EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 4.10.2016
COM(2016) 646 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Drie jaar jongerengarantie en jongerenwerkgelegenheidsinitiatief
{SWD(2016) 323 final}
{SWD(2016) 324 final}
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 52016DC0646
COMMUNICATION FROM THE COMMISSION TO THE EUROPEAN PARLIAMENT, THE EUROPEAN COUNCIL, THE COUNCIL, THE EUROPEAN ECONOMIC AND SOCIAL COMMITTEE AND THE COMMITTEE OF THE REGIONS The Youth Guarantee and Youth Employment Initiative three years on
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Drie jaar jongerengarantie en jongerenwerkgelegenheidsinitiatief
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Drie jaar jongerengarantie en jongerenwerkgelegenheidsinitiatief
COM/2016/0646 final
EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 4.10.2016
COM(2016) 646 final
MEDEDELING VAN DE COMMISSIE
Drie jaar jongerengarantie en jongerenwerkgelegenheidsinitiatief
{SWD(2016) 323 final}
{SWD(2016) 324 final}
Samenvatting
Jongeren zijn de toekomst van Europa. Het is onze taak de voorwaarden te scheppen voor hun optimale ontwikkeling en hen de beste kansen te bieden om actief te zijn op de arbeidsmarkt en in de samenleving. Maar jongeren hebben ook de zwaarste klappen gekregen tijdens de crisis en volgens een recente Eurobarometer voelt de helft van de Europese jongeren zich buitengesloten en uitgesloten van zinvolle deelname aan het sociale en economische leven.
Commissievoorzitter Juncker zei in zijn toespraak over de staat van de Unie van 2016: "De Europese Unie moet niet alleen onze Europese levenswijze vrijwaren maar er ook voor zorgen dat de Europese burger sterker komt te staan. Ik kan en wil niet accepteren dat Europa een continent van jeugdwerkloosheid is en blijft". Hij bevestigde tevens zijn engagement om "de jongerengarantie steeds vaker in Europa in [te] zetten om de kwalificaties van Europeanen te verbeteren en de regio’s en jongeren te bereiken die er het meest behoefte aan hebben". Als we de dynamiek en het potentieel van de Europese bevolking optimaal willen gebruiken dan moeten we de jeugdwerkloosheid resoluut blijven aanpakken en alle beschikbare instrumenten zowel op nationaal als op EU-niveau volledig benutten. Dat is ook het doel van het nieuwe jongereninitiatief dat is aangekondigd in de intentieverklaring van 2016 aan de voorzitter van het Europees Parlement en de voorzitter van de Raad. Bestaande processen die goed functioneren worden voortgezet en versterkt en voor kwesties die niet voldoende werden aangepakt, worden nieuwe instrumenten ontwikkeld. Dit verslag en de conclusies ervan maken deel uit van dat initiatief.
Sinds 2013 zijn de Unie en haar lidstaten begonnen met de uitvoering van een ambitieuze strategie om de jeugdwerkloosheid te verminderen. Op voorstel van de Commissie schaarden alle lidstaten zich achter de invoering van een jeugdgarantie, een politieke verbintenis in de vorm van een aanbeveling van de Raad van april 2013 om ervoor te zorgen dat alle jongeren een deugdelijk aanbod krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage, binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten. De invoering van de jongerengarantie ging hand in hand met beleidsadvies en financiële ondersteuning op EU-niveau, met name via het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief.
Drie jaar na de invoering van de jongerengarantie zijn er 1,4 miljoen minder jonge werklozen in de EU. Tegen 2015 was de jeugdwerkloosheid gedaald met 3,4 procentpunten tot 20,3 % en het aantal jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET's) was in de EU gedaald met 1 procentpunt tot gemiddeld 12 %. Jeugdwerkloosheid en NEET's zijn zeer ongelijk verdeeld over de EU, maar beide percentages zijn in de meeste lidstaten gedaald. In dezelfde periode daalde de werkloosheid sneller bij de jongeren dan bij de volwassenen, zowel in de hele EU als in tal van lidstaten. Dit wijst erop dat de structurele beleidshervormingen op het vlak van arbeidsmarkt, onderwijs en opleiding met de steun van de jongerengarantie een verschil hebben gemaakt.
De jongerengarantie is een realiteit geworden in de hele EU. Sinds januari 2014 zijn 14 miljoen jongeren geregistreerd in de jongerengarantieregelingen. Ongeveer negen miljoen jongeren zijn ingegaan op een aanbod, meestal voor een baan. Bijna twee derde van de jongeren die de jongerengarantie in 2015 hebben verlaten, hebben een baan of een leerlingplaats gekregen of zijn een opleiding of stage begonnen. De jongerengarantie heeft in de lidstaten veel bijgedragen tot structurele hervormingen en innovatie van de beleidsvorming. Zij wordt aangevuld met andere initiatieven, zoals de nieuwe agenda voor vaardigheden of de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen. Toch blijft de jeugdwerkloosheid onaanvaardbaar hoog en de lidstaten moeten nog tal van uitdagingen aangaan. Verdere politieke inzet voor de jongerengarantie als een langlopende, structurele hervorming is vereist om daadwerkelijk de vruchten te kunnen plukken van het tot dusver verrichte werk. Door meer interne coördinatie en capaciteitsopbouw bij de betrokkenen — dat zijn onder meer openbare diensten voor arbeidsvoorziening en onderwijs- en opleidingsinstellingen — kunnen veelbelovende partnerschappen worden verstevigd en betere resultaten worden geboekt. En ten slotte moet er nog veel meer worden gedaan om moeilijk te bereiken groepen en degenen die het verst van de arbeidsmarkt af staan naar het jongerengarantietraject te leiden.
Aanzienlijke financiële steun van de EU werd ingezet ter ondersteuning van dit proces. In de periode 2014-2020 investeert het Europees Sociaal Fonds rechtstreeks ten minste 6,3 miljard euro — bovenop het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief — ten behoeve van de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt in het kader van dezelfde investeringsprioriteit.
Bovendien heeft het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI), met oorspronkelijk 6,4 miljard euro financiële middelen, voor het eerst rechtstreekse gerichte steun geboden aan jonge NEET’s in regio’s met meer dan 25 % jeugdwerkloosheid. In 2015 heeft de Commissie besloten vaart te zetten achter de uitvoering van het YEI door de voorfinanciering aan de lidstaten met bijna 1 miljard euro te verhogen. Op basis van de eerste resultaten en van de evaluatie van de behoeften tot 2020 heeft de Commissie onlangs voorgesteld de financiering van het YEI te verlengen met 1 miljard euro extra uit de EU-begroting en een even grote bijdrage uit de ESF-toewijzing van de in aanmerking komende lidstaten.
1.Inleiding
Jeugd staat hoog op de politieke agenda van de EU. Het jeugdbeleid van de EU legt bijzondere nadruk op versterking van de sociale inclusie van alle jongeren, een grotere deelname aan het democratische en maatschappelijke leven en een vlottere overgang naar volwassenheid, vooral wat betreft de integratie in de arbeidsmarkt. 1
In 2013, in volle crisis met ernstige gevolgen voor de werkgelegenheid voor jongeren, stelden de lidstaten zich als bijzonder doel de jeugdwerkloosheid onmiddellijk aan te pakken door middel van een alomvattende benadering.
De jongerengarantie werd daarom opgezet om ervoor te zorgen dat alle jongeren tot 25 jaar binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten, een deugdelijk aanbod voor een baan, voortgezette scholing, een plaats in het leerlingstelsel of een stage krijgen 2 . Door de overgang van school naar werk te verbeteren en te investeren in de inzetbaarheid van jongeren, was de jongerengarantie er ook op gericht te voorkomen dat groeipotentieel verloren zou gaan door het verlies van vaardigheden en sociale samenhang en door uittreding uit de arbeidsmarkt, wat zeer ernstige gevolgen voor de Europese economie zou kunnen hebben, vooral in een tijd van snelle vergrijzing.
Naast de jongerengarantie werden nog andere initiatieven genomen op EU-niveau. De Europese Alliantie voor leerlingplaatsen werd gelanceerd in 2013 ter verbetering van de kwaliteit, het aanbod en het imago van leerlingplaatsen in Europa. De aanbeveling van de Raad inzake een kwaliteitskader voor stages werd in maart 2014 goedgekeurd. Het Europees pact voor de jeugd van 2015 bouwt voort op die initiatieven door goede partnerschappen tussen het bedrijfsleven en het onderwijs te bevorderen.
