EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52022XC0630(01)

Richtsnoeren inzake verticale beperkingen

Richtsnoeren inzake verticale beperkingen

 

SAMENVATTING VAN:

Bekendmaking van de Commissie:Richtsnoeren inzake verticale beperkingen

WAT IS HET DOEL VAN DE RICHTSNOEREN?

  • In deze richtsnoeren worden de beginselen uiteengezet voor de beoordeling van verticale overeenkomsten* en onderling afgestemde feitelijke praktijken op grond van artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) (zie samenvatting) en Verordening (EU) 2022/720 van de Europese Commissie (de verticale groepsvrijstellingsverordening — zie samenvatting).
  • Ze zijn bedoeld om bedrijven te helpen bij het beoordelen van de verenigbaarheid van hun verticale overeenkomsten met de mededingingswetgeving van de Europese Unie (EU). De Commissie benadrukt dat richtsnoeren niet mechanisch mogen worden toegepast, aangezien elke overeenkomst moet worden beoordeeld in het licht van haar eigen feiten.

KERNPUNTEN

De richtsnoeren behandelen acht hoofdzaken.

Het beoordelen van een verticale overeenkomst, afhankelijk van of het marktaandeel van de leverancier en/of de afnemer de drempel van 30% overschrijdt

  • Indien noch het marktaandeel van de leverancier noch dat van de afnemer de drempel overschrijdt en de overeenkomst geen concurrentiebeperkende strekking (“hardcorebeperkingen”) betreft, heeft de overeenkomst automatisch voordeel van vrijstelling van artikel 101 VWEU.
  • Indien het relevante marktaandeel van de leverancier of de afnemer de drempel van 30% overschrijdt of de overeenkomst één of meer hardcorebeperkingen betreft, moet worden beoordeeld of de verticale overeenkomst binnen het toepassingsgebied van artikel 101, lid 1, VWEU valt, en of zij voldoet aan de voorwaarden voor de vrijstelling van artikel 101, lid 3, VWEU.

Mogelijke effecten van verticale overeenkomsten

  • Positief. Lagere prijzen, de bevordering van niet-prijsconcurrentie, verbeterde kwaliteit en andere positieve effecten voor concurrentie.
  • Negatief. Concurrentieverstorende uitsluiting van andere leveranciers of andere afnemers door het opwerpen van barrières voor toetreding of uitbreiding, het beperken van de keuze voor consumenten of het verhogen van prijzen.

Verticale overeenkomsten die buiten het toepassingsgebied van artikel 101, lid 1, VWEU vallen. Deze bestaan onder meer uit:

  • overeenkomsten die de handel tussen lidstaten niet merkbaar ongunstig beïnvloeden (“geen gevolgen voor de handel”) of die de concurrentie niet merkbaar beperken (“overeenkomsten van geringe betekenis”) of die betrekking hebben op kleine en middelgrote ondernemingen;
  • agentuurovereenkomsten, waar een onderneming verkoop- of aankoopcontracten onderhandelt voor rekening van een andere onderneming en geen significant economisch risico loopt met betrekking tot dergelijke aankoop- of verkoopactiviteit.

Toepassingsgebied van Verordening (EU) 2022/720. Dit omvat:

  • de door de verordening gecreëerde “veilige zone” voor overeenkomsten die aan haar voorwaarden voldoen;
  • definitie van een verticale overeenkomst: “een overeenkomst of onderling afgestemde praktijken tussen twee of meer ondernemingen die met het oog op de toepassing van de overeenkomst elk op een verschillend niveau van de productie- of distributieketen werkzaam zijn, en met betrekking op de voorwaarden waaronder de partijen bepaalde goederen of diensten mogen kopen, verkopen of wederverkopen”;
  • verticale overeenkomsten in de onlineplatformeconomie, die over het algemeen niet aangemerkt worden als agentuurovereenkomsten die buiten het toepassingsgebied van artikel 101, lid 1, VWEU vallen;
  • specifieke beperkingen voor de toepassing van Verordening (EU) 2022/720, waaronder voor:
    • overeenkomsten met detailhandelaren;
    • overeenkomsten met betrekking tot intellectuele-eigendomsrechten;
    • overeenkomsten tussen concurrenten;
    • overeenkomsten met een aanbieder van tussenhandelsdiensten die een hybride functie hebben (“hybride platforms”);
    • overeenkomsten die vallen onder andere groepsvrijstellingsverordeningen.

