EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32014L0112

Banen en vaardigheden in de binnenvaart

Banen en vaardigheden in de binnenvaart

 

SAMENVATTING VAN:

Richtlijn 87/540/EEG betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma’s, certificaten en andere titels

Richtlijn 2014/112/EU tot uitvoering van de EU-overeenkomst betreffende de regeling van bepaalde aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de binnenvaart die is gesloten door de Europese Binnenvaartunie, de Europese Schippersorganisatie en de Europese Federatie van Vervoerswerknemers

Richtlijn (EU) 2017/2397 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart

Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/2397 wat betreft normen betreffende competenties en de overeenkomstige kennis en vaardigheden voor praktijkexamens, de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/182 betreffende modellen voor beroepskwalificaties in de binnenvaart

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/473 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/2397 met betrekking tot de normen voor gegevensbanken voor EU-kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken

WAT IS HET DOEL VAN DE WETGEVING?

  • Richtlijn 87/540/EEG bevat gemeenschappelijke regels voor de toegang tot het beroep van ondernemer van goederenvervoer over de binnenwateren in de Europese Unie (EU), teneinde de vakbekwaamheid van dergelijke vervoersondernemers te verbeteren.
  • Richtlijn 2014/112/EU voorziet in de uitvoering van de EU-overeenkomst betreffende de regeling van de arbeidstijd in de binnenvaart in de EU.
  • Richtlijn (EU) 2017/2397, zoals gewijzigd door Richtlijn (EU) 2021/1233, voorziet in een geharmoniseerd systeem voor de certificering en erkenning van de kwalificaties van bemanningsleden, ook uit niet-EU-landen, in de binnenvaart in de EU.
  • Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 bevat normen betreffende competenties voor praktijkexamens, de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid in de binnenvaart.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2020/182 voorziet in modellen voor certificaten in verband met beroepskwalificaties en andere gerelateerde documenten in de binnenvaartsector.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/473 bevat de kenmerken en voorwaarden voor het gebruik van de gegevensbanken voor EU-kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken.
  • Richtlijn (EU) 2021/1233 strekt tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/2397 wat betreft de overgangsmaatregelen voor de erkenning van certificaten van niet-EU-landen.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/184 strekt tot wijziging van bijlage IV bij Richtlijn (EU) 2017/2397 overeenkomstig Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12.

KERNPUNTEN

Richtlijn 87/540/EEC

In Richtlijn 87/540/EEG staat dat personen of ondernemingen die zich willen bezighouden met goederenvervoer over de binnenwateren, moeten voldoen aan de voorwaarde van vakbekwaamheid. Hiertoe is kennis vereist van de volgende onderwerpen:

  • het burgerlijk, handels-, sociaal en belastingrecht, met inbegrip van overeenkomsten en boekhouding;
  • commercieel en financieel beheer;
  • toegang tot de markt, met inbegrip van kwesties rond de toegang tot het beroep, bevrachting en vervoersdocumenten;
  • technische normen en technische aspecten van exploitatie, met inbegrip van registratie, laad- en losovereenkomsten en vergoedingen;
  • veiligheidsvoorschriften en ongevallenpreventie;
  • internationale activiteiten, met inbegrip van de voornaamste verkeersvoorschriften in de lidstaten van de EU.

Daarnaast kan bewijs van betrouwbaarheid en financiële draagkracht worden verlangd. Nadat de autoriteit heeft gecontroleerd of aan de voorwaarden is voldaan, geeft zij een verklaring van vakbekwaamheid af die in de andere lidstaten moet worden erkend.

Richtlijn 2014/112/EU

Richtlijn 2014/112/EU strekt tot uitvoering van de EU-overeenkomst betreffende de regeling van de arbeidstijd voor mobiele werknemers in de binnenvaart in de EU. Dit betekent dat Richtlijn 2003/88/EG — de arbeidstijdenrichtlijn van de EU (zie samenvatting) — niet op deze sector van toepassing is. Deze regeling omvat het volgende.

  • De arbeidstijd is gebaseerd op een achturendag. De arbeidstijd mag niet langer zijn dan:
    • een gemiddelde van 48 uur per week binnen een periode van twaalf maanden;
    • 2 304 uur binnen 48 weken;
    • 14 uur in elke periode van 24 uur;
    • 84 uur in elke periode van zeven dagen;
    • een gemiddelde van 72 uur per week binnen vier maanden wanneer er volgens het dienstrooster meer arbeidsdagen dan rustdagen zijn;
    • 31 achtereenvolgende dagen.
  • In het seizoen kunnen er speciale voorwaarden gelden voor werknemers op de seizoensgebonden passagiersscheepvaart. Zij kunnen recht hebben op 0,2 rustdagen voor elke arbeidsdag. De arbeidstijd mag niet langer zijn dan 12 uur in elke periode van 24 uur of 72 uur in elke periode van zeven dagen.
  • De rusttijd moet voldoende zijn om de gezondheid en veiligheid van werknemers te garanderen en mag niet korter zijn dan 10 uur in elke periode van 24 uur, waarvan minstens 6 uur ononderbroken, of korter dan 84 uur in elke periode van zeven dagen.
  • Pauzes moeten worden toegekend aan iedereen die meer dan 6 uur per dag werkt.
  • Nachtelijke arbeid is beperkt tot 7 uur en tot een maximum van 42 uur in zeven dagen.
  • Iedere werknemer heeft recht op betaalde jaarlijkse vakantie van ten minste vier weken.
  • Op werknemers jonger dan 18 jaar is Richtlijn 94/33/EG betreffende de bescherming van jongeren op het werk (zie samenvatting) van toepassing; voor jongeren ouder dan 16 jaar gelden speciale uitzonderingen.
  • De arbeidstijd en rusttijd van iedere werknemer moeten nauwkeurig worden bijgehouden.
  • Kapiteins kunnen van de bemanning verlangen om bij een noodsituatie alle noodzakelijke uren te werken. Mocht dit gebeuren tijdens de geplande rusttijd, dan wordt ervoor gezorgd dat de betrokken werknemers daarna lang genoeg kunnen rusten.
  • Alle bemanningsleden hebben jaarlijks recht op een kosteloze medische keuring.