Drie jaar na de start van de jongerengarantie, zijn er 1,4 miljoen minder jonge werklozen in de EU en het aantal jongeren dat geen baan heeft en geen onderwijs of opleiding volgt (NEET’s) is aanzienlijk gedaald, zij het met grote verschillen tussen de lidstaten.
Figuur 1 biedt een overzicht van de zeer uiteenlopende jeugdwerkloosheidscijfers in de EU begin 2016 en geeft aan welke lidstaten de grootste daling van de jeugdwerkloosheid hebben gekend sinds 2013. De prestatie van jongeren op de arbeidsmarkt is sinds 2013 meer verbeterd dan die van andere leeftijdsgroepen. Hoewel misschien met andere factoren rekening moet worden gehouden, zoals met de grotere conjunctuurgevoeligheid van jongeren voor het macro-economische klimaat, zijn de structurele hervormingen van de arbeidsmarkt en het onderwijs- en opleidingsbeleid — ondersteund door de jongerengarantie — factoren die hebben bijgedragen aan dit resultaat.
Figuur 1: Jeugdwerkloosheidscijfers in de EU in 2016 en wijzigingen in de periode 20132016
Jeugdwerkloosheidscijfers (15-24 jaar) Wijzigingen 2013Q1-2016Q2 |
Jeugdwerkloosheidscijfers 2016Q2 |
|
|
De jongerengarantie is een realiteit geworden in de hele EU. Vanaf 2014 werd de jongerengarantie snel uitgevoerd. Sindsdien hebben meer dan 14 miljoen jongeren zich geregistreerd in de jongerengarantieregelingen en gemiddeld waren steeds bijna 2 miljoen jongeren geregistreerd 3 . Ongeveer 9 miljoen jongeren zijn ingegaan op een aanbod voor een baan, opleiding, stage of leerlingplaats in het kader van de jongerengarantie.
In 2013-2015 zijn in de meeste lidstaten een groot aantal hervormingen van de arbeidsmarkt ten behoeve van jongeren doorgevoerd. De jongerengarantie heeft niet alleen tot meer maatregelen voor jongeren aan de vraag- en aanbodzijde geleid. Zij was ook een krachtige drijfveer voor beleidshervormingen. Daarbij heeft zij de structurele hervormingen en beleidsinnovatie ter bevordering van investeringen in menselijk kapitaal en meer convergentie tussen de lidstaten aanzienlijk vergemakkelijkt. Zij heeft ook bijgedragen tot extra partnerschappen tussen de arbeidsmarkt en het onderwijs. Ondanks die positieve ontwikkelingen zijn nieuwe inspanningen nodig om ondersteuning te bieden aan de jongeren die het verst van de arbeidsmarkt af staan, d.w.z. de NEET’s die het minst hebben geprofiteerd van die verbeteringen.
Er werd aanzienlijke financiële steun van de EU vrijgemaakt ten behoeve van de jongerengarantie via het Europees Sociaal Fonds (ESF) en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief (YEI). Het YEI ging van start in 2013 met 6,4 miljard euro aan financiële middelen om— voor de allereerste keer — rechtstreekse en gerichte steun te verlenen aan jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen en die wonen in regio’s met een jeugdwerkloosheid van meer dan 25 %. Deze Commissie heeft besloten vaart te zetten achter de uitvoering van het YEI door in 2015 de voorfinanciering aan de lidstaten met bijna 1 miljard euro te verhogen. Op basis van de eerste resultaten en van de evaluatie van de behoeften tot 2020 heeft de Commissie nu voorgesteld de financiering van het YEI te verlengen met 1 miljard euro extra uit de EU-begroting en een even grote bijdrage uit de ESF-toewijzing van de in aanmerking komende lidstaten. In de programmeringsperiode 20142020 zal het ESF — in aanvulling op het YEI — ten minste 6,3 miljard euro rechtstreeks investeren om de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt in heel Europa te ondersteunen.
Sinds 2013 voorziet de Europese Investeringsbank in een tweeledig programma "Vaardigheden en banen — Investeren in de jeugd". 4 De pijler "Investeren in vaardigheden" ondersteunt investeringen in menselijk kapitaal (bv. werkgerelateerde vaardigheden en opleiding op de werkvloer, alsmede beroepsopleiding, studentenleningen en mobiliteitsprogramma’s). In de periode 20132015 heeft de EIB leningen ter waarde van bijna 7 miljard euro verstrekt via deze pijler. Bovendien voorziet de pijler "Banen voor jongeren" in toegang tot financiering gekoppeld aan de werkgelegenheid van jongeren in kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's). Tussen juli 2013 en december 2015 is meer dan 26 miljard euro toegewezen aan begunstigde kmo's.
In 2013 hebben de staatshoofden en regeringsleiders de Commissie opgeroepen om "in 2016 verslag uit te brengen over de uitvoering van de jongerengarantie en over het functioneren van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief" 5 . Deze mededeling is het antwoord van de Commissie op dat verzoek en geeft ook de boodschappen van de Raad 6 , het Europees Parlement 7 , de sociale partners en andere belangrijke belanghebbenden weer. Zij geeft een overzicht van de stappen die in de lidstaten en op EU-niveau zijn ondernomen om de jongerengarantie en het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief uit te voeren.
De mededeling bevat de eerste resultaten en brengt uitdagingen in kaart, rekening houdend met het feit dat het in sommige lidstaten meer tijd heeft gekost om de nodige procedures en structuren op te zetten om maatregelen in het kader van de jongerengarantie ten volle uit te voeren 8 .
2.Drie jaar jongerengarantie en jongerenwerkgelegenheidsinitiatief
2.1.Snelle uitvoering van het beleid in heel Europa
Nationale jongerengarantieregelingen hebben vorm gekregen...
De jongerengarantie is een structurele hervorming die overal in de EU snel is uitgevoerd dankzij een nooit eerder geziene combinatie van krachtige politieke impulsen, aanzienlijke financiële middelen via het YEI en het ESF, en sterke toezichtsmechanismen op het niveau van de EU.
Alle lidstaten hebben hun strategische aanpak vastgesteld in specifieke plannen voor de uitvoering van de jongerengarantie 9 . Die omvatten zowel maatregelen op korte termijn die een direct antwoord op de hoge jeugdwerkloosheid en inactiviteit bieden, 10 als een visie op structurele hervormingen op langere termijn ter verbetering van de overgang van school naar werk. De uitvoering ging in 2014 van start en belangrijke maatregelen werden geleidelijk aan uitgevoerd.
De jongerengarantie zorgt ervoor dat alle jongeren tot 25 jaar een deugdelijk aanbod krijgen voor een baan, voortgezet onderwijs, een plaats in het leerlingstelsel of een stage binnen vier maanden nadat zij werkloos zijn geworden of het formele onderwijs hebben verlaten. De jongerengarantie heeft betrekking op alle jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen (NEET’s). NEET's vormen echter een heterogene groep, die verder kan worden onderverdeeld in twee grote categorieën: werkloze NEET's die actief naar werk zoeken en niet-actieve NEET’s die niet op zoek zijn naar een baan. Inactiviteit kan het gevolg zijn van een hele reeks factoren, waaronder gezinsverantwoordelijkheden en gezondheidsproblemen, maar ook ontmoediging en een gebrek aan prikkels om zich als werkloze in te schrijven 12 . De coördinatie van de nationale jongerengarantieregelingen valt meestal onder de bevoegdheid van het Ministerie van Arbeid, terwijl de openbare diensten voor arbeidsvoorziening in het algemeen optreden als het belangrijkste aanspreekpunt. Alternatieve aanbieders (zoals kamers van koophandel, industrie en ambachten, jeugdcentra, onderwijsinstellingen en -aanbieders en gemeenten) zijn in ongeveer een derde van de lidstaten betrokken en in drie lidstaten kunnen jongeren zich via specifieke onlinejongerengarantieplatforms inschrijven. Hoewel de meeste lidstaten zich richten op jongeren onder 25 jaar, zoals bepaald in de aanbeveling van de Raad, hebben 13 lidstaten de leeftijd uitgebreid tot 30 jaar. In de meeste lidstaten moet een aanbod worden gedaan binnen een termijn van vier maanden, in overeenstemming met de aanbeveling van de Raad. Typische voorbeelden van een aanbod in het kader van de jongerengarantie zijn: 1.een baan op de open arbeidsmarkt (al dan niet gesubsidieerd), werk als zelfstandige met ondersteuning via start- en andere specifieke subsidies; 2.onderwijsmogelijkheden: beroepsopleiding, re-integratie in het regulier onderwijsstelsel, overbruggingscursussen ter ondersteuning van deze re-integratie, tweedekansonderwijs; 3.een plaats in het leerlingstelsel en 4.een stage. |
... en dragen bij tot een aanzienlijke daling van de jeugdwerkloosheid en het aantal NEET's en tot meer convergentie...
