EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52020IR4292

Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Actieplan inzake kritieke grondstoffen

COR 2020/04292

OJ C 175, 7.5.2021, p. 10–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.5.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 175/10


Advies van het Europees Comité van de Regio’s — Actieplan inzake kritieke grondstoffen

(2021/C 175/03)

Rapporteur:

Isolde RIES (DE/PSE)

Eerste vicevoorzitter van het parlement van de deelstaat Saarland

Referentiedocument:

COM(2020) 474 final

BELEIDSAANBEVELINGEN

HET EUROPEES COMITÉ VAN DE REGIO’S

Algemene opmerkingen

1.

benadrukt dat moderne samenlevingen en economieën op de lange termijn niet kunnen functioneren zonder een betrouwbare, veilige, concurrerende en milieuvriendelijke grondstoffenvoorziening. Kritieke grondstoffen zijn grondstoffen die van groot economisch belang zijn. Er bestaat voor deze grondstoffen momenteel echter geen gewaarborgde en duurzame voorziening vanuit binnenlandse natuurlijke hulpbronnen in de Europese Unie.

2.

De EU heeft behoefte aan een sterke industriële basis, die in hoge mate afhankelijk is van een adequaat grondstoffenaanbod en van een efficiënt gebruik en een efficiënte recycling van deze grondstoffen vanwege de toezeggingen die zijn gedaan in het kader van de transitie naar een koolstofarmere economie en vanwege de toenemende digitalisering.

3.

Volgens een studie (1) van de Europese Commissie zal op basis van de momenteel beschikbare informatie de vraag naar kritieke grondstoffen voor strategische technologieën en sectoren tot 2030 resp. 2050 sterk toenemen. Zo zal de EU bijvoorbeeld in 2030 tot 18 keer meer lithium en 5 keer meer kobalt voor accu’s voor elektrische voertuigen en energieopslag nodig hebben dan nu, en in 2050 bijna 60 keer meer lithium en 15 keer meer kobalt dan vandaag.

4.

Wereldwijd wordt minder dan 5 % van de kritieke grondstoffen in de EU gedolven, terwijl de industrie in de EU ongeveer 20 % van het wereldwijde verbruik van kritieke grondstoffen voor haar rekening neemt. De EU is sterk afhankelijk van de invoer van kritieke grondstoffen, die een sleutelrol spelen in toekomstige technologieën en, zoals zeldzame metalen en elementen, van belang zijn voor innovatieve technische toepassingen. Ze zijn dus nodig voor de productie en waardeschepping op díe gebieden waar de Europese economie een belangrijke mondiale leidersrol wil spelen. Dit betreft bijvoorbeeld het gebruik van grondstoffen voor de overgang naar een veilige, schone en betaalbare energievoorziening op basis van hernieuwbare energiebronnen, de weg naar een schone en meer circulaire economie, of voor het gebruik ervan voor mobiliteit en bouwen op een energie- en hulpbronnenefficiëntere manier, zoals de Europese Green Deal beoogt.

5.

De gehele grondstoffensector in de EU is goed voor ongeveer 350 000 banen, terwijl meer dan 30 miljoen banen in de verwerkende industrie afhankelijk zijn van een betrouwbare en niet-discriminerende toegang tot grondstoffen.

6.

De COVID 19-crisis heeft onder meer aangetoond dat Europa voor kritieke grondstoffen te afhankelijk is van leveranciers van buiten de EU en dat storingen in de voorziening een negatief effect kunnen hebben op industriële waardeketens en andere sectoren.

Gevolgen voor de industrie

7.

Een te grote afhankelijkheid van niet-EU-landen voor kritieke grondstoffen moet worden tegengegaan en de veerkracht van kritieke toeleveringsketens moet worden vergroot om de continuïteit van de voorziening, de energietransitie en de overgang naar een digitale economie op betrouwbare wijze veilig te stellen.

8.

