This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32005R0396
Residuen van bestrijdingsmiddelen in levensmiddelen en diervoeders
Voor alle levensmiddelen die bestemd zijn voor menselijke of dierlijke consumptie in de Europese Unie (EU) geldt een maximumresidugehalte voor bestrijdingsmiddelen, om de gezondheid van mensen en dieren te beschermen. In het EU-recht wordt geregeld welke maximumresidugehalten voor de verschillende producten gelden en wordt een standaardwaarde vastgesteld voor de gevallen waarin geen maximumresidugehalte is vastgesteld.
In Verordening (EG) nr. 396/2005 staan de maximale hoeveelheden residuen van bestrijdingsmiddelen die zijn toegestaan in voor menselijke of dierlijke consumptie bestemde producten van dierlijke of plantaardige oorsprong. Deze maximumresidugehalten worden door de Europese Commissie vastgesteld en omvatten:
De maximumresidugehalten voor alle gewassen en bestrijdingsmiddelen zijn opgenomen in de EU-gegevensbank voor bestrijdingsmiddelen van de Commissie.
Levensmiddelen die onder deze verordening vallen
De verordening heeft betrekking op alle in bijlage I genoemde producten voor menselijke of dierlijke consumptie.
De verordening is niet van toepassing op producten van dierlijke of plantaardige oorsprong als deze bestemd zijn:
Uitzonderingen
Bepaalde door de Commissie genoemde stoffen (bijlage VII) kunnen ook door de nationale autoriteiten worden toegestaan als het maximumresidugehalte ervan wordt overschreden, op voorwaarde dat:
Veiligheidsbeoordeling
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) is verantwoordelijk voor de veiligheidsbeoordeling van nieuwe voor maximumresidugehalten ingediende toepassingen en voor de herziening van bestaande maximumresidugehalten. Het uitgangspunt hierbij is de toxiciteit van elke stof, de maximaal verwachte gehalten in voedsel en het aandeel in de voeding van de consument. Op basis van het advies van de EFSA vaardigt de Commissie een verordening uit om een nieuw maximumresidugehalte vast te stellen of om een bestaande waarde te wijzigen of te verwijderen.
Controles van bestrijdingsmiddelenresiduen in levensmiddelen
De EU beschikt over een gecoördineerd meerjarig controleprogramma op grond waarvan de lidstaten elk jaar een overeengekomen reeks producten (die relevant zijn in het voedingspatroon) moeten bemonsteren, analyseren en testen met betrekking tot een overeengekomen reeks bestrijdingsmiddelen. Het doel is om te waarborgen dat zij aan de maximumresidugehalten voor bestrijdingsmiddelen voldoen en om de blootstelling van consumenten te beoordelen. De EFSA verzamelt de resultaten en publiceert deze jaarlijks. Naast het gecoördineerde EU-programma hebben de lidstaten hun eigen risicogerichte nationale programma’s.
De verordening is op 5 april 2005 in werking getreden en is vanaf september 2008 volledig van toepassing geworden.
Zie voor meer informatie:
Verordening (EG) nr. 396/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 23 februari 2005 tot vaststelling van maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen in of op levensmiddelen en diervoeders van plantaardige en dierlijke oorsprong en houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (PB L 70 van 16.3.2005, blz. 1–16)
Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 396/2005 zijn opgenomen in het oorspronkelijke document. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/585 van de Commissie van 27 april 2020 inzake een in 2021, 2022 en 2023 uit te voeren gecoördineerd meerjarig controleprogramma van de Unie tot naleving van de maximumgehalten aan bestrijdingsmiddelenresiduen en ter beoordeling van de blootstelling van de consument aan bestrijdingsmiddelenresiduen in en op levensmiddelen van plantaardige en dierlijke oorsprong (PB L 135 van 29.4.2020, blz. 1–12)
Zie de geconsolideerde versie.
Laatste bijwerking 21.10.2023