Sinds 2013 presteren jongeren aanzienlijk beter op de arbeidsmarkt en hebben de kernindicatoren zich positief ontwikkeld (zie figuur 2). Tegen 2015 was de jeugdwerkloosheid op jaarbasis gedaald met 3,4 procentpunten tot 20,3 % en het aantal NEET's was in de EU gedaald met 1 procentpunt tot gemiddeld 12 %. Sinds de ommekeer van de trends voor jongeren op de arbeidsmarkt in 2014 is zowel de jeugdwerkloosheid als het NEET-percentage in de meeste EU-lidstaten gedaald. In sommige lidstaten met de hoogste percentages voor 2013, met name in Italië en Roemenië, hebben de trends voor NEET's echter nauwelijks verandering ondergaan. De vermindering van het aantal NEET's op EU-niveau lijkt over het algemeen het gevolg te zijn geweest van de overgang die jongeren hebben gemaakt naar voortgezet onderwijs of naar de arbeidsmarkt, al bestaan er verschillen tussen de lidstaten.
Figuur 2: Arbeidsparticipatie, werkloosheidsratio, NEET's, voortijdige verlaters van onderwijs en opleiding en werkloosheidsgraad in de EU, 20082015
De jongerengarantie heeft de vraag van de arbeidsmarkt naar jongeren een impuls gegeven en heeft maatregelen voor het scheppen van banen ondersteund. Bij de uitvoering van de jongerengarantie hebben de meeste lidstaten gebruik gemaakt van aanwervingssubsidies, vaak met financiële steun van de EU. De doeltreffendheid daarvan is ook verbeterd dankzij een grotere nadruk op de targeting, opleiding en follow-up van jongeren die worden ondersteund met aanwervingssubsidies.
..., wat leidt tot belangrijke beleidshervormingen en beleidsinnovatie ...
De jongerengarantie was een krachtige drijfveer voor het beleid, als aanvulling op het gebruik van macro-economische instrumenten en ander beleid om de werkgelegenheid voor jongeren te verbeteren. Vóór de goedkeuring van de aanbeveling beschikten vele lidstaten al over tal van beleidsinstrumenten om de jongerenwerkgelegenheid te bevorderen. De jongerengarantie verschuift de nadruk echter naar vroegtijdige interventie en niet-ingeschreven NEET’s 13 , wat invloed heeft op beleidsvorming en -uitvoering. Doordat de diensten en programma’s moesten worden samengebracht binnen een specifiek tijdsbestek en via systematische partnerschappen heeft de jongerengarantie in veel lidstaten ook een aanzet tot verandering gegeven. In 2013-2015 stelden de lidstaten in totaal 132 arbeidsmarkthervormingen ten behoeve van jongeren vast, waaruit blijkt dat aan de bevordering van de werkgelegenheid van jongeren een centrale plaats werd toegekend 14 .
De lidstaten kunnen in drie groepen worden verdeeld naargelang de mate waarin de jongerengarantie heeft gefungeerd als drijvende kracht achter de hervormingen. Deze verdeling houdt rekening met de verschillende uitgangspunten in termen van institutioneel kader en macro-economische toestand van de lidstaten op het tijdstip waarop de aanbeveling is aangenomen 15 .
-Groep A (versnelde hervorming): De jongerengarantie heeft een nieuwe impuls gegeven en heeft beleidsontwikkelingen in een aantal lidstaten versneld, vooral in de landen die met grote uitdagingen worden geconfronteerd en aanzienlijke financiële steun van de EU ontvangen (BE, BG, FR, HR, HU, IT, LT, LV, PL, PT, SI), hoewel de uitvoeringsfasen kunnen verschillen.
-Groep B (versterkt beleidskader): De jongerengarantie heeft bijgedragen aan de versterking van gevestigd beleid via de intensivering of aanpassing van bestaande maatregelen in lidstaten die reeds beschikten over alomvattende instrumenten die grotendeels stroken met de aanbeveling (AT, DE, DK, EE, FI, IE, LU, MT, NL, SE, UK).
-Groep C (beperktere hervorming tot dusver): Hervormingen zijn beperkter als gevolg van een aantal factoren: hervormingen genieten minder prioriteit, essentiële maatregelen worden vertraagd of onderbroken, de aandacht gaat vooral naar reeds bestaande regelingen enz. (CY, CZ, EL, ES, RO, SK).
Specifieke gegevens per land over de tot dusver geboekte resultaten, de belangrijkste maatregelen, resterende uitdagingen en, waar van toepassing, de stand van uitvoering van het YEI worden voorgesteld in het werkdocument van de diensten van de Commissie dat bij deze mededeling is gevoegd 16 .
De jongerengarantie heeft bijgedragen aan het slopen van de muren tussen verschillende beleidsterreinen en het opbouwen van levensvatbare partnerschappen. De plannen van de lidstaten voor de uitvoering van de jongerengarantie hebben voor een nieuwe impuls gezorgd en nu is er een betere coördinatie tussen de sectoren werkgelegenheid, onderwijs en jeugdbeleid. Nieuwe partnerschappen werden opgezet met sociale partners en jeugddiensten, met inbegrip van jongerenorganisaties. Vooral jongerenorganisaties waren betrokken bij het ontwerp en de uitvoering van de nationale jongerengarantieregelingen, zij het in verschillende mate in de verschillende lidstaten.
Aanzienlijke hervormingen van leerlingplaatsen en stages hebben geholpen om jongeren beter voor te bereiden op de behoeften van de arbeidsmarkt en de vereiste vaardigheden te verwerven, maar hebben ook bijgedragen tot een sterkere betrokkenheid van het bedrijfsleven. De helft van de lidstaten heeft wetswijzigingen doorgevoerd — of rapporteert plannen om dat te doen — om hun nationaal kader aan te passen aan het kwaliteitskader voor stages, na de aanneming van de aanbeveling in 2014 17 . Bijna alle lidstaten hebben maatregelen genomen ter verbetering van de kwaliteit, het aanbod en de aantrekkelijkheid van leerlingplaatsen, in de geest van de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen, die van start is gegaan in juli 2013. De inzet van de bedrijfswereld was van cruciaal belang en heeft geleid tot nieuwe engagementen, bijvoorbeeld in het kader van het Europees pact voor de jeugd (zie punt 3.3).
De meeste openbare diensten voor arbeidsvoorziening hebben hun diensten beter afgestemd en hun bestaande aanbod voor jongeren uitgebreid; twee derde van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening heeft specifieke doelstellingen vastgesteld voor hun op jongeren gerichte diensten 18 . De aandacht ging daarbij vooral naar de reorganisatie van structuren en meer persoonlijk advies. Ook de personele middelen zijn versterkt, met specifieke opleiding waarin door meer dan de helft van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening in 2014 is voorzien. Bovendien hebben de lidstaten het toepassingsgebied van de steunmaatregelen via korte opleidingen, stages en trajecten uitgebreid naar de moeilijkst te bereiken jongeren.
De bijzondere aandacht voor vroegtijdige interventie en niet-ingeschreven NEET’s heeft lacunes in de dienstverlening duidelijk aan het licht gebracht en geleid tot nieuwe maatregelen om meer jongeren te bereiken. De meeste lidstaten spoorden jongeren aan zich in te schrijven bij aanbieders van de jongerengarantie en twee derde van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening organiseerde outreach-activiteiten bij de uitvoering van de jongerengarantie. In dit verband was het nuttig de voorlichting, de toegankelijkheid en het dienstenaanbod te verbeteren, niet alleen via online inschrijvingen en gerichte campagnes, maar ook via centrale contactpunten, mobiele of gedecentraliseerde diensten en proactieve acties met een groter aantal partners. Hoewel de resultaten in de praktijk zichtbaar worden, hebben de jongerengarantieregelingen nog niet alle jongeren die werkloos zijn geworden of de school hebben verlaten, bereikt.
