van Executieverdrag
( Executieverdrag, artikel 6, sub 1 )
Verdrag betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen - Bijzondere bevoegdheden - Bevoegdheid ter zake van "verbintenissen uit onrechtmatige daad" - Begrip - Autonome uitlegging - Aansprakelijkheidsvordering die geen verband houdt met verbintenis uit overeenkomst - Vordering op verscheidene grondslagen - Onderdelen die op andere grondslag dan onrechtmatige daad berusten, van bevoegdheid uitgesloten
( Executieverdrag, artikel 5, sub 3 )
Voor de toepassing van artikel 6, sub 1, van het Verdrag van 27 september 1968 betreffende de rechterlijke bevoegdheid en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken is vereist, dat tussen de verschillende rechtsvorderingen die door een zelfde verzoeker tegen verschillende verweerders zijn ingesteld, een verband bestaat . De aard van die band moet autonoom worden uitgelegd . De vorderingen moeten samenhangend zijn, in die zin dat het van belang is ze tezamen te berechten, ten einde te vermijden dat bij afzonderlijke berechting van de zaken onverenigbare uitspraken worden gegeven .
Het begrip "verbintenis uit onrechtmatige daad" in de zin van artikel 5, sub 3, Executieverdrag moet worden beschouwd als een autonoom begrip, waaronder elke rechtsvordering valt die beoogt de aansprakelijkheid van een verweerder in het geding te brengen en die geen verband houdt met een "verbintenis uit overeenkomst" in de zin van artikel 5, sub 1 .
Een gerecht dat op grond van artikel 5, sub 3, bevoegd is om kennis te nemen van het onderdeel van een vordering dat op onrechtmatige daad is gebaseerd, is niet bevoegd om kennis te nemen van de andere onderdelen van de vordering, die een andere grondslag hebben dan onrechtmatige daad .