Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31997R1467

    Het corrigerende deel: de buitensporigtekortprocedure

    Het corrigerende deel: de buitensporigtekortprocedure

    SAMENVATTING VAN:

    Verordening (EG) nr. 1467/97 — Bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten

    SAMENVATTING

    WAT DOET DEZE VERORDENING?

    Het stabiliteits- en groeipact (SGP) vormt de hoeksteen van de EU-begrotingsdiscipline. Het corrigerende deel van het pact regelt de procedure bij buitensporige tekorten (PBT) dat de onmiddellijke correctie van buitensporige overheidstekorten of extreem hoge overheidsschulden schraagt.

    Met deze verordening wordt gestreefd naar een bespoediging en verduidelijking van de PBT in het kader van artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).

    Wanneer een EU-land de begrotingsdiscipline van het SGP niet respecteert, kan het via meerdere fasen aan een PBT worden onderworpen.

    KERNPUNTEN

    Inleiding van de procedure

    Krachtens het SGP wordt een PBT gestart volgens tekort- en schuldcriteria:

    • Tekortcriterium: er wordt uitgegaan van een buitensporig algemeen overheidstekort indien het meer bedraagt dan de referentiewaarde van 3 % van het bruto binnenlands product (bbp) tegen marktconforme prijzen; of
    • Schuldcriterium: het overheidstekort bedraagt meer dan 60 % van het bbp en het doel om de schuld met 1/20ste te verlagen werd de afgelopen drie jaar niet gehaald.

    Verschillende fasen van de procedure

    • Voor de EU-landen wiens tekorten of schulden de gedefinieerde limieten overschrijden, bereidt de Europese Commissie een rapport voor waarin wordt geëvalueerd of een buitensporigtekortprocedure wordt gestart of niet;
    • de Commissie verstuurt het land in kwestie een aanmaning en brengt de Raad op de hoogte indien ze van mening is dat het om een buitensporig tekort gaat;
    • Op basis van het voorstel van de Commissie beslist de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen of het, in het licht van de opmerkingen van het land in kwestie, om een buitensporig tekort gaat;
    • indien de Raad beslist dat het om een buitensporig tekort gaat, doet ze aanbevelingen aan het land en geeft het dit land een uiterste termijn om doeltreffende maatregelen te treffen (drie of zes maanden);
    • indien een land de aanbevelingen blijft negeren, kan de Raad beslissen om het land formeel te verzoeken maatregelen te treffen teneinde het tekort binnen een bepaalde periode terug te dringen;
    • Indien een land de beslissingen van de Raad niet respecteert, kan de Raad sancties opleggen.

    Sancties

    Er worden sancties opgelegd indien het tekort niet wordt teruggedrongen. Voor landen in de eurozone worden deze sancties geleidelijk opgelegd, te beginnen met:

    • de verplichting om aan de Commissie rentedragende deposito van 0,2 % van het bbp voor te leggen in de preventieve fase;
    • de verplichting om aan de Commissie een niet-rentedragende deposito van 0,2 % van het BBP voor te leggen in de corrigerende fase. Dit deposito wordt omgezet in een boete van tot 0,5 % van het bbp indien de aanbevelingen om het buitensporig tekort te corrigeren niet worden gerespecteerd.

    Bovendien kunnen alle EU-landen (behalve het Verenigd Koninkrijk (1)) worden onderworpen aan een opschorting van vastleggingen of betalingen van Structuur- en Investeringsfondsen van de EU. Er worden ook sancties opgelegd in het geval van statistische manipulatie.

    Stemsysteem

    Over de meeste sancties in het kader van een PBT wordt bij omgekeerde gekwalificeerde meerderheid beslist. Dit betekent dat een boete wordt geacht te zijn goedgekeurd tenzij de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen beslist om ze te verwerpen.

    Bovendien kwamen de 25 landen die het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur ondertekenden overeen om de omgekeerde gekwalificeerde meerderheid al in een vroeger stadium van de procedure toe te passen, bijvoorbeeld wanneer er moet worden beslist of een EU-land aan een PBT moet worden onderworpen.

    Flexibiliteit van het SGP

    In januari 2015 heeft de Commissie een Mededeling gepubliceerd om EU-landen te sturen hoe ze de flexibiliteit binnen de bestaande regelgeving van het stabilitits- en groeipact het best kunnen benutten om de doeltreffende uitvoering van de structurele hervormingen en investeringen te bevorderen en beter rekening te kunnen houden met de economische situatie van elk EU-land.

    VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

    De verordening is vanaf 1 januari 1999 van toepassing.

    ACHTERGROND

    BESLUIT

    Verordening (EG) nr. 1467/97 van de Raad van 7 juli 1997 over de bespoediging en verduidelijking van de tenuitvoerlegging van de procedure bij buitensporige tekorten (PB L 209 van 2.8.1997, blz. 6-11)

    De achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 1467/97 zijn opgenomen in de oorspronkelijke tekst. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

    GERELATEERDE BESLUITEN

    Verordening (EU) nr. 1173/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 inzake de effectieve handhaving van het begrotingstoezicht in het eurogebied (PB L 306 van 23.11.2011, blz. 1-7)

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comité, het Comité van de Regio’s en de Europese Investeringsbank: Optimaal benutten van de flexibiliteit binnen de bestaande regels van het stabiliteits- en groeipact (COM(2015) 12 final van 13.1.2015)

    Laatste bijwerking 22.02.2016



    (1) Vanaf 1 februari 2020 is het Verenigd Koninkrijk geen EU-lid meer.

    Naar boven