Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R0064

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 64/2013 van de Commissie van 24 januari 2013 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001 wat betreft het beheer van de WTO-tariefcontingenten voor Nieuw-Zeelandse kaas en boter

PB L 22 van 25.1.2013, p. 1–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2020; stilzwijgende opheffing door 32020R0760

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/64/oj

25.1.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 22/1


UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 64/2013 VAN DE COMMISSIE

van 24 januari 2013

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001 wat betreft het beheer van de WTO-tariefcontingenten voor Nieuw-Zeelandse kaas en boter

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten („integrale-GMO-verordening”) (1), en met name artikel 144, lid 1, en artikel 148, onder c), in samenhang met artikel 4,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In titel 2, hoofdstuk III, afdeling 1, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie van 14 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1255/1999 van de Raad voor de invoerregeling voor melk en zuivelproducten en houdende opening van tariefcontingenten (2) zijn de regels vastgesteld inzake het beheer van invoercontingenten door bepaalde in bijlage III, deel B, bij die verordening genoemde derde landen. Deze regels voorzien in de afgifte van een invoercertificaat na overlegging van een overeenkomstig certificaat IMA 1 („inward monitoring arrangements certificate”).

(2)

Uit de ervaring met het beheer van de tariefcontingenten voor Nieuw-Zeelandse kaas (contingentnummers 09.4514 en 09.4515) is gebleken dat deze contingenten even efficiënt kunnen worden beheerd met een systeem dat minder administratieve lasten voor de importeurs en voor de met de afgifte van certificaten belaste instellingen van de lidstaten met zich brengt. In dat systeem zijn de functies van het certificaat IMA 1 als bewijs voor de oorsprong van de goederen en de overeenstemming van de goederen met de voorwaarden bij invoer behouden, maar dient voor de afgifte van invoercertificaten niet langer een certificaat IMA 1 te worden overgelegd. Het is derhalve dienstig te bepalen dat de regels van titel 2, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 2535/2001 van toepassing zijn op deze contingenten.

(3)

Teneinde speculatie te voorkomen en toch een maximaal gebruik van de tariefcontingenten voor Nieuw-Zeelandse kaas te waarborgen, mogen certificaataanvragen betrekking hebben op ten hoogste 25 % van het desbetreffende beschikbare contingent.

(4)

Rekening houdende met het seizoensgebonden karakter van de zuivelproductie in Nieuw-Zeeland, met de prijsevolutie en met de tijd die nodig is om de betrokken producten te verschepen naar de Unie, is het zaak in september een derde toewijzingsronde voor invoercertificaten te plannen voor de in bijlage I, deel K, en bijlage III, deel A, vermelde contingenten.

(5)

Verordening (EG) nr. 2535/2001 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)

Om de aanvragers, de bevoegde autoriteiten en de lidstaten voldoende tijd te geven om te voldoen aan de nieuwe regels, dienen deze regels van toepassing te zijn met ingang van het contingentjaar 2014.

(7)

De in de onderhavige verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Beheerscomité voor de gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Verordening (EG) nr. 2535/2001

Verordening (EG) nr. 2535/2001 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Aan artikel 5 wordt het volgende punt toegevoegd:

„k)

de in deel K van bijlage I bedoelde contingenten;”.

2)

In artikel 6 wordt de eerste alinea vervangen door:

„De tariefcontingenten, de toe te passen rechten, de maximale jaarlijks in te voeren hoeveelheden, de invoercontingentperioden en de verdeling daarvan in deelperioden staan vermeld in bijlage I.”.

3)

In artikel 13 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De certificaataanvraag moet betrekking hebben op ten minste tien ton en ten hoogste de voor het contingent beschikbare hoeveelheid voor de betrokken in artikel 6 bedoelde deelperiode.

Een certificaataanvraag mag evenwel slechts betrekking hebben:

a)

in het kader van de in artikel 5, onder a), bedoelde contingenten, op ten hoogste 10 % van de beschikbare hoeveelheid;

b)

in het kader van de in artikel 5, onder k), bedoelde contingenten, op ten hoogste 25 % van de beschikbare hoeveelheid.”.

