EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62011TN0407

Zaak T-407/11: Beroep ingesteld op 26 juli 2011 — SRF/Raad

PB C 282 van 24.9.2011, p. 41–41 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

24.9.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 282/41


Beroep ingesteld op 26 juli 2011 — SRF/Raad

(Zaak T-407/11)

2011/C 282/77

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: SRF Ltd (New Delhi, India) (vertegenwoordigers: F. Graafsma en J. Cornelis, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

nietig verklaren uitvoeringsverordening (EU) nr. 469/2011 van de Raad van 13 mei 2011 tot wijziging van verordening (EG) nr. 1292/2007 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op polyethyleentereftalaatfolie (petfolie) van oorsprong uit India (PB 2011, L 129, blz. 1; hierna: „bestreden verordening”), en

de Raad verwijzen in de kosten.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoekster aan dat de bestreden verordening een schending inhoudt van artikel 9, lid 6, van verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1), aangezien:

1)

het voornoemde artikel bepaalt dat het antidumpingrecht voor exporteurs en producenten die zich kenbaar hebben gemaakt maar niet in de steekproef waren opgenomen, niet hoger mag zijn dan de gewogen gemiddelde dumpingmarge die voor de in de steekproef opgenomen partijen is vastgesteld, waarbij geen rekening wordt gehouden met nihilmarges en minimale marges. Door aan SRF een antidumpingrecht van 15,5 % op te leggen, schendt de bestreden verordening deze regel, aangezien de gewogen gemiddelde dumpingmarge voor de in de steekproef opgenomen partijen, waarvan de dumpingmarge niet nihil of minimaal is, lager ligt dan 15,5 %; en

2)

de bestreden verordening, door te vereisen dat een exporterende producent overeenkomstig artikel 11, lid 3, van verordening (EG) nr. 1225/2009 een tussentijds nieuw onderzoek aanvraagt voor de toepassing van artikel 9, lid 6, in een situatie waarin bestaande antidumpingrechten worden aangepast naar aanleiding van het vervallen van overeenstemmende compenserende maatregelen, aan artikel 9, lid 6, een voorwaarde toevoegt die in de tekst van deze bepaling niet voorkomt, hetgeen betekent dat de Raad deze bepaling op ontoelaatbare wijze heeft uitgelegd.


(1)  PB L 343, blz. 51 (gecodificeerde versie).


Top