Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32020Q1222(01)

    Interinstitutioneel akkoord betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen

    Interinstitutioneel akkoord betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen

     

    SAMENVATTING VAN:

    Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer

    WAT IS HET DOEL VAN DIT INTERINSTITUTIONEEL AKKOORD?

    Gedurende de periode van het meerjarig financieel kader (MFK) 2021-2027 heeft het interinstitutioneel akkoord (IIA) tot doel:

    • het instellen van regels betreffende samenwerking tussen het Europees Parlement, de Raad en de Europese Commissie in begrotingszaken, conform de principes betreffende begrotingsdiscipline en goed financieel beheer;
    • het verbeteren van het verloop van de jaarlijkse begrotingsprocedure van de Europese Unie (EU) en de samenwerking tussen de drie relevante instellingen tijdens deze procedure;
    • het tot stand brengen van een samenwerking en het opstellen van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen. Deze kunnen bijdragen aan dekking voor de terugbetaling van de verwachte uitgaven die ter beschikking zijn gesteld via het herstelinstrument van de EU onder Verordening (EU) 2020/2094 (zie de samenvatting), ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis.

    KERNPUNTEN

    Dit akkoord bestaat uit vier delen.

    Deel I: Het MFK en bijzondere instrumenten

    Dit deel bevat aanvullende details met betrekking tot het MFK 2021-2027, waaronder de procedures voor beschikbaarstelling van bijzondere instrumenten die niet in het MFK zijn opgenomen:

    Deel II: Interinstitutionele samenwerking in begrotingszaken

    Dit deel heeft tot doel de samenwerking tussen het Parlement, de Raad en de Commissie met betrekking tot begrotingszaken te verbeteren. Dit omvat de volgende onderdelen:

    • de drie instellingen komen vaststelling overeen van een voorgesteld nieuw MFK of een voorgestelde herziening van het huidige MFK door de benodigde maatregelen te nemen, zoals het organiseren van bijeenkomsten en het uitwisselen van informatie;
    • budgettaire transparantie houdt in dat de Commissie een jaarverslag moet opstellen over:
    • hoe financiële regels worden opgenomen in wetgevingshandelingen en hoe hiermee wordt omgegaan in de jaarlijkse begrotingsprocedure;
    • specifieke regels betreffende de uitgaven voor de visserijovereenkomsten en de financiering van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB).

    Deel III: Goed financieel beheer van EU-middelen

    Dit deel behandelt de financiële programmering. Dit houdt in dat de Commissie (met uitzondering van enkele categorieën) tweemaal per jaar de financiële programmering voor het MFK moet indienen bij de Raad en het Parlement, opgesteld per rubriek, beleidsgebied en begrotingsonderdeel, en de geldende wetgeving moet identificeren waarbinnen een onderscheid wordt gemaakt tussen meerjarenprogramma’s en jaarlijkse acties.

    Dit deel behandelt tevens de samenwerkingsprocedures die van toepassing zijn wanneer een nieuw agentschap wordt opgericht, of wanneer een wijziging van een rechtshandeling betreffende een agentschap een effect zou hebben op de middelen van het betrokken agentschap. Een soortgelijke procedure wordt gevolgd wanneer de oprichting van een nieuwe Europese school wordt overwogen.

    Deel IV: Bescherming van de EU-begroting: gegevens over begunstigden

    Om de EU-begroting en het herstelinstrument voor de EU beter te beschermen tegen fraude en onregelmatigheden, komen de instellingen overeen dat er gestandaardiseerde maatregelen worden ingevoerd voor het verzamelen, vergelijken en aggregeren van gegevens over de uiteindelijke ontvangers en begunstigden van EU-financiering, met het oog op controles en audits. Met name geldt het volgende:

    • om doeltreffende controles en audits te waarborgen is het noodzakelijk gegevens te verzamelen over degenen die uiteindelijk, direct of indirect, begunstigd worden door EU-financiering in gedeeld beheer en door projecten en hervormingen die worden ondersteund in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht;
    • de Commissie zal een geïntegreerd, interoperabel informatie- en monitoringsysteem beschikbaar maken, met inbegrip van een centraal datamining- en risicoscore-instrument, om toegang te hebben tot de gegevens en die gegevens te analyseren. De Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en andere onderzoeks- en controleorganen van de EU zouden toegang tot de gegevens moeten hebben, zodat zij hun toezichtfunctie kunnen uitoefenen met betrekking tot de controles en audits die door de lidstaten worden uitgevoerd.