4)

In artikel 14 wordt het volgende lid 1 bis ingevoegd:

„1 bis.   Voor de in bijlage I, deel K, bedoelde contingenten kunnen de certificaataanvragen slechts worden ingediend:

a)

van 20 tot en met 30 november voor invoer gedurende de periode van 1 januari tot en met de daaropvolgende 30 juni;

b)

van 1 tot en met 10 juni voor invoer gedurende de periode van 1 juli tot en met de daaropvolgende 31 december;

c)

van 1 tot en met 10 september voor invoer gedurende de periode van 1 oktober tot en met de daaropvolgende 31 december.”.

5)

Aan artikel 19 wordt het volgende lid 3 toegevoegd:

„3.   Voor de in bijlage I, deel K, vermelde contingenten wordt het verlaagde recht slechts toegepast na:

a)

aanvaarding van de aangifte voor het vrije verkeer;

b)

overlegging van het invoercertificaat, en

c)

overlegging van een certificaat IMA 1 als bedoeld in bijlage IX, dat is afgegeven door een in bijlage XII vermelde, met de afgifte belaste instelling, dat de in bijlage XI vermelde gegevens bevat en dat zowel de oorsprong van het door de aangifte gedekte product als de overeenstemming van het product met de voorwaarden aantoont.

De douaneautoriteiten vermelden het volgnummer van het certificaat IMA 1 op het invoercertificaat.

Artikel 37, leden 2, 3 en 4, is van overeenkomstige toepassing.”.

6)

In artikel 34 wordt lid 4 vervangen door:

„4.   De tariefcontingenten, de toe te passen rechten, de maximale jaarlijks in te voeren hoeveelheden, de invoercontingentperioden en de verdeling daarvan in deelperioden staan vermeld in bijlage III, deel A.”.

7)

Artikel 34 bis wordt vervangen door:

„Artikel 34 bis

1.   De contingenten moeten worden verdeeld in twee delen als bedoeld in bijlage III, deel A:

a)

contingent nummer 09.4195 (hierna deel A genoemd) wordt verdeeld tussen de importeurs in de Unie die overeenkomstig artikel 7 zijn erkend en die kunnen aantonen dat zij in de 24 maanden voorafgaand aan de maand november van het vorige contingentjaar hoeveelheden hebben ingevoerd in het kader van contingent 09.4195 of 09.4182;

b)

contingent nummer 09.4182 (hierna deel B genoemd) wordt gereserveerd voor aanvragers die:

i)

overeenkomstig artikel 7 zijn erkend, en

ii)

kunnen aantonen dat zij in de twaalf maanden voorafgaand aan de maand november van het vorige contingentjaar in ten minste 4 afzonderlijke transacties ten minste 100 ton melk of zuivelproducten van hoofdstuk 04 van de gecombineerde nomenclatuur in de Unie hebben ingevoerd en/of uit de Unie hebben uitgevoerd.

2.   De invoercertificaataanvragen kunnen slechts worden ingediend:

a)

van 20 tot en met 30 november voor invoer gedurende de periode van 1 januari tot en met de daaropvolgende 30 juni;

b)

van 1 tot en met 10 juni voor invoer gedurende de periode van 1 juli tot en met de daaropvolgende 31 december;

c)

van 1 tot en met 10 september voor invoer gedurende de periode van 1 oktober tot en met de daaropvolgende 31 december.

3.   Per aanvrager moeten invoercertificaataanvragen, om in aanmerking te kunnen worden genomen, betrekking hebben op:

a)

voor deel A, niet meer dan 125 % van de hoeveelheden die hij in de 24 maanden voorafgaand aan de maand november van het vorige contingentjaar heeft ingevoerd in het kader van contingent 09.4195 of 09.4182;

b)

voor deel B, niet minder dan 20 ton en niet meer dan 10 % van de beschikbare hoeveelheid voor de deelperiode, mits hij tot genoegen van de bevoegde autoriteit van de betrokken lidstaat kan aantonen dat hij aan de in lid 1, onder b), bedoelde voorwaarden voldoet.

Mits zij aan de voorwaarden daarvoor voldoen, mogen aanvragers in het kader van beide delen van het contingent tegelijk aanvragen indienen.

Voor deel A en deel B moeten aparte aanvragen worden ingediend.

4.   De invoercertificaataanvragen mogen alleen worden ingediend in de lidstaat waar de aanvrager uit hoofde van artikel 7 is erkend; op de aanvragen moet het erkenningsnummer van de importeur worden vermeld.

5.   De in de leden 1 en 3 bedoelde bewijzen worden geleverd overeenkomstig artikel 5, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1301/2006.