Vooral in veel belangrijke Europese sleutelindustrieën en industrieën van de toekomst zijn ook kritieke grondstoffen nodig, zoals de automobiel-, staal- en lucht- en ruimtevaartindustrie, de IT-sector en gezondheidssector en de sector hernieuwbare energiebronnen. Innovatieve producten en nieuwe technologieën zoals elektromobiliteit, digitalisering, Industrie 4.0 en de transitie naar schone energie veranderen en vergroten de vraag naar grondstoffen. Die vraag naar grondstoffen zal ook wereldwijd stijgen ten gevolge van bevolkingsgroei, industrialisering en het geleidelijk koolstofarm maken van de bedrijfstakken vervoer en energie.

9.

Een eerlijke en niet-discriminerende toegang tot grondstoffen, een veilige grondstoffenvoorziening en stabiele en voorspelbare grondstofprijzen zijn van essentieel belang voor de mogelijkheden tot ontwikkeling, het concurrentievermogen van de Europese industrie en het midden- en kleinbedrijf, de innovatie en het behoud van in de EU gevestigde industrieën.

10.

Een meer strategische aanpak is geboden om een aanhoudende levering van kritieke grondstoffen te garanderen en de afhankelijkheid van derden of van de invoer van grondstoffen te verminderen. Dit vereist dat er gediversifieerde waardeketens worden opgebouwd, dat de afhankelijkheid van grondstoffen afneemt, dat de circulaire economie wordt versterkt, dat innovatie voor alternatieven wordt bevorderd en dat wordt gezorgd voor een ecologisch en maatschappelijk verantwoord gelijk speelveld op de wereldmarkt.

11.

Het CvdR is ingenomen met het door de Europese Commissie voorgelegde actieplan inzake kritieke grondstoffen en met het eerste strategische prognoseverslag, dat de afhankelijkheid van de EU van de invoer van kritieke grondstoffen als een strategische zwakte blootlegt.

12.

Het CvdR onderschrijft de doelstellingen van het actieplan om veerkrachtige industriële waardeketens in de EU te ontwikkelen, de afhankelijkheid van kritieke grondstoffen te verminderen door middel van circulair gebruik van hulpbronnen, duurzame producten en innovatie, de binnenlandse winning van grondstoffen in de EU te versterken, de aanvoer uit derde landen te diversifiëren en verstoringen van de internationale handel op een WTO-conforme manier aan te pakken.

13.

Regio’s zijn in verschillende mate afhankelijk van kritieke grondstoffen. Daarom moet de regionale afhankelijkheid van kritieke grondstoffen in kaart worden gebracht, evenals de daaruit voortvloeiende vereiste regionale maatregelen om duurzame en innovatieve waardeketens op te bouwen.

14.

Het lokale en regionale bestuursniveau is in het kader van het actieplan van essentieel belang om een draagvlak te creëren voor de strategische doelstellingen van de EU op het gebied van grondstoffen en industriële projecten.

15.

Met het oog op de mogelijke uitbreiding van het toepassingsgebied van de taxonomische criteria van de EU tot economische sectoren die er nog niet onder vallen, pleit het CvdR ervoor dat de criteria die moeten worden toegepast op de mijnbouw, de winning en de verwerking van grondstoffen worden gebaseerd op een analyse van de gehele levenscyclus (cradle-to-cradle) en op sociaal-economische overwegingen. Bovendien moet bij de beoordeling van een onderneming een onderscheid worden gemaakt tussen investeringen in bestaande en in nieuwe productie-installaties, om te voorkomen dat zeer weinig investeringen als duurzaam worden aangemerkt, waardoor de financieringskosten voor de onontbeerlijke transformatie van de economie zouden stijgen.

Veiligstelling van industriële waardeketens in de EU

16.

Lacunes en zwakke punten in de bestaande toeleveringsketens van grondstoffen moeten met een strategischere benadering worden aangepakt. Adequate opslag is bijvoorbeeld nuttig om onverwachte onderbrekingen van de productie en de voorziening te voorkomen. Er is ook behoefte aan alternatieve toeleveringsbronnen in geval van verstoringen, alsook aan nauwere partnerschappen tussen actoren op het gebied van kritieke grondstoffen en gebruikerssectoren verderop in de keten, die investeringen in strategische ontwikkelingen aantrekken.

