Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Levensmiddelen — microbiologische criteria

Levensmiddelen — microbiologische criteria

 

SAMENVATTING VAN:

Verordening (EG) nr. 2073/2005 over microbiologische criteria voor levensmiddelen

WAT IS HET DOEL VAN DE VERORDENING?

  • In het belang van de voedselveiligheid en de volksgezondheid worden met de verordening de microbiologische criteria* vastgesteld voor bepaalde micro-organismen* evenals de voorschriften die levensmiddelenbedrijven moeten naleven met betrekking tot de algemene en specifieke hygiënevoorschriften van Verordening (EG) nr. 852/2004 over levensmiddelenhygiëne.
  • De verordening heeft tot doel om doelstellingen en referentiepunten vast te stellen om levensmiddelenbedrijven en de bevoegde autoriteiten van de EU-landen te helpen bij het beheer van en het toezicht op de veiligheid van levensmiddelen.
  • Met de verordening wordt het voor levensmiddelenbedrijven verplicht om ervoor te zorgen dat de levensmiddelen die ze hanteren, leveren of verwerken aan deze criteria voldoen.

KERNPUNTEN

Microbiologische criteria

In de verordening zijn twee soorten microbiologische criteria uiteengezet waaraan levensmiddelenbedrijven moeten voldoen. Die staan vermeld in bijlage I bij de verordening:

  • criteria voor voedselveiligheid;
  • proceshygiënecriteria.

Levensmiddelenbedrijven moeten er in elk stadium van de productie, verwerking en distributie van levensmiddelen, ook in de detailhandel, in het kader van hun procedures op basis van de HACCP-principes* en door middel van goede hygiënepraktijken voor zorgen dat:

  • de levering, hantering en verwerking van grondstoffen en levensmiddelen onder hun controle op een zodanige wijze worden uitgevoerd dat aan de proceshygiënecriteria wordt voldaan;
  • onder redelijkerwijs te verwachten omstandigheden bij distributie, opslag en gebruik kan worden voldaan aan de voedselveiligheidscriteria die gedurende de gehele houdbaarheidstermijn van de producten van toepassing zijn.

Voor elke levensmiddelencategorie wordt in de verordening en de bijlage bij de verordening het volgende gespecificeerd:

  • de micro-organismen waarop de levensmiddelen moeten worden getest;
  • het bemonsteringsschema (het aantal te testen eenheden, de frequentie, enz.);
  • de grenswaarden voor elk getest deelmonster;
  • de te gebruiken referentieanalysemethode;
  • het stadium waarin het criterium van toepassing is (bv. het einde van het productieproces, op het tijdstip in het productieproces waarop het aantal van een bepaald micro-organisme naar verwachting het hoogst is);
  • de maatregelen bij ontoereikende resultaten.

Testen en het toepassingsgebied daarvan

Levensmiddelenbedrijven moeten ervoor zorgen dat levensmiddelen aan de relevante criteria voldoen en moeten passende testen uitvoeren voor de criteria uit bijlage I. De criteria hebben betrekking op de volgende producten:

  • kant-en-klare levensmiddelen;
  • vers vlees van pluimvee;
  • gehakt vlees en vleesbereidingen;
  • vleesproducten;
  • separatorvlees;
  • gelatine en collageen;
  • zuivelproducten;
  • eiproducten;
  • levende tweekleppige weekdieren;
  • visserijproducten;
  • gekookte schaal- en schelpdieren;
  • voorgesneden, kant-en-klare groenten en fruit;
  • kiemen en gekiemde zaden;
  • ongepasteuriseerde, kant-en-klare vruchten- en groentesappen; en
  • karkassen.

Voorschriften voor de bemonstering en de bereiding van analysemonsters zijn vastgelegd in bijlage I.

Resultaten

Als de testresultaten voor een van beide soorten criteria ontoereikend zijn, moeten levensmiddelenbedrijven de maatregelen nemen die in de verordening zijn vastgelegd. Als zij een trend richting ontoereikende resultaten constateren, moeten zij onmiddellijk passende maatregelen nemen om te voorkomen dat zich microbiologische risico’s voordoen.

VANAF WANNEER IS DEZE VERORDENING VAN TOEPASSING?

De verordening is sinds 1 januari 2006 van toepassing.

ACHTERGROND

Voor meer informatie zie:

KERNBEGRIPPEN

Microbiologische criteria: omdat levensmiddelen die afkomstig zijn van dieren en planten een microbiologisch risico kunnen inhouden, worden met deze criteria richtlijnen gegeven voor de aanvaardbaarheid van levensmiddelen en de productieprocessen daarvan. Met de criteria wordt de aanvaardbaarheid van een product, een partij levensmiddelen of een proces bepaald op basis van de af- of aanwezigheid van micro-organismen of het aantal daarvan, en/of de hoeveelheid toxinen/metabolieten ervan, per eenheid van massa, volume of oppervlakte of per partij.
Micro-organisme: bacteriën, virussen, gisten, schimmels, algen, parasitaire protozoa en microscopische parasitaire helminten, evenals toxinen en metabolieten van deze organismen. Veelvoorkomende voorbeelden zijn salmonella, listeria en E. coli.
HACCP-principes (Hazard Analysis Critical Control Point): gebaseerd op zeven internationaal overeengekomen principes waarmee gevaren die relevant zijn voor de voedselveiligheid worden geïdentificeerd, geëvalueerd en gecontroleerd. De principes zijn gericht op het voorkomen van besmetting. De verantwoordelijkheid voor de veiligheid van producten wordt ermee bij de levensmiddelenproducenten ervan gelegd.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verordening (EG) nr. 2073/2005 van de Commissie van 15 november 2005 inzake microbiologische criteria voor levensmiddelen (PB L 338 van 22.12.2005, blz. 1-26)

Achtereenvolgende wijzigingen aan Verordening (EG) nr. 2073/2005 zijn opgenomen in het oorspronkelijke document. Deze geconsolideerde versie heeft slechts informatieve waarde.

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1-142)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 1-54). Tekst opnieuw gepubliceerd in rectificatie (PB L 226 van 25.6.2004, blz. 3-21)

Zie geconsolideerde versie.

Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden (PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1-24)

Zie geconsolideerde versie.

Laatste bijwerking 17.05.2019

Top