Deze bewijzen worden tegelijkertijd met de invoercertificaataanvragen ingediend en gelden voor het desbetreffende contingentjaar.”.

8)

Aan bijlage I wordt een nieuw deel K toegevoegd, waarvan de tekst wordt vastgesteld in bijlage I bij de onderhavige verordening.

9)

Bijlage III, deel A, wordt vervangen door de tekst die is vastgesteld in bijlage II bij de onderhavige verordening.

10)

In bijlage III, deel B, worden de vermeldingen betreffende de contingentnummers 09.4514 en 09.4515 geschrapt.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van het contingentjaar dat aanvangt op 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 januari 2013.

Voor de Commissie

De voorzitter

José Manuel BARROSO


(1)  PB L 299 van 16.11.2007, blz. 1.

(2)  PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29.


BIJLAGE I

I, DEEL K

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN DE GATT/WTO-OVEREENKOMSTEN, GESPECIFICEERD NAAR LAND VAN OORSPRONG: NIEUW-ZEELAND

Contingentnummer

GN-code

Omschrijving

Land van oorsprong

Jaarlijks contingent van 1 januari tot en met 31 december

(in ton)

Hoeveelheid van 1 januari tot en met 30 juni

(in ton)

Hoeveelheid van 1 juli tot en met 31 december

(in ton)

Hoeveelheid van 1 oktober tot en met 31 december

(in ton)

Invoerrecht

(in EUR per 100 kg nettogewicht)

09.4515

0406 90 01

Kaas voor verwerking (1)

Nieuw-Zeeland

4 000

4 000

17,06

09.4514

ex 0406 90 21

Cheddar in hele vorm (in platte cilindrische vorm met een nettogewicht van 33 of meer doch niet meer dan 44 kg, of in de vorm van een kubus of blok met een nettogewicht van 10 kg of meer), met een vetgehalte van 50 of meer gewichtspercenten, berekend op de droge stof, en met een rijpingstijd van ten minste drie maanden

Nieuw-Zeeland

7 000

7 000

17,06


(1)  De controle op het gebruik voor deze bijzondere bestemming wordt uitgeoefend met toepassing van de desbetreffende bepalingen van de Unie. De bedoelde kaas wordt geacht verwerkt te zijn wanneer hij is verwerkt tot producten van onderverdeling 0406.30 van de gecombineerde nomenclatuur. Het bepaalde in de artikelen 291 tot en met 300 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 is van toepassing.”.


BIJLAGE II

III. DEEL A

TARIEFCONTINGENTEN IN HET KADER VAN DE GATT/WTO-OVEREENKOMSTEN, GESPECIFICEERD NAAR LAND VAN OORSPRONG: NIEUW-ZEELANDSE BOTER

GN-code

Omschrijving

Land van oorsprong

Jaarlijks contingent van 1 januari tot en met 31 december

(in ton)

Hoeveelheid van 1 januari tot en met 30 juni

(in ton)

Hoeveelheid van 1 juli tot en met 31 december

(in ton)

Hoeveelheid van 1 oktober tot en met 31 december

(in ton)

Invoerrecht

(in EUR per 100 kg nettogewicht)

ex 0405 10 11

ex 0405 10 19

Boter, van ten minste zes weken oud, met een vetgehalte van niet minder dan 80 doch minder dan 85 gewichtspercenten, rechtstreeks uit melk of room bereid zonder gebruikmaking van opgeslagen materialen volgens één enkel volledig apart en ononderbroken procedé

Nieuw-Zeeland

74 693

Contingent 09.4195

Deel A:

20 540,5

Contingent 09.4195

Deel A:

20 540,5

Contingent 09.4195

Deel A:

70,00”

ex 0405 10 30

Boter, van ten minste zes weken oud, met een vetgehalte van niet minder dan 80 doch minder dan 85 gewichtspercenten, rechtstreeks uit melk of room bereid zonder gebruikmaking van opgeslagen materialen volgens één enkel volledig apart en ononderbroken procedé waarbij de room een fase van geconcentreerd botervet en/of fractionering van dat botervet kan doorlopen (de zogenaamde „Ammix”- en „Spreadable”-procedés)

Contingent 09.4182

Deel B:

16 806

Contingent 09.4182

Deel B:

16 806

Contingent 09.4182

Deel B:


Top