17.

Het is een goede zaak dat de Europese Commissie met de huidige lijst kritieke grondstoffen opnieuw heeft bevestigd dat cokeskolen een van de belangrijkste grondstoffen voor de staalindustrie zijn. Deze grondstof zal onmisbaar blijven voor de staalindustrie zolang er geen technologisch en economisch haalbare alternatieven op grote schaal kunnen worden toegepast. De Europese Commissie wordt voorts verzocht, met het oog op de ontwikkeling van de waterstofmetallurgie, te onderzoeken of warm gebriketteerd ijzer (HBI) en direct gereduceerd ijzer (DRI) in de EU-lijst van kritieke grondstoffen kunnen worden opgenomen.

18.

Het CvdR moedigt industriële allianties aan, zoals de Europese batterijalliantie, die aanzienlijke publieke en private investeringen zou moeten aantrekken die, waar mogelijk, in hoge mate kunnen voorzien in de Europese behoefte aan lithium. Bovendien moet steun worden verleend aan toekomstgerichte allianties voor de primaire industrieën.

19.

Het CvdR steunt met name de nieuwe Europese grondstoffenalliantie, die de veerkracht van de EU in de hele waardeketen van zeldzame aardmetalen en magneten moet versterken. Verheugend is het feit dat deze alliantie openstaat voor alle relevante belanghebbenden, met inbegrip van de regio’s, en dat het Comité van de Regio’s voor zijn startevenement (2) werd uitgenodigd.

20.

Het is positief dat de Europese Investeringsbank recent heeft aangekondigd dat zij financiële steun zal verlenen aan projecten om de aanvoer van kritieke grondstoffen die nodig zijn voor koolstofarmere processen in de EU veilig te stellen.

21.

Er moet voor worden gezorgd dat deze projecten de concurrentie niet verstoren, hulpbronnenefficiënt en duurzaam zijn en bijdragen tot de strategische veerkracht van de EU.

Recycling en vervanging van grondstoffen

22.

Europa’s eigen kritieke grondstoffen worden onvoldoende gebruikt en de capaciteit van de lidstaten voor verwerking, recycling, raffinage en sorteren is op dit moment ontoereikend.

23.

Vermindering van het verbruik, afvalpreventie en recycling moeten de kernelementen zijn van de overgang naar een hulpbronnenefficiënte economie. De consument moet transparant en adequaat worden geïnformeerd over de situatie van de grondstoffen in onze overvloed- en wegwerpmaatschappij en ook over de voor de recyclingindustrie geldende markteconomische voorwaarden. De consument draagt echter slechts secundaire verantwoordelijkheid voor het bijdragen aan een hogere recycleerbaarheid van producten en een vermindering van de consumptie. De primaire verantwoordelijkheid ligt bij de producenten, die ter verantwoording moeten worden geroepen. Fabrikanten moeten ervoor zorgen dat hun in de Unie vervaardigde producten aan bepaalde eisen voldoen en diezelfde eisen moeten uiteraard ook gelden voor producten die worden ingevoerd en in de EU op de markt worden gebracht.

24.

Toegepast en praktisch onderzoek en ontwikkeling zijn van belang voor de winning en een efficiënt gebruik van grondstoffen.

25.

Er dient meer en duurzame steun te komen voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van de grondstoffenwinning en de circulaire economie in haar geheel, met inbegrip van de metallurgie als zogeheten “key enabler”. Benadrukt zij dat voortaan, bij de ontwikkeling van nieuwe materialen, de recycleerbaarheid ervan een vast bestanddeel van de onderzoeksfinanciering wordt.

26.

In dat kader moet ook worden getracht om de levensduur van producten waarvoor kritieke grondstoffen nodig zijn, aanzienlijk te verlengen door middel van een duurzaam ontwerp en om kritieke grondstoffen te vervangen door gemakkelijker verkrijgbare grondstoffen, zeker als technologische ontwikkelingen en geplande veroudering de levensduur ervan beperken. De eisen voor de CE-markering dienen te worden aangevuld met ambitieuze recycleerbaarheidscriteria voor producten die kritische grondstoffen bevatten.

