Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
In het convergentieverslag van de Europese Commissie wordt de vooruitgang beoordeeld die de lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben geboekt die de euro nog niet hebben aanvaard (Bulgarije, Hongarije, Polen, Roemenië en Zweden) wat betreft de verplichtingen voor deelname aan de Economische en Monetaire Unie. Denemarken heeft voor de goedkeuring van het Verdrag van Maastricht onderhandeld over een opt-out (uitstapmogelijkheid) en neemt niet deel aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie. Dit land wordt daarom niet in het verslag behandeld.
de wetgeving van elke lidstaat, met inbegrip van de statuten van zijn nationale centrale bank, verenigbaar is met de artikelen 130 en 131 VWEU en met de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken (ESCB) en de ECB;
de lidstaten voldoen aan de volgende convergentiecriteria:
een hoge mate van prijsstabiliteit, die wordt gemeten aan de hand van een gemiddeld inflatiepercentage van 12 maanden dat niet meer dan 1,5 procentpunt hoger ligt dan het gemiddelde van de drie best presterende lidstaten (Frankrijk, Finland en Griekenland), berekend in mei 2024 op 4,1 %;
houdbare overheidsfinanciën, bepaald aan de hand van het ontbreken van een buitensporigtekortprocedure ten aanzien van de betreffende lidstaat;
wisselkoersstabiliteit, waarbij de lidstaat gedurende ten minste de twee jaren de normale fluctuatiemarges binnen het Wisselkoersmechanisme II (WKM II) van het Europees Monetair Stelsel zonder grote spanningen heeft kunnen aanhouden en zijn valuta niet eenzijdig heeft gedevalueerd ten opzichte van de euro;
convergentie van de langetermijnrente: bereikt door een gemiddelde langetermijnrente over een jaar die niet meer dan twee procentpunten hoger ligt dan het gemiddelde van de drie best presterende EU-economieën in termen van prijsstabiliteit, berekend in mei 2024 op 5,5 %.
Verschillende grote economische schokken en beleidsontwikkelingen hebben de convergentiebeoordeling van de Commissie beïnvloed. Deze omvatten de verdere grootschalige invasie van Oekraïne door Rusland, het gebruik van energie als politiek wapen en de stijging van energie-, voedsel- en andere grondstoffenprijzen, wat in oktober 2022 tot inflatie in de piek van de EU met 11,5 % heeft geleid.
In het verslag wordt geconcludeerd dat:
alleen Zweden voldoet aan het criterium inzake prijsstabiliteit;
Bulgarije, Zweden en Tsjechië voldoen aan het criterium inzake de overheidsfinanciën;
alleen Bulgarije voldoet aan het wisselkoerscriterium; de Bulgaarse lev heeft vier jaar zonder spanningen deelgenomen aan het WKM II;
Bulgarije, Tsjechië en Zweden voldoen aan het criterium inzake de convergentie van de langetermijnrente;
de juridische verenigbaarheid alleen is bereikt door Bulgarije (afhankelijk van de voorwaarden en interpretaties in het verslag), terwijl de nationale wetgeving in de overige vijf lidstaten buiten de eurozone niet volledig verenigbaar is met het EU-recht.
In het convergentieverslag 2024 van de ECB wrden de volgende punten naar voren gebracht:
Er is beperkte vooruitgang geboekt door lidstaten buiten de eurozone met betrekking tot de naleving van de convergentiecriteria sinds het convergentieverslag 2022 van de ECB, dat een weerspiegeling is van uitdagende economische omstandigheden.
In mei 2024 hebben alle onderzochte lidstaten een gemiddelde inflatiecijfer van 12 maanden boven de referentiewaarde voor het criterium inzake prijsstabiliteit vastgesteld.
De Bulgaarse lev is de enige valuta die deelneemt aan het WKM II. De herzien valuta's van de andere lidstaten functioneren op basis van een verschillende wisselkoersregeling.
Drie lidstaten (Hongarije, Polen en Roemenië) voldoen niet aan het criterium van de langetermijnrente en liggen boven de referentiewaarde.
De overheidsfinanciën zijn in de meeste EU-landen verbeterd als gevolg van de COVID-19-pandemie, nu hun economieën zijn hersteld en hun maatregelen ter ondersteuning van de pandemie geleidelijk zijn afgebouwd. De openbare tekorten en de schuldratio's liggen in de meeste gevallen echter boven het niveau van de pandemie, deels vanwege de economische gevolgen van de Russische oorlog tegen Oekraïne en de maatregelen die werden genomen om het begrotingsbeleid af te stemmen op de hoge energieprijzen die daaruit voortvloeien.
De kracht van de openbare en economische instellingen is een belangrijke factor voor duurzame convergentie. Uit internationale indicatoren blijkt dat de kwaliteit van de instellingen en het bestuur in alle te evalueren lidstaten, met uitzondering van Zweden, nog steeds zwakker is dan elders in de EU.
ACHTERGROND
Op grond van artikel 140, lid 1, van het VWEU moeten de Commissie en de ECB ten minste om de twee jaar of op verzoek van een lidstaat verslag uitbrengen over de voortgang aan de Raad.
Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad — Convergentieverslag 2024 (Opgesteld in overeenstemming met artikel 140, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) (COM(2024) 270 final van )
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde Deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VIII — Economisch en monetair beleid — Hoofdstuk 2 — Monetair beleid — Artikel 130 (oud artikel 108 VEG) (PB C 202 van , blz. 104)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde Deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VIII — Economisch en monetair beleid — Hoofdstuk 2 — Monetair beleid — Artikel 131 (oud artikel 109 VEG) (PB C 202 van , blz. 104)
Geconsolideerde versie van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Derde Deel — Het beleid en intern optreden van de Unie — Titel VIII — Economisch en monetair beleid — Hoofdstuk 5 — Overgangsbepalingen — Artikel 140 (oude artikelen 121, lid 1, 122, lid 2, tweede zin, en 123, lid 5, VEG) (PB C 202 van , blz. 108-110)