Voorbeelden van beleidsmaatregelen of hervormingen in het kader van nationale jongerengarantieregelingen In België heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in mei 2013 de "instapstage" voor jonge werkzoekenden en studenten met een laag opleidingsniveau gelanceerd. Bij die stage gaat het vooral om begeleiding en follow-up. Twaalf maanden na het einde van de stage kwam 73 % van de stagiairs tot positieve resultaten (werk of terugkeer naar onderwijs), tegen 47 % in een controlegroep. In Bulgarije is in 2015 een netwerk van jongerenbemiddelaars in het leven geroepen met de bedoeling niet-ingeschreven NEET’s in hun directe omgeving te bereiken en te activeren. De jongerenbemiddelaars treden op als tussenpersonen tussen de jongeren en openbare instellingen die sociale, educatieve, gezondheids- en andere diensten aanbieden. In de periode van mei tot en met december 2015 hebben de jongerenbemiddelaars 5 078 jongeren advies gegeven. In 2015 heeft Finland in 35 gemeenten centrale contactpunten opgezet, die hoofdzakelijk werden gefinancierd door het ESF, aangevuld met nationale financiering. Doel is de diensten voor jongeren onder 30 jaar te verbeteren en te vereenvoudigen via persoonlijk advies en begeleiding, ondersteuning bij life management, beroepsoriëntatie, sociale vaardigheden, onderwijs en werk. In Italië heeft de jongerengarantie aanleiding gegeven tot wijzigingen die tot uiting zijn gekomen in de bredere hervormingen die door de Jobs Act zijn ingeleid. Het aantal jongeren dat geregistreerd is in het kader van de regeling is gestaag toegenomen tot meer dan 1 miljoen op 1 maart 2016. In Letland biedt het project "Kennen en doen" steun aan straathoekwerk op gemeentelijk niveau. Het heeft als doel niet-ingeschreven NEET's van 15 tot en met 29 jaar te vinden, te motiveren en te activeren om terug te gaan naar onderwijs, opleiding of werk. Het project ging in het najaar van 2015 van start met steun van het ESF en wil 5 260 jongeren bereiken. In Slovenië beoogt het programma "Eerste uitdaging 2015" 2 859 jongeren tussen 15 en 29 jaar te ondersteunen en aan het werk te krijgen via gesubsidieerde banen voor een periode van 15 maanden, met steun van het YEI en het ESF. Het leerlingstelsel in Spanje heeft aanzienlijke structurele hervormingen ondergaan, wat in amper drie jaar (2013-2016) heeft geleid tot een toename van het aantal leerlingen van 4 000 tot 15 000. Tijdens dezelfde periode is het aantal ondernemingen dat deelneemt aan het leerlingstelsel toegenomen van nauwelijks 500 tot 5 660. |
... en vooruitgang in het aanbod van diensten...
Sinds januari 2014 zijn 14 miljoen jongeren geregistreerd in het kader van de jongerengarantieregelingen. Ongeveer 9 miljoen jongeren zijn ingegaan op een aanbod, meestal voor een baan 19 . Bijna twee derde van de jongeren die de jongerengarantie in 2015 hebben verlaten, deden dat omdat zij op een aanbod voor een baan, opleiding, stage of leerlingplaats zijn ingegaan. Van alle aanbiedingen binnen de termijn van vier maanden waren de meeste voor een baan (70,2 %), gevolgd door onderwijs (13,6 %), stages (12,1 %) en leerlingplaatsen (4,1 %) (Figuur 3).
Figuur 3: Uitsplitsing op grond van het type aanbod waarop jongeren binnen 4 maanden zijn ingegaan, 2015 (%)
Bron: Europese Commissie, toezicht jongerengarantie 20
Factoren die het succes van de jongerengarantie bepalen Drie jaar na de invoering van de jongerengarantie blijken de volgende factoren van cruciaal belang voor de succesvolle uitvoering van de jongerengarantieregelingen: -een sterk institutioneel draagvlak en interne coördinatie; -strategieën om meer jongeren bij de jongerengarantieregeling te betrekken; -één contactpunt voor het aanbieden van diensten op maat van de specifieke behoeften van de persoon; -de barrières tussen onderwijs en arbeidsmarkt slopen in het kader van een partnerschap; -moderne stelsels voor beroepsonderwijs en -opleiding die voorzien in de vaardigheden die nodig zijn op de arbeidsmarkt en -sterke betrokkenheid van de werkgevers. |
... , maar er moet nog meer worden gedaan om ervoor te zorgen dat alle jongeren steun krijgen van de jongerengarantie
Ondanks deze positieve ontwikkelingen zijn er nog meer inspanningen nodig om die jongeren te ondersteunen die het verst van de arbeidsmarkt af staan, d.w.z. de NEET’s die traditioneel het moeilijkst te bereiken waren (zelfs vóór de crisis) en tot dusver het minst van verbeteringen hebben geprofiteerd. Het gaat voornamelijk om jongeren die te maken hebben met armoede, sociale uitsluiting, handicap en discriminatie, met inbegrip van jongeren die tot een etnische minderheid behoren of een migrantenachtergrond hebben, asielzoekers en vluchtelingen. De daling van het NEET-percentage vloeit eerder voort uit een vermindering van het aantal NEET’s die werk zoeken dan van het aantal niet-actieve NEET’s die losstaan van de arbeidsmarkt. In 2013 lag het percentage NEET’s die werk zochten in de EU hoger dan dat van niet-actieve NEET’s, terwijl in 2015 de twee categorieën op hetzelfde niveau stonden. Dat wijst erop dat het beleid blijkbaar sneller positieve resultaten voor werkloze NEET's heeft opgeleverd, maar meer tijd nodig heeft om niet-actieve NEET's daadwerkelijk opnieuw aan het werk, in onderwijs of opleiding te krijgen. In sommige lidstaten, zoals Cyprus, Hongarije en Portugal, zien we echter een daling van het percentage niet-actieve NEET’s.
2.2.Effecten van structurele veranderingen die worden ondersteund door de jongerengarantie
Om de gevolgen van de uitvoering van de jongerengarantie voor de arbeidsmarktsituatie van jongeren te onderzoeken, moeten we een analyse maken van de toestand van de arbeidsmarkt voor jongeren vóór de uitvoering van de jongerengarantie en van de veranderingen die de arbeidsmarkt voor jongeren heeft ondergaan sinds 2013, toen de eerste tekenen van economisch herstel werden waargenomen 21 .
De resultaten moeten weliswaar met de nodige omzichtigheid worden bekeken want de relatief betere prestatie ten aanzien van deze indicatoren kan ook gedeeltelijk worden toegeschreven aan de grotere conjunctuurgevoeligheid van jongeren voor het macro-economische klimaat. De resultaten van het onderzoek wijzen er wel op dat de door de jongerengarantie ondersteunde structurele verbeteringen een belangrijke rol hebben gespeeld. Hoewel in dezelfde periode de werkloosheid bij de volwassenen daalde, was er een relatief grotere daling bij de jongeren, zowel in de hele EU als in tal van lidstaten. Positieve resultaten kunnen vooral worden waargenomen in België, Kroatië, Cyprus, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Letland, Nederland, Portugal, Roemenië, Slovenië, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.
Uit het Europees semester blijkt dat in bijna alle lidstaten die in 2013 en 2014 specifieke aanbevelingen voor jongeren hebben ontvangen, duurzame vooruitgang is geboekt, zoals vermeld in de conclusies van de evaluatie van 2015 door het Comité voor de werkgelegenheid en in de landenverslagen van 2016 van de Commissie.
Bovendien wordt de toegevoegde waarde van de jongerengarantie erkend in tal van externe verslagen en evaluaties die in de bijlage zijn vermeld.
2.3. Financiële steun van het YEI: een hefboom voor verandering
In de meeste lidstaten werd de succesvolle uitvoering van de jongerengarantie ondersteund met EU-middelen die ter beschikking werden gesteld voor alle aspecten van nationale jongerengarantieregelingen en daarmee verband houdende structurele hervormingen. Voor de programmeringsperiode 2014-2020 investeren het ESF en het YEI samen ten minste 12,7 miljard euro rechtstreeks in maatregelen voor de arbeidsmarktintegratie van jongeren.