27.

Hiertoe kan een beroep worden gedaan op Horizon Europa, het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en de nationale onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s. Zo kon in dit kader een strategische onderzoeks- en innovatieagenda voor de Europese circulaire economie worden uitgewerkt (CICERONE — Circular economy platform for European priorities strategic agenda) en konden de Europese mijnbouwregio’s hun netwerken via het MIREU-project (Mining and Metallurgy Regions) verder uitbouwen en zich meer richten op de veiligstelling en prioritering van de grondstoffenvoorziening.

28.

De consument moet voortdurend worden geïnformeerd over de externe gevolgen van het veelvuldig kopen en vervangen van goedkope huishoudelijke artikelen van lage kwaliteit. Een geleidelijke terugkeer naar de cultuur van onderhoud en reparatie zou nieuwe werkgelegenheid kunnen creëren die niet kan worden verplaatst.

29.

Achter de term “afval” gaan in Europa vaak waardevolle hulpbronnen en kritieke grondstoffen schuil; in dit verband zij verwezen naar het onlangs goedgekeurde advies van het Comité van de Regio’s “Nieuw actieplan voor de circulaire economie” (3).

30.

Er zou veel meer gebruik moeten worden gemaakt van gerecycleerde materialen om het gebruik van primaire en kritieke grondstoffen te verminderen. De Europese Commissie zou concurrerende criteria kunnen overwegen waarbij nieuwe producten zo mogelijk een flink aandeel gerecycleerd materiaal moeten bevatten; zij zou met deze criteria rekening kunnen houden bij de aanpak van waardeketens voor belangrijke producten (4).

31.

De Commissie zou de terugwinning van kritieke grondstoffen uit stedelijk afval moeten onderzoeken met het oog op de toepasbaarheid en economische haalbaarheid ervan en om deze terugwinning, voor zover technisch en economisch mogelijk, uit te breiden. Met name grondstoffen die nodig zijn voor hernieuwbare energieën of innovatieve technische toepassingen, zoals zeldzame aardmetalen, gallium of indium, worden niet of slechts in geringe mate gerecycled, omdat recycling tot nu toe zowel technisch als economisch relatief duur is. Het is ook belangrijk om in te zetten op efficiënte energieterugwinning in combinatie met de terugwinning van metalen en zouten uit afval dat anders niet kan worden teruggewonnen, bijv. wegens vervuiling, materiaalmoeheid of de aanwezigheid van complexe materialen. De Europese Unie, de lidstaten, regio’s, met hun publieke onderzoeksinstanties, en bedrijven moeten daarom meer onderzoek op dit gebied verrichten en de benutting van de resultaten mogelijk maken om te voorkomen dat waardevolle grondstoffen als afval moeten worden gestort.

32.

Er worden forse hoeveelheden afval en schroot uitgevoerd, hoewel deze in de EU tot secundaire grondstoffen zouden kunnen worden gerecycled. Daarom moet de recyclingcapaciteit binnen de EU aanzienlijk worden versterkt, met name gezien de soms catastrofale milieuschade die wordt veroorzaakt door de uitvoer van afval en schroot naar ontwikkelings- en opkomende landen met een ontoereikende recyclingcapaciteit.

33.

Momenteel zijn er geen statistische gegevens beschikbaar over de hoeveelheid grondstoffen die in mineraal afval wordt gestort. De Europese Commissie wordt daarom verzocht om, met de hulp van de lidstaten, regio’s en gemeenten, de hoeveelheid opgeslagen materiaal te evalueren en in kaart te brengen.

34.