Marktbepaling en berekening van het marktaandeel

  • De Bekendmaking marktbepaling van de Commissie geeft leidraden over de voorschriften, de criteria en de bewijsstukken die de Commissie gebruikt.
  • Verordening (EU) 2022/720 stelt dat de marktaandelen van de leverancier en de afnemer in beginsel worden berekend op basis van gegevens betreffende de waarde, waarbij rekening wordt gehouden met alle bronnen van inkomsten die door de verkoop van de goederen of diensten worden gegenereerd. Wanneer geen gegevens betreffende de waarde beschikbaar zijn, kunnen onderbouwde ramingen worden gemaakt op basis van andere betrouwbare marktinformatie, zoals de omvang van de verkochte hoeveelheden.

Hardcorebeperkingen in Verordening (EU) 2022/720. Deze beperkingen:

  • moeten in de meeste gevallen verboden worden wegens de schade die zij toebrengen aan de consumenten;
  • leiden tot de uitsluiting van de gehele verticale overeenkomst voor het voordeel van groepsvrijstelling;
  • omvatten verticale prijsbinding en beperkingen omtrent het territorium of de afnemers die direct of indirect de contractgoederen kunnen verkopen.

Voorschriften voor intrekking en buitentoepassingverklaring. Deze betreffen:

  • de bevoegdheid van de Commissie en nationale mededingingsautoriteiten om het voordeel van de groepsvrijstelling in te trekken indien de betrokken autoriteit vaststelt dat de overeenkomst niet aan de voorwaarden van artikel 101, lid 3, VWEU voldoet;
  • de bevoegdheid van de Commissie om verordeningen aan te nemen die Verordening (EU) 2022/720 buiten werking stellen, met name wanneer naast elkaar bestaande netwerken van vergelijkbare verticale beperkingen meer dan 50% van de betrokken markt beslaan.

Handhavingsbeleid in individuele zaken. Dit:

  • legt uit hoe de Commissie verticale overeenkomsten beoordeelt (volgens artikel 101, lid 1 en artikel 101, lid 3, VWEU) die geen voordeel hebben van de groepsvrijstelling onder Verordening (EU) 2022/720;
  • biedt leidraden voor de beoordeling van specifieke verticale beperkingen, zoals merkexclusiviteit, beperkingen voor het gebruik van onlinemarktplaatsen of prijsvergelijkingsdiensten, en pariteitsverplichtingen.

VANAF WANNEER ZIJN DE RICHTSNOEREN VAN TOEPASSING?

Ze zijn in combinatie met de nieuwe verticale groepsvrijstellingsverordening van toepassing, die op 1 juni 2022 van kracht is gegaan en de richtsnoeren uit 2010 vervangt.

ACHTERGROND

  • Artikel 101, lid 1, VWEU verbiedt overeenkomsten tussen ondernemingen die de concurrentie verhinderen, beperken of vervalsen. Verticale overeenkomsten omvatten twee of meer ondernemingen die in verschillende stadia van de productie- of distributieketen actief zijn.
  • Artikel 101, lid 3, VWEU staat dergelijke overeenkomsten toe indien ze:
    • bijdragen tot de verbetering van de productie of distributie van producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang;
    • ertoe bijdragen dat een billijk aandeel in de voordelen aan de consumenten ten goede komt;
    • geen beperkingen bevatten die niet onmisbaar zijn voor het behalen van de voordelen;
    • de concurrentie niet volledig wegnemen.
  • De verticale groepsvrijstellingsverordening stelt verticale overeenkomsten vrij die aan bepaalde voorwaarden voldoen voor het mogelijk maken van een “veilige zone”.
  • De verordening en de bijbehorende richtsnoeren voor verticale overeenkomsten zijn herzien voor een zakenwereld die hervormt is door de toename van e-commerce.
  • Zie voor meer informatie:

KERNBEGRIPPEN

Verticale overeenkomst. Een overeenkomst of regeling tussen twee of meer ondernemingen die op verschillende niveaus van de productie- of distributieketen werkzaam zijn met betrekking tot de voorwaarden waaronder zij goederen of diensten kopen of verkopen.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Mededeling van de Commissie — Bekendmaking Commissie: Richtsnoeren inzake verticale beperkingen (PB C 248 van 30.06.2022, blz. 1-85)

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2022/720 van de Commissie van 10 mei 2022 betreffende de toepassing van artikel 101, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op categorieën verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke praktijken (PB L 134 van 11.5.2022, blz. 4-13)

Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde deel: Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VII: Gemeenschappelijke regels betreffende de mededinging, de belastingen en de onderlinge aanpassing van de wetgeving — Hoofdstuk 1: Regels betreffende de mededinging — Sectie 1: Op ondernemingen toepasselijke mededingingsregels — Artikel 101 (oud artikel 81 VEG) (PB C 202 van 7.6.2016, blz. 88-89)

Laatste bijwerking 09.09.2022

Naar boven