Belangrijkste kenmerken van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief 22 Het YEI - een fonds van de Unie ter waarde van 6,4 miljard euro - biedt rechtstreekse steun aan jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen in regio’s met een jongerenwerkloosheid van meer dan 25 % in 2012. Het vormt een aanvulling op het ESF, dat zowel personen als structurele hervormingen van de voornaamste stelsels en diensten ondersteunt. De 20 landen die voor YEI-steun in aanmerking komen, zijn: BE, BG, CY, CZ, EL, ES, FR, HR, HU, IE, IT, LV, LT, PL, PT, RO, SI, SK, SE, UK. Om de door het YEI gefinancierde maatregelen sneller te kunnen uitvoeren, werden alle YEI-middelen in de EU-begroting vastgelegd voor de eerste twee jaar (2014/15) van de financiële cyclus 2014-2020. Verschillende van de meest begunstigde lidstaten verzochten om een grotere financiële liquiditeit om sneller concrete maatregelen te kunnen nemen in het kader van het YEI. Dit heeft niet alleen geleid tot een wijziging van de ESF-verordening 23 , maar de Commissie heeft in 2015 ook ongeveer 1 miljard euro vrijgemaakt voor de lidstaten in de vorm van aanvullende voorfinanciering. |
Het YEI is een belangrijke bron van financiering voor de jongerengarantie...
In de 20 in aanmerking komende lidstaten vormt het YEI een essentieel instrument voor de uitvoering van de jongerengarantie. In sommige gevallen wordt het gebruikt ter ondersteuning van de meeste of alle maatregelen in het kader van de jongerengarantieregelingen. In Spanje bijvoorbeeld wordt 80 % van alle jongerengarantiemaatregelen gefinancierd door het YEI. In andere lidstaten is het YEI een extra financieringsbron die wordt gebruikt ter aanvulling van andere fondsen.
De lidstaten gebruiken het YEI ter ondersteuning van belangrijke maatregelen in verband met de jongerengarantie. De nadruk ligt sterk op het bieden van een eerste werkervaring, stages, leerlingplaatsen en onderwijs en opleiding van hoge kwaliteit. Bovendien steunen meer dan de helft van alle in aanmerking komende lidstaten jonge ondernemers of bieden ze mogelijkheden voor beroeps- of opleidingsmobiliteit. In sommige lidstaten 24 biedt het YEI ondersteuning voor financiële instrumenten die leningen en garanties verstrekken aan jongeren die zelfstandige willen worden en hun eigen bedrijf willen opstarten.
Het YEI is doelgericht en focust op specifieke regio’s en groepen jongeren (bv. jongeren die zowel buiten de arbeidsmarkt als buiten de onderwijs- en opleidingsstelsels staan). Specifieke resultaatindicatoren dragen extra bij aan de kwaliteit van de maatregelen en versterken de resultaatgerichtheid van interventies in het kader van het YEI, vergeleken met andere acties die met EU-middelen worden ondersteund. Bovendien benadrukken de nationale evaluaties in verscheidene lidstaten dat het YEI ertoe heeft geleid dat veel meer aandacht aan geïndividualiseerde bijstand wordt geschonken.
... en de concrete uitvoering komt op gang, zowel wat het bereik als de financiële uitvoering betreft...
Tot dusver hebben maatregelen in het kader van het YEI steun geboden aan meer dan 1,4 miljoen jongeren 25 . Hoewel het succes van het initiatief pas na voltooiing ervan kan worden geëvalueerd, blijkt uit een groot aantal nationale evaluaties 26 al dat jongeren die een YEI-interventie hebben doorlopen aanzienlijk betere kansen hebben op het vinden van een baan of op het voortzetten van hun studie (bv. CY, EL, FR, IT, LV, PL, SE). Belangrijk is dat de beheersautoriteiten ook een groot vertrouwen aan de dag leggen met betrekking tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het YEI. Bovendien is de vraag naar maatregelen in sommige lidstaten hoger dan verwacht als gevolg van de toegenomen belangstelling bij jongeren.
De invoering van maatregelen in het kader van het YEI ligt nu in de meeste lidstaten op schema. De uitvoering van het YEI is er aanzienlijk op vooruitgegaan in de tweede helft van 2015 en vooral in 2016. Tegen eind juli 2016 hadden de in aanmerking komende lidstaten acties geselecteerd voor een bedrag van meer dan 4 miljard euro. Die acties zijn reeds aan de gang of gaan naar verwachting binnenkort van start. Dat is een stijging van bijna 2 miljard euro sinds maart 2016. De helft van die lidstaten hebben bijna hun volledige YEI-begroting vastgelegd. Bovendien hadden de begunstigden de YEI-beheersautoriteiten tegen eind juli 2016 al om de terugbetaling van 800 miljoen euro verzocht. Tegen eind augustus 2016 hadden de lidstaten om terugbetaling van 682 miljoen euro verzocht voor uitgaven in het kader van het YEI. Meer dan 70 % van die verzoeken om betaling zijn al volledig vergoed door de Commissie (en bijkomende terugbetalingen worden uitgevoerd). Nu de structuren voor het YEI zijn opgezet, vindt de uitvoering in de meeste lidstaten in een steeds sneller tempo plaats. Nu moet voorrang worden verleend aan het voortzetten van en, waar nodig, het versnellen van de uitvoering van de maatregelen in het kader van het YEI.
... ondanks aanvankelijke vertragingen bij de uitvoering...
Ondanks de vervroegde vastlegging van de financiële middelen voor de eerste twee jaar van de programmeringsperiode beantwoordde de uitvoering van het YEI in de opstartfase niet aan de politieke verwachting dat snel maatregelen zouden worden genomen. Dat had grotendeels te maken met het feit dat de lidstaten onvoldoende voorbereid waren om maatregelen ter bevordering van de jeugdwerkgelegenheid te ontwerpen en te lanceren. Het opzetten van uitvoeringssystemen die voldoen aan de nieuwe eisen, is ook een proces van lange adem.
De nieuwe verplichtingen die voortvloeien uit het kader van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESI-fondsen), die eveneens van toepassing zijn op het YEI, vormden een belangrijk element in de aanvankelijk trage start. De lidstaten ondervonden vooral vertragingen bij het opzetten van toezichtsystemen en de structuren voor programmabeheer (vastgesteld in het wettelijk kader als "aanwijzing van autoriteiten"). De "aanwijzing van autoriteiten" is inmiddels voltooid voor de meeste door het YEI ondersteunde operationele programma’s.
De lidstaten financieren maatregelen ter bevordering van de jeugdwerkgelegenheid met geld uit de programmeringscycli 2007-2013 en 2014-2020. Die parallelle uitvoering leidde tot capaciteitsproblemen bij de verificatie van de uitgaven en de certificering ervan aan de Commissie.
Bijgevolg hebben verscheidene lidstaten in 2015 geen gebruik kunnen maken van de aanvullende voorfinanciering van het YEI ter waarde van 930 miljoen euro 27 . Zij maken echter nog steeds gebruik van de beschikbare middelen van de programmeringsperiode 20072013. Het grote aantal jongeren dat reeds onder YEI-maatregelen valt, toont ook aan dat de uitrol van praktische maatregelen niet aanzienlijk is bemoeilijkt. In elk geval is meer dan de helft van de lidstaten van mening dat de met 30 % verhoogde voorfinancieringen in 2015 een positief effect hebben gehad. Hierdoor konden de beheersautoriteiten meer fondsen toekennen aan bestaande projecten en/of een groter aantal nieuwe projecten opzetten 28 .
... terwijl ESF-fondsen een aanvulling vormen op het YEI en dienen ter ondersteuning van structurele maatregelen
In de programmeringsperiode 2014-2020 zal het ESF — in aanvulling op het YEI — ten minste 6,3 miljard euro rechtstreeks investeren om de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt te ondersteunen.
Bovendien hebben de lidstaten in de periode 2014-2020 ongeveer 27 miljard euro toegewezen om voortijdig schoolverlaten aan te pakken en een leven lang leren en beroepsonderwijs en opleiding te ondersteunen. Jongeren zijn ook een van de belangrijkste doelgroepen van de ESF-investeringen in ondernemerschap en zelfstandige arbeid, die goed zijn voor meer dan 2 miljard euro.
Voorts kan het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling op basis van de in de nationale en/of regionale operationele programma’s 29 vastgestelde behoeften en mogelijkheden ondersteuning bieden voor de ontwikkeling van onderwijs- en opleidingsinfrastructuur, ondernemerschap en maatregelen ten behoeve van startende ondernemingen van jongeren.