Het Comité benadrukt dat producenten een belangrijke rol hebben op weg naar een circulaire economie. Zij moeten innovatieve producten ontwikkelen die materiaalscheiding mogelijk maken, dus milieuvriendelijk zijn en zo min mogelijk gebruik maken van fossiele primaire grondstoffen. Fabrikanten moeten ook de bestaande bedrijfsmodellen herzien om het verbruik van hulpbronnen te verminderen. Tegelijkertijd heeft de overheid ook oorspronkelijke taken, bijvoorbeeld het scheppen van passende randvoorwaarden en bijbehorende wettelijke voorschriften, en het geven van economische prikkels.

Versterking van de duurzame winning en verwerking van grondstoffen in de EU

35.

Voor zover mogelijk moet de EU zich ook op lange termijn voorzien van grondstoffen uit eigen bronnen en toekomstgerichte ontwikkelingsstrategieën ontwikkelen, met inbegrip van de opbouw van nieuwe capaciteit voor de ontginning en verwerking van kritieke grondstoffen in de EU en de ontwikkeling van een duurzaam financieringsmodel voor het omzetten van de huidige mijnbouwactiviteiten in de winning van kritieke grondstoffen.

36.

Ruimere binnenlandse winning van grondstoffen in de EU moet plaatsvinden binnen het kader van deugdelijke en strenge normen op het gebied van milieu en arbeidsbescherming. In dit verband wordt in EU-projecten al rekening gehouden met voorbeelden van beste praktijken. Over het geheel genomen hebben deze projecten echter nog niet tot een significante toename van investeringsprojecten voor meer grondstoffenwinning en -verwerking geleid. Om de economie te voorzien van kritieke grondstoffen uit eigen bronnen zijn naast het veiligstellen van vroegere en huidige mijnbouwactiviteiten ook nieuwe mijnbouwactiviteiten nodig.

37.

Tegen deze achtergrond betreurt het CvdR het dat het nog steeds ontbreekt aan een aanzienlijk ruimere toepassing van de O&O-resultaten in de bedrijfspraktijk voor de winning en verwerking van grondstoffen; de nieuwe winning van hightech-grondstoffen in de EU moet gebaseerd zijn op de resultaten van O&O-projecten voor innovatieve mijnbouw met een geringe impact. Het is een goede zaak dat de Commissie vanaf 2021 in het kader van Horizon Europa de milieueffecten verder wil terugdringen; het CvdR stelt voor om in dit verband bijzondere aandacht te besteden aan waterbeheer en natuurherstel.

38.

Daarom moeten mijnbouwvergunningen, naast milieu- en arbeidsbeschermingsnormen, ook oplossingen bevatten om het verlies aan milieu- en recreatieve waarde te compenseren, zodat mijnbouwgebieden tijdens en na afloop van de mijnbouw gebruikt kunnen blijven worden voor recreatieve en andere doeleinden die van belang zijn voor de lokale bevolking.

39.

De regio’s spelen vanwege hun deskundigheid op dit gebied een fundamentele rol. De grondstofvoorraden van de EU voor batterijen komen in diverse steenkoolregio’s voor, maar ook in andere regio’s, terwijl veel mijnafval rijk is aan kritieke grondstoffen. Daarom zouden uit bedrijf genomen of nieuwe mijnen en dagbouwmijnen waar kritieke grondstoffen voorkomen, moeten worden onderzocht voor de winning van grondstoffen. De winning daarvan zou nieuwe banen kunnen opleveren, zowel in voormalige als in huidige mijnbouwregio’s.

40.

In de voormalige en actieve mijnbouwregio’s van de EU bestaat een aanzienlijke technische knowhow; ervaring en kennis moeten worden doorgegeven aan nieuwe generaties werknemers en de vaardigheden van geschoolde werknemers moeten door middel van doelgerichte opleidings- en bijscholingsmaatregelen uitgebreid worden.

41.

De ontginning van grondstofvoorraden en de opening van nieuwe mijnen en dagbouwmijnen kunnen de afhankelijkheid van de EU van derde landen verminderen, maar de noodzakelijke exploratie en winning binnen de EU wedijveren vaak met andere opties voor landgebruik en zijn dan ook onderworpen aan beperkingen op het gebied van ruimtelijke ordening. Daarom wordt ervoor gepleit om gebruiksconflicten zo mogelijk in der minne op te lossen in het belang van de veiligstelling van de grondstofvoorziening.

