Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Het Verdrag van Amsterdam

Het Verdrag van Amsterdam

 

SAMENVATTING VAN:

Het Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie

WAT IS HET DOEL VAN HET VERDRAG?

  • Met het verdrag wordt het Verdrag van Maastricht over de Europese Unie (EU) bijgewerkt en verduidelijkt.
  • De aanzienlijke wijzigingen die hiermee worden geïntroduceerd, dienden tevens als voorbereiding van de EU op de toekomstige uitbreiding.

KERNPUNTEN

Met het verdrag worden de EU de volgende doelstellingen gesteld:

  • het bevorderen van de economische en sociale vooruitgang, een hoog werkgelegenheidsniveau en gebalanceerde en duurzame ontwikkeling;
  • het vestigen van de identiteit van de EU op het internationale toneel;
  • het versterken van de rechten en belangen van EU-onderdanen;
  • het handhaven en ontwikkelen van de EU als een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid;
  • het handhaven en ontwikkelen van het corpus van het EU-recht (bekend als het acquis communautaire).

Gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

  • Dit wordt versterkt door:
    • het toestaan van gemeenschappelijke strategieën, gemeenschappelijke acties, gemeenschappelijke standpunten en een meer systematische samenwerking tussen EU-landen;
    • het opnemen van alle zaken betreffende de veiligheid van de EU, waaronder de progressieve ontwikkeling van een gemeenschappelijk defensiebeleid, binnen het GBVB;
    • het ontwikkelen van nauwere banden tussen de defensieorganisatie, de West-Europese Unie;
    • het vereisen van EU-landen dat zij hun posities coördineren in internationale organisaties, met name de Verenigde Naties;
    • het instellen van de functie van hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, een functie die is toebedeeld aan de secretaris-generaal van de Raad;
    • het vaststellen van een eenheid voor beleidsplanning en vroegtijdige waarschuwing.

Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken

  • Politiële samenwerking omvat:
    • het voorkomen, vaststellen en onderzoeken van misdrijven;
    • het verzamelen, opslaan, verwerken, analyseren en uitwisselen van relevante informatie;
    • het organiseren van gemeenschappelijke trainingsinitiatieven en de uitwisseling van beambten;
    • het evalueren van onderzoekstechnieken, met name ten behoeve van het opsporen van georganiseerde misdaad;
    • het gebruik van de middelen van Europol op gebieden als samenwerking tussen aanklagers en onderzoekers, en het instellen van een netwerk voor research, documentatie en statistiek betreffende misdaad binnen de EU.
  • Justitiële samenwerking omvat:
    • het mogelijk maken van uitlevering (het mechanisme waarbij staten de terugkeer van individuen uit andere staten verzoeken wanneer deze individuen worden beschuldigd van misdrijven of een straf moeten ondergaan) tussen EU-landen;
    • het garanderen van compatibiliteit tussen nationale regelgeving;
    • het voorkomen van jurisdictiegeschillen;
    • het opstellen van minimale regels voor criminele handelingen en strafsancties voor georganiseerde misdaad, terrorisme en handel in verdovende middelen.

Nauwere samenwerking

Regeringen van EU-landen die wensen nauwer met elkaar samen te werken op een bepaald beleidsterrein, zijn hiertoe gerechtigd, mits de samenwerking:

  • de doelstellingen en belangen van de EU bevorderen en de beginselen in acht neemt;
  • alleen in laatste instantie wordt gebruikt;
  • ten minste een meerderheid van de EU-landen omvat;
  • niet afdoet aan het corpus van EU-recht;
  • de bevoegdheden, rechten, plichten en belangen van niet-deelnemende landen in acht neemt.

Visa, asiel, immigratie en andere beleidsterreinen betreffende vrij verkeer van personen

  • Deze beleidsterreinen verschuiven van intergouvernementele samenwerking en gaan deel uitmaken van de normale EU-besluitvorming. Regeringen van EU-landen moeten binnen vijf jaar maatregelen aannemen betreffende:
    • het voorkomen en bestrijden van criminaliteit terwijl tegelijkertijd de rechten van niet-EU-onderdanen worden gewaarborgd;
    • het versterken van justitiële en administratieve samenwerking;
    • standaarden en procedures voor controles aan de buitengrenzen van de EU;
    • het vaststellen van regels voor visa;
    • het vaststellen van de criteria en mechanismen voor de behandeling van asielaanvragen.
  • Het Akkoord van Schengen betreffende paspoortloos reizen binnen de EU is geïntegreerd in de EU-rechtsorde (het VK (1) en Ierland nemen echter geen deel aan deze afspraken).

Werkgelegenheid

  • Het engagement van de EU betreffende werkgelegenheidsbevordering wordt versterkt door:
    • het meenemen van deze doelstelling bij het opstellen en implementeren van alle EU-beleidsregels en -activiteiten;
    • het indienen van een jaarverslag ter beoordeling door EU-leiders;
    • de eis aan elke regering om één keer per jaar informatie te verschaffen betreffende de acties die zijn ondernomen ten aanzien van werkgelegenheidsbevordering;
    • het instellen van een raadgevend comité voor werkgelegenheid.

Institutionele kwesties

  • Wetgevingsprocedure
    • de medebeslissingsprocedure, waarbij regeringen van de EU-landen, via gekwalificeerde meerderheid van stemmen, en het Europees Parlement gezamenlijk wetgeving aannemen, wordt uitgebreid naar de meeste beleidsterreinen, en er worden heldere regels ingesteld voor het afhandelen van geschillen via een bemiddelingscomité.
  • Europees Parlement
    • heeft een maximum van 700 leden;
    • stelt voorstellen op voor een uniforme procedure voor Europese verkiezing;
    • stelt regels en algemene voorwaarden vast voor de taken van haar leden;
    • stemt over de aanstelling van de voorzitter van de Europese Commissie en van de Commissie als orgaan.
  • Europese Commissie
    • in een EU tot 20 leden heeft elk land een commissaris, mits over het gewicht van de nationale stemmen overeenstemming is bereikt;
    • ten minste één jaar voordat het 21e land lid wordt, dient de institutionele opzet van de EU uitgebreid te worden herzien.

Sancties

Regeringen van de EU mogen een ander EU-land de middels het verdrag toegekende rechten ontnemen, waaronder het recht te stemmen over ontwerpwetgeving, indien dit land wordt verdacht van „ernstige en aanhoudende inbreuken” op de basisbeginselen van de EU.

Vereenvoudiging

Het verdrag vereenvoudigt verscheidene EU-verdragen middels wijziging of verwijdering van vijftig overbodige artikelen en het opnieuw nummeren van de rest ten behoeve van de leesbaarheid.

VANAF WANNEER IS HET VERDRAG VAN TOEPASSING?

Het verdrag is ondertekend op 2 oktober 1997 en is in werking getreden op 1 mei 1999.

BELANGRIJKSTE DOCUMENT

Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten (PB C 340 van 10.11.1997, blz. 1-144)

Laatste bijwerking 04.04.2018



(1) Vanaf 1 februari 2020 is het Verenigd Koninkrijk geen EU-lid meer.

Top