Ten slotte worden de voor een succesvolle uitvoering van de jongerengarantie noodzakelijke structurele hervormingen van de diensten voor arbeidsvoorziening in de lidstaten ook financieel ondersteund door het ESF, zowel in lidstaten die in aanmerking komen voor het YEI als in lidstaten die daar niet voor in aanmerking komen. In de programmeringsperiode 2014-2020 gaat het over ongeveer 1 miljard euro.
De ESF-investeringen vormen belangrijke aanvullende financiering die van cruciaal belang is voor de uitvoering van de jongerengarantie in alle 28 lidstaten en dus ook buiten de 20 voor YEI-steun in aanmerking komende landen.
...maar de behoeften blijven groot en er is meer financiering nodig om de integratie van jongeren op de arbeidsmarkt te bevorderen
Een aantal regio’s van de EU hebben nog steeds behoefte aan steun van het YEI. Als we de meest recente jaargegevens (2015) over de jeugdwerkloosheid als maatstaf gebruiken om te bepalen welke regio’s in aanmerking komen voor YEI-steun, blijkt dat 14 van de huidige 20 in aanmerking komende lidstaten vandaag nog steeds in aanmerking zouden komen voor YEI-steun. Bovendien zijn de lidstaten met de hoogste werkloosheid onder jongeren op regionaal niveau (40 à 50 %) dezelfde gebleven. Meerdere lidstaten (met name Italië, Portugal en Frankrijk) hebben erop gewezen dat zij de voortzetting van het YEI essentieel vinden om hun ambitieuze beleidsdoelstellingen ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid te verwezenlijken, en dat zij alle beschikbare middelen van het YEI al hebben opgebruikt.
Gezien de aanhoudend hoge jeugdwerkloosheid in tal van regio’s en de bemoedigende eerste resultaten heeft de Commissie daarom voorgesteld de oorspronkelijke toewijzing van het YEI aan te vullen met 1 miljard euro voor de periode 2017-2020 (aangevuld met nog eens 1 miljard euro financiering uit het Europees Sociaal Fonds). Sinds de start van het initiatief is dus in totaal al 8,4 miljard euro toegewezen 30 . Daarenboven heeft de Commissie, zoals aangekondigd in de technische aanpassing van het meerjarig financieel kader voor 2017 31 , ook besprekingen aangeknoopt met de lidstaten die het meest gebaat zijn bij de aanpassing van de middelen voor het cohesiebeleid, om de extra middelen vooral te gebruiken voor onder meer de strijd tegen de jeugdwerkloosheid.
3.Een scala aan instrumenten op EU-niveau voor steun aan de lidstaten en toezicht op de voortgang
3.1.Krachtige politieke impulsen en EU-beleidsondersteuning
Instrumenten op EU-niveau hebben de capaciteit verbeterd om de jongerengarantieregelingen op te zetten ...
Krachtige politieke impulsen in combinatie met EU-beleidsondersteuning en mechanismen voor wederzijds leren hebben de lidstaten geholpen het juiste institutionele kader op te zetten en te leren van elkaars ervaringen. De staatshoofden en regeringsleiders hebben hun engagement op dit gebied bevestigd tijdens drie specifieke bijeenkomsten in Berlijn, Parijs en Milaan in 2013-2014. Die conferenties inzake jongerenwerkgelegenheid hebben het gezamenlijke gevoel van verantwoordelijkheid versterkt en de uitwisseling mogelijk gemaakt van ervaringen en ideeën over de manier waarop in heel Europa het scheppen van banen voor jongeren kan worden gestimuleerd en ervoor kan worden gezorgd dat de jongere generatie beter uitgerust en gekwalificeerd de toekomst tegemoet kan gaan. De sociale partners hebben in juni 2013 over een actiekader inzake werkgelegenheid voor jongeren onderhandeld en hebben in dat verband een reeks maatregelen genomen 32 .
Het programma voor wederzijds leren van de Europese werkgelegenheidsstrategie heeft transnationaal leren verbeterd via een reeks collegiale toetsingen 33 . Er werd een netwerk van nationale coördinatoren van de jongerengarantie opgezet om een ononderbroken uitwisseling te vergemakkelijken 34 . De jongerengarantie is ook een prioriteit op de agenda van het Europees netwerk van openbare diensten voor arbeidsvoorziening 35 en draagt bij tot de opbouw van hun capaciteit om diensten te kunnen verlenen op maat van jongeren.
Specifieke beleidsinstrumenten hebben nuttige steun verleend aan de lidstaten om specifieke uitdagingen aan te pakken. De Commissie heeft een jongerengarantie-webpagina opgezet 36 en een studiebijeenkomst over het opzetten en de uitvoering van de jongerengarantieregelingen en een conferentie op hoog niveau georganiseerd. In 2013 en 2014 heeft zij specifiek advies verleend in verband met leerplaatsen en stages. Sinds 2015 biedt een gezamenlijk project van de Commissie en de IAO steun op maat voor het verbeteren van de nationale capaciteit om de jongerengarantieregelingen te beoordelen en uit te voeren. Op verzoek van het Europees Parlement heeft de Commissie in 2013 ook 18 jongerengarantieproefprojecten in zeven lidstaten rechtstreeks beheerd 37 . Voorts heeft de Commissie in 2015 de lidstaten voorzien van een voorlichtings- en bewustmakingstoolkit om jongeren aan te moedigen zich bij hun lokale aanbieders te registreren. In vier lidstaten liep een proefproject met de kit. Nog eens negen lidstaten zullen in 2016-2017 worden ondersteund bij hun voorlichtingsactiviteiten.
... en de lidstaten bijstand verleend bij het opzetten van concrete, door het YEI gefinancierde, interventies.
Zodra het juridische kader voor de programmering van het YEI was vastgesteld, heeft de Commissie specifieke richtsnoeren opgesteld voor de uitvoering van het YEI en gedetailleerde richtsnoeren voor het toezicht op en de evaluatie van interventies in het kader van het YEI.
In 2014 en 2016 werden twee specifieke technische seminars over het YEI georganiseerd met de beheersautoriteiten. Daardoor kon de aanwijzing van de autoriteiten die betrokken zijn bij het beheer van door het YEI gesteunde programma’s worden bespoedigd. Regelingen voor toezicht en evaluatie van het YEI zijn regelmatig besproken met de beheersautoriteiten in het kader van het ESF-comité, de technische werkgroep van het ESF en de partnerschapsbijeenkomsten voor de evaluatie van het ESF.
3.2.Een sterk toezichtskader: de voortgang opvolgen en voortdurende verbetering ondersteunen
Een uitgebreid toezichtskader op EU-niveau heeft de lidstaten geholpen om toezicht te houden op de uitvoering van de jongerengarantie. Dat houdt de kwestie hoog op de politieke agenda en draagt bij tot de voortdurende verbetering van de nationale regelingen.
Het Europees semester speelt een sleutelrol bij het aanpakken van structurele uitdagingen in verband met de uitvoering van de jongerengarantie op het hoogste niveau. De voortgang wordt jaarlijks beoordeeld in de landenverslagen van de Commissie en door middel van evaluaties in het kader van het multilaterale toezicht van het Comité voor de werkgelegenheid (EMCO). In 2014 zijn aanzienlijk meer landspecifieke aanbevelingen gedaan ter verbetering van de overgang van school naar werk. De meeste lidstaten kregen dat jaar een specifiek op jongeren gerichte aanbeveling. In 2015 en 2016 zijn er minder specifiek op jongeren gerichte aanbevelingen gedaan. Dat was te wijten aan de daling van de jeugdwerkloosheid en de vorderingen van de lidstaten bij het doorvoeren van de aanbevolen hervormingen die de stroomlijning van het Europees semester weerspiegelden (zie het werkdocument van de diensten van de Commissie voor een overzicht van de landspecifieke aanbevelingen en de voortgang bij de uitvoering).
Het EMCO heeft met de steun van de Commissie een ambitieus kader van indicatoren voor toezicht op de jongerengarantie 38 ontwikkeld. De resultaten van twee ronden van gegevensverzameling voor 2014 en 2015 zijn in deze mededeling opgenomen.
Het kader komt tegemoet aan de aanbeveling van de Europese Rekenkamer over het opzetten van een uitgebreid toezichtssysteem.