42.

De publieke weerstand tegen mijnbouwprojecten neemt in veel EU-landen toe en de inspanningen van de industrie om haar ecologische voetafdruk te verkleinen worden nog onvoldoende erkend. De Europese Unie, de lidstaten, de regio’s en de lokale overheden worden daarom verzocht om de voor- en nadelen van heropende en nieuwe mijnen en dagbouwmijnen op transparante en actieve wijze bekend te maken, om de deelname van alle relevante belanghebbenden te waarborgen en zo te zorgen voor draagvlak en begrip in de samenleving.

43.

De (her)opening van mijnen en dagbouwmijnen brengt hoge investerings- en exploitatiekosten met zich mee, onder andere vanwege de in de EU geldende strenge milieu- en veiligheidsnormen, wat voor Europese mijnbouwregio’s wereldwijd gezien een economisch nadeel is. Daarom zouden de EU en haar lidstaten moeten nagaan of en in hoeverre dergelijke projecten op grond van Europese financiering of de regels inzake staatssteun voor financiële steun in aanmerking komen.

44.

Het Fonds voor een rechtvaardige transitie moet helpen om de sociaal-economische gevolgen van de overstap naar klimaatneutraliteit in steenkool- en koolstofintensieve regio’s te verzachten en de economieën in de regio’s te diversifiëren, onder meer door middel van investeringen in de circulaire economie. Ook het beleidsvenster “duurzame infrastructuur” in het kader van InvestEU kan de regionale ontwikkeling van kritieke grondstoffen ondersteunen.

45.

Er moet in de EU voldoende expertise worden opgebouwd en toegepast om bepaalde kritieke grondstoffen, zoals lithium, te kunnen verwerken of te raffineren. De EU, de lidstaten en de regionale en lokale overheden zouden zich actief moeten inzetten voor de opbouw en uitbreiding van dergelijke vaardigheden.

46.

Er is behoefte aan betere coördinatie tussen de betrokken actoren op het gebied van exploratie, winning, distributie, verwerking, hergebruik en recycling; in dit verband is een fundamentele rol weggelegd voor de regionale en lokale overheden.

47.

Grondstofstrategieën en grondstofplanning door de lidstaten en de regionale en lokale overheden kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het veiligstellen van binnenlandse grondstoffen.

48.

Om werk te maken van een nieuwe, innovatieve, geaccepteerde, veilige en milieuvriendelijke winning van kritieke grondstoffen in de EU zijn er vergunningen nodig die voor rechtszekerheid zorgen. Het CvdR zou graag zien dat er bij de oprichting, organisatie en uitrusting van de bevoegde nationale, regionale en lokale autoriteiten en instanties rekening wordt gehouden met het toenemende belang van hun bevoegdheden en taken, zodat transparante, efficiënte en gecoördineerde administratieve procedures de winning van grondstoffen op het grondgebied van de EU mogelijk maken.

Regionale samenwerking

49.

Gewezen zij op het belang voor de duurzame mijnbouw in Europa van het bevorderen van nationale en regionale grondstoffenclusters waarin de industrie, de mijnbouwinstanties, de geologische diensten, toeleverende of verwerkende dienstverlenende bedrijven, producenten van apparatuur, en mijnbouw- en raffinageondernemingen alsmede de vervoersindustrie en de sociale partners zijn samengebracht en waarin ook gebruik wordt gemaakt van nieuwe mijnbouwtechnologieën.

50.

De lokale, regionale, nationale en Europese bestuursniveaus moeten samenwerken om de gevolgen ter plaatse het hoofd te bieden en om aan de noodzakelijke investeringsbehoeften te voldoen.

51.

De netwerken van Europese regio’s die sterk afhankelijk zijn van kritieke grondstoffen moeten worden versterkt om gezamenlijke oplossingen te vinden en om de regio’s een actieve rol te laten spelen in de Europese grondstoffenalliantie.

Aanvoer van grondstoffen uit derde landen

52.