    Twee bijlagen vormen een integraal deel van het IIA.

    Bijlage I bevat gedetailleerde aanvullende regels voor samenwerking tussen de instellingen tijdens een begrotingsprocedure. Deze omvatten:

    • het vaststellen van een pragmatisch tijdschema;
    • het bepalen van prioriteiten;
    • het opstellen van een ontwerpbegroting en actualisering van ramingen;
    • specifieke besluitvormingsprocessen in verschillende fasen van het begrotingsproces;
    • het wijzigen van begrotingen;
    • de kwestie van niet-afgewikkelde vastleggingen (nog niet omgezet in betalingen);
    • samenwerking met betrekking tot het herstelinstrument voor de Europese Unie.

    In bijlage II worden de principes uiteengezet voor de interinstitutionele samenwerking voor de invoering van nieuwe eigen middelen ter dekking van de verwachte uitgaven voor de terugbetaling van NextGenerationEU.

    In eerste instantie zullen vanaf 1 januari 2021 nieuwe eigen middelen worden ingevoerd, die bestaan uit een deel inkomsten uit een nationale bijdrage berekend op basis van het gewicht van niet-gerecycled kunststof verpakkingsafval.

    De Commissie zal bovendien voorstellen indienen bij de Raad om nieuwe eigen middelen in te voeren op basis van een mechanisme voor digitale heffing en koolstofcorrectie aan de grens. De Commissie zal daarnaast in het voorjaar van 2021 het EU-emissiehandelssysteem herzien en op die basis in juni 2021 bij de Raad een voorstel doen voor nieuwe eigen middelen.

    Deze drie nieuwe eigen middelen worden naar verwachting uiterlijk op 1 januari 2023 ingevoerd, mits de benodigde wetgevingsprocedures zijn afgerond. Dit vormt de tweede stap.

    Als derde stap streeft de Commissie ernaar uiterlijk in juni 2024 een voorstel in te dienen voor een aanvullend nieuw middel. Dit voorstel zou de vorm kunnen aannemen van een belasting op financiële transacties en een aan de bedrijfssector gekoppelde financiële bijdrage of een nieuwe gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting. Beoogd wordt deze middelen in 2026 in te voeren, mits de benodigde wetgevingsprocedures zijn afgerond.

    VANAF WANNEER IS HET AKKOORD VAN TOEPASSING?

    Het IIA is op 16 december 2020 in werking getreden.

    ACHTERGROND

    In december 2020 kwamen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie een IIA overeen betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen.

    Het IIA werd tegelijk aangenomen met de verordening betreffende het meerjarig financieel kader (MFK), het zevenjarenplan van de EU voor de periode 2021-2027.

    Het IIA maakt onderdeel uit van een wetgevingspakket dat verband houdt met het MFK:

    • de rol van het MFK 2021-2027 is gedetailleerd uiteengezet in Verordening (EU) 2020/2093 (zie de samenvatting);
    • nieuwe regels over de financiering van de EU zijn uiteengezet in het besluit betreffende eigen middelen: Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 (zie de samenvatting);
    • het herstelinstrument voor de EU is uiteengezet in Verordening (EU) 2020/2094 en ondersteunt het herstel na de COVID-19-pandemie.

    Zie voor meer informatie:

    BELANGRIJKSTE DOCUMENT

    Interinstitutioneel Akkoord van 16 december 2020 tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie betreffende begrotingsdiscipline, samenwerking in begrotingszaken en goed financieel beheer, alsmede betreffende nieuwe eigen middelen, met inbegrip van een routekaart voor de invoering van nieuwe eigen middelen (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 28-46)

    GERELATEERDE DOCUMENTEN

    Verordening (EU, Euratom) 2020/2093van de Raad van 17 december 2020 tot bepaling van het meerjarig financieel kader voor de jaren 2021-2027 (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 11-22)

    Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433I van 22.12.2020, blz. 23-27)

    Besluit (EU, Euratom) 2020/2053 van de Raad van 14 december 2020 betreffende het stelsel van eigen middelen van de Europese Unie en tot intrekking van Besluit 2014/335/EU, Euratom (PB L 424 van 15.12.2020, blz. 1-10)

    Verordening (EG) nr. 2012/2002 van de Raad van 11 november 2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie (PB L 311 van 14.11.2002, blz. 3-8)

    Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 2012/2002 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

    Laatste bijwerking 06.04.2021

    Naar boven