In maart 2016 onderschreven de ministers van Werkgelegenheid in de Raad Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken het document "Kernboodschappen over de te volgen weg voor de jongerengarantie na 2016" van het EMCO. Zij onderstreepten de positieve resultaten en drongen aan op blijvende politieke betrokkenheid bij de aanpak van problemen in verband met partnerschappen, het bereiken van NEET’s en toezicht 39 .
Wat het toezicht op de doeltreffendheid en efficiëntie van het YEI betreft, bevat het toepasselijke regelgevingskader een reeks specifieke resultaatindicatoren voor het YEI waardoor het meer resultaatgericht wordt. De hele opzet van het YEI en de gerichtheid van de interventies op specifieke regio’s met de hoogste jeugdwerkloosheid en relevante doelgroepen die in die regio’s wonen, is inderdaad nieuw in vergelijking met de acties van het ESF. De YEI-specifieke resultaatindicatoren maken het mogelijk rechtstreeks het verband na te gaan tussen de financiële steun en de resultaten en effecten voor de doelgroep.
3.3.Gerichte initiatieven zorgen voor meer deugdelijke aanbiedingen
De inspanningen om meer leerlingplaatsen en stages aan te bieden en ondernemerszin en mobiliteit te bevorderen, hebben bijgedragen tot een toename van het aantal aanbiedingen in het kader van de jongerengarantie. Er is echter nog ruimte voor verbetering. Sinds de lancering van de Europese Alliantie voor leerlingplaatsen in 2013 zijn 31 nationale regeringen en 120 belanghebbenden in actie gekomen om de kwaliteit, het aanbod en het imago van leerlingplaatsen te verbeteren. In totaal heeft dat 250 000 opleidings- en arbeidsmogelijkheden opgeleverd. Het kwaliteitskader voor stages van 2014 is uitgegroeid tot een belangrijk referentiepunt in zijn gebied. Het Europees pact voor de jeugd is in november 2015 gelanceerd in samenwerking met CSR Europa. Het doel van het pact is 10 000 kwaliteitsvolle partnerschappen tussen het bedrijfsleven en het onderwijs te creëren en de komende twee jaar voor 100 000 nieuwe, hoogwaardige leerlingplaatsen, stages of beginnersbanen te zorgen. In de meeste lidstaten ondersteunen de openbare diensten voor arbeidsvoorziening ondernemerschap bij jongeren in de vorm van jongerengarantie-interventies. In een aantal gevallen gebeurt dat in het kader van afzonderlijke programma’s of projecten.
"Je eerste Eures-baan" biedt gerichte steun voor werk en opleiding in een Europese context. Het programma kan nog worden versterkt om de mobiliteit van jongeren beter te ondersteunen. Tussen 2011 en 2014 ondersteunde het programma 4 251 stageplaatsen met een totaal budget van ongeveer 12 miljoen euro.
Ter aanvulling van het bestaande programma van korte duur (gemiddeld 3 weken) is onlangs een proefproject gelanceerd om de mobiliteit van leerlingen op langere termijn (van 6 tot 12 maanden) in alle lidstaten te testen met het oog op een permanente regeling op basis van de opgedane ervaring.
De Europese Alliantie voor leerlingplaatsen De Europese Alliantie voor leerlingplaatsen is een initiatief van meerdere belanghebbenden (de lidstaten, sociale partners, kamers van koophandel, bedrijven, aanbieders van beroepsonderwijs en -opleiding, beroepsorganisaties, jeugdorganisaties en regio’s) dat is gericht op de verbetering van de kwaliteit, het aanbod en het imago van leerlingplaatsen in Europa. Grotere mobiliteit voor leerlingen is ook een belangrijk thema geworden. De Commissie verleent onder meer financiële steun via specifieke oproepen tot het indienen van voorstellen in het kader van Erasmus+. De Alliantie heeft een actieplan voor 2016 opgesteld dat 12 belangrijke acties voor dat jaar omvat. |
Het kwaliteitskader voor stages De Aanbeveling van de Raad inzake een kwaliteitskader voor stages werd in maart 2014 goedgekeurd. Het heeft een belangrijke rol gespeeld bij de ondersteuning van het aanbod van kwalitatief hoogwaardige stages in het kader van de jongerengarantie. Het doel is de kwaliteit van stages te verbeteren (zowel op de open markt als met een actief arbeidsmarktbeleid), via 22 kwaliteitselementen die rechtstreeks kunnen worden overgedragen naar nationale wetgeving of overeenkomsten tussen sociale partners. De kwaliteitselementen hebben vooral betrekking op leerinhoud, arbeidsvoorwaarden en transparantie in verband met financiële voorwaarden en praktijken bij de indienstneming. Een gedetailleerd overzicht van de stappen die de lidstaten bij de uitvoering van het kwaliteitskader voor stages hebben genomen, wordt voorgesteld in een specifiek werkdocument van de diensten van de Commissie bij deze mededeling. |
3.4.Jongerengarantie op de internationale agenda
De jongerengarantie heeft veel aandacht gekregen op internationaal niveau als onderdeel van een nieuwe aanpak van de hoge jeugdwerkloosheid — een zorg die de hele EU met andere regio’s in de wereld deelt. De ministers van Arbeid en Werkgelegenheid van zowel de G20 als de Ontmoeting Azië-Europa erkenden de jongerengarantie als een belangrijke structurele hervorming voor stelselmatige overgang van school naar werk. De IAO en de OESO brachten de eerste ervaringen met de uitvoering van de jongerengarantie onder de aandacht, met het oog op het delen van ervaringen met derde landen. Voorts zal de uitvoering van de jongerengarantie in de hele EU naar verwachting bijdragen tot het behalen van de eerste kwantitatieve doelstelling inzake werkgelegenheid voor jongeren op G20-niveau, d.w.z. tegen 2025 het aandeel jongeren dat het meeste risico loopt om permanent achterop te raken op de arbeidsmarkt in de landen van de G20 met 15 % verminderen.
Op mondiaal niveau is in 2015 een nieuwe impuls gegeven met de goedkeuring van de Agenda voor duurzame ontwikkeling voor 2030, die 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) bevat. SDG 8 heeft specifiek tot doel inclusieve en duurzame economische groei, werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor iedereen te bevorderen, en beoogt tegen 2020 een aanzienlijke vermindering van het percentage jongeren die geen werk hebben en geen onderwijs of opleiding volgen. Tegelijkertijd is SDG 8 erop gericht om tegen 2030 volledige en productieve werkgelegenheid en fatsoenlijk werk voor iedereen, ook voor jongeren, te bereiken.
De jongerengarantie kan een belangrijke rol spelen in de aanpak van de EU om die doelstellingen te bereiken.
4.De jongerengarantie versnellen en verbreden: lessen trekken uit de eerste jaren van uitvoering
4.1.Zorgen voor volledige en duurzame uitvoering
Verdere politieke inzet en financiële steun voor de jongerengarantie als een langlopende, structurele hervorming is van essentieel belang om daadwerkelijk de vruchten te kunnen plukken van het tot dusver verrichte werk. Volledige uitvoering is in een aantal lidstaten nog recent omdat voor veel maatregelen aanzienlijke hervormingen en brede partnerschappen nodig waren: nu moet de schaalvergroting van de initiatieven worden versneld om volledige dekking te bereiken zodat het volledige potentieel van de jongerengarantie kan worden aangeboord. Intensivering van de uitvoering houdt ook het verderzetten van het toezicht in, het stroomlijnen van bestaande processen voor het verzamelen van gegevens, het wegwerken van technische belemmeringen en de verbetering van de kwaliteit van de gegevens die zijn verzameld in het kader van het gemeenschappelijk kader van indicatoren.
4.2.Niet-ingeschreven NEET's en laaggeschoolden beter bereiken
De jongerengarantie moet ten goede komen aan alle jongeren en alle jongeren moeten profiteren van de eerste tekenen van herstel. Ondanks de aanzienlijke inspanningen van de lidstaten om alle jongeren te bereiken, zijn jonge mensen in de meest kwetsbare situaties, zoals laaggeschoolden en niet-ingeschreven NEET’s, toch ondervertegenwoordigd onder de begunstigden.