Ondanks alle inspanningen zal de EU sterk afhankelijk blijven van de invoer van kritieke grondstoffen uit derde landen; opgemerkt zij dat er ondertussen onder tal van landen een felle concurrentie om kritieke grondstoffen heerst.

53.

De handelsbeperkingen en de concurrentievervalsing op het gebied van grondstoffen nemen toe. De Europese Commissie dient de export- en importbeperkingen voortdurend te controleren en deze op regionaal, bilateraal en multilateraal niveau aan te snijden. Maatregelen die de buitenlandse handel in grondstoffen, en met name kritieke grondstoffen, verstoren, moeten grondig worden onderzocht en zo nodig moeten verdere juridische stappen worden ondernomen in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

54.

Een grondstoffenbeleid met diplomatieke middelen is voor de EU van groot belang, niet alleen waar het gaat om het industrie- en energiebeleid en de internationale handel, maar ook als een horizontaal thema dat verschillende onderdelen van het binnenlands, buitenlands en veiligheidsbeleid beïnvloedt.

55.

Voor de economische en financiële veerkracht van de EU zou het gunstig zijn als kritieke grondstoffen in Europese valuta werden verhandeld, aangezien dit de prijsvolatiliteit zou verminderen en de EU-importeurs en exporteurs uit derde landen minder afhankelijk zou maken van de financieringsmarkten in USD. De Europese Commissie en de lidstaten worden verzocht hun inspanningen voor de handel in Europese valuta op te voeren.

56.

De EU dient meer strategische partnerschappen te sluiten met derde landen die rijk zijn aan grondstoffen. Verheugend is de aanpak van de Europese Commissie om, alvorens in 2021 proefprojecten voor partnerschappen te starten, met de lidstaten en het bedrijfsleven overleg te plegen over de prioriteiten, ook in de betrokken landen, omdat deze over lokale expertise en een netwerk van ambassades van de lidstaten beschikken.

57.

Nauwere samenwerking met strategische partners moet gerelateerd worden aan verantwoorde winning en aanvoer. Een grote concentratie van het aanbod in landen met lagere sociale en milieunormen vormt niet alleen een risico voor de bevoorradingszekerheid, maar kan ook de sociale en milieuproblemen verergeren. Daarom moet in eerste instantie worden gestreefd naar een internationale overeenkomst op WTO-niveau die moet zorgen voor een hoog niveau van transparantie en consequente traceerbaarheid van de toeleverings- en handelsketens met betrekking tot de sociale en milieunormen die worden toegepast bij de winning van grondstoffen in derde landen. De onderhandelingen over de systematische verbetering van deze normen moeten vervolgens zo snel mogelijk van start gaan, zoals reeds het geval is in de bestaande vrijhandelsovereenkomsten van de EU. Het CvdR is daarom ingenomen met de verordening inzake conflictmineralen, die op 1 januari 2021 in werking is getreden, en moedigt de Commissie aan om zo snel mogelijk een ambitieus voorstel voor zorgvuldigheidseisen in de toeleveringsketens in te dienen.

58.

Voor individuele bedrijven wordt de inkoop van grondstoffen op sterk geconsolideerde toeleveringsmarkten en in de concurrentie met markten met een grote vraag (met name China) steeds moeilijker. Zakelijke allianties, zoals inkoopcombinaties, moeten dan ook gericht ondersteund worden.

Brussel, 19 maart 2021.

De voorzitter van het Europees Comité van de Regio's

Apostolos TZITZIKOSTAS


(1)  Critical Raw Materials for Strategic Technologies and Sectors in the EU — A Foresight Study: https://ec.europa.eu/docsroom/documents/42881

(2)  Website van de European Raw Materials Alliance en aanmeldingsformulier: https://erma.eu/about-us/join-erma/

(3)  Advies van het CvdR over het Nieuwe actieplan voor de circulaire economie (PB C 440 van 18.12.2020, blz. 107).

(4)  Advies van het CvdR over het Nieuwe actieplan voor de circulaire economie (PB C 440 van 18.12.2020, blz. 107).


Top