EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Europa in de wereld — Het EU-instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking

Europa in de wereld — Het EU-instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EU) 2021/947 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

Bij de verordening wordt het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld (NDICI — Europa in de wereld) vastgesteld. Het is bedoeld voor het wereldwijd handhaven en uitdragen van de waarden, beginselen en fundamentele belangen van de Europese Unie (EU), met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen en beginselen van het externe optreden van de EU, om de EU de flexibiliteit te bieden om sneller op nieuwe crises en uitdagingen te reageren, om de doeltreffendheid en zichtbaarheid van het externe beleid van de EU te vergroten en de coördinatie ervan met intern beleid te versterken. De verordening heeft als doel:

  • bij te dragen aan het terugdringen en uiteindelijk het uitbannen van armoede;
  • democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten te consolideren, te ondersteunen en te bevorderen;
  • duurzame ontwikkeling en de bestrijding van klimaatverandering te bevorderen;
  • irreguliere migratie en gedwongen ontheemding aan te pakken, met inbegrip van de onderliggende oorzaken daarvan;
  • bij te dragen aan de bevordering van multilateralisme en de verwezenlijking van door de EU onderschreven internationale verbintenissen en doelstellingen, met name de duurzameontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s), de Agenda 2030 en de Overeenkomst van Parijs;
  • sterkere partnerschappen met niet-EU-landen te bevorderen, ook met de landen van het Europees nabuurschapsbeleid, op basis van wederzijdse belangen en eigen inbreng met het oog op het bevorderen van stabilisatie, goed bestuur en de opbouw van veerkracht.

KERNPUNTEN

Eén instrument

Met de verordening wordt één instrument gecreëerd waarin tien afzonderlijke instrumenten van het meerjarig financieel kader (MFK) voor de periode 2014-2020 en het Europees Ontwikkelingsfonds, dat voorheen buiten de EU-begroting viel, worden ondergebracht.

Doelstellingen

De verordening heeft een aantal specifieke doelstellingen:

  • het ondersteunen en bevorderen van dialoog en samenwerking met niet-EU-landen en regio’s in het Europees nabuurschap, in Afrika ten zuiden van de Sahara, Azië en het Stille Oceaangebied, en in Noord-, Midden- en Zuid-Amerika en in het Caribisch gebied;
  • het ontwikkelen van bijzondere versterkte partnerschappen en nauwere politieke samenwerking met de landen van het Europese nabuurschapsbeleid;
  • op mondiaal niveau:
    • het beschermen, uitdragen en bevorderen van mensenrechten, met inbegrip van gendergelijkheid en de bescherming van mensenrechtenverdedigers,
    • het ondersteunen van maatschappelijke organisaties,
    • het bevorderen van stabiliteit en vrede, en conflictpreventie, en aldus bijdragen aan de bescherming van burgers,
    • het aanpakken van andere mondiale uitdagingen, zoals klimaatverandering, bescherming van de biodiversiteit en het milieu, alsmede migratie en mobiliteit;
  • snelle respons op:

Structuur

Het instrument berust op drie pijlers.

  • Geografisch — bevordering van partnerschappen door samenwerking met partnerlanden en gericht op thema’s zoals:
    • goed bestuur;
    • inclusieve groei;
    • doelstellingen op het gebied van klimaat en milieu;
    • uitbanning van armoede, en
    • conflictpreventie.
  • Thematisch — financiering van acties in verband met de duurzameontwikkelingsdoelstellingen op mondiaal niveau en gericht op thema’s zoals mensenrechten en democratie, maatschappelijke organisaties, stabiliteit en vrede, naast mondiale uitdagingen zoals:
    • gezondheid;
    • onderwijs en opleiding;
    • vrouwen en kinderen;
    • cultuur;
    • migratie, en
    • klimaatverandering.
  • Snelle respons.

Prioriteiten

Het instrument omvat onder andere de volgende streefcijfers:

  • ten minste 93 % van de uitgaven in het kader van het instrument moet voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingshulp zoals bepaald door de Commissie voor ontwikkelingsbijstand van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO);
  • ten minste 20 % van de uitgaven aan officiële ontwikkelingshulp moet gericht zijn op menselijke ontwikkeling;
  • 30 % moet worden bestemd voor de bestrijding van klimaatverandering;
  • indicatief 10 % moet worden bestemd voor activiteiten in verband met migratie;
  • ten minste 85 % van de acties moet gendergelijkheid als hoofd- of belangrijke doelstelling hebben, waarvan ten minste 5 % gendergelijkheid als hoofddoelstelling moet hebben.

Investeringskader

Het instrument omvat een investeringskader, een basis voor de financiering van extern optreden uit de geografische pijler om aanvullende middelen voor duurzame ontwikkeling aan te trekken van de publieke en private sector. Het bestaat uit:

  • het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling+ (EFDO+), en
  • de garantie voor extern optreden.

Begroting

De financiering van het instrument bestrijkt de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2027, de looptijd van het MFK. De begroting bedraagt 79,462 miljard EUR en wordt als volgt verdeeld:

  • geografische programma’s: 60,388 miljard EUR;
  • thematische programma’s: 6,358 miljard EUR;
  • acties voor snelle respons: 3,182 miljard EUR;

met een extra buffer van 9 534 miljard EUR voor noodsituaties en prioriteiten.

Aanvullende handeling

Verordening (EU) 2021/947 is aangevuld bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2021/1530 van de Commissie van 12 juli 2021.

VANAF WANNEER IS DE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 1 januari 2021 van toepassing.

ACHTERGROND

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EU) 2021/947 van het Europees Parlement en de Raad van 9 juni 2021 tot vaststelling van het instrument voor nabuurschapsbeleid, ontwikkeling en internationale samenwerking — Europa in de wereld, tot wijziging en intrekking van Besluit nr. 466/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU) 2017/1601 en Verordening (EG, Euratom) nr. 480/2009 van de Raad (PB L 209 van 14.6.2021, blz. 1-78)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EU) 2021/947 werden in de basistekst opgenomen. Deze geconsolideerde versie is enkel van documentaire waarde.

Laatste bijwerking 02.08.2021

Top