Die uitdaging aangaan vergt niet alleen een efficiëntere aanpak van de voorlichting, maar ook een verbreding van het arsenaal van interventies die voorgesteld worden in de vier soorten aanbiedingen in het kader van de jongerengarantie. De termijn van vier maanden is van essentieel belang om te zorgen voor een snelle activering. Jongeren die met tal van obstakels worden geconfronteerd, hebben echter vaak behoefte aan ingewikkelde, lange en geïndividualiseerde interventies voordat ze een aanbod kunnen aanvaarden. Het aanbod voortgezet onderwijs moet worden uitgebreid met trajecten en intensievere ondersteuning door een aantal partners om beter tegemoet te komen aan hun behoeften.
4.3.Versterking van de capaciteit en verbetering van de kwaliteit van het aanbod
Meer interne coördinatie en capaciteitsopbouw resulteert in stevige veelbelovende partnerschappen en betere resultaten. De uitvoering van de jongerengarantie heeft de samenwerking tussen openbare instellingen en met belanghebbenden versterkt. Het ruime toepassingsgebied heeft echter reeds bestaande lacunes aan het licht gebracht. Het proces is in de eerste plaats in handen van de Ministeries van Arbeid. Voor onderwijs en/of de autoriteiten voor jeugdzaken is een kleinere rol weggelegd. Bovendien waren er capaciteitsproblemen bij de partners, en met name bij de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, in verband met de grote verscheidenheid van uit te voeren taken.
De samenwerking tussen onderwijsaanbieders en werkgevers versterken blijft van essentieel belang voor de uitbreiding van het aantal kwalitatief goede aanbiedingen voor jongeren. Hoewel de lidstaten hebben geprobeerd om de betrokkenheid van de werkgevers te vergroten, is die in de praktijk tot dusver vrij beperkt gebleven. Dat vloeit in de eerste plaats voort uit moeilijke macro-economische omstandigheden en moeilijkheden bij het afstemmen van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, een lage betrokkenheid bij het ontwerpen en uitvoeren van de regelingen en beperkte gestructureerde samenwerking met de openbare diensten voor arbeidsvoorziening. Een grotere betrokkenheid van de werkgevers zou ook leiden tot betere prognoses over de toekomstige behoeften aan vaardigheden.
Het is uiterst belangrijk betere mechanismen in te voeren om ervoor te zorgen dat jongeren een aanbod van hoge kwaliteit krijgen. De uitdagingen liggen in de korte duur van de aanbiedingen en het feit dat aanbiedingen van voortgezet onderwijs niet altijd waarborgen dat leerresultaten worden bereikt (bv. een minimumniveau van basisvaardigheden) of niet altijd leiden tot een erkend diploma. Andere problemen hebben te maken met het ontbreken van reglementering van stageaanbiedingen op de open markt wat betreft de transparantie van de aanwerving, de duur en de erkenning. Hoewel verschillen in de kwaliteit van de aanbiedingen in de eerste plaats afhangen van de nationale arbeidsmarkt, zijn ze ook te wijten aan het feit of en de manier waarop "deugdelijk" aanbod is omschreven en in de praktijk wordt toegepast. Bijvoorbeeld, indien een deugdelijk aanbod direct of indirect wordt gedefinieerd, gebeurt dat in het algemeen op basis van de duurzaamheid van de resultaten 40 en het persoonlijke oordeel van de jongere. Slechts enkele lidstaten hebben minimumvereisten voor de kwaliteit opgesteld, mede met het oog op het toezicht op de jongerengarantie.
De Commissie werkt, samen met de IAO, aan het in kaart brengen van de voornaamste elementen van een deugdelijk aanbod in het kader van de jongerengarantie. Dit maakt deel uit van de reactie van de Commissie op de aanbeveling van de Rekenkamer om een reeks kwaliteitskenmerken voor aanbiedingen in het kader van de jongerengarantie te bevorderen. Bovendien zal de Commissie onderzoeken of het mogelijk is normen voor de kwaliteitsvereisten te bespreken in het Comité voor de werkgelegenheid in het kader van het toezicht op de jongerengarantie.
5.Volgende stappen: de jongerengarantie verankeren en de middelen van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief volledig mobiliseren
De welvaart en de levenswijze van Europa zijn gebaseerd op zijn grootste troef: de mensen.
De Europese Commissie heeft stappen ondernomen om banen, groei, investeringen en sociale rechtvaardigheid centraal op de agenda van de Europese Unie te plaatsen en heeft van de strijd tegen werkloosheid, in het bijzonder jeugdwerkloosheid, een topprioriteit gemaakt.
Ondanks recente verbeteringen, liggen de jeugdwerkloosheid en de inactiviteit nog steeds boven het niveau van vóór de crisis en zijn blijvende inspanningen nodig. De jongerengarantie heeft de weg vrijgemaakt voor een meer doeltreffende steun aan jongeren in hun overgang van het onderwijs naar de arbeidsmarkt.
Nu zou voorrang moeten worden gegeven aan de volledige uitrol van de nationale jongerengarantieregelingen, door de uitvoering ervan te versnellen en te verbreden, terwijl het aanpakken van uitdagingen en de opbouw van efficiëntere maatregelen geschraagd worden door het YEI en het ESF. Deze mededeling wijst op de belangrijkste succesfactoren en brengt de gebieden waarop verdere maatregelen nodig zijn, in kaart. Zo vormt zij een bijdrage aan dat proces. De Commissie zal verdere ondersteuning bieden voor wederzijds leren en de uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten.
De lidstaten zullen tot 2018 de steun van het jongerenwerkgelegenheidsinitiatief blijven gebruiken op voorwaarde dat er nog middelen van 2014-2015 beschikbaar zijn. Met het oog op de voortzetting van het YEI, als onderdeel van de herziening van het meerjarig financieel kader 2014-2020 41 , heeft de Commissie voorgesteld de oorspronkelijke toewijzing van het YEI met 1 miljard euro aan te vullen voor de periode 2017-2020. Dat bedrag moet met een even grote bijdrage uit het Europees Sociaal Fonds worden aangevuld. Vanaf 2017 zorgen voor aanvullende EU-middelen voor jongerenwerkgelegenheid blijft een topprioriteit voor de Commissie.
Zoals blijkt uit de Intentieverklaring 2016, wil de Commissie haar inspanningen ter ondersteuning van jongeren in het algemeen opvoeren en moeten de instrumenten van de jongerengarantie ten volle hun rol spelen in een ruimere reeks initiatieven voor jongeren.
Zo werd bijvoorbeeld de oprichting van een Europees solidariteitskorps aangekondigd door Commissievoorzitter Juncker in zijn toespraak over de Staat van de Unie op 14 september 2016. Het korps zal stoelen op engagement en solidariteit, twee fundamentele waarden van de EU, en zal sociaal ingestelde jongeren onder 30 jaar, die al dan niet in aanmerking komen voor de jongerengarantie, de kans bieden anderen te helpen en te ondersteunen, nieuwe vaardigheden te verwerven en ervaring op te doen in hun eigen land of in een andere lidstaat.
Wat het leerlingstelsel betreft, zal de uitvoering van een proefproject voor de langetermijnmobiliteit van leerlingen de nodige kennis en ervaring aanbrengen voor het ontwerpen van een meer permanente regeling in de nabije toekomst. Bovendien zal de ontwikkeling van een kwaliteitskader voor leerlingplaatsen een aanvulling vormen op de bestaande strategie die erop gericht is leerlingplaatsen te valoriseren en zowel voor jongeren als bedrijven aantrekkelijker te maken.
Deze beleidsagenda voor jongeren, met name het beginsel van actieve steun voor duurzame integratie op de arbeidsmarkt en het streven naar verbetering van hun vaardigheden en kwalificaties, is een belangrijk onderdeel van de ruimere inspanningen van de Commissie ter bevordering van opwaartse convergentie binnen en tussen de lidstaten. Dat is ook de motivatie achter de Europese pijler van sociale rechten, die momenteel het voorwerp uitmaakt van een ruime openbare raadpleging en die de Commissie volgend jaar zal voorstellen.
Bijlage — externe verslagen en evaluaties van de jongerengarantie.
-European Network of Public Employment Services (2016), Report on PES implementation of the Youth Guarantee, September 2016 (nog te verschijnen)
- ILO (2015), The Youth Guarantee programme in Europe: Features, implementation and challenges
Kernboodschappen over de te volgen weg voor de jongerengarantie na 2016, met het verslag van het Comité voor de werkgelegenheid over de stand van zaken van de uitvoering van de jongerengarantie, ST 6154 2016 INIT.