Richtlijn (EU) 2017/2397

Richtlijn (EU) 2017/2397 voorziet in een geharmoniseerd systeem voor de certificering van de kwalificaties van personen die betrokken zijn bij het bedienen van een vaartuig dat de binnenwateren in de EU bevaart, en voor de erkenning van die kwalificaties in de EU.

Met de richtlijn wordt beoogd de belemmeringen voor arbeidsmobiliteit weg te nemen, de veiligheid te verbeteren, de vaardigheden van alle bemanningsleden te ontwikkelen en voor alle bemanningsleden betere carrièremogelijkheden te bieden, alsook de overgang van ervaren werknemers uit andere sectoren te bevorderen. Krachtens de richtlijn:

  • moeten dekbemanningsleden, personen die bevoegd zijn om aan boord van passagiersschepen maatregelen te nemen in noodsituaties en personen die betrokken zijn bij het bunkeren van vaartuigen die op vloeibaar aardgas varen, over een EU-kwalificatiecertificaat beschikken;
  • moeten schippers specifieke vergunningen bezitten wanneer zij varen:
    • op binnenwatertrajecten met specifieke risico’s,
    • op binnenwateren van maritieme aard (waterwegen die door het rapporterende land zijn aangewezen als geschikt voor de scheepvaart met hoofdzakelijk zeeschepen),
    • met behulp van een radar,
    • met vaartuigen die vloeibaar aardgas als brandstof gebruiken,
    • met grote konvooien;
  • zijn de EU-kwalificatiecertificaten, dienstboekjes of logboeken geldig op alle binnenwateren in de EU;
  • zijn certificaten die zijn afgegeven overeenkomstig het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn, waarin eisen zijn opgenomen die identiek zijn aan die in deze richtlijn, ook geldig op alle binnenwateren in de EU.
  • Wijzigingsrichtlijn (EU) 2021/1233 bevat overgangsmaatregelen waardoor niet-EU-landen de nodige tijd krijgen om hun eisen in overeenstemming te brengen met die van Richtlijn (EU) 2017/2397 en de Europese Commissie de gelegenheid heeft hun certificeringssystemen te beoordelen en zo nodig een uitvoeringshandeling vast te stellen op grond van die richtlijn.

Richtlijn (EU) 2017/2397:

  • bevat tevens minimumeisen wat betreft de voor de verschillende kwalificaties vereiste leeftijd, naleving van de administratieve voorschriften, competentie en vaartijd;
  • schrijft ook voor dat alle dekbemanningsleden moeten voldoen aan de normen voor medische geschiktheid;
  • houdt ook rekening met de verschillende kenmerken van de lidstaten door het verlenen van vrijstellingen van sommige maatregelen.

Gedelegeerde handelingen

De Commissie heeft verschillende gedelegeerde handelingen vastgesteld tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/2397.

Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 bevat normen voor competenties, voor praktijkexamens, voor de goedkeuring van simulatoren en inzake medische geschiktheid.

  • De normen zijn opgesteld door het Europees Comité voor de opstelling van standaarden voor de binnenvaart (Cesni).
  • De normen voor competenties omvatten de vereiste specifieke competenties en bijbehorende kennis en vaardigheden overeenkomstig de essentiële competentievereisten van de richtlijn.
  • Zij zijn vastgesteld voor:
    • het operationeel niveau (waarbij de belangrijkste competenties voor matrozen en andere kwalificaties op operationeel niveau worden beschreven);
    • het leidinggevend niveau (schippers);
    • schippers die waterwegen van maritieme aard mogen bevaren;
    • schippers die gemachtigd zijn om met behulp van een radar te varen;
    • deskundigen voor de passagiersvaart;
    • deskundigen op het gebied van vloeibaar aardgas.
  • Voor het operationeel en leidinggevend niveau omvatten de normen voor competenties de volgende hoofdstukken:
    • navigatie;
    • bedienen van het vaartuig;
    • ladingbehandeling, stuwen en passagiersvervoer;
    • scheepsbouw, elektriciteit, elektronica en meet- en regeltechniek;
    • onderhoud en reparatie;
    • communicatie;
    • gezondheid, veiligheid en milieubescherming.

