EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TN0224

Zaak T-224/14: Beroep ingesteld op 23 juli 2014 — CW/Raad

PB C 351 van 6.10.2014, p. 9–10 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

6.10.2014   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 351/9


Beroep ingesteld op 23 juli 2014 — CW/Raad

(Zaak T-224/14)

2014/C 351/11

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: CW (Parijs, Frankrijk) (vertegenwoordiger: A. Tekari, advocaat)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

uitvoeringsbesluit 2014/49/GBVB van de Raad van 30 januari 2014 tot uitvoering van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië nietig verklaren, voor zover het verzoeker betreft;

verklaren dat als gevolg van de nietigverklaring van het bestreden besluit verzoekers naam wordt geacht nooit te zijn opgenomen in de lijst van personen van wie de tegoeden zijn bevroren en dat geen enkele handeling of geen enkel besluit van de Raad zijn naam mag vermelden als zouden zijn tegoeden het voorwerp hebben gevormd van een dergelijke bevriezing;

de Raad van de Europese Unie veroordelen tot betaling van 1 00  000 EUR als vergoeding van de door verzoeker geleden materiële en morele schade;

de Raad van de Europese Unie verwijzen in zijn eigen kosten en in verzoekers kosten die, gelet op de situatie van de partijen en de werklast die het beheer van een dergelijk dossier met zich meebrengt, billijk moeten worden vastgesteld.

Middelen en voornaamste argumenten

Tot staving van zijn beroep voert verzoeker twee middelen aan.

1.

Eerste middel: ontstentenis van een rechtsgrondslag voor besluit 2014/49/GBVB (1), daar dit besluit is vastgesteld om een andere reden dan de reden vermeld in artikel 1 van besluit 2011/72/GBVB (2) en daar laatstgenoemd besluit 2011/72/GBVB, dat als rechtsgrondslag van eerstgenoemd besluit dient, niet in overeenstemming is met het Europees recht betreffende de regeling van gerichte sancties.

2.

Tweede middel: schending van het eigendomsrecht, aangezien de aan verzoeker opgelegde beperkende maatregelen een ongerechtvaardigde beperking van zijn eigendomsrecht vormen.


(1)  Besluit 2014/49/GBVB van de Raad van 30 januari 2014 tot wijziging van besluit 2011/72/GBVB betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 28, blz. 38)

(2)  Besluit 2011/72/GBVB van de Raad van 31 januari 2011 betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië (PB L 28, blz. 62).


Top