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/473 bevat de kenmerken en voorwaarden voor het gebruik van de gegevensbanken waarmee informatie kan worden uitgewisseld over kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken.

  • Het gaat hierbij met name om gebruikers- en toegangsrechten, functionaliteiten, de bescherming van gegevens en persoonsgegevens, de communicatie tussen de EU-gegevensbank en nationale registers, en de aanwijzing van centrale contactpunten.
  • De EU-gegevensbank voor informatie met betrekking tot bemanningsleden biedt een geconsolideerd overzicht van de gegevens in verband met de kwalificaties van bemanningsleden die in de nationale registers worden bijgehouden. Ook bevat de gegevensbank informatie over het dienstboekje van de bemanningsleden. Informatie over logboeken wordt geregistreerd in de Europese scheepsrompendatabank (Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/474).

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/184 strekt tot wijziging van bijlage IV bij Richtlijn (EU) 2017/2397 overeenkomstig de op grond van Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 ingevoerde normen voor competenties.

Uitvoeringshandeling

De Commissie heeft een uitvoeringshandeling vastgesteld, Uitvoeringsverordening (EU) 2020/182, die voorziet in modellen voor certificaten in verband met beroepskwalificaties en andere documenten. Deze modellen zijn opgesteld door het Cesni en omvatten formaten voor:

  • EU-kwalificatiecertificaten voor schipper, voor deskundige op het gebied van vloeibaar aardgas en voor deskundige voor de passagiersvaart;
  • dienstboekjes;
  • het enkelvoudig document waarin EU-kwalificatiecertificaten en het dienstboekje worden gecombineerd;
  • praktijkdiploma’s;
  • het vaartijdenboek.

VANAF WANNEER IS DE WETGEVING VAN TOEPASSING?

  • Richtlijn 87/540/EEG moest op 30 juni 1988 in nationale wetgeving zijn omgezet.
  • Richtlijn 2014/112/EU moest op 31 december 2016 in nationale wetgeving zijn omgezet.
  • Richtlijn (EU) 2017/2397 moest op 17 januari 2022 in nationale wetgeving zijn omgezet.
  • Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 moest op 17 januari 2022 in nationale wetgeving zijn omgezet.
  • Uitvoeringsverordening (EU) 2020/182 is van toepassing sinds 2 maart 2020.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/473 is van toepassing sinds 18 januari 2022 (hoewel sommige artikelen van toepassing zijn sinds 21 april 2020).
  • Richtlijn (EU) 2021/1233 moest op 17 januari 2022 in nationale wetgeving zijn omgezet.
  • Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/184 is van toepassing sinds 3 maart 2022.

ACHTERGROND

Zie voor meer informatie:

BELANGRIJKSTE DOCUMENTEN

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/473 van de Commissie van 20 januari 2020 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de normen voor gegevensbanken voor EU-kwalificatiecertificaten, dienstboekjes en logboeken (PB L 100 van 1.4.2020, blz. 1–11).

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/182 van de Commissie van 14 januari 2020 betreffende modellen voor beroepskwalificaties in de binnenvaart (PB L 38 van 11.2.2020, blz. 1–36).

Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 van de Commissie van 2 augustus 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen betreffende competenties en de overeenkomstige kennis en vaardigheden voor praktijkexamens, de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid (PB L 6 van 10.1.2020, blz. 15–100).

Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad (PB L 345 van 27.12.2017, blz. 53–86).

Achtereenvolgende wijzigingen in Richtlijn (EU) 2017/2397 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 118–176).

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2014/112/EU van de Raad van 19 december 2014 tot uitvoering van de Europese Overeenkomst betreffende de regeling van bepaalde aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de binnenvaart die is gesloten door de Europese Binnenvaartunie (EBU), de Europese Schippersorganisatie (ESO) en de Europese Federatie van Vervoerswerknemers (ETF) (PB L 367 van 23.12.2014, blz. 86–95).

Richtlijn 87/540/EEG van de Raad van 9 november 1987 betreffende de toegang tot het beroep van ondernemer van nationaal en internationaal goederenvervoer over de binnenwateren en inzake de onderlinge erkenning van dit beroep betreffende diploma’s, certificaten en andere titels (PB L 322 van 12.11.1987, blz. 20–24).

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Richtlijn (EU) 2016/1629 van het Europees Parlement en de Raad van 14 september 2016 tot vaststelling van de technische voorschriften voor binnenschepen, tot wijziging van Richtlijn 2009/100/EG en tot intrekking van Richtlijn 2006/87/EG (PB L 252 van 16.9.2016, blz. 118–176).

Zie de geconsolideerde versie.

Richtlijn 2003/88/EG van het Europees Parlement en de Raad van 4 november 2003 betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd (PB L 299 van 18.11.2003, blz. 9–19).

Richtlijn 94/33/EG van de Raad van 22 juni 1994 betreffende de bescherming van jongeren op het werk (PB L 216 van 20.8.1994, blz. 12–20).

Zie de geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 10.03.2022

Naar boven